gas type FIAT SCUDO 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2010, Model line: SCUDO, Model: FIAT SCUDO 2010Pages: 210, PDF Size: 3.43 MB
Page 93 of 210

92
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BESCHERMING VAN
HET MILIEU
De emissiereductiesystemen voor diesel-
motoren zijn:
❒oxidatiekatalysator;
❒uitlaatgasrecirculatie-systeem (EGR);
❒roetfilter (DPF) (indien van toepassing).DPF-ROETFILTER (DIESEL
PARTICULATE FILTER)
(indien aanwezig)
Het DPF-roetfilter (Diesel Particulate Fil-
ter) is een mechanisch filter in het ui-
tlaatsysteem dat de partikels in het ui-
tlaatgas van dieselmotoren opvangt.
Het roetfilter vangt bijna de totale hoe-
veelheid roetdeeltjes op, waardoor vol-
daan wordt aan de huidige/toekomstige
wettelijke normen.
Tijdens het normale gebruik van de auto
registreert de inspuitregeleenheid een aan-
tal gegevens met betrekking tot het ge-
bruik (gebruiksduur, type traject, bereikte
temperatuur enz.) en berekent de hoe-
veelheid verzameld roet in het filter. Om-
dat het filter de roetdeeltjes verzamelt,
moet het periodiek worden geregene-
reerd (schoongemaakt) door de roet-
deeltjes te verbranden.
De regeneratieprocedure wordt geregeld
door de regeleenheid van de motor op ba-
sis van de hoeveelheid opgevangen roet-
deeltjes en de bedrijfsomstandigheden van
de auto. Tijdens de regeneratie kan het
volgende worden waargenomen: een be-
perkte toerentalverhoging, inschakeling
van de elektroventilateur, een beperkte
toename van de rook uit de uitlaat en een
hogere temperatuur bij de uitlaat. Dit zijn
geen storingen en deze situatie heeft geen
invloed op het milieu of het gedrag van de
auto.
Onder normale bedrijfsom-
standigheden bereikt het
roetfilter (DPF) (indien aanwezig) ho-
ge temperaturen. Parkeer daarom niet
boven brandbare materialen (gras, dro-
ge bladeren, dennennaalden enz.):
brandgevaar.
ATTENTIE!
Onder normale bedrijfsom-
standigheden bereikt de ka-
talysator hoge temperaturen. Parkeer
daarom niet boven brandbare mate-
rialen (gras, droge bladeren, dennen-
naalden enz.): brandgevaar.
ATTENTIE!
fig. 117F0F0357m
Handopvoerpomp voor diesel
Als de brandstoftank is leeggereden, dan
moet het brandstofcircuit worden gevuld:
❒giet ten minste 5 liter diesel in de tank;
❒bedien de handopvoerpomp, die onder
de motorkap onder een bescherming is
geplaatst, totdat er brandstof in de
doorzichtige slang verschijnt;
❒start de motor m.b.v. de startmotor,
totdat de motor aanslaat.
081-092 ScudoG9 NL:081-092 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:57 Pagina 92
Page 120 of 210

119
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STARTEN EN
RIJDEN
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud star-
ten bereikt de motor niet de optimale be-
drijfstemperatuur. Hierdoor neemt niet al-
leen het brandstofverbruik toe (van 15 tot
aan 30% in stadsverkeer), maar ook de uit-
stoot van uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en conditie van
het wegdek
Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij file-
rijden, waarbij overwegend lage versnel-
lingen worden gebruikt, of in de stad waar
zich veel verkeerslichten bevinden, zal het
brandstofverbruik aanzienlijk hoger zijn.
Bochtige trajecten, bergwegen en een
slecht wegdek verhogen eveneens het
brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als u langere tijd stilstaat (bijv. spoorweg-
overgangen), is het raadzaam de motor uit
te zetten. Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk
toe bij een hogere snelheid. Rijd daarom
zoveel mogelijk met een gelijkmatige snel-
heid, vermijd overbodig remmen en op-
trekken. Dit kost brandstof en verhoogt
de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op
te trekken en het toerental, waarbij het
maximum koppel wordt geleverd, niet te
overschrijden.TREKKEN VAN AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwagens of
caravans moet de auto uitgerust zijn met
een trekhaak van een goedgekeurd type
en een adequate elektrische installatie.
Om schade aan het elektrische systeem
van de auto te voorkomen, moet een spe-
ciale regeleenheid voor de aanhanger wor-
den geïnstalleerd.
De montage van de trekhaak moet door
gespecialiseerd personeel worden uitge-
voerd. Ook moet documentatie worden
overhandigd m.b.t. het rijden met een aan-
hanger.
Monteer zo nodig speciale en/of extra ach-
teruitkijkspiegels, waarmee u voldoet aan
de geldende verkeerswetgeving.
Let er op dat het maximum klimvermogen
van de auto door het gewicht van een aan-
hanger wordt beperkt. Bovendien wordt
de remweg langer en is meer tijd nodig om
in te halen.
113-122 ScudoG9 NL:113-122 ScudoG9 NL 24-11-2008 10:58 Pagina 119
Page 140 of 210

139
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
GLOEILAMP
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒Als een lamp niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet doorge-
brand is, voordat u de lamp vervangt:
zie voor de plaats van de zekeringen de
paragraaf “Zekeringen vervangen” in dit
hoofdstuk;
❒controleer voordat u een lamp vervangt
of de contacten niet zijn geoxideerd;
❒vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en ver-
mogen;
❒als u een gloeilamp in de koplamp hebt
vervangen, controleer dan om veilig-
heidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is.BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan de
koplamp een beetje beslagen zijn: dit duidt
niet op een defect, maar is een natuurlijk
verschijnsel dat veroorzaakt wordt door
een lage temperatuur en de luchtvochtig-
heidsgraad, en verdwijnt snel als de kop-
lampen worden ingeschakeld. De aanwe-
zigheid van druppels aan de binnenzijde
van de koplamp duidt daarentegen op het
binnendringen van water: wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.
TYPEN GLOEILAMPEN
Op de auto zijn verschillende typen gloei-
lampen gemonteerd:AGlasfittinglampen: deze zijn voorzien
van een klemfitting. Verwijder de lamp
door de lamp uit de houder te trek-
ken.
BLampen met bajonetfitting: verwijder
de lamp uit de houder door hem iets
in te drukken en linksom te draaien.
CBuislampen: verwijder de lamp door
hem uit de veercontacten los te ma-
ken.
DHalogeenlampen: verwijder de lamp
door de borgveer los te haken uit de
zitting. Halogeenlampen mag u uit-
sluitend aanraken op het me-
talen gedeelte. Als u de bol met
uw vingers aanraakt, zal de
lichtopbrengst van de lamp teruglopen
en kan ook de levensduur beperkt wor-
den. Als u de bol per ongeluk toch hebt
aangeraakt, moet u de bol schoonwrij-
ven met een doekje met alcohol en daar-
na laten drogen.
M odificaties of reparaties
aan de elektrische installatie
die niet correct worden uitgevoerd en
waarbij geen rekening wordt gehouden
met de technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de wer-
king en zelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschieten.
ATTENTIE!
fig. 8F0P0216m
133-152 ScudoG9 NL:133-152 ScudoG9 NL 16-11-2009 14:22 Pagina 139
Page 176 of 210

175
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
TYPEPLAATJE MET
IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 2
A- Naam van de fabrikant;
B- Nummer nationale typegoedkeuring;
C- Identificatiecode voertuigtype en chas-
sisnummer;
D- Max. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto;
E- Max. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto met aanhanger;
F- Max. toelaatbare voorasbelasting;G- Max. toelaatbare achterasbelasting;
H- Identificatiecode van het voertuigtype;
I- Correctiewaarde voor uitlaatrookgas-
meting;
J- Chassisnummer.
fig. 2
A
B
C
D
E
F
G
H
JI 1-
2-KG
KG
KG
KG
F0P0301m
173-199 ScudoG9 NL.qxd:173-199 ScudoG9 NL 10-12-09 19:21 Page 175