FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: TIPO 5DOORS STATION WAGON, Model: FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2018Pages: 304, PDF Size: 7.65 MB
Page 261 of 304

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP STUURWIEL
Knop Interactie
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Op het instrumentenpaneel wordt een lijst met de laatste 10 gesprekken weergegeven (functie
beschikbaar op versies en markten waar aanwezig)
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
De laatste oproepen worden alleen op het instrumentenpaneel weergegeven als het bladeren door
oproepen actief is (beschikbaar voor versies en markten waar aanwezig)
Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep of tekstbericht (alleen met
bladeren door oproepen actief) op het instrumentenpaneel (functie beschikbaar op versies en markten
waar aanwezig)
259
Page 262 of 304

BEDIENINGSELEMENTEN ACHTER HET STUURWIEL
Toetsen Interactie
Toets 1 (linkerzijde stuurwiel)
Bovenste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend
nummer op USB
Toets lang indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt
losgelaten/snel vooruitspoelen nummer op USB
Middelste toetsScrollt bij elke druk door de bronnen AM, FM, DAB, USB, AUX (indien aanwezig).
Alleen de beschikbare bronnen worden geselecteerd.
Onderste toets
Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selecteren volgende
nummer op USB.
Toets lang indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt
losgelaten/snel vooruitspoelen nummer op USB.
Toets 2 (rechterzijde stuurwiel)
Bovenste toetsVolume verhogen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen
Toets lang indrukken: volume snel verhogen
Middelste toets In-/uitschakelen van Mute / Pauze-functie
Onderste toetsVolume verlagen
Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen
Toets lang indrukken: volume snel verlagen
260
MULTIMEDIA
Page 263 of 304

SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
RADIOMODUS
Als u de radiomodus wilt activeren,
drukt u op de knop RADIO op het
voorpaneel. U ziet nu de volgende
informatie op het display:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(preset) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en de
knoppen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Browse": lijst van beschikbare
radiostations;
"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naar gelangde geselecteerde golfband: AM, FM of
DAB);
"Afstem.": handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio's);
"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Om toegang te krijgen tot het menu
"Audio", drukt u op de knop "Audio"
op het voorpaneel of op de knop
voor het menu "Audio" onder aan het
display.
Via het menu "Audio" kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten);
"Balans / Fade" (om de audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Speed / Volume" (automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling);
"Loudness" (voor bepaalde
versies/markten, waar aanwezig);
"Auto-On Radio";
Druk op de toets
/Gereed om het
menu "Audio" af te sluiten.
MEDIA-MODUS
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX (waar aanwezig), USB of
Bluetooth®
.
Toepassingen die worden gebruikt op
draagbare apparaten zijn mogelijk niet
compatibel met hetUconnect™-
systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Gebruik deze functie om door de
nummers op het actieve apparaat te
bladeren en een nummer te selecteren.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is.
Op een USB-apparaat kunt u
bijvoorbeeld de knop/toets BROWSE
ENTER gebruiken om door de lijst van
beschikbare artiesten, genres en
albums te bladeren, afhankelijk van de
informatie die aanwezig is op de tracks.
Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst
om naar de gewenste letter in de lijst te
springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaalde
Apple®
apparaten
uitgeschakeld zijn.
OPMERKING De toets BROWSE
ENTER staat geen enkele handeling op
een AUX apparaat toe (waar aanwezig).
261
Page 264 of 304

Druk op de toets BROWSE ENTER om
deze functie te activeren op de bron die
afgespeeld wordt.
Draai de toets/knop BROWSE ENTER
om de gewenste categorie te kiezen en
druk vervolgens op deze toets/knop om
de keuze te bevestigen.
Druk op de knop
op het
voorpaneel om de functie te annuleren.
Bluetooth BRON®
Deze functie wordt geactiveerd door
een
Bluetooth®
apparaat met
muziekstukken aan het systeem te
koppelen.
EEN Bluetooth
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
®
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth®
audioapparaat te
koppelen:
schakel de functieBluetooth®
in
op het apparaat;
druk op de toets MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk
dan op de knop "Bron";
selecteer de mediabron
Bluetooth®
;
druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op het
Bluetooth®
audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het systeem
of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt het
Bluetooth®
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van verbinding
bepaald. Het laatst verbonden apparaat
heeft de hoogste prioriteit;
een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken op
de toets PHONE op het voorpaneel en
door "Instellingen" te selecteren of door,
vanuit het menu "Instellingen",
"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.
WAARSCHUWING Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als de
Bluetooth®
verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
USB-BRON
Om de USB-modus te activeren, moet
het betreffende USB-apparaat
aangesloten worden op de USB-poort
die zich op de tunnelconsole bevindt.Wanneer er bij ingeschakelde radio een
USB-apparaat wordt geplaatst en
wanneer de functie “AutoPlay” is
ingesteld op ON in het menu “Audio”,
begint het de nummers op het apparaat
af te spelen.
BELANGRIJK Na gebruik van een
USB-oplaadaansluiting, wordt
aangeraden het apparaat (smartphone)
los te koppelen, waarbij de kabel altijd
eerst uit de aansluiting van het voertuig
verwijderd moet worden, nooit eerst
vanaf het apparaat fig. 227. Kabels die
blijven rondslingeren of aangesloten
blijven, kunnen de correcte
oplaadfunctie en/of de conditie van de
USB-poort aantasten.
227P2000169
262
MULTIMEDIA
Page 265 of 304

AUX-BRON(indien aanwezig)
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op de
AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het
systeem de aangesloten AUX-bron af te
spelen als deze reeds op weergave is
ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De functies van het apparaat dat
aangesloten is op het AUX-stopcontact
worden rechtstreeks geregeld door het
apparaat zelf; het is niet mogelijk om
nummer/map/playlist te veranderen of
start/einde/pauze te bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of
die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Met de knoppen op het display kan
men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord
op het display);
de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weergeven en
bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en
bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de
toegang en de verbinding eenvoudiger
en sneller te maken;
gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
BELANGRIJK Voer deze handeling uit
bij stilstaand voertuig en onder veilige
omstandigheden; deze functie is
uitgeschakeld wanneer het voertuig
rijdt.
Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in elk
geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op
de mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
voorpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om het
registratieproces te starten, zoek
daarna naar deUconnect™-
voorziening op de mobiele telefoon (als
daarentegen "Nee" geselecteerd wordt,
ziet u het hoofdscherm van de
telefoon);
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
263
Page 266 of 304

vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop “Toestel
toev." en ga verder zoals hierboven
beschreven;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal het
systeem het eerst gekoppelde apparaat
als favoriet beschouwen.
Opmerking Na het updaten van de
telefoonsoftware wordt het voor een
correcte werking aanbevolen de
telefoon te verwijderen uit de lijst
apparaten gelinkt aan de radio en ook
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®
-apparaten op
de telefoon te verwijderen en een
nieuwe koppeling te maken.
EEN NUMMER BELLEN
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van "Recente oproep.";
selectie van het pictogram;
drukken op de toets "Opnieuw
bellen".
SMS-LEZER
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze telefoonfunctie te gebruiken,
moet de mobiele telefoon de
SMS-uitwisseling via
Bluetooth®
ondersteunen.
Als de bewerking niet wordt
ondersteund door de telefoon, wordt de
bijbehorende grafische toets
uitgeschakeld (wordt grijs).
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties "Luisteren", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.U kunt toegang krijgen tot het overzicht
SMS-berichten die door de telefoon zijn
ontvangen door op de grafische toets
te drukken (in het overzicht worden
maximaal 60 ontvangen berichten
weergegeven).
Uconnect™LIVE
SERVICES
Druk op de APPS-knop om toegang te
krijgen tot de apps van
Uconnect™LIVE.
De beschikbare services hangen af van
de configuratie van de auto en de
markt. Om de services vanUconnect
™LIVEte gebruiken, moet u de
Uconnect ™LIVE-app downloaden
van Google Play of de Apple Store en
registreren met gebruik van de app of
op www.DriveUconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
AlsudeUconnect™ LIVE-app hebt
gestart en uw gegevens hebt
ingevoerd, kunt u in de auto
gebruikmaken van de services van
Uconnect™ LIVEdoor uw
smartphone en de radio via
Bluetooth®
te koppelen, zoals wordt
beschreven in het hoofdstuk "Het
koppelen van een mobiele telefoon."
Als het koppelen is voltooid, zijn de
verbonden services beschikbaar door
te drukken op het pictogram
Uconnect™LIVEop de radio.
264
MULTIMEDIA
Page 267 of 304

Voordat u de verbonden services kunt
gebruiken, moet u de
activeringsprocedure voltooien door de
instructies te volgen die verschijnen in
deUconnect™LIVE-app nadat de
koppeling via
Bluetooth®
is afgerond.
Instellingen van de Uconnect™
LIVE services die via de autoradio
kunnen worden beheerd
InUconnect™LIVEkunt u naar
"Instellingen" gaan door op het
pictogram
te drukken. In deze sectie
kan de gebruiker de systeemopties
controleren en naar eigen voorkeur
wijzigen.
Systeemupdates
Als een update voor het
Uconnect™LIVEsysteem beschikbaar
is terwijl deUconnect™LIVEservices
worden gebruikt, dan wordt de
gebruiker hiervan op de hoogte
gebracht via een bericht op het
radioscherm.
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het
voertuig
De appseco:Drive™enmy:Carzijn
ontwikkeld om de rijervaring van de
klant te verbeteren, en daarom zijn ze
verkrijgbaar op alle markten waar de
services vanUconnect™LIVE
beschikbaar zijn.Als het navigatiesysteem in de
autoradio wordt geïnstalleerd, dan
wordt bij toegang tot de
Uconnect™LIVEservices het gebruik
van de "Live" services geactiveerd.
eco:Drive™
Met deeco:Drive™applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.
Daarnaast kunnen de gegevens worden
opgeslagen op een USB-flashdrive en
kan een gegevensanalyse worden
gemaakt op uw pc dankzij de
eco:Drive™desktopapplicatie,
beschikbaar op www.fiat.it of
www.DriveUconnect.eu.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de volgende
parameters controleren: acceleratie,
deceleratie, schakelen, snelheid
Weergave van de eco:Drive™
Druk op de toetseco:Drive™om van
deze functie gebruik te maken.
Er wordt een scherm weergegeven op
de radio met de 4 indexen: Acceleratie,
deceleratie, snelheid en schakelen.
Deze indexen zijn grijs totdat het
systeem genoeg gegevens heeft om de
rijstijl te analyseren. Zodra voldoende
gegevens beschikbaar zijn, nemen deindexen op basis van de beoordeling
5 kleuren aan: donkergroen (zeer goed),
lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer
slecht).
Na langdurige stilstand toont het
display de gemiddelde van de indexen
tot dat moment (de "Gemiddelde
index"), waarna de indexen in realtime
opnieuw kleuren zodra het voertuig
opnieuw gestart wordt.
Opnemen en overzetten van
reisgegevens
De reisgegevens worden opgeslagen in
het systeemgeheugen en overgebracht
door middel van een geschikt
geconfigureerde USB-geheugenstick of
via de appUconnect™LIVE.Opdie
manier kunt u de geschiedenis van de
verzamelde gegevens, met een
volledige analyse van de routegegevens
en van uw rijstijl, weergeven.
Ga voor meer informatie naar
www.DriveUconnect.eu.
my:Car
Metmy:Carkunt u de "gezondheid"
van uw voertuig bewaken.
my:Carkan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
wanneer het onderhoudsinterval
verlopen is. Druk op de knop "my:Car"
om van deze toepassing gebruik te
maken.
265
Page 268 of 304

Op het display verschijnt een scherm
met de "care:Index" sectie, waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van het voertuig wordt getoond. Druk
op de knop "Actieve waarschuwingen"
om de informatie (indien aanwezig) over
de storingen van het voertuig te tonen
die het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg
hadden.
INSTELLINGEN
Druk op de toetsop het voorpaneel
voor de weergave van het menu
"Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat de volgende opties:
Display;
Meeteenheid;
Spraakopdrachten;
Klok & Datum;
Veiligheid / Assistentie;
Lichten;
Portieren+Vergrend.;
Opties voertuig uit;
Audio;
Telefoon / Bluetooth;
Configurat. SiriusXM (waar
aanwezig);
Configur. Radio;
Instellingen resetten
Veiligheid/Hulp(waar aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
"Rear View Camera"(waar
aanwezig): met deze functie zijn de
volgende instellingen mogelijk:
"Richtlijnen actief" (waar aanwezig):
hiermee kunnen de dynamische
roosters die de route van het voertuig
op het display aangeven ingeschakeld
worden.
- "Rit. cam. "Vertr. cam Rear View"
(waar aanwezig): hiermee kan de
verdwijning van beelden van de camera
vertraagd worden als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
"Front. botsing "Waarschuwing"
(waar aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
De beschikbare opties zijn:
- "Off": het systeem is uitgeschakeld;
- "Alleen berichten": het systeem grijpt
alleen in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven (waar aanwezig);
- "Alleen remmen actief": het systeem
grijpt in door de automatische
remwerking te activeren (waar
aanwezig);- "Alarm+ remmen actief": het systeem
grijpt in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven en de automatische remwerking
te activeren.
"Front. botsing Sensitivity"(waar
aanwezig) met deze functie kan de
"reactiegevoeligheid" van het systeem,
op basis van de afstand tot het
obstakel, geselecteerd worden.
De beschikbare opties zijn "Nabij",
"Med", "Ver".
"Park Assist"(waar aanwezig):
hiermee kunt u het type waarschuwing
dat door het Park Assist-systeem wordt
gegeven selecteren.
De beschikbare opties zijn:
- "Alleen geluid": het systeem
waarschuwt de bestuurder alleen met
geluidssignalen dat er een obstakel
aanwezig is, via de luidsprekers in het
voertuig.
- "Geluid en Scherm": het systeem
waarschuwt de bestuurder dat er een
obstakel aanwezig is met
geluidssignalen (via de luidsprekers in
het voertuig) en visuele
waarschuwingen (op het
instrumentenpaneel).
266
MULTIMEDIA
Page 269 of 304

"Front Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het voorste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Rear Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het achterste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Park Assist vol."(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het volume van de geluidssignaal dat
door het Parkassist-systeem wordt
afgegeven te selecteren.
"Lane Assist Waarschuwing"(waar
aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid" van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
"Lane Assist Strength"(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om de kracht te selecteren die
uitgeoefend moet worden op het
stuurwiel om het voertuig terug te laten
keren in de rijbaan via de elektrische
stuurinrichting, in geval van een ingreep
van het Lane Assist-systeem.
"Blind Spot Alert"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het type waarschuwing te selecteren
("Alleen geluid" of "Geluid enweergave") om de aanwezigheid van
voorwerpen in de blinde hoek van de
buitenspiegel aan te geven.
"Regensensor"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
de automatische werking van de
ruitenwissers in geval van regen in/uit te
schakelen.
"Brakes"(waar aanwezig): met deze
functie kunnen de volgende submenu's
geselecteerd worden:
- "Remservice" (waar aanwezig):
hiermee kunt u de procedure activeren
om het onderhoud van het remsysteem
uit te voeren;
- "Autom. Parkeerrem" (waar
aanwezig): hiermee kunt u de
inschakeling van de automatische
parkeerrem in- of uitschakelen.
NAVIGATIE(Alleen UConnect™ 5" Nav LIVE)
Een route plannen
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Met de functie bestemming zoeken
kunt u uw bestemmingen vinden en
bereiken op verschillende manieren:
door te zoeken op specifiek adres,
gedeeltelijk adres, specifiek type locatie(bijv. een tankstation of een restaurant),
een postcode of een POI (Point of
Interest) nabij uw huidige positie (bijv.
een restaurant met het zoektype
ingesteld op "dichtbij"), een paar lengte-
en breedtegraadcoördinaten, of door
het selecteren van een punt op de
kaart.
Selecteer "Zoeken" in het hoofdmenu
en stel de zoektocht in naar een
bestemming.
Terwijl u de informatie ingeeft, toont de
lijst de overeenkomende adressen en
POI's in twee verschillende lijsten. Het
overeenkomende adres en plaats
worden weergegeven in de
Adressenlijst en de POI, het type van
POI's en de locaties worden
weergegeven in de Point of Interest-lijst.
Om een route te plannen naar de
bestemming, de "Gids" knop
selecteren.
Er wordt een route gepland en u wordt
dan naar uw bestemming geleid aan de
hand van gesproken instructies en
aanwijzingen op het scherm.
Kaart update
Voor optimale prestaties moet het
navigatiesysteem regelmatig worden
geüpdatet. Daarom biedt de dienst
Mopar Map Care eens per drie
maanden een nieuwe kaartupdate.
267
Page 270 of 304

De updates kunnen worden
gedownload van de website
maps.mopar.eu en rechtstreeks in het
Uconnect™-systeem worden
geïnstalleerd. Alle updates zijn gratis
gedurende 3 jaar na de datum waarop
de garantie van de auto ingaat.
Het navigatiesysteem kan ook worden
geüpdatet door het Fiat
Servicenetwerk.
Opmerking De dealer kan kosten in
rekening brengen voor het updaten van
het navigatiesysteem.
SPRAAKOPDRACHTEN
OpmerkingenVoor talen die niet door
het systeem worden ondersteund, zijn
geen spraakopdrachten beschikbaar.
Om gebruik te maken van
spraakopdrachten, op de toets
op
het stuurwiel drukken (toets "Spraak")
en de spraakopdracht die u wilt
activeren uitspreken.
Algemeen
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Help
Annuleren
Herhalen
SpraakbegeleidingTelefoon
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Bel
Kies
Opnieuw kiezen
Bel terug
Recente gesprekken
Uitgaande oproepen
Gemiste oproepen
Inkomende oproepen
Telefoonboek
Zoek
SMS tonen
Stuur een SMS
Toon tekstberichten
Radio
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Afstemmen op FM "frequentie"
Afstemmen op AM "frequentie"
Afstemmen op "naam radio" FM
Afstemmen op "naam radio"
Media
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Speel muziekstuk…
Speel album…
Speel artiest...
Speel genre...
Speel afspeellijst...
Speel podcast...
Speel luisterboek...
Selecteer de bron...
Bekijk...
Navigatie (alleen Uconnect™ 5" Nav
LIVE)
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van
de toets
op het stuurwiel:
Zoom in
Zoom uit
2d-modus
3D-modus
Deze positie toevoegen
Navigeer naar huis
Navigeren via huis
Annuleer de route
268
MULTIMEDIA