Hyundai Accent 2006 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2006, Model line: Accent, Model: Hyundai Accent 2006Pages: 227, PDF Size: 7.17 MB
Page 11 of 227

1. Schakelaar koplampafstelling
2. Schakelaar ruitenwisser/-sproeier achterruit(Indien gemonteerd)
3. Multischakelaar verlichting
4. Instrumentenpaneel
5. Claxon en bestuurdersairbag
6. Schakelaar ruitnewissers/-sproeiers
7. Digitale klok
8. Schakelaar achterruitverwarming (Indien gemonteerd)
9. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
10.Schakelaar mistlampen voor
(Indien gemonteerd) 11.Schakelaar mistachterlicht
12.Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
(Indien gemonteerd)
13.Airbag voor passagierszijde
14.Dashboardkastje
15.Hefboom motorkapontgrendeling
16.Multibox
17.Aansteker
18.Bekerhouder voor
19.Asbak
20.Keuzehandel/versnellingshandel (Indien gemonteerd)
21.Handremhefboom
22.Bekerhouder achter/Stoelverwarming (Indien gemonteerd)
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op hetdashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistofvan de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
!
Page 12 of 227

UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
B255A01A-GXT WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL * Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 1-49.
Onderhoudsindicatie (SRI) Van Airbagsysteem
Controlelamp ABS (Indien gemonteerd) Controlelamp Richting-aanwijzers Controlelamp Grootlicht Controlelamp Oliedruk Controlelamp Handrem/Remvloeistofpeil Controlelamp Laadstroom
Controlelamp Voor Niet Goed Gesloten Portieren Controlelamp Benzine- Reserve
Storingscontrolelamp
Controlelamp Overdrive (Alleen automatische transmissie)
Controlelamp Voorgloeien (Dieselmotor)
Waarschuwingslamp Water InBrandstoffilter (Dieselmotor)
Controlelamp immobilizer (diefstalbeveiliging)
Page 13 of 227

BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN............................... 1-2
INRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI ................. 1-3 STARTBLOKKERING ................................................. 1-4
PORTIERSLOTEN
(DIEFSTALBEVEILIGINGSINSTALLATIE) ......... 1-6, 1-9
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN .........1-12
STOELINSTELLING ................................................... 1-13
VEILIGHEIDSGORDELS ........................................... 1-19
VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN ...........1-24
AIRBAGSYSTEEM ..................................................... 1-34
TWEETRAPS AANVULLEND (AIRBAG) VEILIGHEIDSYSTEEM (SRS) .................................1-40
INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAM PEN ............................................... 1-48
INDICATOR EN WAARSCHUWINGSLAMP ............1-52
BOORD COMPUTER ................................................ 1-59
MULTISCHAKELAAR (RICHTINGAANWIJZERS, GROOT EN DIMLICHT) ........................................... 1-61
RUITENWISSER-/SPROEIERSCHAKELAAR ..........1-63
ZONNEDAK ................................................................ 1-71
SPIEGEL ..................................................................... 1-75
MOTORKAPONTGRENDELING ...............................1-78
ZONNEKLEP .............................................................. 1-81
BEDIENING VERWARMING EN KOELING ............1-83
STEREO GELUIDSINSTALLATIE .............................1-92
ANTENNE ................................................................... 1-97
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
1
Page 14 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
2BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN
B010A04A
!
B010A01O-GXT Tank uitsluitend loodvrije ben-
zine Voor uw Hyundai moet loodvrije ben- zine met een octaangetal van RON91 of hoger worden getankt. Het tanken van loodhoudende benzine heeft een onherstelbare beschadigingvan de katalysator en een onvold- oende werking van het emissiereg- elsysteem tot gevolg.Bovendien kan dit hoge onderh-oudskosten met zich meebrengen. Om vergissingen bij het tanken te voorkomen past het vulpistool voor loodhoudende benzine niet in devulopening van uw Hyundai. Dieselbrandstof In Hyundai automobielen met
dieselmotor moet dieselbrandstof met een cetaangetal van 52 tot 54 worden gebruikt. Wanneer de dieselbrandstof in zomer-
en winterkwaliteit verkrijgbaar is, moetafhankelijk van de onderstaande temperaturen de aangegeven kwaliteit worden gebruikt:
o Boven -5°C (23°F) ......... Zomerkwaliteit dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) .........
Winterkwaliteit dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet
leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig wordenontlucht voordat de motor weer kan worden gestart. WAARSCHUWING:
o Voorkom dat benzine of water in de tank komt. Als dit toch het geval is moet de tank worden afgetapt en de leidingen worden doorgespoeld om te voorkomendat de brandstofpomp vastloopt en daardoor de motor beschadigd raakt.
o Om in de winter uitvlokken van de brandstof te voorkomen, kanbij temperaturen beneden -10 °C petroleum aan de dieselbrandstof wordentoegevoegd. Voeg nooit meer dan 20% petroleum toe.
ALLEEN LOOD-
VRIJE BENZINE
Page 15 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
3INRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI
B010F01A-AXT Rijden in het buitenland Overtuig u voor het maken van
buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte brandstof verkrijg- baar.
B010D01S-AXT Gebruik geen methanol Benzine die methanol bevat mag niet worden gebruikt voor uw Hyundai. Deze benzine kan een vermindering van de motorprestaties tot gevolghebben en onderdelen van het brandstofsysteem beschadigen. B010E01A-AXTBENZINE VOOR EEN LAGERE
BELASTING VAN HET MILIEU
Hyundai raadt het gebruik aan van
benzine met detergerende toevoe-gingen, waardoor aanslag in de mo- tor wordt voorkomen. Door gebruikvan deze benzine wordt het milieu minder belast. Deze benzine houdt de motor schoner, waardoor dewerking van het uitlaatgasreg- elsysteem wordt verbeterd. SB020A1-FXGedurende de eerste 2000 km (Benzinemotor) Voor uw Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een lange leven- sduur en optimale prestaties van uwHyundai is het echter aan te bevelen gedurende de eerste 2000 km onderstaande aanbevelingen op tevolgen:
o Rijd niet sneller dan 90 km/h.
o Houd het motortoerental tijdens het
rijden tussen 2000 en 4000/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te voorkomen dat de motor overmatigwordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met katalysator niet langer dan 3 minuten stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 2000 km niet met een caravan of aanhanger.
LET OP:
Het gebruik van methanol ofbrandstoffen die methanol bevatten kan tot schade aan hetbrandstofsysteem en een vermin- dering van de motorprestaties leiden; dit valt niet altijd onder degarantie.
!
B010B01A-AXT Gasohol Gasohol (een mengsel van 90% loodvrije benzine en 10% ethanol) kan worden gebruikt in uw Hyundai.Als echter problemen optreden in de werking van de motor, wordt het gebruik van uitsluitend benzineaangeraden. Brandstoffen met een onbekende hoeveelheid alcohol of een andere alcohol dan ethanol mogenniet worden gebruikt.
Page 16 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
4STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT De startblokkering is een anti-
diefstalvoorziening en is ontworpen om diefstal van de wagen tegen tegaan en te vertragen.
B880B03A-GXT Sleutels Alle sloten van de auto kunnen met
dezelfde sleutel worden bediend. Omdat de portieren zonder sleutel kunnen worden vergrendeld, moet worden voorkomen dat de sleutel inde auto wordt gelaten als de portieren worden vergrendeld. N.B.:
Met een zelf vervaardigde
duplicaatsleutel kan het systeem niet worden uitgeschakeld of demotor worden gestart.
B020B01FC-GXT INRIJDEN VAN UW NIEUWE
HYUNDAI
Gedurende de eerste 1000 km (Dieselmotor) Voor uw Hyundai geldt geen speciale
inrijperiode. Voor een lange levens- duur en optimale prestaties van uw Hyundai is het echter aan te bevelengedurende de eerste 1000 km onderstaande aanbevelingen op te volgen:
o Houd tijdens het rijden het motortoerental (omwentelingen per minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van de maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km krachtig afremmen. o Schakel tijdig terug, teneinde te
voorkomen dat de motor overmatig wordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met katalysator niet langer dan 3 minuten stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 1000 km niet met een caravan of aanhanger.
Page 17 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
5
B880C02A-GXT Sleutelnummers Het nummer van de autosleutels staat vermeld op een metalen strip die bij de aflevering van de auto aan de sleutels is bevestigd.Het sleutelnummer moet wordengenoteerd en op een veilige plaatsworden bewaard, voor het geval nieuwe sleutels nodig zijn. Nieuwe sleutels kunnen bij elke Hyundaidealer worden besteld; hierbij moet het betreffende sleutelnummer worden vermeld. Voor de veiligheid moet de metalen strip met het sleutelnummer van de sleutelring worden verwijderd, nadatde nieuwe auto aan u is afgeleverd. B880D02A-GXT Noodstartprocedure Als bij het aanzetten van het contact
de controlelamp van de startblo- kkering gedurende vijf seconden knippert, is er een storing in de startblokkering. Om de motor testarten moet een noodprocedure m.b.v. de contactsleutel worden uitgevoerd.
Bovendien kan de Hyundai dealer omveiligheidsredenen geen sleutel-nummers verstrekken.
Indien u extra sleutels nodig heeft of
als sleutels zijn verloren, kan uwHyundai dealer nieuwe sleutels maken. Hierna volgt de beschrijving van de procedure om de motor innoodgevallen te starten. (0, 1, 2, 3 als voorbeeldcode). N.B.: De identificatiecode voor het noodprogramma is gelijk aan de code die is ingevoerd bij afleveringvan de auto. Neem contact op met uw Hyundai dealer als u niet over de identificatiecode beschikt.
1. Om de code in te voeren moet het
contact worden aangezet ("ON") en vervolgens weer uitgezet ("OFF"); het aantal keren isafhankelijk van het codecijfer. De controlelamp van de startblokkering knippert mee met de bedieningvan het contactslot. Bijvoorbeeld: bedien het contact eenmaal voor het cijfer "1" en tweemaal voor "2",enz. Voor het cijfer "0" moet het contactslot echter 10 keer worden bediend.
2. Wacht na elk cijfer 3~10 seconden.
3. Herhaal dezelfde procedure voor de overige cijfers van de code, "1", "2", "3".
B880C01L
B880D03A
Page 18 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
6PORTIERSLOTEN
B040A02Y-AXT
4. Wanneer de vier codecijfers cor-
rect zijn ingevoerd, zet dan het contact aan "ON" en controleer of de controlelamp van de startblokkering brandt. Vanaf ditmoment moet de motor binnen 30 seconden worden gestart. Na 30 seconden kan de motor niet meerworden gestart.
N.B.: Wanneer de motor afslaat nadat hij m.b.v. de noodprocedure is gestart, kan de motor binnen 8 seconden zonder noodprocedureworden gestart.
5. Als de controlelamp van de startblokkering gedurende vijf seconden knippert, moet denoodprocedure vanaf het begin worden herhaald.
Nadat van de noodprocedure gebruik is gemaakt, moet zo snel mogelijkuw Hyundai dealer worden geraad- pleegd. LET OP:
o Als driemaal achter elkaar een poging tot het uitvoeren van denoodprocedure is mislukt, moet één uur worden gewacht voor-dat opnieuw de noodprocedure kan worden uitgevoerd.
o Als ondanks de noodprocedure de motor niet kan wordengestart, moet de auto door een Hyundai dealer worden wegge-sleept.
!WAARSCHUWING:
o Niet goed gesloten portieren kunnen gevaarlijk zijn. Controleer alvorens weg te rijden, vooral als zich kinderen in de wagen bevinden, of alleportieren goed zijn gesloten. Hierdoor wordt voorkomen dat de portieren tijdens het rijdenabusievelijk worden geopend.Bovendien wordt op dezemanier, in combinatie met het juiste gebruik van de veiligh- eidsgordels, voorkomen datinzittenden in geval van een ongeluk naar buiten worden geslingerd.
o Let er alvorens een portier te openen op dat geen verkeer vanachteren komt.
o Bij een ongeval wordt het portier automatisch ontgrendeld. (Indien gemonteerd)
!
Page 19 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
7
HLC2003
o Het portier wordt vergrendeld en ontgrendeld met behulp van een sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de sleutel naar de voorzijde van dewagen te draaien en ontgrendelendoor hem naar de achterzijde van de wagen te draaien. B040C03A-GXTPortieren van buitenaf afsluiten. De portieren kunnen zonder sleutel
worden vergrendeld.
Druk hiertoe eerst de vergrende-
lingsknop in de "LOCK"-stand, zodat de rode markering op de knop niet meer zichtbaar is, en sluit vervolgenshet portier.
Het portier kan niet worden
vergrendeld als bij gesloten voorpor-tieren de sleutel zich nog in het contactslot bevindt. Dit is normaal. (Indien gemonteerd)
B040B01A-AXT Portieren met behulp van sleutel afsluiten en openen.
Ontgrendelen
Vergrendelen N.B.:
o Het portier kan niet worden
vergrendeld als bij gesloten voorportieren de sleutel zich nog in het contactslot bevindt.
o Let er hierbij op dat de sleutel niet in de wagen achterblijft.
o Om diefstal te voorkomen altijd de contactsleutel verwijderen, deruiten sluiten en de portieren enkofferdeksel (4-deurs)/achterklep (3-/5-deurs) vergrendelen als de auto wordt verlaten.
HLC2008
Page 20 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
8
HLC2004
HLC2005
B040D01FC-GXT Portieren van binnenuit afsluiten
B040E03A-AXTKINDERSLOTEN ALLEEN ACHTERPORTIEREN (Indien gemonteerd)
Ontgrendelen
Voor het afsluiten van de wagen van
binnenuit is het voldoende het portier te sluiten en de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand te drukken. Hiernais het niet meer mogelijk het portier met de binnen- of buitenhandgreep te openen. N.B.:
Wanneer het portier is ontgr-
endeld, zijn het rode merkteken en het woord "LOCK" op de schakelaar zichtbaar. Uw wagen is voorzien van
kindersloten op de achterportieren.Bij ingeschakeld kinderslot kan hetportier niet van binnenuit worden geopend.
Het kinderslot wordt in werking gesteld
door de hefboom in de stand " " te plaatsen en het portier te sluiten. Beweeg het handel in de tegengestelde richting van de " "stand om terug te keren naar de normale deurbediening. B040G02A-GXTCENTRAAL VERGRENDELINGSSYSTEEM De portieren worden centraal
vergrendeld door de vergrendel- ingsknop van het bestuurdersportier naar voren of naar achteren tedrukken. Als het portier aan passagierszijde of de achterportieren zijn geopend terwijl de knop wordtingedrukt, worden deze vergrendeld als ze worden gesloten.
Het portier kan van buitenaf met
behulp van de handgreep worden geopend.
Vergrendelen
B040G01A