Hyundai Accent 2006 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2006, Model line: Accent, Model: Hyundai Accent 2006Pages: 227, PDF Size: 7.17 MB
Page 31 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
19VEILIGHEIDSGORDELS
SB090C1-FX Oudere kinderen Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de achterbank worden meegenomen. Het is aan te bevelen de veilighei-dsgordels te gebruiken. Let erop dat het kind tijdens het rijden niet tussen de beide voorstoelen of op de zittinggaat staan of knielen.
SB090D1-FX Gebruik tijdens zwangerschap Om de kans op verwondingen bij een aanrijding te voorkomen, is het dragen van de veiligheidsgordel ook tijdenszwangerschap verplicht.Hierbij moet er op worden gelet dathet heupgedeelte zo laag mogelijk wordt gedragen (niet over de buik). Raadpleeg hieromtrent tevens uwarts.
B150A02A-GXT OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DEVEILIGHEIDSGORDELS Het is verplicht de veiligheidsgordels te gebruiken. Als deze belangrijke veiligheids- voorziening niet wordt gebruikt is de kans op verwondingen en de ernst ervan bij een aanrijding aanzienlijkhoger. Let bovendien op de volgende aanbevelingen: B150B01A-GXT Baby's of kleine kinderen Voor baby's of kleine kinderen moet
altijd een speciaal daarvoor ontworpen kinderstoeltje worden gebruikt.
YB300B2-AX HOEDENPLANK Voor de veiligheid van de passagiers in het van belang dat bagage of andere voorwerpen niet boven derugleuning van de achterbank uitsteken.
B140A01A
Page 32 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
20
SB090I1-FX Regelmatige inspectie Het is aan te bevelen de veiligheids-
gordels regelmatig op beschadigingen en slijtage te laten controleren. Beschadigde onderdelen moeten zo snel mogelijk worden vervangen. SB090H1-FX ONDERHOUD VAN DE VEILIG- HEIDSGORDELS De veiligheidsgordel mag nooit worden gedemonteerd en ook mogen geen wijzigingen aan de gordel worden uitgevoerd. Bovendien moeter op worden gelet dat de gordels, de sloten en de verankeringspunten niet door onjuist gebruik worden besch-adigd.
SB090J1-FX Houd de gordels schoon en droog De veiligheidsgordels moeten schoon en droog worden gehouden. De gordels kunnen worden gereinigd met warm water waaraan een zachte zeepis toegevoegd. De gordels mogen nooit met bleekmiddelen, verf, oplosmiddelen of schurende produ-cten worden behandeld, omdat deze middelen het weefsel aantasten. SB090K1-FX Vervangen van de veiligheids- gordels Het is van belang dat de gehele veiligheidsgordel wordt vervangen alshij ten gevolge van een aanrijding zwaar is belast. Dit geldt ook als uiterlijk geen beschadigingen zicht-baar zijn. Raadpleeg hieromtrent uw Hyundai dealer.
SB090F1-FXEen persoon per gordel Het gebruik van een gordel door twee personen (kinderen) is niet toeges- taan. Ingeval van een aanrijding is de kans op verwondingen aanzienlijk groter. SB090G1-FX Zit rechtop Voor een maximale bescherming van alle passagiers is het van belang datze rechtop zitten. De beschermende werking van de veiligheidsgordel gaat grotendeels verloren als de rugleuningvan de voorstoelen te ver naar achteren staat of als een passagier op de achterbank niet goed rechtopzit.
SB090E1-FX Meenemen van een gewonde Ook als een gewonde wordt vervoerd moet de veiligheidsgordel worden gebruikt. Raadpleeg zonodig een arts.
Page 33 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
21
SB090P1-FX 3-PUNTS VEILIGHEIDSGORDEL Trek de gordel gelijkmatig uit het oprolmechanisme en steek deslottong in het slot. De slottong moet hoorbaar aangrijpen. De lengte van de veiligheidsgordel past zich automatisch aan de zitpositie aan. Het oprolmechanisme blokkeertde veiligheidsgordel bij een noodstop of een aanrijding, maar ook bij abrupte bewegingen naar voren. Gordel vastmaken. Controleer of de gordel goed isvergrendeld en niet is verdraaid.
verankering omhoog om hem hoger in te stellen. Druk hem naar benedenmet ingedrukte hoogte-instelknop om de verankering te verlagen. Laat de knop los om de verankering
te vergrendelen. Probeer deverankering te verplaatsen om te controleren of hij goed is vergrendeld.
WAARSCHUWING:
o Het verstelmechanisme moet tijdens het rijden zijn vergr- endeld.
o Een onjuiste afstelling van de schouderhoogte van de veili- gheidsgordel kan er toe leidendat de gordel niet optimaal functioneert bij een aanrijding.
!
B170A04A-AXT IN HOOGTE VERSTELBARE VEILIGHEIDSGORDELS, VOOR U kunt de hoogte van de schoudergordel-verankering in een van de vier posities instellen.Als de hoogte te dicht bij de hals isingesteld, heeft u niet de optimalebescherming. Het schoudergedeelte moet zodanig worden ingesteld dat hij over de borst loopt en over deschouder, dichter bij het portier dan bij de hals. Verplaats de verankering van de veiligheidsgordel naar boven of naar beneden om de hoogte in de gewenste stand af te stellen. Trek de
B170A01A
B180A01L
Page 34 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
22
SB090R1-FX Het losmaken van de veiligheidsgordel
De veiligheidsgordel wordt ontgren-
deld door de knop in het slot in te drukken. De gordel wordt dan doorhet oprolmechanisme opgerold. Is dit niet het geval, dan moet worden gecontroleerd of de gordel niet isverdraaid. B220D01A-GXT VEILIGHEIDSGORDELS – Middelste zitplaats op achterbank, 3-puntsgordel metgordelblokkering
1. Schuif de gordel door de gordelgeleider (alleen 3-/5-deurs).
2. Controleer voordat de gordel voor de middelste zitplaats op de achterbank wordt vastgemaakt, ofde metalen slottong (a) en het slot (b) in elkaar aangrijpen.
3. Trek, als dit in orde is, de veiligheidsgordel uit het oprolmech-anisme en steek de metalen slottong (c) in het slot (d).
B210A01L
B220D01A
(a)
(b) (c)
(d)
Geleiding
B200A01S-GXT Gordel verstellen.
Het heupgedeelte van de gordel moet
zo laag mogelijk over de heupenliggen, niet op de buik. Als de gordel te hoog zit, bestaat de kans dat u bijeen aanrijding of noodstop onder de gordel doorschuift, met alle gevolgen vandien. De schoudergordel moetover de schouder liggen en niet onder de oksel; zie de afbeelding.
Draag de veiligheidsgordel nooit onder
de arm.
B200A01L
Page 35 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
23
B220C01Y-GXT Veiligheidsgordel losmaken
Voor het losmaken van de
veiligheidsgordel moet de knop in hetslot worden ingedrukt.
!WAARSCHUWING:
o Bij gebruik van de middelste veiligheidsgordel voor de achterbank, moeten alle slotto-ngen en sloten zijn vergrendeld.Als één van de metalenslottongen of sloten niet is vergrendeld, neemt de kans op verwondingen bij een aanrijdingtoe.
o De metalen slottong (a) en het slot (b) mogen alleen in de volgende gevallen worden losgemaakt.
(1)Wanneer de neerklapbare rugleuning wordt neerge- klapt.
(2)Wanneer de achterste veilig- heidsgordels door anderevoorwerpen kunnen worden beschadigd.
o Sluit de metalen slottong (a) onmiddellijk weer op het slot (b) aan nadat de rugleuningen rechtop zijn geplaatst.
Er is een "klik" hoorbaar als de slottong in het slot aangrijpt. De veiligheidsgordel wordt alleen automatisch op de juiste lengte afgesteld, nadat de heupgordel metde hand zonder speling over de heupen is getrokken. Wanneer langzaam en rustig voorover wordtgebogen, wordt de gordel uitgetrokken en kan de inzittende zich bewegen. Bij een onverhoedse stop of eenaanrijding wordt de gordel in de stand geblokkeerd. Hij blokkeert ook als de inzittende zich te snel naar vorenbeweegt.
B220A02Y
B220E01A
Page 36 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
24VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN
Kinderen kunnen bij een aanrijding
gewond raken als hun veiligheidssysteem niet correct is bevestigd. Voor kleine kinderen en baby's moet een kinderzitje ofbabyzitje worden gebruikt. Voordat een bepaald veiligheidssysteem voor kinderen wordt aangeschaft, moetworden gecontroleerd of het systeem voor uw auto en de veiligheidsgordels geschikt is en passend is voor uwkind. Volg bij het installeren van het veiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant vanhet systeem worden gegeven.
B230A03A-AXT Kinderen moeten in de auto altijd op de achterbank in een veiligheidssysteem wordenmeegenomen, zodat de kans op verwondingen bij een aanrijding, plotseling afremmen of plotselingemanoeuvres wordt beperkt. Volgens ongevalstatistieken zijn kinderen veiliger als ze op de juiste wijze ineen veiligheidsvoorziening op de achterbank dan op de voorstoel worden meegenomen. Groterekinderen moeten een van de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken. Volgens de wet moet voor kinderen een veiligheidssysteem voor kinderen worden gebruikt. Kleine kinderenmoeten in de auto in een veiligheidssysteem (kinderzitje) worden meegenomen.
WAARSCHUWING:
Het slotmechanisme voor de middelste veiligheidsgordel van de achterbank, is anders dan dat voor de schoudergordels. Controleer bijhet vastmaken van de middelste gordel of de schoudergordels of de slottongen in de juiste slotenworden aangebracht, zodat een maximale bescherming van de veiligheidsgordels wordt verkregenen een goede werking is gewaarborgd.!
Page 37 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
25
o Als het veiligheidssysteem voor
kinderen niet in gebruik is, moet het in de bagageruimte worden opgeborgen of zodanig wordenvastgezet dat het bij sterk afremmen of een aanrijding niet naar voren wordt geslingerd.
o Kinderen die te groot zijn voor het veiligheidssysteem voorkinderen, moeten op deachterbank in de aanwezige gordel zitten.
o Let erop dat het schoudergedeelte van de buitenste driepuntsgordel in hetmidden van de schouder ligt, nooit tegen de nek. Door het kind dichter bij het midden vande bank te plaatsen, kan een betere aanligging van de gordel worden verkregen. Hetheupgedeelte van de driepuntsgordel of de middelste heupgordel moet zo laagmogelijk op de heup van het kind en zo prettig mogelijk aanliggen.!WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbank worden bevestigd. Een kinder ofbabystoeltje mag nooit op de voorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij- airbag aan passagierszijde in werking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- ofbabystoeltje levensgevaarlijk gewond raken. Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of een veiligheidssysteem voorkinderen in een afgeslotenstilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en de gordelsloten wordengecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst. o Als de veiligheidsgordel niet
volledig passend is voor hetkind, moet een goedgekeurd zitblok op de achterbank wordengebruikt, zodat de zithoogte van het kind wordt aangepast aan de aanwezige veiligheidsgordel.
o Laat nooit een kind op de zitting staan of knielen.
o Gebruik nooit een babydrager of kinderzitje dat over derugleuning "haakt"; het kan bijeen aanrijding onvoldoende bescherming geven.
o Laat onder het rijden een inzittende nooit een kind in dearmen houden; hierdoor kan het kind bij een aanrijding of eensterke afremming ernstig gewond raken. Het vasthouden van een kind tijdens het rijdenbiedt geen enkele vorm van bescherming, zelfs niet als de betreffende persoon deveiligheidsgordel heeft omgegespt.
o Wanneer het kinderzitje niet cor- rect is bevestigd, neemt de kans op ernstige of dodelijk letsel bijeen ongeval sterk toe.
Page 38 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
26
schoudergordel zodanig is aangebracht dat deze niet tegen hethoofd of de nek van het kind kan komen. Tracht het kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingen tebewegen, om te controleren of het zitje veilig is bevestigd. Als de gordel strakker moet worden getrokken, trek dan de gordel naar het oprolmechanisme. Wanneer de veiligheidsgordel wordt losgemaakt enkan oprollen, zal het oprolmechanisme de veiligheidsgordel automatisch weer in de stand voor gebruik door eennormaal zittende passagier brengen.
N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voorkinderen in de auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet overeenkomstig de beschrijvingwerkt, moet het systeem direct door uw Hyundai dealer wordengecontroleerd.
de aanwijzingen van de fabrikantvoordat het veiligheidssysteem voorkinderen in uw auto wordt aangebracht.
B230G01A-GXTOp buitenste plaats van
achterbank aanbrengen
Trek de driepuntsgordel uit het
oprolmechanisme om het kinderzitje op de buitenste plaats van deachterbank aan te kunnen brengen. Breng het kinderzitje aan, sluit de veiligheidsgordel en trek de gordelstrak. Let erop dat de heupgordel strak om het kinderzitje zit en dat de
B230G01A
B230F01A-GXT Op middelste plaats op achterbank aanbrengen
Gebruik de middelste veiligheidsgordel om het veiligheidssysteem voor kinderen, zoals afgebeeld, tebevestigen. Probeer na het aanbrengen het kinderzitje voor- en achteruit en zijdelings te bewegen omte controleren of het goed door de gordel wordt vastgehouden. Als het zitje kan worden bewogen moet de lengte van deveiligheidsgordel worden gewijzigd. Haak vervolgens de haak van de bevestigingsband in de bevestigingen zet het zitje vast. Raadpleeg altijd
B230F01A-E
Page 39 of 227

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
27
B230B02A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor-
age" systeem gebruiken Voor kleine kinderen en baby's wordt het gebruik van een kinderzitje of babyzitje sterk aanbevolen. Ditkinderzitje of babyzitje moet passend zijn voor de lengte van het kind en moet overeenkomstig de instructiesvan de fabrikant worden aangebracht. Verder wordt aanbevolen om het zitje op de achterbank te plaatsen, omdathierdoor de veiligheid belangrijk wordt verhoogd. Uw auto is voorzien van drie bevestigingen voor een kinde-rzitje.
WAARSCHUWING:
Bevestig geen veiligheidssysteemvoor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werking treedt,kan het kind of de baby in het kinder of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
!
B230B01TB
Bout, bevestiging (5/16"-30 mm) Ring, conische veer
Bevestiging, haak van veiligheidssysteem voor kinderen
Vulring (4-deurs : 6 mm
of 3-/5-deurs : 10 mm), bevestiging haak kinderstoeltje Bevestigingsring B230C03A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor- age" system bevestigen (4-Deurs) Op de hoedenplank zijn drie bevestigingsogen aangebracht voor de bevestiging van de gordels van een kinderstoeltje.
1. Open de afdekking van de
bevestiging op de hoedenplank.
B230C01A
Afdekking verankeringspunt Verankeringspunt voor kinderstoeltje
Page 40 of 227

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
28
Bij auto's met verstelbare hoofdsteunen moet de gordel onderde hoofdsteun tussen de beide stangen door aan het bevestigingspunt worden gehaakt.
3. Bevestig de haak van de gordel aan het kinderzitje en trek de gordelstrak. B230E03A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor-
age" system bevestigen
(3-/5-Deurs) Drie bevestigingspunten voor een
kinderstoeltje zijn aangebracht op het verticale achterpaneel (in de kofferbak).
1. Leg de gordel van het kinderzitje over de rugleuning van de achterbank. Bij auto's met verstelbare hoofdsteunen moet de gordel onder de hoofdsteun tussen de beidestangen door aan het bevestigingspunt worden gehaakt.
2. Leg de gordel van het kinderzitje over de rugleuning van deachterbank.
B230C02A-E
Voorzijde van auto
Verankeringspunt voor kinderstoeltje
Haak bevestiging