ESP Hyundai Accent 2008 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2008, Model line: Accent, Model: Hyundai Accent 2008Pages: 250, PDF Size: 9.19 MB
Page 74 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
64
Het blauwe lampje gaat branden
als de koelvloeistoftemperatuur la-
ger is dan 55±3°C. Als het rode
lampje gaat branden, breng dan zosnel mogelijk op een veilige manierde auto tot stilstand en zet de motor uit. Open vervolgens de motorkap en controleer het koelvloeistofniveau (Zie"Als de motor te heet wordt" pagina 3-4) en de aandrijfriem voor de waterpomp. Als u vermoedt dat hetkoelsysteem niet op de juiste wijze werkt, laat dan het koelsysteem zo snel mogelijk door de Hyundai dealercontroleren. N.B.:
Als het rode temperatuurlampje
brandt, dan geeft dit een te hoge temperatuur aan, waardoor de mo- tor zou kunnen beschadigen.
B290A01MC-GXT Koelvloeistof-
temperatuurindicatie
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet bij
een warme motor. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit hetsysteem spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht totdat de motor is afgekoeld,voordat de radiateurdop wordt verwijderd.
Deze lampjes geven de
koelvloeistoftemperatuur aan als het contactslot op ON is gezet. Het rode lampje gaat branden als de koelvloeistof-temperatuur hoger is dan123±3°C.
!
Als de waarschuwingslamp van het emissie-regelsysteem gaatknipperen, dan is het mogelijk dat de katalysator wordt beschadigd, waardoor hetmotorvermogen lager kan worden. Laat het emissie- regelsysteem zo snel mogelijkdoor de Hyundai dealer controleren (Benzinemotor).
o Als een storing optreedt met betrekking tot de afstelling vande hoeveelheid ingespoten brandstof, dan gaat de waarschuwingslamp emissie- regelsysteem knipperen. Alswordt doorgereden met deze storing, dan kan dit leiden tot een abnormaal vermogensverliesvan de auto (of juist meer vermogen), lawaai en de uitstoot van schadelijke stoffen. Als ditoptreedt, laat dan uw auto controleren door de Hyundai dealer (Dieselmotor).
Page 76 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
66
B265C01LZ-AXT
Controlelampen elektronischstabiliteitsprogramma (ESP) (Indien gemonteerd)
De controlelampen van het
elektronisch stabiliteitsprogramma treden in werking afhankelijk van de stand van de contactsleutel en of het systeem is ingeschakeld of niet. Ze gaan branden als het contact wordt
aangezet, maar moeten na drieseconden doven. Indien de controlelampen van het ESP of ESP- OFF blijven branden, ga dan naar eengeautoriseerde Hyundai dealer en laat het systeem controleren. Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie over het ESP. B260S01MC-GXT
Controlelamp
voorgloeien
(Dieselmotor)
De controlelamp gaat oranje branden
als het contactslot in de "ON" stand wordt gedraaid. De motor kan worden gestart nadat de controlelamp voorhet voorgloeien is gedoofd.
De duur van het branden varieert met
de koelvloeistoftemperatuur, luchttemperatuur en conditie van de accu. N.B.:
Als de motor niet na 10 seconden
start, draai dan de contactsleutel eerst in de stand "LOCK", zet hem vervolgens weer in de "START" stand om het opnieuw te proberen.
! LET OP:
Als de voorgloeilamp blijft branden of gaat knipperen nadat het voorgloeien is voltooid of tijdensde rit, laat dan het systeem zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
LET OP:
Wanneer het stuur voortdurend van aanslag tot aanslag wordt bewogen, zal dit steeds zwaarder gaan omoverbelasting te voorkomen. Dit is een normale situatie, die zich na verloop van tijd zal herstellen.
!
B260T01TB-GXT Waarschuwings- controlelampelectronischestuurbekrachtiging (EPS)
(Indien gemonteerd)
Deze controlelamp gaat gedurende 4 seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" isgedraaid. Nadat de motor is gestart, dooft de lamp. De lamp gaat ook branden wanneer er een storing is in het EPS. Laat uw auto door een officiële Hyundai-dealer controleren als de lamp tijdens hetrijden gaat branden.
Page 87 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
77
B350C01MC-GXT Regelbare intervalschakeling van de ruitenwissers Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand INT voor de intervalstand. Alsde schakelaar in deze stand staat, kan het interval tussen de wisslagen worden gewijzigd van 1 - 15 seconden
door de ring (1) te draaien. B390A01MC-AXT Ruitenwisser/- Sproeier achter (Indien gemonteerd)
1.
: Als de schakelaar voor de achterruitwisser in deze stand wordt gedrukt, wordt vloeistof op de ruit gespoten en treedtde ruitenwisser in werking.
2.ON : D e achterruitwisser werkt
continu.
3.OFF N.B.:
Bedien de ruitensproeier niet langerdan 15 seconden met een leeg ruitensproeierreservoir; hierdoor kan het systeem beschadigd raken.Bedien de ruitenwisser niet als de ruit droog is; hierdoor kunnen krassen op de ruit ontstaan en zalhet ruitenwisserblad snel slijten.
B350C01MCB390A01MC
Page 99 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
89
B510A01A-AXT Handmating De buitenspiegel aan bestuurderszijde is van binnenuit verstelbaar. Ditgeschiedt met de regelhefboom aan de voorzijde van de deur. Controleer voor het wegrijden of de buitenspiegelin de juiste stand staat.Controleer voor het wegrijden of despiegels zo zijn afgesteld dat zowellinks als rechts naar achteren en achter de auto kan worden gekeken. Wees als in de spiegels wordt gekekenvoorzichtig bij het inschatten van de afstand tot het achteropkomende verkeer of auto’s naast de eigen auto. BUITENSPIEGEL
OMC025049
B510B01FC-GXT Elektrisch bediende buitenspiegel (Indien gemonteerd) De buitenspiegels kunnen in de gewenste afstand worden afgesteld, zodat zowel achter de auto als links en rechts langs de auto naar achterenkan worden gekeken.Met de keuzeschakelaar voor debuitenspiegelverstelling kan zowel de rechter als de linker buitenspiegel worden afgesteld.
LET OP:
Als de buitenspiegel is
vastgevroren, tracht hem dan niet los te krijgen door middel van de regelhefboom of door de spiegel tebewegen. Gebruik een geschikte spray (geen antivries) om het bevroren mechanisme gangbaar temaken of rijdt de wagen naar een warme plaats.
!
OMC025048
Page 103 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
93
!
! WAARSCHUWING:
o Controleer altijd dat de motorkap goed vergrendeld is voordat wordt weggereden. Als de motorkap niet is vergrendeld, kan dit tot ongevallen leiden.
o De steunstang moet geheel in de opening in de motorkap wordengeplaatst als de motorruimtewordt gecontroleerd. Hierdoor wordt voorkomen dat de motorkap naar beneden valt enmogelijk verwondingen veroorzaakt.
o Niet rijden met de motorkap omhoog; het zicht wordt belemmerd en de motorkap kanomlaagvallen of beschadigd raken.
ONTGRENDELING KLEP VOOR TANKDOP
B560A01MC-AXT
De klep voor de tankdop kan vanuit
het interieur worden geopend door deze knop omhoog te trekken. N.B.:
Als dit in verband met ijsvorming
niet mogelijk is, tik dan voorzichtig op deze klep, zodat het ijs breekten de klep vrijkomt. Ga hierbij voorzichtig te werk. Indien nodig kan de naad tussen de klep en decarrosserie ook met een ontdooiingsmiddel worden ingespoten (gebruik geen antivriesvoor het koelsysteem).
OMC025017B570A02MC
4. Houd de motorkap open met de steunstang.
Vóór het sluiten van de motorkap moet de motorkapsteun in de klem worden gedrukt, om rammelen te voorkomen. Laat de motorkap zakkentot ongeveer 30 cm boven het slot en laat hem dan vallen. Zorg dat hij goed in het slot valt.
LET OP:
Zorg ervoor dat motorkapsteun islosgemaakt, voordat de motorkap wordt gesloten.
Page 130 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
120
!
BEHANDELING VAN DE CD'S
B850A01F-AXT Juiste behandeling Behandel de CD zoals aangegeven.
Laat de CD niet vallen. Houd de CD zodanig vast dat geen vinger- afdrukken op het oppervlak komen.Als de CD bekrast is kan de CD overslaan bij het afspelen. Plak geen stickers, papier of plakband op deCD. Schrijf niet op de CD. Beschadigde CD Speel geen beschadigde, vervormde
of gebroken CD's af. Hierdoor kan ernstige beschadiging van het afspeelmechanisme optreden.
Opslaan Berg de CD's, als ze niet gebruikt
worden, op in hun originele doosjes en leg ze op een koele, stofvrije plaats uit de zon.
Pak de CD niet met de hand vast
terwijl de lade in het apparaat wordtgetrokken.
Trek de speler niet uit het dashboard
vlak nadat een CD is aangebracht of de uitwerptoets is ingedrukt. Als despeler wordt verwijder voordat een handeling volledig is uitgevoerd kan de CD beschadigd raken.
Probeer geen CD aan te brengen als
de speler uit het dashboard isverwijderd of de voedingsspanning isuitgeschakeld.
WAARSCHUWING:
Gebruik geen autotelefoon tijdenshet rijden; parkeer de auto op eenveilige plaats bij gebruik van een autotelefoon.
B850A01L
LET OP:
Bij gebruik van een mobiele telefoon of een radiozender in de auto, moet een afzonderlijkeantenne worden gemonteerd. Door
het gebruik van een mobiele telefoon of radiozender met eeninterne antenne, kunnen storingen aan de elektrische installatie van de auto worden veroorzaakt en kande veilige werking van de auto in gevaar komen.
!
Page 131 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
121ONDERHOUD VAN DE CASSETTETAPES
B860A01L
o Het label op de cassette mag nietlos zitten, omdat dit het uitwerpen van de cassette bemoeilijkt.
o Raak de tape niet aan en let er tevens op dat de tape niet vochtigwordt.
SR040B1-FX Een juiste behandeling van de cassettetapes verlengt de levensduur en verhoogt uw luisterplezier. Stel uwtapes niet bloot aan direct zonlicht, extreme koude of stoffige omstand- igheden. Bewaar de cassettes altijdin hun doosjes.Onder extreem hoge of lagetemperaturen moet worden gewacht tot het interieur tot een normale waarde is opgewarmd resp. Afgekoeld voordatu een tape afspeelt. Neem de cas- sette uit het toestel als hij niet wordt gebruikt.
Vingerafdrukken, stof en vuil op hetoppervlak van de CD's kunnen overslaan tijdens het afspelen veroorzaken. Veeg het oppervlakschoon met een schone zachte doek. Als het oppervlak ernstig vervuild is, kan het worden schoongemaakt meteen schone zachte doek die is bevochtigd met een mild, neutraal oplosmiddel. Zie de afbeelding. o Dit voorkomt beschadigingen aan
de cassettespeler en decassettetape.
o Wij adviseren dringend het gebruik
van C-60 cassettes (60 minutenspeelduur). De C-120 of C-180 cassettetape is extreem dun waardoor deze in het mechanismekan vastlopen.B850A02L
Houd uw CD's schoon
B860A01MC
Page 132 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
122
o Voorkom het herhaald snelterugspoelen voor het opnieuw weergeven van een bepaald muziekgedeelte. Dit kan op denduur het slecht opspoelen van de cassette tot gevolg hebben en ook van invloed zijn op de geluid-sweergave. Soms kan dit worden gecorrigeerd door de tape enkele malen geheel op- en af te spoelen.
o Houd alle magnetische voorwerpen
zoals elektromotoren, luidsprekersof transformators uit de buurt van uw cassettetapes en cassett- espeler.
o Bewaar de cassettes op een koele en droge plaats met de open zijdenaar beneden gekeerd zodat wordtvoorkomen dat stof binnendringt.
N.B.:Controleer alvorens de cassette aan
te brengen of de band strak op despoelen zit. Als dit niet zo is, trek hem dan
strak door een van de spoelen meteen potlood of een vinger te verdraaien. Breng de cassette niet aan als het label loszit, omdat hetmogelijk is dat dit het aandrij- fmechanisme blokkeert als wordt geprobeerd de cassette teverwijderen.
Weergavekop
Wattenstaafje
B860A02L
B860A03L
Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, mag de cassette niet meerworden gebruikt.
o Na verloop van tijd zet zich op de
weergavekop, de capstan en degeleidingen vuil af hetgeen van invloed is op de geluidskwaliteit. Hierdoor kan bijvoorbeeld een"zwevend" geluid ontstaan. Maak daarom éénmaal per maand gebruik van een reinigingscassette of vanspeciaal daarvoor verkrijgbare producten. Volg hierbij de gebruiksaanwijzing van de fabrikantstrikt op. De onderdelen van de cassettespeler mogen niet worden gesmeerd.
o Controleer altijd of de tape strak
ligt voordat hij in de cassettespelerwordt aangebracht. Is dit niet het geval steek dan een potlood in de spoelopening en draai decassettetape strak.
Page 134 of 250

2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
2
Uitlaatgassen kunnen gevaarlijk zijn! ............................ 2-2
Alvorens de motor te starten ......................................... 2-3
De motor starten ............................................................ 2-3
Sleutelstanden............................................................... 2-4
Het starten van de motor ............................................... 2-5
Handgeschakelde versnellingsbak ............................... 2-7Automatische transm issie ........................................... 2-10
Antiblokkeersysteem (ABS) ....... .................................2-14
Elektronische stabiliteitsregeling (ESP) ......................2-15
Parkeerhulp .................................................. ............... 2-16
Opmerkingen met betrekking tot de remmen ..............2-19
Economisch rijden ....................................................... 2-20
Bochten ....................................................................... 2-21
Rijden onder winterse omstandigheden ......................2-21
Het rijden met hoge snelheden ....................................2-24
Het gebruik van de verlichting ..................................... 2-24
Rijden met aanhanger of slepen .................................. 2-24
Page 136 of 250

2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
3
!
DE MOTOR STARTENALVORENS DE MOTOR TE STARTEN
C020A02O-GXT Voer alvorens de motor te starten altijd de volgende controles uit:
1. Controleer de wagen op lekke banden, olie- of koelvloeistofle- kkage of andere tekenen van mogelijke problemen.
2. Controleer of alle ruiten en lampen schoon zijn.
3. Controleer na het instappen of de handrem is aangetrokken.
4. Controleer de stand van de
achteruitkijkspiegel en de buitens- piegels en controleer of ze schoon zijn.
5. Controleer of de stoel, rugleuning en hoofdsteun in de juiste stand staan.
6. Controleer of alle portieren gesloten zijn.
7. Gesp uw veiligheidsgordel om en controleer of alle inzittenden deveiligheidsgordel hebben omge-gespt.
8. Schakel verlichting en accessoires
uit die niet benodigd zijn. C030A02A-GXT START-/CONTACTSLOT MET STUURSLOT
o Zet bij de handgeschakelde
versnellingsbak de versnelling- shandel in neutraal en druk het koppelingspedaal volledig in.
o Zet bij een automatische transmissie de keuzehandel in destand "P" (parkeerstand).
o Draai de contactsleutel in de stand
"START" en laat hem los zodra demotor aanslaat.Bedien de startmotor niet langerdan 15 seconden achtereen.
N.B.: Om veiligheidsredenen kan de motor alleen worden gestart als de keuzehandel in de stand "P" of "N"staat (automatische transmissie).
9. Controleer met de contactsleutel in
de stand "ON" of de betreffendecontrolelampen branden en of er voldoende brandstof in de tank aanwezig is.
WAARSCHUWING (Alleen Dieselmotor):
Om zorg te dragen voor voldoende
vacuum voor de rembekrachtiging bij een koude start, is het noodzakelijk de motor na het starten even stationair te laten lopen.
!WAARSCHUWING
Zorg altijd voor degelijk schoeisel
tijdens het rijden met de auto. Het wordt afgeraden schoenen tedragen met hoge hakken of schoenen met een groot loopoppervlak zoals "moon en"snowboots" om te voorkomen dat de pendalen niet goed bediend kunnen worden.