ESP Hyundai Getz 2007 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2007, Model line: Getz, Model: Hyundai Getz 2007Pages: 217, PDF Size: 7.52 MB
Page 72 of 217
1- 62 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B350C01FC-GXT REGELBARE INTERVALSCHAKELING VAN DE RUITENWISSERS
(Indien gemonteerd) Voor het gebruik van de intervalschakeling plaatst u de ruitenwisserschakelaar in de "INT"stand. Met de schakelaar in deze stand kan de intervaltijd worden ingesteld van 1 tot 18 seconden. B350A01TB-AXT SCHAKELAAR VOOR ACHTERRUITWISSERENSPROEIER
HTB020A
HTB023A
1. : Als de schakelaar voor de achterruitwisser in deze stand wordt gedrukt, wordt vloeistof op de ruit gespoten en treedt deruitenwisser in werking.
2. ON : Als de schakelaar in de stand
"ON" staat, werkt de achter-ruitwisser continu.
3. OFF SB240A1-FX WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHT-
INSTALLTIE
HTB2031
De waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie mag alleen worden gebruikt indien de auto zodanig geparkeerdstaat dat dit gevaar op kan leveren. Zet in zo'n geval uw auto altijd zover mogelijk van de weg af. Dealarmknipperlichten worden ingeschakeld door de alarmknop in te drukken. Hierdoor gaan allerichtingaanwijzers knipperen. De installatie werkt ook als de sleutel niet in het contact steekt. Om deinstallatie uit te schakelen moet nogmaals de knop worden ingedrukt.
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:54 AM
62
Page 79 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 69
HGK033
2. Druk de inbussleutel in de opening. De inbussleutel bevindt zich in de bagageruimte.
3. Draai de sleutel linksom of rechtsom om het schuifdak teopenen resp. te sluiten. SB340A2-FX INTERIEURVERLICHTING, VOORLeeslamp
De twee schakelaars voor de leeslamp bevinden zich aan beide zijden van de dakconsole.De schakelaar moet worden ingedruktom de lamp in of uit te schakelen.
B460E01TB-GXT Schuifdak afstellen Als de accu is opgeladen of
losgemaakt, als het schuifdak handmatig met de inbussleutel wordt bediend of als de elektrische bediening van het schuifdak isonderbroken doordat de contactsleutel in de stand "OFF" is gezet, moet het schuifdak opnieuw worden afgesteld.
Dit gaat als volgt:
1. Contact uitzetten.
2. Tegelijkertijd op de "open" "up"- knop drukken en het contact aanzetten.
3. Als het schuifdak op deze manier wordt afgesteld, beweegt het schuifdak automatisch éénmaalheen en weer.
HTB050
LET OP:
Als het schuifdak niet wordt
afgesteld, is een goede werking van het dak niet gewaarborgd.
! Met schuifdak
Zonder schuifdak
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:54 AM
69
Page 86 of 217
1- 76 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!WAARSCHUWING:
o Benzinedampen zijn gevaarlijk. Zet vóór het tanken altijd de motor af en blijf buiten bereik van openvuur of vonken. Voor het vervangen van de tankdop is het raadziaam uitsluitend origineleHyundai vervangingsonderdelen te gebruiken. Bij hoge temperaturen is het mogelijk dat een "sisgeluid"hoorbaar is. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
o Brandstof is licht ontvlambaar en explosief. Neem bij het tanken de volgende richtlijnen in acht.Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel als gevolg vanbrand of een explosie.
- Kijk vóór het tanken altijd of
er een noodknop voor hetafsluiten van de brandstof is bij de brandstofpomp.
- Raak, voordat u de tankdop en vulopening aanraakt, altijd even een ander metalen deelaan de voorzijde van de auto aan, om brandgevaar als gevolg van statische elektriciteitte voorkomen. - Stap niet terug in de auto
tijdens het tanken. Raak geen stof aan die statische elektriciteit kan produceren(polyester, satijn, nylon, enz.). Statische elektriciteit kan brandstofdampen doenontbranden, wat explosiegevaar oplevert.
Als u tijdens het tanken toch
terug in de auto moet stappen,raak ook dan even een metalen deel aan de voorzijde van deauto aan om eventuele statische elektriciteit kwijt te raken.
- Als u een jerrycan wilt vullen, plaats deze dan op de grond. Een met statische elektriciteit geladenjerrycan kan brandstofdampen doen ontbranden. Zodra u begint te tanken, dient u contact te makenmet de auto tot het tanken is voltooid.
Gebruik alleen jerrycans die
geschikt zijn voor brandstof.
- Gebruik geen mobiele telefoon in de buurt van een brandsto-
fpomp. Elektrische stroom en/of elektronische storing van
mobiele telefoons kan brandsto- fdampen doen ontbranden.
HTB068
N.B.: Als het in verband met ijsvorming niet mogelijk is de klep te openen,tik dan voorzichtig op de klep of druk erop, zodat het ijs breekt en de klep vrijkomt. Ga hierbijvoorzichtig te werk. Indien nodig kan de naad van de klep ook met een ontdooiingsmiddel wordeningespoten (gebruikt geen antivries voor het koelsysteem) of kan de auto op een warme plaats wordenneergezet, zodat het ijs smelt.
TB holl-1b.p65
7/9/2007, 11:54 AM
76
Page 106 of 217
1- 96 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
o Het label op de cassette mag niet
los zitten, omdat dit het uitwerpen van de cassette bemoeilijkt.
o Raak de tape niet aan en let er tevens op dat de tape niet vochtigwordt.
o Houd alle magnetische voorwerpen
zoals elektromotoren, luidsprekersof transformators uit de buurt van uw cassettetapes en cassett- espeler.
B860A01TB
Houd uw CD's schoon
B850A02L
SR040B1-FX Onderhoud Van de Cassettetapes Een juiste behandeling van de cassettetapes verlengt de levensduur en verhoogt uw luisterplezier. Stel uwtapes niet bloot aan direct zonlicht, extreme koude of stoffige omstand- igheden. Bewaar de cassettes altijdin hun doosjes.Onder extreem hoge of lagetemperaturen moet worden gewacht tot het interieur tot een normale waarde is opgewarmd resp. Afgekoeldvoordat u een tape afspeelt. Neem de cassette uit het toestel als hij niet wordt gebruikt. Dit voorkomt beschadigingen aan de cassettespeler en de cassettetape.
B860A01L
Vingerafdrukken, stof en vuil op het oppervlak van de CD's kunnen overslaan tijdens het afspelenveroorzaken. Veeg het oppervlak schoon met een schone zachte doek. Als het oppervlak ernstig vervuild is,kan het worden schoongemaakt met een schone zachte doek die is bevochtigd met een mild, neutraaloplosmiddel. Zie de afbeelding. Wij adviseren dringend het gebruik
van C-60 cassettes (60 minutenspeelduur). De C-120 of C-180cassettetape is extreem dun waardoor deze in het mechanisme kan vastlopen.
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:54 AM
96
Page 107 of 217
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 97
Weergavekop
Wattenstaafje
o Voorkom het herhaald snel terugspoelen voor het opnieuw weergeven van een bepaald muziekgedeelte. Dit kan op denduur het slecht opspoelen van de cassette tot gevolg hebben en ook van invloed zijn op de geluid-sweergave. Soms kan dit worden gecorrigeerd door de tape enkele malen geheel op en af te spoelen. Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, mag de cassette niet meer worden gebruikt. o Na verloop van tijd zet zich op de
weergavekop, de capstan en degeleidingen vuil af hetgeen vaninvloed is op de geluidskwaliteit. Hierdoor kan bijvoorbeeld een "zwevend" geluid ontstaan. Maakdaarom éénmaal per maand gebruik van een reinigingscassette of van speciaal daarvoorverkrijgbare producten. Volg hierbij de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op. De onderdelenvan de cassettespeler mogen niet worden gesmeerd.
o Controleer altijd of de tape strak ligt voordat hij in de cassettespeler wordt aangebracht. Is dit niet hetgeval steek dan een potlood in de spoelopening en draai de cassettetape strak.
B860A02L
B860A03L
o Bewaar de cassettes op een koele
en droge plaats met de open zijde naar beneden gekeerd zodat wordtvoorkomen dat stof binnendringt.
N.B.: Controleer alvorens de cassette aan te brengen of de band strak op de spoelen zit.Als dit niet zo is, trek hem danstrak door een van de spoelen meteen potlood of een vinger te verdraaien. Breng de cassette niet aan als het label loszit, omdat hetmogelijk is dat dit het aandrij- fmechanisme blokkeert als wordt geprobeerd de cassette teverwijderen.Zorg ervoor dat cassettes nietworden blootgesteld aan hoge temperaturen of een hoge vochtigheid, bijv. bovenop hetdashboard of in het toestel.
TB holl-1b.p657/9/2007, 11:54 AM
97
Page 109 of 217
2. HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
ALVORENS DE MOTOR TE STARTEN ........................................ 2-3 SLEUTELSTANDEN....................................................................... 2-4
HET STARTEN VAN DE MOTOR .................................................. 2-5 HANDGESCHAKELDE VERS NELLINGSBAK .............................. 2-7
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE .................................................. 2-9
OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DE REMMEN ..........2-13
ANTI BLOKKEERSYSTEEM ........................................................ 2-14
ELEKTRONISCHE STABILITEITSREGELING (ESP) .................2-15
ECONOMISCH RI JDEN ............................................................... 2-17
RIJDEN ONDER WINTERSE OMSTANDIGHEDEN .................. 2-18
RIJDEN MET AANHANGER OF SLEPEN ...................................2-21
2
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
1
Page 111 of 217
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 3
!
C020A02O-GXT ALVORENS DE MOTOR TE STARTEN Voer alvorens de motor te starten altijd de volgende controles uit:
1. Controleer de wagen op lekke banden, olie- of koelvloeistofle-kkage of andere tekenen vanmogelijke problemen.
2. Controleer of alle ruiten en lampen
schoon zijn.
3. Controleer na het instappen of de
handrem is aangetrokken.
4. Controleer de stand van de achteruitkijkspiegel en de buitens-piegels en controleer of ze schoonzijn.
5. Controleer of de stoel, rugleuning en hoofdsteun in de juiste stand staan.
6. Controleer of alle portieren gesloten zijn.
7. Gesp uw veiligheidsgordel om en controleer of alle inzittenden deveiligheidsgordel hebben omge- gespt.
8. Schakel verlichting en accessoires uit die niet benodigd zijn. C030A02A-GXT START-/CONTACTSLOT MET STUURSLOT De motor starten
o Zet bij de handgeschakelde
versnellingsbak de versnelling- shandel in neutraal en druk hetkoppelingspedaal volledig in.
o Zet bij een automatische
transmissie de keuzehandel in de stand "P" (parkeerstand).
o Draai de contactsleutel in de stand "START" en laat hem los zodra demotor aanslaat. Bedien de startmotor niet langer dan 15 seconden achtereen.
N.B.: Om veiligheidsredenen kan de motor alleen worden gestart als dekeuzehandel in de stand "P" of "N" staat (automatische transmissie).
9. Controleer met de contactsleutel in
de stand "ON" of de betreffende controlelampen branden en of ervoldoende brandstof in de tank aanwezig is.
WAARSCHUWING (ALLEEN DIESELMOTOR):
Om zorg te dragen voor voldoende
vacuum voor de rembekrachtiging bij een koude start, is hetnoodzakelijk de motor na het starten even stationair te laten lopen.
!WAARSCHUWING
Zorg altijd voor degelijk schoeisel
tijdens het rijden met de auto. Het wordt afgeraden schoenen tedragen met hoge hakken of schoenen met een groot loopoppervlak zoals "moon en"snowboots" om te voorkomen dat de pendalen niet goed bediend kunnen worden.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
3
Page 114 of 217
2- 6 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
!
Gele lamp "OFF"
Gele lamp "ON" WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan dat de koppeling
volledig is ingetrapt als de motor bij een handgeschakelde auto gestart wordt.
Anders bestaat de mogelijkheid dat
er in of buiten de auto iemandschade oploopt ten gevolge van de voor-of achteruitbeweging vande auto als de koppeling niet geheel is ingetrapt tijdens het starten.
C050B01S-GXT NORMALE STARTPROCEDURE
1. Breng de contactsleutel aan en
gesp de veiligheidsgordel om.
2. Zet de versnellingshandel in
neutraal (handgeschakelde vers- nellingsbak) of de keuzehandel in stand P (automatische trans-missie).
3. Controleer of de controlelampen
en de instrumenten goed werkennadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid.
4. Draai, bij voertuigen met een controlelamp voor het voorgloeien, de contactsleutel in de stand "ON".Eerst zal de controlelamp oplichten en daarna doven, hetgeen betekent dat het voor-gloeien heeftplaatsgevonden en de motor kan worden gestart. C050B01HP
N.B.: De groene verlichting zal na een
hepaalde tijd vanzelf doven. Het voorgloeien wordt dan beëindigdom de accu niet onnodig te belasten.
Om de motor te kunnen starten
wanneer de groene verlichting reeds is gedoofd, moet de sleuteleerst weer in de stand "LOCK" worden gedraaid en daarna opnieuw in de stand "ON" zodatde gloeibougies op temperatuur worden gebracht. 5. Draai de contactsleutel in de stand
"Start" en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
6
Page 121 of 217
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 13
!
SC140A1-FX OPMERKINGEN MET
BETREKKING TOT DE REMMEN nat en zal er meer druk op hetrempedaal moeten worden uitgeoefend of trekt de wagen bijhet remmen naar één kant. Druk, om de remmen te drogen, licht op het rempedaal totdat de wagenweer normaal remt. Heeft dit geen resultaat, zet de wagen dan zo snel mogelijk stil en bel uwHyundai dealer voor assistentie.
o Plaats de versnellingshandel niet in neutraal als u bergafwaarts rijdt. Dit kan gevaarlijk zijn. Houd altijd een versnelling ingeschakeld, remde wagen af en schakel vervolgens naar een lagere versnelling zodat op de motor kan worden afgeremd.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. Dit kan gevaarlijk zijndoordat de remmen hierdoor teheet kunnen worden en niet meer optimaal functioneren.
o Als u een lekke band krijgt, druk dan licht op het rempedaal. Zodra u voldoende snelheid heeftverminderd en het zonder gevaar mogelijk is, rijd de wagen dan van de weg af en breng hem totstilstand. Als uw wagen is uitgerust met een automatische transmissie laat hem dan niet "kruipen".
WAARSCHUWING:
Plaats geen voorwerpen op de
hoedenplank achter de achterbank. Bij een aanrijding of plotseling afremmen kunnen dergelijkevoorwerpen naar voren schuiven waardoor de wagen wordt bescha- digd of inzittenden verwondingenkunnen oplopen.
o Controleer voor het wegrijden of de
handrem is vrij gezet en de controlelamp voor de handrem niet brandt.
o Bij het rijden in de regen of door water en nadat de wagen isgewassen, kunnen de remmen nat worden. Natte remmen zijngevaarlijk! Natte remmen hebben een langere remweg tot gevolg en de wagen kan naar één kanttrekken. Rij voorzichtig als u vermoedt dat de remmen nat zijn. Wanneer de wagen niet normaalremt, zijn de remmen waarschijnlijk Vermijd dit door uw voet op het rempedaal te houden wanneer de wagen tot stilstand is gekomen.
o Wees voorzichtig bij het parkeren
op een helling. Trek de handremaan en plaats de keuzehandel in stand "P" (automatische trans- missie) of in de eerste of achteruitversnelling (handgeschakelde versnelling-sbak). Als u de wagen op een helling parkeert, draai dande voorwielen in een zodanige stand dat de wagen niet kan wegrollen. Leg zonodig blokkenvoor of achter de wielen.
o Een aangetrokken handrem kan vastvriezen. Deze kans isaanwezig wanneer zich sneeuw of ijs om of bij de achterremmen heeft opgehoopt of als de remmennat zijn. Als u denkt dat deze kans aanwezig is, zet de wagen dan tijdelijk op de handrem en zet deversnellingshandel in neutraal resp. Bij automatische transmissie in stand "P". Blokkeer deachterwielen zodat de wagen niet kan wegrollen. Zet daarna de handrem vrij.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
13
Page 122 of 217
2- 14 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
!
o Een voertuig met een automatische
versnellingsbak mag nooit met de voet op het gaspedaal tot stilstandgehouden worden op een helling. Gebruik daar altijd de rem of handrem voor.
C120A01FC-AXT ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS) (Indien gemonteerd)
Het antiblokkeersysteem (ABS) is ontworpen om, tijdens plotseling remmen of bij gevaarlijke wegom-standigheden, het blokkeren van een wiel te voorkomen. Een regeleenheid registreert de snelheid van het wiel en controleert de druk naar iedere rem. Op deze wijze zal, in een noodsituatie of bijeen glad wegdek het anti-blok keersysteem de controle over het voertuig tijdens het remmenverbeteren. N.B.:
o Er kan een klik-geluid in de motorruimte worden gehoord alsde auto begint te bewegen, nadatde motor is gestart. Dit is normaal en geeft aan dat het anti- blokkeersysteem (elektronischestabiliteitsregeling) op de juiste wijze werkt.
o Indien het antiblokkeersysteem (ABS) (ESP) in werking treedt, kan in het rempedaal een lichtereactie gevoeld worden, tijdens het remmen. Ook is een klikkend geluid in het motorcompartiment onder het rijden waarneembaar. Dit zijn normale verschijnselen ten teken dat uw antiblokkeersysteem goedfunctioneert. WAARSCHUWING:
Het ABS(ESP) voorkomt geen ongeluk-ken als gevolg van onjuist en gevaarlijk rijgedrag. Zelfs al isde beheersing van de auto tijdens noodremmingen verbeterd, toch moet altijd een veilige afstandworden aangehouden.Onder extreme wegomstandighedenmoet de snelheid altijd wordenverminderd.Onder de volgende omstandig-heden kan de remweg voor auto's met ABS(ESP) zelfs langer zijn dan voor auto's zonder ABS(ESP).
o Op wegen met een ruwe wegdek of als ze zijn bedekt met grind ofsneeuw.
o Bij het rijden met sneeuwket- tingen.
o Op wegen waar kuilen in het
wegdek aanwezig zijn of waar dehoogte van het wegdek ongelijk is.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
14