lock Hyundai Getz 2007 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2007, Model line: Getz, Model: Hyundai Getz 2007Pages: 217, PDF Size: 7.52 MB
Page 17 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 7
HTB056 HTB062
o Het portier wordt vergrendeld en ontgrendeld met behulp van een sleutel.
o Vergrendelen geschiedt door de
sleutel naar de voorzijde van dewagen te draaien en ontgrendelen door hem naar de achterzijde van de wagen te draaien. B040C01FC-GXT Portieren van buitenaf afsluiten De portieren kunnen zonder sleutel
worden vergrendeld. Druk hiertoe eerst de vergrende-
lingsknop in de "LOCK"-stand, zodat de rode markering op de knop niet meer zichtbaar is, en sluit vervolgens het portier. Het portier kan niet worden vergrendeld
als bij gesloten voorpor-tieren desleutel zich nog in het contactslot bevindt. Dit is normaal. (Indien gemonteerd)
B040B01A-AXT Portieren met behulp van sleutel afsluiten en openen
Ontgrendelen
Vergrendelen N.B.:
o Let er hierbij op dat de sleutel
niet in de wagen achterblijft.
o Verwijder om diefstal te voorkomen, altijd de conta- ctsleutel, sluit alle ruiten en vergrendel de portieren en de achterklep als de auto onbeh-eerd wordt achtergelaten.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
7
Page 18 of 217

1- 8 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B040E04A-AXT KINDERSLOTEN ALLEEN ACHTERPORTIEREN (Alleen 5 portieren) Uw wagen is voorzien van kindersloten op de achterportieren.Bij ingeschakeld kinderslot kan hetportier niet van binnenuit worden geopend.Om de kinderslotfunctie in te schakelen, zodat het portier niet vanbinnenuit kan worden geopend, dehendel in de stand "
" zetten en het
portier sluiten. Beweeg de hendel in de stand "
"
om terug te keren naar normale deurbediening.Het portier kan van buitenaf met de handgreep aan de buitenzijde worden geopend. B040G02FC-GXTCentraal Vergrendelingssysteem
(Indien gemonteerd)
HTB212
HTB058
De portieren worden centraal vergrendeld door de vergrendel- ingsknop van het bestuurdersportier naar voren of naar achteren te drukken. Als het portier aan passagierszijde of de achterportieren zijn geopend terwijl de knop wordt ingedrukt, worden deze vergrendeld als ze worden gesloten.
B040D01FC-GXT Portieren van binnenuit afsluiten
Voor het afsluiten van de wagen van binnenuit is het voldoende het portierte sluiten en de vergrendelingsknop in de "LOCK"-stand te drukken. Hierna is het niet meer mogelijk het portiermet de binnen- of buitenhandgreep te openen. N.B.: Wanneer het portier is ontgr- endeld, zijn het rode merkteken en het woord "LOCK" op deschakelaar zichtbaar.
Ontgrendelen HTB057
Vergrendelen
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
8
Page 19 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 9
B070B01O-GXT Activeerfase Parkeer de wagen en zet de motor af. Activeer de installatie zoals hieronder beschreven.
1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
2) Zorg ervoor dat de motorkap en de achterklep gesloten zijn.
3) Vergrendel de portieren met behulp
van de afstandsbediening van de centrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingen correct zijn uitgevoerd knipperen de richtingaanwijzers eenmaal om aan tegeven dat het systeem is ingeschakeld. N.B.:
1) Indien een portier, de achterklep of de motorkap geopend blijft, wordt het systeem niet geacti- veerd.
2) In dit geval moet de installatie opnieuw worden geactiveerd,zoals hierboven wordt besch- reven.
B070A01A-GXT DIEFSTALBEVEIL IGINGSINSTALLATIE(Indien gemonteerd) Met deze installatie wordt het
binnendringen van onbevoegden in uw wagen bemoeilijkt. De installatie werkt in drie fasen: de eerste is deactiveerfase, de tweede de alarmfase en de derde de uitschakelfase. Als het alarm afgaat, wordt een sirene inwerking gesteld.
N.B.:
o Wanneer de schakelaar naar
achteren wordt gedrukt, worden alle portieren en de achterklep ontgrendeld. Wanneer de schakelaar naar voren wordt gedrukt, worden alle portieren en de achterklepvergrendeld.
o Wanneer het portier is ontgren- deld, zijn het rode merkteken enhet woord "LOCK" op de schakelaar zichtbaar.
o De centrale portiervergrendeling wordt bediend door de sleutel naar de voor- of achterzijde vande auto te draaien (met diefstalbeveiliging: bestuurders en passagiersportier, zonderdiefstalbeveiliging: alleen bestuurdersportier).
o Als de portieren meerdere keren snel achter elkaar worden ver- en ontgrendeld met de sleutel ofde slotschakelaar, dan is het mogelijk dat het systeem tijdelijk niet werkt. Hierdoor wordt hetcircuit beschermd en wordt beschadiging van componenten voorkomen.
B070B01TB
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:52 AM
9
Page 43 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 33
B180B01A-GXT Veiligheidsgordel met gordel- spanner Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpa- ssagier.
HXG229
De gordelspanner zorgt er bij een zware frontale aanrijding voor dat deveiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnenworden geactiveerd met de airbags.De veiligheidsgordel met gordelsp-anner werkt op dezelfde wijze als deveiligheidsgordel met oprolautomaat ELR (Emergency Locking Retractor = noodblokkerings-systeem).
HTB198
Airbageenheid voor bestuurderszijde1
2 3Airbageenheid voor passagier- szijde
Het systeem van veiligheidsgordels
met gordelspanner bestaat uit de volgende belangrijke onderdelen. Demontageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met
gordelspanner
3. SRS regeleenheid Als de auto sterk wordt afgeremd of
als de inzittende zich te snel naar voren beweegt, blokkeert de veiligheid-
sgordel. Bij een voldoende zware frontale aanrijding wordt de gordelspanner geactiveerd, waardoorde veiligheid-sgordel strakker tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken.
!
N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor de
bestuurder als de voorpassagier worden onder bepaaldeomstandigheden bij een frontale aanrijding geactiveerd. De gordelspanners kunnen wordengeactiveerd met de airbags.Onder deze oms-tandighedenworden de gordelspanners ook geactiveerd als de veiligh- eidsgordels tijdens de aanrijdingniet worden gedragen. WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de
veiligheidsgordel met gordelspa-nner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
33
Page 48 of 217

1- 38 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bijhet in werking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na eenaanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondigmet lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.
o Het airbagsysteem werkt alleen met het contactslot in de stand"ON". Als de onderhoudsindicatie niet gaat branden of continu brandt wanneer de motor is gestart, ofgaat branden tijdens het rijden, is er een storing in het airbagsysteem. Laat dit zo snelmogelijk controleren door een Hyundai dealer.
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard ofaanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd.!o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" wordengedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in destand "ON'' staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat de onderhou-dsindicatie branden.
TB holl-1a(~47).p65 7/9/2007, 11:53 AM
38
Page 63 of 217

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 53
B260U01TB-GXT
Controlelamp immobi- lizer (Diefstalbeveiliging)
Deze controlelamp gaat enkele seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" is gedraaid. U kunt nu de motor starten.De controlelamp dooft zodra de mo- tor loopt. Als de controlelamp dooft voordat de motor wordt gestart, moetu de contactsleutel in stand "LOCK" draaien en de motor opnieuw starten. Als de controlelamp gedurende 5seconden gaat knipperen wanneer de sleutel in stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat hetimobilizer-systeem niet werkt. Raadpleeg de uitleg van de "Limp home"-procedure (noodloop-procedure,zie pag. 1-5) of wend u tot uw Hyundai- dealer.B265A01B-GXT Waarschuwingslamp Water InBrandstoffilterrode(Dieselmotor)
Deze lamp gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordt gezet en gaat weer uit zodra de motor draait.Indien deze lamp oplicht terwijl de mo- tor draait, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld; tapdit water uit het filter af. (Zie het hoofdstuk "6-29p").B260S01B-GXT Controlelamp
voorgloeien
(Diesel motor)
De controlelamp gaat oranje branden
als het contactslot in de "ON" stand wordt gedraaid. De motor kan worden gestart nadat de controlelamp voorhet voorgloeien is gedoofd. De duur van het branden varieert
met de koelvloeistoftemperatuur,luchttemperatuur en conditie van de accu. N.B.:
Als de motor niet na 10 seconden
start, draai dan de contactsleutel eerst in de stand "LOCK", zet hem vervolgens weer in de "START" stand om het opnieuw te proberen.
B290A01TB-AXT Koelvloeistof-
temperatuur-indicatie
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet bij
een warme motor. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit hetsysteem spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht totdat de motor is afgekoeld,voordat de radiateurdop wordt verwijderd.
!
TB holl-1b.p65 7/9/2007, 11:53 AM
53
Page 112 of 217

2- 4 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
!
"ACC" Met de contactsleutel in de stand
"ACC" kunnen de radio en sommige andere elektrische verbruikers worden ingeschakeld.
"LOCK" In deze stand kan de contactsleutel
worden verwijderd of aangebracht.
Als beveiliging tegen diefstal treedt
het stuurslot in werking als de contactsleutel wordt verwijderd.
N.B.: Draai het stuurwiel naar links en
naar rechts om de contactsleutel om te kunnen draaien.
SC050A2-FXSLEUTELSTANDEN
WAARSCHUWING:
Als de wagen rijdt mag de motorniet worden afgezet en mag de contactsleutel niet worden ver-wijderd, omdat het stuurslot dan wordt ingeschakeld. "START" In deze stand wordt de motor gestart.
De startmotor blijft draaien totdat de sleutel wordt losgelaten.
N.B.: Bedien de startmotor niet langer
dan 15 seconden achtereen.
"ON" In deze stand is de ontsteking
ingeschakeld en kunnen alle elektrische accessoires in werkingworden gesteld. Als de motor niet draait mag de contactsleutel niet in de "ON" stand blijven staan. Hierdoorwordt de accu ontladen en kan schade aan het ontstekingssysteem ontstaan.
N.B.: Zie voor meer informatie de rubriek
"Starten van de motor".
C040A01E
LOCK
ACC
ON
START
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
4
Page 113 of 217

HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 5
!
C070C01E
LOCK
ACC
ON
START
SC090D1-FX Het verwijderen van de contactsleutel(Handgeschakelde versnel- lingsbak)
1. Plaats de contactsleutel in de stand "ACC".
2. Druk de contactsleutel in en draai
deze tegelijkertijd tegen de klok in van stand "ACC" naar stand "LOCK".
3. De sleutel kan in de stand "LOCK" verwijderd worden.
C050A01E
C050A01A-GXT HET STARTEN VAN DE MOTOR (Met Benzine-Injectie)
WAARSCHUWING:
Laat de motor nooit in een
gesloten of slecht geventileerde ruimte draaien. Koolmonoxide isreukloos en kan fataal zijn. C051A01O-AXT HET STARTEN VAN DE DIESELMOTOR KOUDE MOTOR
o Zet het contact aan en wacht tot
de controlelamp van het voorglo- eisysteem dooft.
o Bedien de startmotor tot de motor
aanslaat.
MOTOR WARM Bedien de startmotor. Als de motor niet bij de eerste poging aanslaat, wacht dan enkele seconden en laat het contact aan zodat hetvoorgloeisysteem werkt.
Geef geen gas.Bedien de startmotor tot de motor
aanslaat.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
5
Page 114 of 217

2- 6 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
!
Gele lamp "OFF"
Gele lamp "ON" WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan dat de koppeling
volledig is ingetrapt als de motor bij een handgeschakelde auto gestart wordt.
Anders bestaat de mogelijkheid dat
er in of buiten de auto iemandschade oploopt ten gevolge van de voor-of achteruitbeweging vande auto als de koppeling niet geheel is ingetrapt tijdens het starten.
C050B01S-GXT NORMALE STARTPROCEDURE
1. Breng de contactsleutel aan en
gesp de veiligheidsgordel om.
2. Zet de versnellingshandel in
neutraal (handgeschakelde vers- nellingsbak) of de keuzehandel in stand P (automatische trans-missie).
3. Controleer of de controlelampen
en de instrumenten goed werkennadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid.
4. Draai, bij voertuigen met een controlelamp voor het voorgloeien, de contactsleutel in de stand "ON".Eerst zal de controlelamp oplichten en daarna doven, hetgeen betekent dat het voor-gloeien heeftplaatsgevonden en de motor kan worden gestart. C050B01HP
N.B.: De groene verlichting zal na een
hepaalde tijd vanzelf doven. Het voorgloeien wordt dan beëindigdom de accu niet onnodig te belasten.
Om de motor te kunnen starten
wanneer de groene verlichting reeds is gedoofd, moet de sleuteleerst weer in de stand "LOCK" worden gedraaid en daarna opnieuw in de stand "ON" zodatde gloeibougies op temperatuur worden gebracht. 5. Draai de contactsleutel in de stand
"Start" en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
TB holl-2.p65 7/9/2007, 11:55 AM
6
Page 145 of 217

IN GEVAL VAN PECH 3- 13
HTB209
!
!
N.B.: Controleer het vloeistofpeil van de
automatische transmissie voordat de auto wordt gesleept. Als het vloeistofpeil onder de "HOT"- markering op de peilstok staat, vuldan vloeistof bij. Als geen vloeistof kan worden toegevoegd moeten wielplatformen worden gebruikt.
2) Als één van de wielen of delen van
de wielophanging zijn beschadigd, of als de auto wordt gesleept met de voorwielen op de grond, gebruikdan wielplatformen onder de voorwielen.
o Handgeschakelde versnellingsbak: Als geen wielplatform wordtgebruikt, zet dan het contact in de stand "ACC", en schakel deversnellingsbak in de neutraalstand.".
LET OP:
Niet slepen met verwijderde
contactsleutel of met het contactslot in de "LOCK"-stand wanneer deauto aan de achterkant wordt gesleept zonder wielplatform. o Automatische transmissie:
Gebruik een wielplatform onder de voorwielen.
LET OP:
Een auto met automatische transmissie mag nooit aan de achterkant worden gesleept met devoorwielen op de grond. Dit kan ernstige schade aan de automatische transmissieveroorzaken.
3) Het wordt aanbevolen om de auto met alle vier de wielen van degrond te vervoeren. D080D01TB-AXT SLEPEN IN GEVAL VAN NOOD
HTB4004
HTB4005
Slepen in noodgevallen wanneer er geen takelwagen beschikbaar is.
TB holl-3.p65 7/9/2007, 11:55 AM
13