alarm Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2006, Model line: H-1 (Grand Starex), Model: Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006Pages: 247, PDF Size: 11.05 MB
Page 15 of 247
Aandachtspunten en bijzonderheden
veiligheidsaspecten .................................................... 1-2Inrijvoorschriften........................................................... 1-2
Voertuigidentificatie nummer (VIN) .............................. 1-5
Sleutels ......................................................................... 1-6Startblokkering ............................................................. 1-7
Verlichting contactslot ................................................ 1-12
Portiersloten ............................................................... 1-12
Schuifdeur-borgsysteem ............................................ 1-14
Centrale portier vergrendeling ................................... 1-14
Anti-diefstalalarm ........................................................ 1-16
Achterklep .................................................................. 1-20
Zijklep ......................................................................... 1-23
Losmaken motorkap ................................................... 1-24
Bediening klep van brandstofvulopening ................... 1-25
Portierru iten ................................................................ 1-27
Zittingen ...................................................................... 1-29
Veiligheidsgordels ...................................................... 1-38
Veiligheidssysteem voor kinderen ............................. 1-43
Stuurkolomverstelling ................................................. 1-47
Airbagsysteem ............................................................ 1-47
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
1
1
Page 21 of 247
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
7
B880B01HP-1
STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT (Minibus/Bestelbus) (Indien aanwezig) De startblokkering is een anti- diefstalvoorziening en is ontworpenom diefstal van de wagen tegen te gaan en te vertragen. B880B02P-GXT Sleutels
Zonder Anti-Diefstalalarm
Lila
Zwart
Hoofdsleutel
Met Anti-Diefstalalarm
ID-sleutel B880B01P-1
Hoofdsleutel
Alle sloten van de wagen kunnen met dezelfde sleutel worden bediend. De portieren kunnen echter zonder sleutelworden vergrendeld. Let er daarom op ID-sleutel
dat de sleutel niet in de wagenachterblijft als de portieren wordenvergrendeld. Voor het gemak is uw Hyundai voorzien van twee soorten sleutels zoalshieronder is aangegeven. ID-sleutel Deze sleutel moet eerst worden gebruikt voor het vastleggen van de unieke ID-code in de ICM. Deze ID-code wordt vervolgens vastgelegd in de hoofdsleutels. Beide zijden van de ID-sleutel zijn voorzien van het Hyundailogo. Hoofdsleutel Deze sleutel is bestemd voor algemeen gebruik nadat de ID-code in de sleutels zijn vastgelegd. Met deze sleutelskunnen eveneens alle sloten van uw wagen worden bediend. Deze sleutels hebben aan de ene zijdehet Hyundai logo en aan de andere zijde het "M" symbool. Als uw auto is voorzien van eendiefstalbeveiliging, wordt een mastersleutel met afstandsbediening meegeleverd.
Page 22 of 247
1AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
8
Het sleutelnummer moet worden genoteerd en op een veilige plaatsworden bewaard. Dit nummer is nodig als later meer sleutels worden besteld. Nieuwe sleutels zijn bij opgave van hetsleutelnummer verkrijgbaar bij uw Hyundai dealer. Om veiligheidsredenen moet demetalen strip met het sleutelnummer die zich aan de sleutels bevindt, na aflevering van de wagen van desleutelring worden genomen. Tevens kan om dezelfde redenen het sleutelnummer niet door de Hyundaidealer worden verstrekt. Indien extra sleutels nodig zijn of als de sleutels verloren zijn, kan uw erkendeHyundai dealer nieuwe sleutels maken. Dit kan alleen indien u het sleutelnummer en de ID-sleutel kunttonen.
B880C01A-GXT Sleutelnummers Het sleutelnummer van de wagen is aangebracht op een metalen strip die bij aflevering aan de wagensleutels isbevestigd.Zonder Anti-Diefstalalarm
Met Anti-Diefstalalarm
N.B.: Met een zelf vervaardigde duplicaatsleutel kan het systeem niet worden uitgeschakeld of demotor worden gestart.
!
B880C01HP-1
B880C01P-1
LET OP:
Bewaar uw identificatiecode zorgvuldig en onthoud uw wachtwoord. Bewaar uwidentificatiecode op de daarvoor bestemde plaats en noteer uw wachtwoord. Raadpleeg eenofficiële Hyundai dealer bij verlies van de identificatiecode of het wachtwoord.
Page 24 of 247
1AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
10
B885C02A-GXT Sleutelnummers
Zonder Anti-Diefstalalarm
Met Anti-Diefstalalarm
Het nummer van de autosleutels staat vermeld op een metalen strip die bij de aflevering van de auto aan de sleutelsis bevestigd. B885C01B-1
B885C02P-1B885B02P-GXT Sleutels Zonder Anti-Diefstalalarm
B880B01O-1
Met Anti-Diefstalalarm
!
B880B02P-1 LET OP:
o Noteer uw wachtwoord en bewaar dit op een veilige plek, voor het geval op een later tijdstip extra sleutels moeten worden besteld.
o Neem contact op met uw Hyundai dealer als u uw wachtwoordvergeten bent.
o Zorg ervoor dat er geen andere sleutels in de buurt zijn waarmeede startblokkering kan worden opgeheven als de motor wordtgestart. Het is mogelijk dat de motor in dat geval niet start of onmiddellijk na het startenafslaat. Zorg ervoor dat de sleutels apart worden bewaard na ontvangstvan de nieuwe auto, zodat storingen worden voorkomen.
Alle sloten van de auto kunnen met dezelfde sleutel worden bediend. Omdat de portieren zonder sleutel kunnen worden vergrendeld, moetworden voorkomen dat de sleutel in de auto wordt gelaten als de portierenworden vergrendeld. N.B.: Met een zelf vervaardigde duplicaatsleutel kan het systeem niet worden uitgeschakeld of demotor worden gestart.
Page 30 of 247
1AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
16
B070B01O-GXT Activeerfase Parkeer de wagen en zet de motor af. Activeer de installatie zoals hieronderbeschreven.
(1) Verwijder de contactsleutel uit het
contactslot.
(2) Zorg ervoor dat de motorkap en de
achterklep gesloten zijn.
(3) Vergrendel de portieren met behulp van de afstandsbediening van de centrale vergrendeling.
Nadat de bovenstaande handelingencorrect zijn uitgevoerd knipperen derichtingaanwijzers eenmaal om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld. B070B02P
ANTI-DIEFSTALALARM
B070A01A-GXT (Minibus/Bestelbus) (Indien aanwezig) Dit systeem is ontworpen om inbraak in de auto tegen te gaan. Dit systeemwerkt in drie fases: de eerste is de "Armed" (ingeschakelde) fase, de tweede is de "Alarm" (alarm) fase ende derde is de "Disarmed" (uitgeschakelde) fase. Als het systeem wordt geactiveerd, klinkt eenalarmsignaal en knipperen de richtingaanwijzers.
B160B01P-GXT KINDEREN
o Wanneer een kind alleen in het
voertuig achterblijft, zorg dan dat het contact is afgezet en dat de contactsleutel is verwijderd.
o Als een kind alleen op de tweede bank wordt meegenomen, maak dangebruik van het kinderveiligheidssysteem.
Page 31 of 247
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
17
B070C01FC-GXT Alarmfase Het alarm gaat af indien zich bij geparkeerde wagen en geactiveerdeinstallatie één van de volgende omstandigheden voordoet:
(1) Een voor- of achterportier wordt
geopend zonder gebruik te maken van de afstandsbediening.
(2) De achterklep kan zonder gebruik van de afstandsbediening wordengeopend.
(3) De motorkap wordt geopend. B070B03P
N.B.:
o Indien een portier, de achterklep
of de motorkap geopend blijft, wordt het systeem nietgeactiveerd.
o In dit geval moet de installatie
opnieuw worden geactiveerd,zoals hierboven wordt beschreven.
LET OP:
Activeer de installatie niet als zichnog iemand in de wagen bevindt. Als dit wel geschiedt, zal het alarm afgaan als de betreffende persoon de wagen verlaat.
! De alarmsirene wordt ingeschakeld en de richtingaanwijzers knipperengedurende 27 seconden. Om het systeem uit te schakelen, moet een portier of de achterklep met deafstandsbediening worden ontgrendeld.
LET OP:
Probeer niet de motor te starten terwijl het systeem is geactiveerd.
!
Page 32 of 247
1AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
18
B070F01A-GXT Afstandsbediening (Keyless Entry System) Portieren vergrendelen
1. Sluit alle portieren.
2. Druk de toets op de afstandsb-ediening in.
3. Nadat de portieren zijn vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzers eenmaal, om aan te geven dat hetsysteem is ingeschakeld.
Portieren ontgrendelen
1. Druk de toets op de afstandsbediening nogmaals in nadat alle portieren zijn vergrendeld.
2. Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de richtingaanwijzerstweemaal, om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
B070D03O-AXT Uitschakelfase De installatie wordt gedeactiveerd als het bestuurders- of passagiersportierwordt ontgrendeld door de toets op de afstandsbediening in te drukken. Na het uitvoeren van de bovenge- noemde handelingen knipperen de richtingaanwijzers tweemaal om aante geven dat het systeem is uitgeschakeld. N.B.:
o Nadat het systeem is
uitgeschakeld, kan het alleen weer worden ingeschakeld doorde inschakelprocedure opnieuw uit te voeren.
o Als het systeem is uitgeschakeld
terwijl de "DR"-schakelaar vande interieurverlichting wordt ingedrukt, dan gaat deinterieurverlichting 30 seconden branden. LET OP:
De alarminstallatie kan alleen met de afstandsbediening wordenuitgeschakeld. Kan de installatie niet met de afstandsbediening worden uitgeschakeld, ga dan alsvolgt te werk:
1. Ontgrendel het portier met de sleutel; hierdoor wordt het alarm geactiveerd.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai de sleutel in de stand'ON'.
3. Wacht 30 seconden. Nadat de bovenstaande handelingen zijn uitgevoerd, wordtde alarminstallatie uitgeschakeld.
!
Page 88 of 247
2INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
22
C260A01P
MISTLAMPEN
C250A02P-GXT MISTLAMPEN VOOR (Indien aanwezig) De mistlampen voor worden ingeschakeld door de schakelaar op het dashboard in te drukken. Druk de schakelaar nogmaals in om demistlampen uit te schakelen. Het controlelampje gaat branden als de mistlampen worden ingeschakeld.De werking van het mistachterlicht is gelijk aan die van de mistlampen voor (Indien gemonteerd). N.B.: De lampen kunnen alleen branden als de koplampen zijn ingeschakeld. C250A01PDERDE REMLICHT
B550A01Y-AXT (Minibus/Bestelbus) (Indien aanwezig) Als aanvulling op de twee laaggeplaatste remlichten gaat ook het derde remlicht in het midden van deachterruit of in de achterspoiler branden als de remmen worden bediend. B550A01PWAARSCHUWINGSKNI- PPERLICHTINSTALLTIE
SB240A1-FX De waarschuwingsknipperlichtinstalltie mag alleen worden gebruikt indien deauto zodanig geparkeerd staat dat dit gevaar op kan leveren. Zet in zo'n geval uw auto altijd zover mogelijk vande weg af. De alarmknipperlichten worden ingeschakeld door de alarmknop in te drukken. Hierdoor gaanalle richting-aanwijzers knipperen. De installatie werkt ook als de sleutel niet in het contact steekt. Om de installatieuit te schakelen moet nogmaals de knop worden ingedrukt.
Page 155 of 247
4
CORROSION PREVENTION AND APPEARANCE CARE
7
4
IN GEVAL VAN PECH
7HANDELINGEN BIJ EEN LEKKE BANDWIEL VERWISSELEN
SD070A1-FX
De hierna beschreven procedure kan tevens worden gebruikt voor het onderling verwisselen van wielen.Controleer, alvorens het wiel te verwisselen, of de keuzehandel in de stand "P" is geplaatst (automatischetransmissie) of dat de versnellingshandel in de achteruit staat (handgeschakelde versnellingsbak) ende handrem is aangetrokken.
SD060A1-FX Wanneer u onder het rijden een lekke band krijgt, ga dan als volgt te werk:
1. Neem uw voet van het gaspedaal
en minder snelheid. Probeer niet direct te remmen of de wagen van de weg af te rijden aangezien uhierbij de controle over de wagen kunt verliezen. Wanneer de wagen tot een veilige snelheid vaart heeftverminderd, druk dan licht op het rempedaal en rijd de wagen van de weg af. Breng de wagen zo vermogelijk van de weg op een stevige ondergrond tot stilstand.
2. Schakel zodra de wagen tot stilstand is gekomen de alarmknipperlichtenin, trek de handrem aan en plaats de keuzehandel in stand "P"(automatische transmissie) of de versnellingshandel in de achteruit (handgeschakelde versnellingsbak).
3. Laat alle inzittenden uitstappen. Let erop dat zij zich niet aan deverkeerszijde van de wagenbevinden.
4. Verwissel het wiel volgens de hierna
beschreven richtlijnen.
HSRFL060 D060A01P-GXT
1. Reservewiel en gereedschap
E010B01P-3
HSRFL050
Verwijder het reservewiel en vervolgens de krik en het gereedschapetui. Minibus/Bestelbus
Bedrijfswagen
Page 242 of 247
10INDEX
2
A
AANJAGERSCHAKELAAR ....................................... 2-38
AANSTEKER ............................................................ 2-23
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
VELIGHEIDSASPECTEN .................... .................... 1-2
AANDUIDING GROOTLICHT-BLAUW ....................... 2-8
ACCESSOIRES AANBRENGEN ................................ 1-4
ACCU CONTROLEREN ...... .....................................8-12
ACHTERKLEP .......................................................... 1-20
AFMETINGEN ............................................................ 9-2
AIRBAGSYSTEEM ................................................... 1-47
AIRCONDITIONING ................................................. 2-41
AIRCONDITIONING ACHTERIN ..............................2-44
AIRCONDITIONING TEGEN DAK........................... 2-44
ANTENNE ................................................................. 2-51
ANTI-BLOKKEERSYSTEEM ....................................3-20
ANTI-DIEFSTALALARM ...... .....................................1-16
ANTI VERBLINDINGSSTAND VAN DE ACHTERUITKIJKSPI EGEL .................................... 2-30
ALS DE MOTOR TE HEET WORDT ......................4-26
ALS DE MOTOR NIET AANSLAAT ......................... 4-24
ALS UW AUTO MOET WORDEN GESLEEPT .......4-13
ALVORENS DE MOTOR TE STARTEN ...................3-2
ASBAK, ACH TER ..................................................... 2-33
ASBAK, VOOR ......................................................... 2-33
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE ............................3-10B
BANDEN ...................................................................
8-22
BANDENSPANNING ................................................ 8-23
BEDIENING KLEP VAN
BRANDSTOFVUL OPENING ................................. 1-25
BEDIENING VERWARMING EN KOELING ............2-35
BEDIENING VAN HET SCHUIFDAK .......................2-27
BEHANDELING VAN DE CD'S ................................2-48
BELADING ................................................................ 3-18
BEKERHOUDER ...................................................... 2-32
BI-LEVEL .................................................................. 2-39
BINNENVER LICHTING, ACHTER .......................... 2-26
BRANDSTOFMETER ............................................... 2-12
BRANDSTOFSYSTEEM ONTLUCHTEN .................4-22
BUITENSPIEGELS ................................................... 2-30
BUITENSPIEGEL VERWARMI NG ...........................2-31
BOCHTEN ................................................................. 3-25
CCENTRALE PORTIER VERGRENDELING .............1-14
CLAXON ................................................................... 2-34
CONTROLELAMP ABS .............................................. 2-8
CONTROLELAMP IMMOBILIZER ............................2-11
CONTROLELAMP OLIEDRUK ................................... 2-9
CONTROLELAMP HANDREM/ REMVLOEISTOFPEIL ............................................. 2-9
CONTROLELAMP OVERDRIVE ................................ 2-8