Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 461 of 540

7-13
7
Onderhoud
Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk
is, adviseren we u het systeem telaten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.De elektromotor voor de
koelventilator wordt geregeld door de
koelvloeistoftemperatuur, de
koudemiddeldruk en de rijsnelheid.
Als de koelvloeistoftemperatuur
daalt, wordt de elektromotor
automatisch uitgeschakeld. Dit is
een normaal verschijnsel. Als uw
auto is uitgerust met T-GDI, wordt de
elektromotor van de koelventilator
mogelijk op een willekeurig moment
ingeschakeld en werkt hij mogelijk
totdat u de minpool van de acculosneemt.
OOS077009Verwijder de koel-
vloeistofreservoir-
dop/ radiateurdop ofde aftapplug NOOITals de motor en de
radiateur nog heet zijn. Er kanonder druk staande hete
koelvloeistof en stoom
ontsnappen, waardoor erernstig letsel kan ontstaan.
Zet de motor uit en wacht tot de
motor is afgekoeld. Verwijder de
koelvloeistofreservoirdop/radia
teurdop uiterst voorzichtig.
Wikkel een dikke doek rond de
dop en draai hem voorzichtig
linksom tot de eerste aanslag.
Ga een stukje achteruit
wanneer de druk van het
koelsysteem af gaat. Pas als u
zeker weet dat er geen overdruk
meer is, drukt u de dop met de
doek in en draait u hem verderlinksom om hem te verwijderen.
WAARSCHUWING
De elektromotor voor
de koelventilator blijft
mogelijk draaien of
wordt mogelijk
gestart als de motor
niet draait, hetgeen tot ernstigletsel kan leiden.
Houd handen, kleding en
gereedschap uit de buurt van
de draaiende bladen van de
koelventilator.
WAARSCHUWING
Page 462 of 540

7-14
Onderhoud
Aanbevolen koelvloeistof
• Vul het koelsysteem alleen bij metgedestilleerd water en vul het
koelsysteem niet bij met gewoon
kraanwater. Een onjuist
koelvloeistofmengsel kan
storingen en schade aan de motor
veroorzaken.
• De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen. Gebruik
daarom een koelvloeistof op
ethyleen-glycolbasis ter
voorkoming van corrosie en
bevriezing.
• Gebruik GEEN koelvloeistof op ethanol- of methanol-basis; mengook geen ethanol- of methanol-
antivries met de voorgeschreven
koelvloeistof.
• Gebruik geen mengsel met meer dan 60% of minder dan 35%
antivries; in dat geval is een
optimale koelende werking niet
gewaarborgd. Zie de volgende tabel voor de
mengverhouding.
Informatie
Bij twijfel over de mengverhouding is
een mengsel van 50% water en 50%
antivries het gemakkelijkst te mengen
omdat van beide vloeistoffen evenveel
gebruikt wordt. Dit mengsel is
geschikt voor de meeste tempera-
tuurbereiken vanaf - 35°C.
Vervangen van de
koelvloeistof
We adviseren u de koelvloeistof te
laten verversen door een officiële
Hyundai-dealer overeenkomstig het
in het begin van dit hoofdstuk
beschreven onderhoudsschema.
Leg, om schade aan onderdelen
van de motor te voorkomen, een
flinke doek rond de radiateurdop
om te voorkomen dat als er
gemorst wordt, koelvloeistof
terechtkomt op de dynamo of
andere onderdelen van de motor.
AANWIJZING
i
Buiten
temperatuur Mengverhouding
(hoeveelheid)
Antivries Water
-15°C (5°F) 35 65
-25°C (-13°F) 40 60
-35°C (-31°F) 50 50
-45°C (-49°F) 60 40
Page 463 of 540

7-15
7
Onderhoud
Controle van niveau rem-/
koppelingsvloeistof
Controleer regelmatig het niveau in
het reservoir. Het vloeistofniveau
dient zich tussen de merktekens
MAX en MIN aan de zijkant van het
reservoir te bevinden. Reinig het gebied rondom de dop
van het reservoir grondig alvorens de
dop te verwijderen en vloeistof bij te
vullen, om te voorkomen dat deze
vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het
merkteken MAX wanneer het niveau
te laag is.Het niveau van de remvloeistof zal
na verloop van tijd dalen. Dit is
normaal en wordt veroorzaakt door
het slijten van de remblokken.
Als het rem-/koppelingsvloeistof
extreem laag is, adviseren we u hetsysteem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Informatie
Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof. Zie "Aanbevolen
smeermiddelen en hoeveelheden" in
hoofdstuk 8.
Informatie
Lees voor het verwijderen van de
vuldop van het rem-/
koppelingsvloeistofreservoir eerst de
waarschuwing op de dop.
Informatie
Reinig de vuldop alvorens hem te
verwijderen. Gebruik alleen DOT3 of
DOT4 rem-/koppelingsvloeistof uit
een afgesloten verpakking.
i
i
i
REM-/KOPPELINGSVLOAEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING)
OOS077011 Als u het rem-/koppelings-
vloeistofreservoir regelmatig
moet bijvullen, kan dit duiden
op een lekkage in het rem-
/koppelingssysteem. Laat de
auto controleren door een
officiële Hyundai-dealer.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat rem-
/koppelingsvloeistof niet in
contact komt met uw ogen.
Spoel uw ogen gedurende ten
minste 15 minuten met schoon
water en roep onmiddellijk
medische hulp in wanneer u
rem-/koppelingsvloeistof in uw
ogen krijgt.
WAARSCHUWING
Page 464 of 540

7-16
Onderhoud
•Zorg ervoor dat rem-/koppelings-
vloeistof niet in contact komt met
het lakwerk van de auto. De lak kan
hierdoor beschadigd raken.
• De kwaliteit van rem-/koppelingsvloeistof die
gedurende lange tijd
blootgesteld is aan de
buitenlucht kan niet
gegarandeerd worden. Voer de
vloeistof op de juiste wijze af.
• Gebruik het juiste type vloeistof. Slechts een paar druppels
minerale olie, bijvoorbeeld
motorolie, in het rem-
/koppelingssysteem kunnen de
onderdelen van het systeem
beschadigen.
Ruitensproeiervloeistofniveau
controleren
Controleer het vloeistofpeil in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij. Als u geen ruitensproeier-vloeistof bij de hand hebt, kunt u het
reservoir bijvullen met gewoon water.
Gebruik in koude klimaten echter
speciale ruitensproeiervloeistof om
bevriezing te voorkomen.
AANWIJZING
OOS077012
Tref bij het gebruik van ruiten-
sproeiervloeistof de volgende
voorzorgsmaatregelen om
ernstig letsel te voorkomen:
WAARSCHUWING
•Gebruik geen koelvloeistof of
antivries in het ruitensproeier-
vloeistofreservoir. Koelvloei-
stof kan het zicht ernstigbelemmeren wanneer dit op de
voorruit terechtkomt, waardoor
u de macht over de auto kunt
verliezen en een ongeval zou
kunnen veroorzaken. Daar-naast kunnen de lak en
sierlijsten beschadigd raken.
•Houd open vuur en vonken uit
de buurt van de ruitensproei-
ervloeistof en het sproeierre-
servoir.
Ruitensproeiervloeistof bevat
meestal alcohol en kan lichtontvlambaar zijn.
•Drink geen ruitensproeiervloei- stof en vermijd contact met
uitensproeiervloeistof. Ruiten-
sproeiervloeistof is giftig voormensen en dieren.
•Houd ruitensproeiervloeistof
uit de buurt van kinderen endieren.
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
Page 465 of 540

7-17
7
Onderhoud
PARKEERREM
Controleer de parkeerrem
Controleer de slag van de
parkeerrem door het aantal klikken
te tellen wanneer de hendel volledig
wordt aangetrokken. De parkeerrem
alleen moet de auto veilig op een vrij
steile helling kunnen houden. Als de
slag groter of kleiner is dan
voorgeschreven, adviseren we u hetsysteem te laten repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Slag: 5~7 klikjes bij een kracht van20 kg (44 lbs, 196 N).
Filter vervangen
Het luchtfilterelement kan voor
controle worden gereinigd metperslucht.
Was het niet uit en spoel het niet af,
want water veroorzaakt schade aan
het filter.
Vervang het luchtfilter als het
vervuild is. 1. Neem de bevestigingsclips los om
het luchtfilterdeksel te
verwijderen.
OOS057010
LUCHTFILTER
OOS077013
OOS077015
Page 466 of 540

7-18
Onderhoud
2. Veeg de binnenzijde van hetluchtfilter schoon.
3. Vervang het luchtfilter.
4. Bevestig het deksel met de bevestigingsclips.
5. Controleer of het deksel goed vastzit.
Informatie
Vervang het element vaker dan in het
onderhoudsschema is aangegeven als
de auto wordt gebruikt in gebieden
met zeer veel stof of zand (zie
“Onderhoudsschema onder zware
omstandigheden” in dit hoofdstuk. • Rijd niet met de auto wanneer
het luchtfilter verwijderd is;
hierdoor kan de motor
overmatig slijten.
• Zorg er om schade aan de motor te voorkomen voor dat bij het
verwijderen van het luchtfilter
geen stof en vuil in de
luchtinlaat komt.
• Gebruik originele HYUNDAI- onderdelen, door het gebruik
van niet-originele HYUNDAI-
onderdelen kan de
luchtmassameter beschadigdraken.
Controle filter
Als er veelvuldig met de auto
gereden wordt in druk stadsverkeer
of een stoffige omgeving, moet het
filter vaker worden gecontroleerd en
indien nodig worden vervangen. Als
u als eigenaar het filter zelf wilt
vervangen, volg dan onderstaandeprocedure en let erop geen andereonderdelen te beschadigen.
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Filter vervangen
1.Verwijder terwijl hetdashboardkastje geopend is de
aanslagstukken aan beide zijden.
AANWIJZING
i
OOS077016
INTERIEURFILTER
OOS077018
Page 467 of 540

7-19
7
Onderhoud
2.Verwijder de steunband (1).
3. Verwijder het interieurfilterhuisdoor op de vergrendeling rechts
op het afdekkapje te drukken 4. Vervang het interieurfilter.
5. Plaats de onderdelen in omge-
keerde volgorde van verwijderen.
Plaats het interieurfilter in de juiste
stand, met het pijlsymbool (
) naar
beneden, anders kunnen er te veel
bijgeluiden ontstaan en kan het
filter minder effectief zijn.
Controle bladen
Verontreiniging van de voorruit of de
ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effect van de
uitenwissers verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging
zijn insecten, sap van bomen en hot
waxbehandelingen gebruikt in
sommige wasstraten. Indien de
bladen niet goed wissen, reinig dan
zowel de ruit als de bladen met eengoed schoonmaakmiddel of eenzacht reinigingsmiddel en spoel
grondig na met schoon water.
Om schade aan de
ruitenwisserbladen, - armen of
andere onderdelen te voorkomen
is het niet toegestaan om:
• Benzine, petroleum, thinner of andere oplosmiddelen op of in
de buurt van deze onderdelen te
gebruiken.
• Te proberen de ruitenwissers met de hand te bewegen.
• Niet-voorgeschreven ruitenwis- serbladen te gebruiken.
AANWIJZINGAANWIJZING
OOS077017
OOS077019
OPD076026
RUITENWISSERBLADEN
Page 468 of 540

7-20
Onderhoud
Informatie
In de handel verkrijgbare hot wax
zoals gebruikt in wasstraten
bemoeilijkt het reinigen van de
voorruit.
Informatie
Ruitenwisserbladen zijn verbruiksar-
tikelen en normale slijtage van de
ruitenwissers valt mogelijk niet onder
de garantie van uw auto.
Vervangen van bladen
Als de ruitenwissers de ruit niet
langer goed schoonmaken, kan het
zijn dat ze versleten of gescheurd zijn
en dienen ze te worden vervangen.
Probeer de ruitenwissers nooit
met de hand te bewegen om
beschadiging van de
ruitenwisserarmen en van andere
onderdelen te voorkomen. Probeer de ruitenwissers nooit
met de hand te bewegen om
beschadiging van de
ruitenwisserarmen en van andere
onderdelen te voorkomen.
• Om schade aan de motorkap en
de ruitenwisserarmen te
voorkomen, mogen de
ruitenwisserarmen alleen van de
ruit getrokken worden als ze in
de bovenste wispositie staan.
• Plaats de ruitenwisserarmen altijd voor het rijden weer in hun
oorspronkelijke positie.
Type A
1. Til de wisserbladklem omhoog. Til vervolgens het ruitenwisserblad
op.
AANWIJZING
AANWIJZING
AANWIJZING
i
i
OGSR076067
OGSR076066
Page 469 of 540

7-21
7
Onderhoud
2. Druk de vergrendeling in (1) entrek tegelijkertijd het
ruitenwisserblad omlaag (2).
3. Verwijder het ruitenwisserblad van de ruitenwisserarm (5).
4. Plaats een nieuw ruitenwisserblad in de omgekeerde volgorde van
het verwijderen.
5. Plaats de ruitenwisserarm terug op de voorruit.Type B
1. Trek de ruitenwisserarm omhoog.
2. Til de wisserbladklem omhoog. Trekvervolgens het ruitenwisserblad
omlaag en verwijder dit. 3. Plaats het nieuwe
ruitenwisserblad in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
4. Plaats de ruitenwisserarm terug op de voorruit.
OGSR076068
OLF074017
OLF074018
OLF074019
Page 470 of 540

7-22
Onderhoud
Achterruitenwisserblad
1. Trek de ruitenwisserarm omhoogen verwijder het ruitenwisserblad. 2. Plaats het nieuwe ruitenwis-
serblad door het middelste deel in
de opening van de ruitenwis-
serarm te steken tot het
ruitenwisserblad vastklikt.
3. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te
trekken.
Laat de ruitenwisserbladen
vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer om schade aan de
ruitenwisserarmen en andere
onderdelen te voorkomen.
OTL075050
OTL075051
ACCU
Volg altijd onderstaande
voorzorgsmaatregelen bij het
werken in de buurt van of aande accu om ERNSTIG LETSEL
te voorkomen: Lees de aanwijzingenvoor het omgaan met de
accu zorgvuldig door en
volg ze nauwkeurig op.
Draag een veiligheidsbril om uw ogen tegen wegspattend zuur te
beschermen.
Houd open vuur, vonken
en rokende materialen
uit de buurt van de accu.
Er bevindt zich altijd wat van het zeer licht
ontvlambare waterstof
in de accucellen. Dit
kan ontploffen als er
een ontstekingsbronaanwezig is.
Houd accu's buiten het
bereik van kinderen.
WAARSCHUWING