sloten Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 54 of 540

2-38
Veiligheidssysteem van uw auto
Plaatsen van een kinderzitje (CRS)Nadat u een goede kinderzitje heb
gekozen voor uw kind engecontroleerd hebt dat hetkinderzitje goed past goed op de
zitplaats, moeten deze drie stappen
gevolgd worden voor een juisteinstallatie:
• Zet het kinderzitje op de juistewijze vast in de auto. Kinderzitjes
moeten altijd met de heupgordel,
het heupgedeelte van een
driepuntsgordel, het Top Tether
ISOFIX-bevestigingspunt of de
ISOFIX-bevestigingspunten, en/of
de steunpoot vastgezet worden in
de auto.
• Zorg ervoor dat het kinderzitje stevig is vastgezet. Duw het zitje
na het plaatsen naar voren enachteren en naar links en rechts
om te controleren of het stevig is
vastgezet op de stoel. Een met een
veiligheidsgordel vastgezet
kinderzitje moet zo strak mogelijk
vastzitten. Maar enige beweging in
zijdelingse richting is normaal. Verstel de hellingshoek van de
rugleuning en/of schuif de stoel
naar voren of achteren om ervoor
te zorgen dat het kinderzitje zo
geplaatst kan worden dat uw kind
comfortabel in het kinderzitje kanzitten.
• Zet het kind vast in het kinderzitje. Zorg ervoor dat het
kind correct, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje in het zitje wordt
vastgezet.
In een afgesloten auto kan een
kinderzitje erg warm worden.
Controleer om brandwonden te
voorkomen het oppervlak van
het zitje en de gordelsluitingen
voordat u uw kind in het
kinderzitje zet.
OPMERKING
Doe altijd het volgende voordat u een kinderzitje plaatst:
Lees altijd de aanwijzingen die
door de fabrikant van het
kinderzitje zijn opgesteld en
volg deze aanwijzingen op.
Het niet opvolgen van deze
waarschuwingen en
aanwijzingen kan de kans opERNSTIG LETSEL bij een
ongeval vergroten.
WAARSCHUWING
Wanneer de hoofdsteun een
juiste plaatsing van het
kinderzitje hindert, verstel ofverwijder dan de hoofdsteun
van de desbetreffende stoel.
WAARSCHUWING
Page 85 of 540

Kenmerken van uw auto
Toegang tot uw auto .............................................3-4Afstandsbediening.............................................................3-4
Smart Key ............................................................................3-8
Startblokkeersysteem ....................................................3-13
Sloten .....................................................................3-14 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/
ontgrendelen ....................................................................3-14
Portiersloten van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ...................................................................3-15
Supervergrendeling.........................................................3-18
Kenmerken van de automatische
portiervergrendeling/-ontgrendeling.........................3-18
Kindersloten achterportieren .......................................3-19
Antidiefstalsysteem .............................................3-20
Stuurwiel ...............................................................3-21 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ........................3-21
In hoogte en lengte verstelbare stuurkolom............3-22
Stuurwielverwarming ......................................................3-23
Claxon ................................................................................3-23
Spiegels .................................................................3-24 Binnenspiegel ...................................................................3-24
Buitenspiegel ....................................................................3-26 Ruiten.....................................................................3-29
Elektrisch bedienbare ruiten ........................................3-29
Schuifdak ..............................................................3-34 Schuifdak openen en sluiten .......................................3-35
Schuifdak open-/dichtschuiven ..................................3-35
Schuifdak kantelen .........................................................3-36
Zonnescherm....................................................................3-37
Schuifdak resetten .........................................................3-37
Waarschuwingslampje open schuif-/kanteldak ......3-38
Exterieur ...............................................................3-39 Motorkap ...........................................................................3-39
Achterklep .........................................................................3-40
Tankdopklep .....................................................................3-43
Instrumentenpaneel .............................................3-46 Bediening instrumentenpaneel ....................................3-47
Meters en tellers .............................................................3-48
Waarschuwingslampje gladheid...................................3-51
Schakelindicator transmissie ........................................3-52
Waarschuwings- en controlelampjes.........................3-53
Meldingen LCD-display..................................................3-69
LCD-display (instrumentenpaneel Type B, C) .3-75 Bediening LCD-display...................................................3-75
Modi LCD-display............................................................3-76
3
Page 98 of 540
![Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch) 3-14
Kenmerken van uw auto
SLOTEN
Portiersloten van buitenaf
vergrendelen/ontgrendelen
Mechanische sleutel
[A]: Vergrendelen, [B]: Ontgrendelen
Draai de sleutel richting de
achterzijde van de aut Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch) 3-14
Kenmerken van uw auto
SLOTEN
Portiersloten van buitenaf
vergrendelen/ontgrendelen
Mechanische sleutel
[A]: Vergrendelen, [B]: Ontgrendelen
Draai de sleutel richting de
achterzijde van de aut](/img/35/16237/w960_16237-97.png)
3-14
Kenmerken van uw auto
SLOTEN
Portiersloten van buitenaf
vergrendelen/ontgrendelen
Mechanische sleutel
[A]: Vergrendelen, [B]: Ontgrendelen
Draai de sleutel richting de
achterzijde van de auto om te
vergrendelen en richting de voorzijde
van de auto om te ontgrendelen.Als u het bestuurdersportier
vergrendelt/ontgrendelt met een
sleutel, zal het bestuurdersportier
automatisch vergrendeld/ontgrendeld
worden.
Trek de portiergreep na het
ontgrendelen omhoog om het portierte openen.
Druk het portier met de hand dicht
om het te sluiten. Zorg ervoor dat de
portieren goed dicht zitten.
Afstandsbediening
Druk, om de portieren te
vergrendelen, op de vergrendeltoets
voor de portieren (1) op deafstandsbediening.
Druk, om de portieren te
ontgrendelen, op de ontgrendeltoets
voor de portieren (2) op deafstandsbediening.
Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
kunnen ze worden geopend door
aan de portiergrepen te trekken.
Duw het portier met de hand dicht
om het te sluiten. Zorg ervoor dat de
portieren goed gesloten worden.
OPDE046413
OOS047002
■
Afstandsbediening■Smart key
Page 99 of 540

3-15
Kenmerken van uw auto
3
Smart Key
Druk, om de portieren te
vergrendelen, op de toets op de
buitenportiergreep terwijl u de Smart
Key bij u draagt of druk op de
vergrendeltoets voor de portieren op
de Smart Key.Druk, om de portieren te
ontgrendelen, op de toets op de
buitenportiergreep terwijl u de Smart
Key bij u draagt of druk op de
ontgrendeltoets voor de portieren op
de Smart Key.
Trek na het ontgrendelen aan de
portiergreep om het portier teopenen.
Druk het portier met de hand dicht
om het te sluiten. Zorg ervoor dat de
portieren goed dichtzitten.
Informatie
• In een koud en nat klimaat werken de portiervergrendeling en portier-
mechanismen mogelijk niet door
bevriezingsverschijnselen.
• Als het portier een aantal keren snel achter elkaar wordt vergrendeld en
weer ontgrendeld, ofwel met de
sleutel ofwel met de schakelaar
portiervergrendeling, zal de
werking van het systeem tijdelijk
worden onderbroken om
beschadiging van de onderdelen te
voorkomen.
Portiersloten van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen
Met de vergrendelknop
• Zet de vergrendelknop (1) in standONTGRENDELD om het portier te
ontgrendelen. Het rode merkteken
(2) op de vergrendelknop van het
portier moet zichtbaar zijn.
• Zet de vergrendelknop (1) in stand VERGRENDELD om het portier te
vergrendelen. Als het portier juist is
vergrendeld, zal het rode
merkteken (2) op de knop nietzichtbaar zijn.
• Trek aan de portiergreep (3) om het portier te openen.
i
OOS047001
OPDE046004
OOS047003
Page 100 of 540

3-16
Kenmerken van uw auto
• De voorportieren kunnen nietworden vergrendeld als de sleutel in het contact zit en een
voorportier geopend is.
• Als de Smart Key zich in de auto bevindt en een portier is geopend,
kunnen de portieren niet
vergrendeld worden.
Informatie
Als de centrale portierontgrendeling
niet werkt terwijl u in de auto zit,
probeer dan een van onderstaande
mogelijkheden om de portieren te
openen:
Ontgrendel de portieren herhaaldelijk
(zowel elektronisch als handmatig) en
trek tegelijkertijd aan de
portiergreep.
Ontgrendel de overige portieren en
trek aan de grepen, voor en achter.
Open een voorportierruit en gebruik
de mechanische sleutel om het portier
vanaf de buitenzijde te ontgrendelen.Met de portiergreep
Voorportier
Als er aan de binnenportiergreep
wordt getrokken terwijl het portier is
vergrendeld, zal het portier worden
ontgrendeld en geopend.
Achterportier
Als er eenmaal aan de
binnenportiergreep wordt getrokken
terwijl het portier is vergrendeld,
wordt het portier ontgrendeld. Als nogmaals aan de
binnenportiergreep wordt getrokken,
zal het portier opengaan.
Met de schakelaar centrale vergrendeling/ontgrendeling
Als op het gedeelte ( ) (2) van de
schakelaar wordt gedrukt, worden
alle portieren vergrendeld.
• Als een portier wordt geopend, kunnen de portieren niet worden
vergrendeld, ook al wordt de
vergrendelschakelaar (2) van de
schakelaar centrale vergrendeling
ingedrukt.
• Als de Smart Key zich in de auto bevindt en een portier wordt
geopend, kunnen de portieren niet
worden vergrendeld, ook al wordt
de vergrendelschakelaar (2) van de
schakelaar centrale vergrendeling
ingedrukt.
Als op het gedeelte ( ) (1) van de
schakelaar wordt gedrukt, worden
alle portieren ontgrendeld.
i
•De portieren moeten tijdens
het rijden altijd volledig
gesloten en vergrendeld zijn.
Als de portieren ontgrendeld
zijn, neemt de kans toe dat
inzittenden bij een ongeval uit
de auto geslingerd worden.
WAARSCHUWING
OOS047004
Page 101 of 540

3-17
Kenmerken van uw auto
3
Laat kinderen en huisdieren
nooit zonder toezicht achter in
de auto. Een afgesloten auto
kan binnenin erg warm worden,
waardoor achtergelatenkinderen of huisdieren die niet
uit de auto kunnen komen,ernstig letsel kunnen oplopen.
Kinderen kunnen gewond raken
door het bedienen van bepaalde
systemen in de auto of gevaar
lopen als iemand zich
bijvoorbeeld toegang tot de
auto verschaft.
WAARSCHUWING
Als u de auto niet vergrendeld
achterlaat, kan iemand zich in
uw auto verstoppen en u of
anderen in gevaar brengen.
Doe om de auto veilig achter te
laten het volgende: zet, terwijl u
het rempedaal intrapt, deselectiehendel in stand P
(parkeren) (Double clutch-
transmissie) of schakel de
eerste versnelling of de
achteruitversnelling
(handgeschakelde transmissie)
in, activeer de parkeerrem, zet
het contact in stand LOCK/OFF,
sluit alle ruiten, vergrendel alle
portieren en neem altijd de
sleutel mee.
WAARSCHUWING•Trek niet aan de
binnenportiergreep van het
bestuurdersportier of
passagiersportier tijdens hetrijden.
Het openen van een portier als
iemand of iets de auto nadert,
kan schade of letsel
veroorzaken. Let bij het openen
van portieren goed op of er
geen ander verkeer aankomt.
WAARSCHUWING
Als u gedurende langere tijd in
de auto verblijft terwijl het
buiten zeer heet of koud is, kan
een levensgevaarlijke situatie
ontstaan. Vergrendel de auto
niet van buitenaf als er iemandin de auto aanwezig is.
WAARSCHUWING
Page 103 of 540

3-19
Kenmerken van uw auto
Kindersloten achterportieren
Het kinderslot zorgt ervoor dat
kinderen die achterin zitten de
achterportieren niet per ongeluk
kunnen openen. Schakel het
kinderslot altijd in als u gaat rijdenmet kinderen.
Het kinderslot bevindt zich aan de
rand van elk achterportier. Als hetkinderslot in stand LOCK staat, kan
het achterportier niet van binnenuit
worden geopend.Steek een sleutel (of een
schroevendraaier) (1) in de opening
en draai het kinderslot in de stand
vergrendeld om het slot te
vergrendelen.
Ontgrendel het kinderslot om ervoor
te zorgen dat een achterportier van
binnenuit kan worden geopend.
3
Als kinderen tijdens het rijden
per ongeluk de achterportieren
openen, kunnen ze uit de auto
vallen. Schakel het kinderslot
van de achterportieren altijd inals er kinderen in de autoaanwezig zijn.
WAARSCHUWING
OOS047005L
Page 104 of 540

3-20
Kenmerken van uw auto
Dit systeem helpt uw auto en
waardevolle spullen te beschermen.De claxon klinkt en de
alarmknipperlichten knipperen
continu in een van de volgendesituaties :
- Een portier wordt geopend zonderdat de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gebruikt.
- De achterklep wordt geopend zonder dat de afstandsbediening
of de Smart Key wordt gebruikt.
- De motorkap wordt geopend.
Het alarm klinkt gedurende 30
seconden en vervolgens wordt het
systeem gereset. Het alarm kan
worden uitgeschakeld door de
portieren te ontgrendelen met de
afstandsbediening of de Smart Key.
Het antidiefstalsysteem wordt 30
seconden na het vergrendelen van
de portieren en de achterklep auto-
matisch ingeschakeld. Om het
systeem te activeren moet u de
portieren en de achterklep van
buitenaf vergrendelen met de
afstandsbediening of de Smart Keyof door op de toets op de
buitenportiergreep te drukken terwijl
u de Smart Key bij u draagt. De alarmknipperlichten knipperen en
de zoemer klinkt eenmaal om aan te
geven dat het systeem is
ingeschakeld. Als het antidiefstalsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm
geactiveerd zodra een van de
portieren, de achterklep of de
motorkap wordt geopend zonder de
afstandsbediening of de Smart Key
te gebruiken.
Het antidiefstalsysteem wordt niet
ingeschakeld als de motorkap, de
achterklep of een van de portieren
niet volledig gesloten is. Als het
systeem niet wordt ingeschakeld,
controleer dan of de motorkap, de
achterklep en de portieren vollediggesloten zijn. Probeer geen wijzigingen aan te brengen aan het systeem of het uit te
breiden met andere apparaten.
Informatie
• Vergrendel de portieren pas als alle inzittenden de auto hebben verlaten.
Als het alarm is ingeschakeld terwijl
er nog iemand in de auto zit, wordt
het alarm geactiveerd als diegene de
auto verlaat.
• Als het alarm niet is uitgeschakeld met de afstandsbediening of de
Smart Key, open dan de portieren
met de mechanische sleutel en zet
het contact in stand ON
(afstandsbediening) of start de
motor (Smart Key) en wacht 30
seconden.
• Als het systeem is uitgeschakeld, maar niet binnen 30 seconden een
portier of de achterklep wordt
geopend, wordt het systeem weer
ingeschakeld.i
ANTIDIEFSTALSYSTEEM
Page 115 of 540

3-31
Kenmerken van uw auto
3
Automatische ruitbediening (indien van toepassing)
Door de schakelaar ruitbediening
kortstondig in te drukken tot de
tweede stand (6), wordt de ruit
automatisch geheel geopend, zelfs
als de schakelaar wordt losgelaten.
Om de ruitbeweging te stoppen, trekt
u de schakelaar omhoog of drukt uhem omlaag en laat u hem
vervolgens los.
Ruit automatisch omhoog /omlaag (indien van toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (6), wordt de ruitautomatisch geopend of gesloten,
zelfs als de schakelaar wordt
losgelaten. Om de ruitbeweging te
stoppen, trekt u de schakelaar
omhoog of drukt u hem omlaag en
laat u hem vervolgens los.
De elektrisch bedienbare ruiten
resetten
Als de elektrisch bedienbare ruiten
niet goed werken, moet de
elektrische ruitbediening als volgt
worden gereset :
1. Zet het contact in stand ON.
2. Sluit de ruit en houd de ruitbedieningsschakelaar daarna nog minstens 1 seconde omhoog.
Als de elektrisch bedienbare ruiten
na het resetten niet goed werken,
raden we u aan het systeem te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Klembeveiliging (indien van toepassing)
Als een obstakel gesignaleerd wordt
tijdens het automatisch sluiten van
een ruit, stopt de beweging van de ruit
en zakt de ruit ongeveer 30 cm, zodat
het voorwerp verwijderd kan worden.
Als de ruit weerstand ondervindt
terwijl de ruitbedieningsschakelaar
omhooggetrokken blijft, stopt de
omhooggaande beweging van de ruit
en zakt de ruit ongeveer 2,5 cm.
Als de schakelaar opnieuw
omhooggetrokken wordt binnen 5
seconden nadat de ruit automatischnaar beneden is gegaan door de
klembeveiliging, zal de
klembeveiliging niet werken.
OLF044032
De klembeveiliging werkt niet
tijdens het resetten van de
elektrisch bediende ruiten. Zorg
ervoor dat lichaamsdelen en
voorwerpen zich op een veilige
afstand bevinden alvorens de
ruiten te sluiten, om letsel en
schade aan de auto te voorkomen.
WAARSCHUWING
Page 117 of 540

3-33
Kenmerken van uw auto
3
• Open of sluit telkens maar éénruit tegelijk. Anders kan de
elektrische ruitbediening
beschadigd raken. Hierdoor zal
bovendien de zekering langermeegaan.
• Probeer nooit tegelijkertijd de hoofdschakelaar voor deruitbediening in het
bestuurdersportier en de
afzonderlijke schakelaar voor de
ruitbediening in tegengestelde
richtingen in te drukken. In dat
geval stopt de ruit en kan deze
niet meer worden geopend of
gesloten.
AANWIJZING •Laat een kind NOOIT zonder
toezicht achter in de auto. Ook
zeer jonge kinderen kunnen
per ongeluk de auto in
beweging zetten, bekneld
raken tussen de portierruiten
of zichzelf of anderen letsel
toebrengen.
•Controleer altijd zorgvuldig of
er zich geen armen, handen of
andere belemmeringen in de
buurt bevinden voordat een
ruit gesloten wordt.
•Laat kinderen niet met de
ruitbediening spelen. Laat de
blokkeerschakelaar voor deruitbediening in de stand
VERGRENDELD (ingedrukt)
staan. Het onbedoeld
bedienen van een ruit kan
vooral bij kinderen tot letselleiden.
•Steek tijdens het rijden uw
hoofd, armen of andere
lichaamsdelen niet naar
buiten.
•Laat kinderen NOOIT zonder
toezicht achter met desleutels in de auto terwijl demotor draait.
WAARSCHUWING