Hyundai Santa Fe 2010 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2010, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2010Pages: 409, PDF Size: 30.88 MB
Page 21 of 409

Veiligheidssysteem van uw auto
10
3
C010108AUN
Opbergvak in rugleuning
(indien van toepassing)
In de rugleuning van beide voorstoelen
bevindt zich een opbergvak.
WAARSCHUWING -
Verbranding door de stoelverwarming
Wees erg voorzichtig bij het
gebruik van de stoelverwarming
vanwege het gevaar voor
oververhitting, waardoor brand kan
ontstaan. Vooral de volgende
categorieën personen dienen erg
voorzichtig te zijn:
1. Kinderen, ouderen, gehandicapten en ziekenhuispatiënten
2. Personen met een gevoelige huid
3. Vermoeide personen
4. Dronken personen
5. Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderen ofslaap opwekken (Sleeping pills,
cold tablets, etc.)WAARSCHUWING -
Opbergvakken rugleuning
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de opbergvakken.
Bij een ongeval kunnen ze uit de
opbergvakken geslingerd worden
en inzittenden verwonden.
OXM039015
OCM030052
Type A
Type B
Page 22 of 409

311
Veiligheidssysteem van uw auto
Afstellen van de achterbank
Rugleuningverstelling (2e zitrij)
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Trek de hendel van derugleuningverstelling omhoog.
2. Houd de hendel omhooggetrokken en verstel de rugleuning in de gewenste
positie.
3. Laat de hendel los en zorg dat de rugleuning in die positie vergrendeld is.
(De hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
Hoofdsteun
De zitplaatsen achterin zijn voor extra
veiligheid en comfort van de inzittenden
voorzien van hoofdsteunen.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort,
maar helpt tevens bij de bescherming
van hoofd en nek van de inzittenden bij
een aanrijding.
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet
de hoofdsteun zo afgesteld zijn
dat het midden van de
hoofdsteun zich op dezelfde
hoogte bevindt als het
zwaartepunt van het hoofd van
de inzittende. Over het algemeen
bevindt het zwaartepunt van het
hoofd zich op dezelfde hoogte als
de bovenzijde van de ogen.
Zorg dat de hoofdsteun zich zo
dicht mogelijk bij uw hoofd
bevindt. Het gebruik van een
kussen waardoor het lichaam
verder van de rugleuning af komt
wordt afgeraden.
Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd
omdat dan in geval van eenaanrijding ernstig letsel kan
ontstaan. Een goed afgesteldehoofdsteun biedt een zo optimaal
mogelijke bescherming tegenernstig nekletsel.
OHM038049NOCM030016
*
*
* indien van toepassing
Page 23 of 409

Veiligheidssysteem van uw auto
12
3
Afstellen van de hoogte
Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om
hem in de gewenste positie (1) te zetten.
Lager: druk de ontgrendelknop (2) in en
laat de hoofdsteun in de gewenste
positie (3) zakken. Verwijderen
Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk
omhoog en druk vervolgens de
ontgrendelknop (1) in om de hoofdsteun
te verwijderen (2).
Stop, om de hoofdsteun terug te
plaatsen, de pennen van de hoofdsteun(3) in de gaten terwijl u de
ontgrendelknop (1) indrukt. Stel de
hoofdsteun vervolgens af op de
gewenste hoogte.Armsteun (2e zitrij)
Om de armsteun te gebruiken, trekt u
hem uit de rugleuning naar voren.
OXM039018OXM039017OCM052035
WAARSCHUWING
Zorg dat de hoofdsteun wordt
vergrendeld nadat deze is versteld,zodat de inzittenden optimaal
beschermd zijn.
Page 24 of 409

313
Veiligheidssysteem van uw auto
Neerklapbare achterbank
De rugleuning achter kan worden
opgeklapt om het vervoer van langere
voorwerpen mogelijk te maken of de
bagageruimte te vergroten.2e zitrij
1. Steek de gesp van de
veiligheidsgordel achter in de opening
tussen de rugleuning en de zitting enplaats de gordel in de geleider om
beschadiging te voorkomen.
2. Zet de rugleuning zoveel mogelijk rechtop en schuif indien nodig de
voorste stoel naar voren.
3. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie.
4. Trek aan de hendel in de rugleuningnaar buiten en klap de stoel naar
voren. Controleer na het rechtop zetten
van de rugleuning altijd of de
rugleuning goed vergrendeld is door
tegen de bovenzijde van de rugleuning
te drukken.
OCM052030
WAARSCHUWING
Het doel van de opklapbare
rugleuning is het vervoer van
langere voorwerpen mogelijk te
maken waarvoor anders geenruimte is. Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning zitten als
de auto rijdt omdat dat geen veiligepositie is en omdat dan de
veiligheidsgordels niet gebruikt
kunnen worden. Hierdoor kan bijeen aanrijding of een noodstop
ernstig letsel ontstaan. Voorwerpen
die op de neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet boven
de bovenzijde van de voorstoelen
uitsteken. Als dat wel het geval iskan de lading bij een noodstop naar
voren schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
Page 25 of 409

Veiligheidssysteem van uw auto
14
3
5. Tweevoudig neerklapbaar (rechter
stoel 2e zitrij, indien van toepassing)
Trek aan de hendel en haal het
achterste deel van de zitting naar
boven en naar voren. Zorg wanneer u
de zitting in de oorspronkelijke positie
terugplaatst dat deze is vergrendeld
door aan de achterzijde van de zitting
te trekken. 6. Trek om de achterbank weer in zijn
oorspronkelijke positie te zetten aan
de hendel van de rugleuningverstelling
totdat hij vastklikt. Zorg ervoor dat de
rugleuning vergrendeld is.
7. Plaats de veiligheidsgordel weer in de juiste positie.
OCM030024
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de
achterbank in zijn oorspronkelijkepositie nadat de bank is
neergeklapt:
Let erop dat het materiaal van de
gordel of de gesp niet beschadigd
worden. Zorg ervoor dat de gordel
of gesp niet klem komen te zitten.
Controleer of de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage in het
passagierscompartiment terecht
kan komen en de inzittendenernstig letsel zouden kunnenoplopen.
OCM052034
OCM052033
Page 26 of 409

315
Veiligheidssysteem van uw auto
3e zitrij (indien van toepassing)
1. Steek de gesp van deveiligheidsgordel achter in de opening
tussen de rugleuning en de zitting enplaats de gordel in de geleider om
beschadiging van de veiligheidsgordel
te voorkomen.
2. Zet de rugleuning van de 2e zitrij rechtop.
3. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie.
4. Trek aan de hendel en klap derugleuning naar voren. Controleer na
het rechtop zetten van de rugleuning
altijd of de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. 5. Trek de rugleuning omhoog terwijl u
aan de hendel trekt om de achterbank
weer in zijn oorspronkelijke positie te
plaatsen. Zorg ervoor dat de
rugleuning vergrendeld is.
6. Plaats de veiligheidsgordel weer in de juiste positie.
OCM030025OCM030022
Page 27 of 409

Veiligheidssysteem van uw auto
16
3
OUN026140
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de
achterbank in zijn oorspronkelijkepositie nadat de bank is
neergeklapt:
Let erop dat het materiaal van de
gordel of de gesp niet beschadigd
worden. Zorg ervoor dat de gordel
of gesp niet klem komen te zitten.
Controleer of de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage in het
passagierscompartiment terecht
kan komen en de inzittendenernstig letsel zouden kunnenoplopen.
WAARSCHUWING - 3e zitrij
De hoofdsteun op de 3e zitrij moet
in de bovenste stand worden gezet
en worden vergrendeld als de
passagier heeft plaatsgenomen.
Als de achterklep wordt gesloten
terwijl de passagier met zijn hoofd
tegen een niet goed afgestelde
hoofdsteun leunt, kan de
achterklep het hoofd van de
passagier raken, waardoor letselkan ontstaan.
WAARSCHUWING -
Opklappen van de rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kan oplopen.
OPMERKING - Voorkom
beschadiging van de
veiligheidsgordels achter
Plaats de gordelsluiting in de uitsparing tussen de zitting en de rugleuning wanneer u derugleuning (2e en/of 3e zitrij)
voorover klapt. Hierdoor wordtvoorkomen dat de gordelsluiting beschadigd raakt.
Page 28 of 409

317
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- Bagage
Bagage moet altijd worden
vastgezet om te voorkomen dat hetbij een aanrijding door de auto
wordt geslingerd, waardoor deinzittenden letsel kunnen oplopen.
Wees extra voorzichtig met het
plaatsen van voorwerpen op de
achterstoelen (2e met/of 3e zitrij),
omdat ze inzittenden voorin
kunnen raken bij een frontaleaanrijding.
OPMERKING
- Veiligheidsgordels achter
Vergeet niet bij het omhoog klappen van de rugleuning de
schoudergordels in de juiste positiete plaatsen. Door deveiligheidsgordel door de geleider te leiden wordt voorkomen dat ze
achter of onder de achterbank (2emet/of 3e zitrij) bekneld raken.
WAARSCHUWING - Bagage
Zet de motor uit, zet de transmissie in stand P (parkeren) en bedien de
parkeerrem alvorens bagage in of
uit te laden. Het niet opvolgen van
deze stappen kan ertoe leiden dat
de auto zich onbedoeld in
beweging zet als de selectiehendel
per ongeluk in een andere stand
gezet wordt.
Page 29 of 409

Veiligheidssysteem van uw auto
18
3
C020100AUN
Veiligheidsgordels VEILIGHEIDSGORDELS
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming moeten de veiligheidsgordels
tijdens het rijden altijd gedragen
worden.
De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als de
rugleuningen rechtop staan.
Kinderen tot en met 12 jaar moeten altijd plaatsnemen op de
achterbank en de gordel op de
juiste manier dragen. Laatkinderen nooit op de
passagiersstoel meerijden. Als
een kind van 12 jaar of ouder op
de voorpassagiersstoel vervoerd
moet worden, moet hij of zij de
veiligheidsgordel op de juiste
manier dragen en moet de stoel
zover mogelijk naar achteren
worden gezet.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Veiligheidsgordels zijn ontworpen
om aan te liggen tegen de
botstructuur in het lichaam en
moeten daarom zo laag mogelijk
over het bekken of het bekken, de
borst en de schouder, afhankelijk
van het type gordel, gedragen
worden; het dragen van het
heupgedeelte over de onderbuik
moet voorkomen worden.
De veiligheidsgordel moet zo strak
mogelijk tegen het lichaam aan
gedragen worden, voor zover het
comfort het toelaat, om een
maximale bescherming te kunnenbieden.
Een loshangende veiligheidsgordel
biedt veel minder bescherming.
Voorkomen moet worden dat de
gordel in aanraking komt met
polijstmiddelen, olie en
chemicaliën, in het bijzonder
accuzuur. De veiligheidsgordels
kunnen op een veilige manier
gereinigd worden met een milde
zeepoplossing. De
veiligheidsgordel moet worden
vervangen als hij gerafeld,
verontreinigd of beschadigd is.
(Vervolg)(Vervolg)
Draag nooit de schoudergordelonder de arm door of achter uw
rug. Het niet op de juiste manier
gebruiken van de schoudergordelkan bij een aanrijding resulteren
in ernstig letsel. De
schoudergordel moet over het
midden van uw schouder worden
gedragen, over uw sleutelbeen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet gedraaid
zitten. Als de gordel gedraaid is,
werkt hij minder effectief. Bij een
aanrijding kan een gedraaide
veiligheidsgordel zelfs
snijwonden veroorzaken. Zorg er
daarom voor dat de gordel niet
verdraaid zit.
Let erop dat het materiaal van de gordel niet beschadigd wordt.
Laat een beschadigde
veiligheidsgordel vervangen.
Page 30 of 409

319
Veiligheidssysteem van uw auto
C020101AFD
Waarschuwingssysteem voor deveiligheidsgordels
Type A
Als herinnering voor bestuurder licht
telkens als het contact in stand ON wordt
gezet het waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6
seconden op, ongeacht of de gordels zijn
vastgemaakt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is nadat het
contact in stand ON is gezet, zal het
waarschuwingslampje nogmaalsgedurende 6 seconden gaan knipperen.
1GQA2083
(Vervolg)
De veiligheidsgordel moet ook
worden vervangen als hij gedragen
is tijdens een zware aanrijding, ook
al is de gordel niet zichtbaar
beschadigd. Bij het dragen mag de
gordel niet gedraaid zitten. Elke
veiligheidsgordel mag maar door
één persoon gedragen worden; het
is gevaarlijk een kind op schoot te
vervoeren met de gordel om beide
personen heen.WAARSCHUWING
Er mogen geen wijzigingen aan de
gordel worden aangebracht of
hulpmiddelen worden gebruikt die
voorkomen dat het
gordelmechanisme de gordel strak
tegen het lichaam aan kan trekken
of die het verstellen van de gordel
onmogelijk maken.