ESP Hyundai Santa Fe 2010 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2010, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2010Pages: 409, PDF Size: 30.88 MB
Page 199 of 409
Kenmerken van uw auto
126
4
1. Opening CD-speler
Plaats de CD met het etiket naar boven
gericht en duw deze voorzichtig in de
opening. Wanneer het contact in stand
ACC of ON staat en het audiosysteem uit
staat, wordt het automatisch ingeschakeld
wanneer de CD wordt geplaatst. Deze
CD-speler kan uitsluitend CD's van 12cm
afspelen. Maar als VCD's, data-CD's of
DVD's worden geplaatst, verschijnt er een
foutmelding ("Reading Error") en wordt de
CD uitgeworpen.
2. Uitwerptoets
Druk gedurende maximaal 0,8 seconden op de toets om de CD tijdens
het afspelen uit te werpen. Deze toets is
actief wanneer het contact uit is.
ALLE CD'S UITWERPEN (ALLEEN
CDC)
Druk gedurende ten minste 0,8 seconden
op de toets om achtereenvolgens alle
CD's in de speler uit te werpen. 3. Toets INFO
Telkens wanneer op de toets wordt
gedrukt, wordt informatie weergegeven
over het huidige muziekstuk (bestand).
CDDA : DISC TITLE
➟DISC ARTIST ➟
TRACK TITLE ➟TRACK ARTIST ➟
TOTAL TRACK...
MP3/WMA : FILE NAME ➟TITLE ➟
ARTIST ➟ALBUME ➟FOLDER NAME
➟ TOTAL FILE... (dit wordt niet
weergegeven als de informatie niet op
de disc beschikbaar is.)
4. Toets automatische muziekstukkeuze
Druk maximaal 0,8 seconden op de toets [TRACK ] om het huidige
muziekstuk vanaf het begin af tespelen.
Druk maximaal 0,8 seconden op de toets [TRACK ] en druk vervolgensbinnen 1 seconde nogmaals op de
toets om het vorige muziekstuk af tespelen.
Druk ten minste 0,8 seconden op de toets [TRACK ] om het huidige
muziekstuk versneld terug te spoelen. Druk maximaal 0,8 seconden op de
toets [SEEK ] om het volgende
muziekstuk af te spelen.
Druk ten minste 0,8 seconden op de toets [SEEK ] om het huidige
muziekstuk versneld af te spelen.
5. Toets RANDOM
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RDM-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de ALL RDM-modus te activeren.
RDM : Alleen de bestanden in een map of op een disc worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
ALL RDM (alleen MP3/WMA) : Alle bestanden op een disc worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
6. Toets REPEAT
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RPT-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de FLD RPT-modus te activeren.
RPT : Alleen een muziekstuk (bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
FLD RPT (alleen MP3/WMA) : Alleen bestanden in een map worden herhaaldelijk afgespeeld.
Page 200 of 409
4127
Kenmerken van uw auto
7. Toets CD/AUX
Als er een extern apparaat is
aangesloten, wordt hiermee de AUX-
modus ingeschakeld en wordt het geluid
van dat apparaat afgespeeld. Als er een
CD in de CD-speler wordt geplaatst,
wordt de CD-modus ingeschakeld. Als er
een extern apparaat wordt aangesloten
op de AUX-aansluiting, wordt dit
ingeschakeld. CD ➟
AUX ➟CD... telkens
wanneer de toets wordt ingedrukt (AUX
wordt niet ingeschakeld wanneer er geen
extern apparaat is aangesloten). Als er
geen CD geplaatst is of geen extern
apparaat is aangesloten, wordtgedurende 3 seconden "NO Media"
weergegeven en keert het systeem terug
naar de vorige modus.
8. Controlelampje CD
(alleen CDP)
Wanneer het contact in stand ACC of ON
staat en er een cd wordt geplaatst, gaat
dit controlelampje branden. Wanneer de
CD wordt uitgeworpen, dooft het
controlelampje. 9. Toets FLDR
Als op de toets [FOLDER ] wordt
gedrukt, gaat het systeem naar de
submap van de huidige map en geeft
het het eerste muziekstuk in de map
weer. Druk op de knop TUNE/ENTER
om naar de weergegeven map te
gaan. Het eerste muziekstuk in de map
zal worden afgespeeld.
Als op de toets [CAT ], [PTY ], [FOLDER ] wordt gedrukt, gaat hetsysteem naar de hoofdmap en geeft
het het eerste muziekstuk in de map
weer. Druk op de knop TUNE/ENTER
om naar de weergegeven map te gaan.
10. Knop SEARCH/ENTER
Draai deze knop rechtsom om de
muziekstukken na het muziekstuk dat
wordt afgespeeld weer te geven.
Draai deze knop linksom om de
muziekstukken vóór het muziekstuk dat
wordt afgespeeld weer te geven. Druk op
de knop om een muziekstuk over te
slaan en het gekozen muziekstuk af tespelen. 11. Toets SCAN
Hiermee worden de eerste 10 seconden
van elk muziekstuk op de CD
afgespeeld. Druk opnieuw op de toets
om de functie te annuleren.
12. Keuzetoets DISC
Toets [DISC ] om naar de vorige
disc te gaan.
Toets [DISC ] om naar de volgende disc te gaan.
13. Toets CD LOAD
Druk op de toets [LOAD] om de CD's in de beschikbare sleuf (1 - 6) te plaatsen.
Druk gedurende ten minste 2 seconden
op de toets [LOAD] om de CD's in de
beschikbare sleuf te plaatsen. De
laatstgeplaatste CD zal worden
afgespeeld. Wanneer de CD-speler 10
seconden niet wordt gebruikt, wordt het
laden onderbroken.
Page 201 of 409
Kenmerken van uw auto
128
4
OPMERKING BIJ
GEBRUIK USB-APPARAAT
Zorg er, om het USB-apparaat te
gebruiken, voor dat het apparaat
niet is aangesloten wanneer demotor wordt gestart en sluit hetapparaat aan nadat de motor is gestart.
Als u de motor start terwijl het USB-apparaat is aangesloten, kanhet apparaat beschadigd raken. (USB voldoet niet aan ESA.)
Als de motor wordt gestart of afgezet terwijl het externe USB-apparaat is aangesloten, werkthet apparaat mogelijk niet.
Niet-originele MP3- of WMA- bestanden worden mogelijk niet
afgespeeld.
1) Er kunnen alleen MP3- bestanden met eencompressiesnelheid tussen 8Kbps en 320 Kbps worden
afgespeeld.
2) Er kunnen alleen WMA- muziekbestanden met eencompressiesnelheid tussen 8
Kbps en 320 Kbps wordenafgespeeld.
(Vervolg)
(Vervolg) Voorkom statische elektriciteit bij het aansluiten of losnemen vanhet externe USB-apparaat.
Een gecodeerde MP3-speler wordt niet herkend.
Afhankelijk van het type extern USB-apparaat, wordt het apparaatmogelijk niet herkend.
Wanneer de geformatteerde byte/sector-instelling van het
externe USB-apparaat niet 512byte of 2048 byte is, zal hetapparaat niet worden herkend.
Het USB-apparaat mag uitsluitend geformatteerd zijn
volgens FAT 12/16/32.
USB-apparaten zonder USB IF autorisatie worden mogelijk nietherkend.
Steek geen lichaamsdelen of externe voorwerpen in de USB-aansluiting.
Als u het USB-apparaat in korte tijd herhaaldelijk aansluit en weerlosneemt, kan het apparaat defect
raken.
U hoort mogelijk een vreemd geluid bij het aansluiten oflosnemen van het USB-apparaat.
(Vervolg)(Vervolg) Als u het externe USB-apparaat tijdens het afspelen losneemt,kan het apparaat beschadigdraken of niet goed meer werken.
Sluit daarom het externe USB-apparaat aan wanneer de motor is afgezet of wanneer het
audiosysteem in een andereweergave staat.
Afhankelijk van het type en de capaciteit van het externe USB-apparaat of het bestandstype dat
in het apparaat is opgeslagen,kan de benodigde tijd voor het herkennen van het apparaatvariëren, zodat u mogelijk moet
wachten. Dit duidt echter niet opeen storing.
Gebruik het USB-apparaat niet voor andere doeleinden dan hetafspelen van muziekbestanden.
Het gebruik van USB-toebehoren als een lader of een verwarmingdie gebruikmaken van USB I/F kan de prestaties negatief beïnvloeden
of storingen veroorzaken.
(Vervolg)
Page 204 of 409
4131
Kenmerken van uw auto
1. Keuzetoets INFO
Geeft de informatie van het huidige
afgespeelde bestand weer in de volgordeFILE NAME ➟TITLE ➟ARTIST ➟
ALBUM ➟FOLDER ➟TOTAL FILE ➟
NORMAL DISPLAY ➟FILE NAME ➟...
(Geeft geen informatie weer als het
bestand niet over deze gegevensbeschikt.)
2. Toets
vooruitspoelen/achteruitspoele
n met of zonder geluid,
volgend/vorig muziekstuk
Druk gedurende maximaal 0,8
seconden op de toets [TRACK ] om
vanaf het begin van het huidige
muziekstuk af te spelen. Druk de toets
maximaal 0,8 seconden in en druk detoets binnen 1 seconde opnieuw in om
het vorige muziekstuk af te spelen.
Druk de toets ten minste 0,8 seconden
in om het muziekstuk versneld in
achterwaartse richting af te spelen.
Druk de toets [SEEK ] maximaal
0,8 seconden in om naar het volgende
muziekstuk te gaan. Druk de toets tenminste 0,8 seconden in om het
muziekstuk versneld in voorwaartse
richting af te spelen. 3. Toets RANDOM
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RDM-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de ALL RDM-modus te activeren.
RDM : Alleen de bestanden in een map
worden in willekeurige volgordeafgespeeld.
ALL RDM : Alle bestanden op een
USB-apparaat worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
4. Toets REPEAT
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RPT-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de FLD RPT-modus te activeren.
RPT : Alleen een bestand wordtherhaaldelijk afgespeeld.
FLD RPT : Alleen bestanden in een
map worden herhaaldelijk afgespeeld. 5. Keuzetoets USB
Als er een USB-apparaat is aangesloten,
wordt hiermee naar de weergave van de
muziekbestanden op het USB-apparaat
overgeschakeld. Als er geen CD geplaatst
is of geen extern apparaat is aangesloten,
wordt gedurende 3 seconden "NO Media"
weergegeven en keert het systeem terug
naar de vorige modus.
6. Toets FLDR
Als op de toets [FOLDER ] wordt
gedrukt, gaat het systeem naar de
submap van de huidige map en geeft
het het eerste muziekstuk in de map
weer. Druk op de knop TUNE/ENTER
om naar de weergegeven map te
gaan. Het eerste muziekstuk in de map
zal worden afgespeeld.
Als op de toets [CAT ] wordt
gedrukt, gaat het systeem naar dehoofdmap en geeft het het eerste
muziekstuk in de map weer. Druk op
de knop TUNE/ENTER om naar de
weergegeven map te gaan.
Page 205 of 409
Kenmerken van uw auto
132
4
7. Knop SEARCH/ENTER
Draai deze knop rechtsom om de
muziekstukken na het muziekstuk dat
wordt afgespeeld weer te geven.
Draai deze knop linksom om de
muziekstukken vóór het muziekstuk dat
wordt afgespeeld weer te geven. Druk op
de knop om een muziekstuk over te
slaan en het gekozen muziekstuk af tespelen.
8. Keuzetoets SCAN
Hiermee worden de eerste 10 seconden
van ieder muziekstuk in het USB-
apparaat afgespeeld. Druk opnieuw op
de toets om de scanfunctie te annuleren.
Page 207 of 409
Kenmerken van uw auto
134
4
Als een iPod met het aparte kabeltje
wordt aangesloten op de multimedia-
aansluiting in de console rechts van de
bestuurdersstoel. Wanneer de iPod wordt
aangesloten, zal het iPod-icoon in de
linker bovenhoek van het scherm worden
weergegeven.
1. Keuzetoets INFO
Geeft de informatie weer van het bestand
dat op dat moment wordt afgespeeld in
de volgorde TITLE ➟ARTIST ➟ALBUM
➟ NORMAL DISPLAY ➟TITLE ➟...
(Geeft geen informatie weer als het
bestand niet over deze gegevensbeschikt.) 2.Toets
vooruitspoelen/achteruitspoelen
met of zonder geluid,
volgend/vorig muziekstuk
Druk gedurende maximaal 0,8 seconden op de toets [TRACK ] om
vanaf het begin van het huidige
muziekstuk af te spelen. Druk de toets
maximaal 0,8 seconden in en druk detoets binnen 1 seconde opnieuw in om
het vorige muziekstuk af te spelen.
Druk de toets ten minste 0,8 seconden
in om het muziekstuk versneld in
achterwaartse richting af te spelen.
Druk de toets [SEEK ] maximaal 0,8 seconden in om naar het volgende
muziekstuk te gaan.
Druk de toets ten minste 0,8 seconden
in om het muziekstuk versneld in
voorwaartse richting af te spelen.
3. Toets RANDOM
Druk de toets maximaal 0,8 seconden in
om het afspelen in willekeurige volgorde
van de muziekstukken in de huidige
categorie in of uit te schakelen. Druk detoets ten minste 0,8 seconden in om alle
muziekstukken in een album op de iPod
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de toets om de functie
te annuleren. 4. Toets REPEAT
Hiermee wordt het muziekstuk opnieuw afgespeeld.
5. Keuzetoets iPod
Als er een iPod is aangesloten, wordt
hiermee van de CD-weergave naar de
weergave van de muziekbestanden op
de iPod overgeschakeld. Als er geen CD
geplaatst is of geen extern apparaat is
aangesloten, wordt gedurende 3
seconden "NO Media" weergegeven en
keert het systeem terug naar de vorige
modus.
6. Keuzetoets categorie
Hiermee gaat het systeem naar de
categorie boven de categorie die wordt
afgespeeld op de iPod. Druk op de knop
MENU (voorkeuzetoets 6) om naar de
weergegeven categorie te gaan (het
muziekstuk af te spelen). U kunt een
categorie lager dan de gekozen
categorie doorzoeken. De volgorde van
de iPod-categorie is SONG
(muziekstuk), ALBUMS (albums),
ARTISTS (artiesten), GENRES (genres)
en iPod.
Page 208 of 409
4135
Kenmerken van uw auto
7. Knop SEARCH/ENTER
Wanneer u de knop rechtsom draait,
worden de muziekstukken (categorieën)
na het muziekstuk dat wordt afgespeeld
(categorie op hetzelfde niveau)
weergegeven. Wanneer u de knop
linksom draait, worden de
muziekstukken (categorieën) vóór het
muziekstuk dat wordt afgespeeld
(categorie op hetzelfde niveau)
weergegeven.
Druk op de toets om naar het
weergegeven muziekstuk in de categorieSONG te luisteren.✽✽AANWIJZING VOOR
GEBRUIK VAN iPod
Sommige iPod-modellen
ondersteunen het
communicatieprotocol mogelijk niet
waardoor de bestanden niet
afgespeeld kunnen worden.
(Ondersteunde iPod-modellen: mini,
4G, photo, nano, 5G.)
De zoekvolgorde of de afspeelvolgorde
van muziekstukken kan bij de iPod
verschillen van die van het
audiosysteem.
Reset de iPod als deze tijdens het
gebruik vastloopt. (Resetten:
Raadpleeg de handleiding van de
iPod.)
Wanneer de batterijen zwak zijn,
werkt de iPod mogelijk niet goed.
OPMERKING BIJ
GEBRUIK VAN iPod
U hebt een apart voedingskabeltje
nodig voor de iPod om de iPod via
de toetsen van het audiosysteemte bedienen. Aansluiting via een standaard iPod USB-kabel wordtniet ondersteund, dus gebruik
deze niet met het audiosysteemvan de auto.
Wanneer u het apparaat via een iPod-kabeltje aansluit, moet u de
plug volledig insteken omstoringen in de communicatie te voorkomen.
Wanneer u de geluidseffecten van de iPod en het audiosysteem
aanpast, zullen de effecten vanbeide apparaten elkaar overlappen en kan degeluidskwaliteit afnemen of
verstoord raken.
Schakel de equalizerfunctie van de iPod uit wanneer u degeluidssterkte van het audiosysteem aanpast en zet de
equalizer van het audiosysteem uit wanneer u die van de iPodgebruikt.
(Vervolg)
Page 210 of 409
5
Vóór het rijden / 5-3
Standen contactslot / 5-4
Toets engine start/stop / 5-8
Handgeschakelde transmissie / 5-14
Automatische transmissie / 5-17
Vierwielaandrijving (4WD) / 5-24
Remsysteem / 5-31
Cruise control-systeem / 5-42
Brandstofbesparing / 5-47
Rijden onder speciale rijomstandigheden / 5-49
Rijden in de winter / 5-54
Rijden met een aanhanger / 5-58
Massa van de auto / 5-68
Rijden met uw auto
Page 229 of 409
Rijden met uw auto
20
5
Stand D (drive)
Dit is de normale stand voor het rijden in
voorwaartse richting. De transmissie
schakelt automatisch tussen de 6
versnellingen vooruit voor een zo laag
mogelijk brandstofverbruik bij optimale
prestaties.
Druk voor extra vermogen tijdens
inhaalmanoeuvres of het beklimmen van
een steile helling het gaspedaal volledig
in. Hierdoor zal de automatische
transmissie automatisch een lagere
versnelling kiezen.
✽✽
AANWIJZING
Laat de auto helemaal tot stilstand
komen alvorens de selectiehendel in of
stand D te zetten.
Sportstand
De sportstand kan vanuit stilstand of
tijdens het rijden worden ingeschakeld
door de selectiehendel vanuit stand D
(Drive) naar rechts te bewegen. Druk de
selectiehendel terug naar links om stand
D (Drive) weer in te schakelen.
In de sportstand verloopt het
overschakelen tussen de versnellingen
eenvoudig en snel door de
selectiehendel naar voren en naar
achteren te bewegen. In tegenstelling tot
een handgeschakelde transmissie, kan
in de sportstand geschakeld worden
terwijl het gaspedaal ingetrapt is. Opschakelen (+) :
Druk de selectiehendel één keer naarvoren om één versnelling op te
schakelen.
Terugschakelen (-): Trek de selectiehendel één keer naar
achteren om één versnelling terug te
schakelen.
✽✽ AANWIJZING
In de sportstand moet de bestuurder zelf opschakelen overeenkomstig de
rijomstandigheden en ervoor zorgen
dat het motortoerental beneden het
rode gebied blijft.
In de sportstand kunnen alleen de zes (6) versnellingen vooruit gekozen
worden. Zet de selectiehendel in stand
R of P om de auto respectievelijk
achteruit te rijden of te blokkeren bij
het parkeren.
In de sportstand wordt automatisch teruggeschakeld wanneer de auto
snelheid mindert. Als de auto tot
stilstand komt, wordt automatisch de
eerste versnelling ingeschakeld. (Vervolg)
OCM050012
SporSportt--standstand
Page 243 of 409
Rijden met uw auto
34
5
Laat de auto controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer als de
parkeerrem niet of niet helemaal in de
vrijstand terugkeert.
Controleer of het waarschuwingslampje
van het remsysteem werkt door het
contact in stand ON te zetten (start de
motor niet). Dit lampje gaat branden
wanneer het contact in stand START of
ON wordt gezet en de parkeerrem is
geactiveerd.
Zorg ervoor dat de parkeerrem voor het
wegrijden vrij is en controleer of het
waarschuwingslampje van het
remsysteem niet brandt.
Als het waarschuwingslampje van het
remsysteem blijft branden nadat de
parkeerrem vrij is en de motor draait, kan
er een storing in het remsysteem zijn. Laatdit direct controleren. Breng de auto indien mogelijk direct tot
stilstand. Als dat niet mogelijk is, rijdt dan
erg voorzichtig door naar een plaats waar
u wel kunt stoppen.E070300AFD
Antiblokkeersysteem (ABS)
WAARSCHUWING
Gebruik stand P niet in plaats van de parkeerrem om de auto op zijn
plaats te houden. Activeer de
parkeerrem EN zet de
versnellingspook in de 1e
versnelling of de
achteruitversnelling
(handgeschakelde transmissie)
of zet de selectiehendel in stand
P (automatische transmissie).
Laat kinderen en personen die niet bekend zijn met de auto niet
aan de parkeerrem komen. Als de
parkeerrem per ongeluk wordt
gedeactiveerd, kan er ernstigletsel ontstaan.
Bij het parkeren van de auto moet altijd de parkeerrem worden
geactiveerd om te voorkomen dat
de auto zich onbedoeld in
beweging zet, waardoor de
inzittenden of voetgangers letselop zouden kunnen lopen.
W-75
WAARSCHUWING
ABS (of ESP) kan geen ongelukken
voorkomen die het gevolg zijn van
gevaarlijk rijgedrag. Hoewel de autobij een noodstop beter onder
controle gehouden kan worden, is
het toch noodzakelijk voldoende
afstand tot uw voorligger te
bewaren. U moet uw rijsnelheidaltijd aanpassen aan deomstandigheden en zo nodig uw
snelheid verlagen.
De remweg van auto’s met ABS (of
ESP) kan in de volgende situaties
langer zijn dan van auto’s zonder
een dergelijk systeem.
Rijd in dergelijke situaties met een
gereduceerde snelheid:
Op slechte wegen, wegen met steenslag of wegen die met sneeuw bedekt zijn.
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn.
(Vervolg)