service Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2013Pages: 670, PDF Size: 44.06 MB
Page 75 of 670

Onderhoud
64
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
INTERIOR LAMP15ABagageruimteverlichting, verlichting make-upspiegel links/rechts,
verlichting dakconsole, middelste interieurverlichting, leeslamp links/rechts
MULTI MEDIA15AAudiosysteem, hoofdunit A/V- en navigatiesysteem, digitale klok
MDPS7.5AMDPS-unit
HANDLE HTD15AStuurwielschakelaar
MEMORY 110ARF-ontvanger, schakelaar contactslotverlichting en waarschuwingsschakelaar portier
START7.5AZonder startblokkering en Smart Key: relaiskast interieur (relais alarmsysteem)
Met startblokkering/Smart Key: motor-ECU/PCM, transmissiestandschakelaar,
Smart Key-module, zekering- en relaiskast motorruimte (relais 2)
MODULE 210A
Adaptieve koplampmodule, stuurwielkussenschakelaar,
module actieve motorkapverhoging, gloeirelais (diesel), multifunctionele servicestekker,
koplamp links/rechts, servo koplamphoogteregeling links/rechts,
module automatische koplamphoogteregeling, remlichtschakelaar,
waarschuwingssensor brandstoffilter (diesel), zekeringkast diesel (relais 1) (diesel)
CORNERING LAMP 10ARelaiskast interieur (relais bochtverlichting links/rechts)
SUNROOF 220ASchuif-/kanteldak
S/HEATER RR15AStoelverwarming links/rechts
IGN20AZekering- en relaiskast motorruimte (zekering - F35, F36, F37, F38)
Page 80 of 670

769
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
MULTI-
ZEKERING
MDPS80AMDPS-unit
B+260AIntelligent verbindingsblok (IPS 1 (4CH), IPS 2 (1CH), IPS 5 (1CH),
zekering - F31/F36/F41/F45)
BLOWER40ARelais 4 (aanjagerrelais)
RR HTD40ARelais 12 (relais achterruitverwarming)
ABS140AABS-module, ESP-module, multifunctionele servicestekker
ABS240AABS-module, ESP-module
C/FAN60ABehalve Europa - relais 6 (relais koelventilator (lage snelheid)),
relais 10 (relais koelventilator (hoge snelheid))
B+360AIntelligent verbindingsblok
(zekering - F4/F5/F10/F21/F26, automatische lekstroomonderbreking)
ZEKERING
B+450AIntelligent verbindingsblok
(IPS 3 (4CH), IPS 4 (2CH), IPS 6 (2CH), zekering - F35/F38/F40/F44)
EMS40AEMS-kast
C/FAN50ABehalve Europa - relais 6 (relais koelventilator (lage snelheid)),
relais 10 (relais koelventilator (hoge snelheid))
IG140AContactslot (zonder Smart Key), relais 7/8 (relais ACC/IG1, met Smart Key)
IG240AContactslot (zonder Smart Key), relais 2 (startrelais)/relais 9 (relais IG2)
TRAILER30AAanhangerverlichting & 12V-aansluiting
Page 187 of 670

Rijden met uw auto
74
5
Houd uw auto schoon. Om optimaal
service aan uw auto te kunnen laten
uitvoeren, moet uw auto schoon zijn en
moeten materialen die corrosie
kunnen veroorzaken, verwijderd
worden. Het is vooral belangrijk
opeenhopingen van modder, vuil, ijs,
enz. aan de onderzijde van de auto te
voorkomen. Het extra gewicht van
dergelijke opeenhopingen verhoogt
het brandstofverbruik en het materiaal
kan corrosie veroorzaken omdat het
lang vochtig kan blijven.
Houd uw auto zo licht mogelijk. Vervoer geen onnodig gewicht in uw auto. Hoe
zwaarder de auto, hoe hoger het
brandstofverbruik.
Laat de motor niet langer stationair draaien dan nodig is. Als u ergens
moet wachten (en niet aan het verkeer
deelneemt), zet dan de motor uit en
start de motor pas weer als u weg wilt
rijden.
Denk eraan dat u uw auto niet langdurig warm hoeft te laten draaien.
Laat de motor na het starten 10 - 20
seconden stationair draaien voordat u
een versnelling inschakelt. Bij zeer
lage buitentemperaturen kunt u deze
periode iets verlengen. Laat de motor niet “bokken” of met een
hoog toerental draaien. Bokken is het
verschijnsel dat de motor onregelmatig
gaat draaien als u met een te lage
snelheid in een te hoge versnelling
gaat rijden. Schakel als dat gebeurt
terug naar een lagere versnelling. Bij
een te hoog toerental draait de motor
meer toeren dan goed voor hem is. Dat
kan worden voorkomen door te
schakelen bij de aanbevolensnelheden.
Maak met beleid gebruik van de airconditioning. De airconditioning
wordt aangedreven door de motor,
waardoor het brandstofverbruiktoeneemt als de airconditioning
gebruikt wordt.
Geopende ruiten verhogen bij hoge snelheid het brandstofverbruik.
Het brandstofverbruik neemt toe bij zij- en tegenwind. Verminder onder dezeomstandigheden snelheid om het
brandstofverbruik enigszins te
beperken. Het in goede staat houden van uw auto is
van groot belang voor zowel de veiligheid
als het brandstofverbruik. Daarom
adviseren we u het systeem te laten
repareren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
WAARSCHUWING
- Rijden met uitgezette
motor
Zet nooit de motor tijdens af om een helling af te rijden of tijdens het
rijden. Als de motor niet draait,
werken de stuurbekrachtiging en
de rembekrachtiging niet. Laat de
motor draaien en schakel terug
naar de juiste versnelling omoptimaal op de motor te kunnen
afremmen. Daarnaast kan het
uitzetten van de motor tijdens het
rijden het stuurslot (indien van
toepassing) inschakelen waardoor
de auto onbestuurbaar wordt,
hetgeen tot ernstig letsel kanleiden.
Page 216 of 670

Kenmerken van uw auto
198
4
OPMERKING
Als u het apparaat gebruikt
tijdens het rijden, kan dit leiden
tot ongelukken omdat u onvoldoende op uw omgeving let.Parkeer eerst de auto voordat uhet apparaat gebruikt.
Pas het volume zodanig aan dat u ook de geluiden buiten de autokunt horen. Als het volume te hoog is en u geluiden buiten de
auto niet kunt horen, kan dat leiden tot ongelukken.
Let op het volume wanneer u het apparaat inschakelt. Eenplotseling zeer hoog volume bij
het inschakelen van het apparaatkan leiden tot gehoorbeschadigingen. (Pas hetvolume aan tot een aanvaardbaar
niveau voordat u het apparaatinschakelt.)
Als u het apparaat op een andere positie wilt installeren, informeerdan bij uw leverancier of
servicecentrum. Er is technischekennis vereist om het apparaat te installeren of te demonteren.
(Vervolg)WAARSCHUWING
Staar tijdens het rijden niet naar het scherm. Als u gedurende
langere tijd naar het scherm
staart, kunt u
verkeersongelukken
veroorzaken.
Demonteer of monteer het audiosysteem niet en breng geen
wijzigingen aan. Als u dit doet,
kan dat resulteren in ongelukken,
brand of een elektrische schok.
Als u de telefoon gebruikt tijdens het rijden, kunt u minder goed op
het verkeer letten en kunnen zich
ongelukken voordoen. Parkeer de
auto voordat u de telefoonfunctie
gebruikt.
Zorg ervoor dat er geen water of vreemde voorwerpen op het
apparaat terechtkomen. Dit kan
leiden tot rook, brand of
storingen in het product.
(Vervolg)(Vervolg)
Gebruik het product niet als hetscherm leeg is of als er geen
geluid hoorbaar is. Dit kan duiden
op een storing in het product. Als
u het product in dergelijke
situaties blijft gebruiken, kan dat
leiden tot ongelukken (brand,
elektrische schok) of storingen in
het product.
Raak tijdens onweer de antenne niet aan omdat dit kan leiden tot
een elektrische schok.
Stop of parkeer de auto niet in gebieden met een stop- of
parkeerverbod om het product te
gebruiken. Dit kan leiden tot
verkeersongelukken.
Gebruik het systeem met het contact AAN. Langdurig gebruik
met het contact UIT, kan leiden
tot een lege accu.
Page 217 of 670

4199
Kenmerken van uw auto
(Vervolg) Zet het contact AAN voordat u dit apparaat gebruikt. Gebruik het
audiosysteem niet gedurendelangere perioden met het contactUIT omdat hierdoor de accu leegkan raken.
Stel het apparaat niet bloot aan ernstige schokken en laat het nietvallen. Directe druk op devoorzijde van de monitor kan
schade veroorzaken aan het LCDof touchscreen.
Wanneer u het apparaat schoonmaakt, moet u hetapparaat uitschakelen en een
droge, zachte doek gebruiken.Gebruik nooit ruwe materialen,chemische doeken ofoplosmiddelen (alcohol, benzeen,
thinner, enz.) omdat dergelijke middelen het paneel van hetapparaat kunnen beschadigen ofverkleuringen kunnen
veroorzaken.
(Vervolg)(Vervolg) Plaats geen dranken in de buurt van het audiosysteem. Als u
morst met dranken kan dit leidentot storingen in het systeem.
Als er sprake is van een storing, neem dan contact op met uw
leverancier of servicecentrum.
Wanneer het audiosysteem in een elektromagnetische omgevingwordt geplaatst, ontstaat mogelijkruis.