Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2017Pages: 735, PDF Size: 15.3 MB
Page 151 of 735

Kenmerken van uw auto
50
4
Het zonnescherm sluiten wanneer het
glaspaneel is gesloten
- Druk op de toets voor het sluiten van het zonnescherm (2). ❈ Als u op de toets voor het sluiten van
het zonnescherm (2) drukt terwijl het
glaspaneel is geopend, wordt het
zonnescherm half gesloten,
vervolgens wordt het glaspaneel
gesloten en tenslotte wordt het
zonnescherm geheel gesloten.
Om het schuiven op een bepaald punt te
onderbreken drukt u kort op de
bedieningsschakelaar van het
zonnescherm.
✽AANWIJZING
Plooien in het zonnescherm zijn een
normale eigenschap van het materiaal.
Open-/dichtschuiven van het
schuif-/kanteldak
Als het zonnescherm gesloten is
Als u de hendel van het schuif-/kanteldak
naar achteren trekt, schuiven het
zonnescherm en het glaspaneel
helemaal open. Beweeg de hendel kortomhoog of omlaag om het schuif-/kanteldak te stoppen.
OPMERKING
• Probeer het zonnescherm niet met de hand open of dicht teschuiven. Anders kan hetzonnescherm defect raken.
• Sluit het schuifdak bij het rijden over stoffige wegen. Stof kan een
storing veroorzaken in het systeem.
ODM042030
Page 152 of 735

451
Kenmerken van uw auto
Als het zonnescherm geopend is
Als u de bedieningshendel van het schuif-/kanteldak naar achteren trekt,
wordt het glaspaneel geheel open
geschoven. Beweeg de hendel kortomhoog of omlaag om het schuif-/kanteldak te stoppen. ❈Het voorste gedeelte van het
glaspaneel kan alleen wordengeopend en gesloten. Kantelen van het schuif- /kanteldak
Als het zonnescherm gesloten is
Als u de hendel van het schuif-/kanteldak
omhoog drukt, schuift het zonnescherm
gedeeltelijk open en kantelt vervolgenshet glaspaneel.
Beweeg de hendel kort omhoog of omlaag om het schuif-/kanteldak testoppen.
Als het zonnescherm geopend is
Als u de de bedieningshendel van het
schuif-/kanteldak omhoog beweegt, zal
het glaspaneel worden gekanteld.
Beweeg de hendel kort omhoog of omlaag om het schuif-/kanteldak testoppen.
ODM042033
Page 153 of 735

Kenmerken van uw auto
52
4
Het schuif-/kanteldak sluiten
Het schuif-/kanteldak sluiten
(of omlaag kantelen)
- Druk de bedieningshendel van het glaspaneel naar beneden (of naar
voren).
❈ Als u de hendel voor het glaspaneel
van het schuif-/kanteldak de toets naar
beneden drukt (of naar voren) terwijl
het zonnescherm is geopend, wordthet glaspaneel gesloten (of omlaaggekanteld).
Beweeg de hendel kort omhoog ofomlaag om het schuif-/kanteldak testoppen.
Automatisch omkeren van bewegingsrichting
Als tijdens het automatisch sluiten van het schuif-/kanteldak of het
zonnescherm een voorwerp of
lichaamsdeel gedetecteerd wordt, schuift
het dak automatisch een stukje terug enstopt het.
Het automatisch omkeren van de
bewegingsrichting vindt niet plaats als er
een klein obstakel tussen het glaspaneel
of het zonnescherm en de schuifdakrand
aanwezig is. Controleer voor het sluiten
of er geen voorwerpen of lichaamsdelen
door het schuif-/kanteldak naar buiten
zijn gestoken.
WAARSCHUWING
- Schuif-/kanteldak
• Zorg ervoor dat er geen hoofden, handen of andere lichaamsdelen
tussen het schuif-/kanteldak en
de carrosserie bekneld kunnen
raken als het schuif-/kanteldak
gesloten wordt.
• Steek tijdens het rijden de armen, het hoofd of andere
lichaamsdelen niet buiten deauto.
• Zorg ervoor dat de handen en het hoofd zich op een veilige afstand
van het schuif-/kanteldak
bevinden, alvorens het schuif-/kanteldak te sluiten.
OPMERKING
• Verwijder van tijd tot tijd het vuil
dat zich verzameld heeft op degeleiderail.
• Wanneer u het schuif-/kanteldak probeert te openen bij tempera-turen onder het vriespunt, of alshet dak bedekt is met sneeuw of
ijs, kan het glaspaneel of demotor beschadigd raken.
OYF049215
Page 154 of 735

453
Kenmerken van uw auto
Resetten van het schuif- /kanteldak
Het schuifdak moet gereset worden als
(één van de volgende):
- De accu ontladen is of de accukabelszijn losgenomen, of als de
desbetreffende zekering is vervangen
of verwijderd.
- De one-touch bediening van het schuifdak niet goed werkt.
1. Zet het contact in stand ON.
2. Het sluiten van het zonnescherm en het schuif-/kanteldak als deze geheel geopend zijn.
3. Laat de hendel van het schuif- /kanteldak los.
4. Duw de hendel van het schuif- /kanteldak naar voren in de richting
van sluiten (ongeveer 10 seconden) tot
het schuif-/kanteldak iets beweegt.
Laat de hendel dan los. 5. Druk de de bedieningshendel van het
schuif-/kanteldak naar voren in de
richting sluiten totdat het schuif-
/kanteldak als volgt werkt:
Openschuiven van het zonnescherm en het glaspaneel →Dichtschuiven
van het glaspaneel →
Sluiten van het
zonnescherm
Laat de hendel dan los.
Hierna is het schuif-/kanteldak gereset.
✽AANWIJZING
Als het schuif-/kanteldak niet wordt
gereset, werkt het mogelijk niet goed.
Page 155 of 735

Kenmerken van uw auto
54
4
Elektronische stuurbekrachtiging
(indien van toepassing)
De stuurbekrachtiging reduceert de
benodigde stuurkracht door gebruik te
maken van een elektromotor. Bij een
niet-draaiende motor of bij een defecte
stuurbekrachtiging blijft de auto
bestuurbaar, maar is de benodigde
stuurkracht veel groter.
De elektromotor die voor de
bekrachtiging zorgt, wordt geregeld dooreen module die de elektromotor
aanstuurt op basis van signalen over het
stuurkoppel en de rijsnelheid.
Het verdraaien van het stuurwiel wordt
zwaarder wanneer de rijsnelheid
toeneemt en lichter wanneer de snelheid
afneemt. Hierdoor heeft u een betere
controle over het stuurwiel.
Indien u merkt dat onder normale
omstandigheden het sturen van de auto
zwaarder gaat dan normaal, weadviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.✽AANWIJZING
De volgende symptomen kunnen zich
tijdens normaal gebruik voordoen:
• Het waarschuwingslampje EPS brandt niet.
• Het draaien aan het stuurwiel gaat zwaarder nadat het contact in stand
ON wordt gezet. Dit gebeurt als het
systeem de EPS-diagnose uitvoert. Als
de zelfdiagnose voltooid is, gaat het
draaien aan het stuur weer net zo licht
als anders.
• Er kan een klikkend geluid hoorbaar
zijn van het EPS-relais na het in stand
ON of LOCK/OFF zetten van het
contact.
• Het geluid van de elektromotor is
mogelijk hoorbaar als de auto stilstaat
of met lage snelheid rijdt.
• De benodigde stuurkracht neemt toe als het stuurwiel voortdurend wordt
gedraaid wanneer de auto niet in
beweging is. Na een paar minuten
gaat het draaien aan het stuurwiel
weer net zo licht als anders.
(Vervolg)(Vervolg)
• Als de elektrische stuurbekrachtiging
niet goed werkt, gaat het waar-
schuwingslampje op het instru-
mentenpaneel branden. Mogelijk
werkt het stuurwiel niet goed of kunt
u de controle verliezen. We adviseren
u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
• Wanneer u in koude weersomstandig- heden het stuurwiel verdraait, kan
een vreemd geluid te horen zijn.
Wanneer de temperatuur stijgt, zal
het geluid verdwijnen. Dit is een
normaal verschijnsel.
STUURWIEL
Page 156 of 735

455
Kenmerken van uw auto
Stuurbekrachtiging
(indien van toepassing)
De stuurbekrachtiging reduceert de
benodigde stuurkracht door gebruik te
maken van het vermogen dat de motor
levert. Bij een niet-draaiende motor of bij
een defecte stuurbekrachtiging blijft de
auto bestuurbaar, maar is de benodigde
stuurkracht veel groter.
Indien u merkt dat onder normale
omstandigheden het sturen van de auto
zwaarder gaat dan normaal, weadviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.✽AANWIJZING
Als de aandrijfriem van de
stuurbekrachtigingspomp breekt of de
pomp defect raakt, zal de benodigde
stuurkracht aanzienlijk groter worden.
✽AANWIJZING
Als de auto bij koud weer (temperatuur
lager dan -10°C) lange tijd buiten heeft
gestaan, dan functioneert de
stuurbekrachtiging mogelijk minder
goed wanneer de motor voor de eerste
maal wordt gestart. Dit wordt
veroorzaakt door een stijging van de
viscositeit van de
stuurbekrachtigingsvloeistof en duidt
niet op een storing.
Als dit gebeurt, laat het toerental van de
motor dan oplopen tot 1.500 omw/min
en laat vervolgens het gaspedaal los, of
laat de motor twee tot drie minuten
stationair draaien om de
stuurbekrachtigingsvloeistof te laten
opwarmen.
Verstelbare stuurkolom
Een verstelbare stuurkolom maakt het mogelijk het stuurwiel af te stellen
voordat u gaat rijden. Daarnaast kunt u
het stuurwiel omhoog kantelen zodat uw
benen meer ruimte hebben bij het in- enuitstappen.
Het stuurwiel moet zo worden afgesteld
dat u een tijdens het rijden een
comfortabele positie achter het stuur
kunt vinden en tegelijkertijd een goed
zicht heeft op de waarschuwingslampjes
en meters/tellers in het instrumenten-paneel.
WAARSCHUWING
• Stel het stuurwiel nooit af tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt
u de macht over het stuur
verliezen waardoor ongevallen en
letsel veroorzaakt kunnen
worden.
• Controleer na het afstellen of het stuurwiel goed vastzit.OPMERKING
Houd het stuurwiel bij een
draaiende motor nooit langer dan 5
seconden maximaal naar rechts oflinks. Als het stuurwiel langer dan 5
s tegen de aanslag wordtgehouden, kan er schade aan de
stuurbekrachtigingspompontstaan.
Page 157 of 735

Kenmerken van uw auto
56
4
Druk de vergrendeling (1) omlaag, zet
het stuurwiel in de gewenste hoek (2) en
hoogte (3) en trek de vergrendeling weer
omhoog om het stuurwiel te blokkeren.
Stel het stuurwiel af voordat u gaat
rijden. Stuurwielverwarming
(indien van toepassing)
Door op de schakelaar voor de
stuurverwarming te drukken terwijl het
contact in de stand ON staat, wordt de
stuurverwarming ingeschakeld. Het
controlelampje in de schakelaar zal gaan
branden en er verschijnt een melding in
het LCD-display.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
stuurwielverwarming uit te schakelen.
Het controlelampje in de schakelaar zal
uitgaan en er verschijnt een melding in
het LCD-display.
✽AANWIJZING
De stuurwielverwarming zal ongeveer
30 minuten na het inschakelen
automatisch uitschakelen.
ODM042036
ODM042342
OPMERKING
Plaats geen stuurwielknoppen om het stuurwiel te bedienen. Anders kan het stuurwiel
-verwarmingssysteem beschadigdraken.
Page 158 of 735

457
Kenmerken van uw auto
Claxon
Om te claxonneren, drukt u op het claxonsymbool op het stuurwiel.
Controleer regelmatig de werking van de claxon.
✽AANWIJZING
Om te claxonneren, drukt u het gedeelte
van het stuurwiel bij het claxonsymbool
(zie afbeelding). De claxon wordt alleen
bediend wanneer op dit gedeelte wordt
gedrukt.
OPMERKING
Om de claxon te bedienen hoeft u niet op het claxongedeelte te slaan. Druk het claxongedeelte niet in meteen scherp voorwerp.
ODM042038
Page 159 of 735

Kenmerken van uw auto
58
4
Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u in het
midden van de spiegel het midden van
de achterruit ziet. Stel de spiegel af
voordat u gaat rijden.Binnenspiegel met dag-/nachtstand
(indien van toepassing)
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
deze in de dag stand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel naar u toe om de spiegel in de
nachtstand te zetten om verblinding door
de koplampen van achteropkomend
verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeld in de spiegel in de nachtstand minder duidelijkis dan in de dagstand.
SPIEGELS
WAARSCHUWING
- Zicht naar achteren
Zorg er indien mogelijk voor dat het
uitzicht door de achterruit niet
belemmerd wordt.
WAARSCHUWING
Probeer de achteruitkijkspiegel niet
te verstellen tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de controle over de
auto verliezen waardoor een
ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
WAARSCHUWING
Wijzig de binnenspiegel niet en
monteer geen grotere spiegel.
Hierdoor kan tijdens een ongeval of
bij het activeren van de airbagletsel ontstaan.
ODM042048Dagstand
Nachtstand
Page 160 of 735

459
Kenmerken van uw auto
Elektrochromatische binnenspiegel(ECM - Electric chromic mirror)(indien van toepassing)
De elektrochromatische binnenspiegel
voorkomt automatisch verblinding door
achteropkomend verkeer. De sensor in
de spiegel registreert de lichtinval en
absorbeert de weerspiegelingen van de
koplampen van achteropkomende auto's.
Zodra de motor draait, worden de lichtreflecties automatisch gedimd.
Als de selectiehendel in de R (achteruit)
stand wordt gezet, wordt debinnenspiegel in de helderste stand
gezet om het uitzicht naar achteren zo
duidelijk mogelijk te maken.
Bedienen van elektrische binnenspiegel:
• Druk op de aan/uit-knop (1) om deautomatische dimfunctie in te
schakelen. Het spiegelcontrolelampje
zal gaan branden. Druk op de aan/uit-knop (1) om de automatische
dimfunctie uit te schakelen. Hetspiegelcontrolelampje dooft.
• De standaardinstelling voor de binnenspiegel is AAN als het contact instand ON staat.
OMD040032
OMD042122L
■Type A
■Type B
Achteruitrijscherm
Controlelampje Sensor
Controlelampje
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van de spiegel een papieren doekje of vergelijkbaar materiaal dat vochtigis gemaakt met glasreiniger. Spuit
niet direct glasreiniger op de spiegel. Hierdoor kan er
glasreiniger in de spiegel komen.