ESP Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2017Pages: 735, PDF Size: 15.3 MB
Page 10 of 735

15
Introductie
Benzines die het milieu minderbelasten
HYUNDAI raadt u aan loodvrije benzine
te tanken met een octaangetal van RON(Research Octane Number) 95/AKI (Anti
Klop Index) van 91 of hoger (Europa).
Klanten die niet de beschikking hebben
over kwalitatief hoogwaardige
brandstoffen met de juiste additieven
wordt geadviseerd elke 15.000 km
(Europa) een fles additieven toe te
voegen aan de brandstoftank als er
problemen zijn met het starten of soepel
ronddraaien van de motor. Bij uw officiële
HYUNDAI-dealer zijn additieven
verkrijgbaar met de daarbij behorende
gebruiksinstructies. Gebruik geen
andere additieven.
Rijden in het buitenland
Als u van plan bent om met uw auto naar
het buitenland te gaan:
• Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in dat land geldende wettelijke
voorschriften met betrekking tot
registratie en verzekering.
• Informeer of de juiste brandstof verkrijgbaar is. DieselmotorDieselbrandstof
Gebruik voor de dieselmotor alleen bij
het benzinestation verkrijgbare diesel-brandstof die aan de EN 590-norm of
vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor
“European Norm”).
Gebruik geen dieselbrandstof die
bestemd is voor de scheepvaart, lichte
stookoliën of niet-goedgekeurde brand
-stoftoevoegingen, aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en
het brandstofsysteem kan beschadigen.
Het gebruik van niet-goedgekeurde
brandstoffen en/of brandstoftoevoegin
-gen heeft een beperking van de garantie
tot gevolg.
Het cetaangetal van de dieselbrandstof
voor uw auto moet hoger zijn dan 51. Als
er twee soorten diesel leverbaar zijn,
moet afhankelijk van de temperatuur
worden gekozen voor zomer- ofwinterdiesel.
• Boven -5°C ... Zomerkwaliteit diesel
-brandstof
• Onder -5°C ... Winterkwaliteit diesel
-brandstof
Page 11 of 735

Introductie
6
1
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet
leeg raakt. Als de motor door
brandstoftekort afslaat, moeten de
brandstofcircuits volledig worden
ontlucht voordat de motor weer kan
worden gestart.Biodiesel
Indien uw auto aan de EN 14214-norm of
vergelijkbaar voldoet, mag bij het
benzinestation verkrijgbare dieselmeng
-sels met niet meer dan 7% biodiesel,
algemeen bekend als “B7-diesel” worden
gebruikt. (EN staat voor “European
Norm”). Het gebruik van biobrandstoffen
van meer dan 7% gemaakt uit koolzaad
methylester (RME), vetzuur methylester
(FAME), plantaardige methylester
(VME), enz. of een diesel/biodiesel
-mengsel zal de slijtage bespoedigen en
kan de motor of het brandstofsysteem
beschadigen. Reparatie of vervanging
van versleten of beschadigde
onderdelen als gevolg van het gebruik
van niet-goedgekeurde brandstoffen valt
niet onder de fabrieksgarantie.
OPMERKING
• Gebruik nooit brandstof,
ongeacht of diesel, B7-biodieselof anderszins, dat niet aan demeest recente specificaties
voldoet.
• Gebruik nooit brandstoftoe
-voegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolenof goedgekeurd.
OPMERKING
Zorg ervoor dat er geen benzine of
water in de brandstoftank terechtkomt. Als dat wel het geval is
moet de brandstoftank wordenafgetapt en moet het brandstof-
systeem worden ontlucht omschade aan de brandstofpomp en
de motor te voorkomen.
OPMERKING - Dieselbrandstof
(indien voorzien van een
roetfilter (DPF))
Het is raadzaam de aanbevolendiesel voor dieselauto's uitgerust
met een DPF-systeem te gebruiken.Het gebruik van diesel met een
hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm zwavel) en niet-
gespecificeerde toevoegingen kan ertoe leiden dat het DPF-systeem
beschadigd raakt en er witte rook wordt uitgestoten.
Page 40 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
18
3
Neerklappen van de rugleuning achter:
1. Steek de gesp van de
veiligheidsgordel achter in de opening
tussen de rugleuning en de zitting enplaats de gordel in de geleider om
beschadiging te voorkomen.
2. Zet de rugleuning zoveel mogelijk rechtop en schuif indien nodig de
voorste stoel naar voren.
3. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie.■2e
zitrij
ODM032034/OXM039030/ODM032027/ODM032035
■3e
zitrij
Page 51 of 735

329
Veiligheidssysteem van uw auto
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
niet vastmaakt en u gaat sneller rijden
dan 9 km/h, gaat het reeds brandende
waarschuwingslampje knipperen tot u
langzamer dan 6 km/h gaat rijden.
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
nog niet vastmaakt en u gaat sneller
rijden dan 20 km/h, zal de
waarschuwingszoemer gedurende
ongeveer 100 seconden klinken en gaat
het waarschuwingslampje van de
desbetreffende veiligheidsgordelknipperen.Driepuntsgordel
Vastmaken van uw gordel:
Trek de gordel uit de blokkeerautomaat en plaats de metalen gesp (1) in de
gordelsluiting (2). Wanneer de gesp in de
gordelsluiting vergrendelt, is een klik
hoorbaar.
De veiligheidsgordel kan zich alleen automatisch tot de juiste lengte oprollenals u eerst handmatig het heupgedeelte
van de gordel strak over uw heupen trekt.
Als u zich langzaam voorover beweegt,rolt de gordel af en heeft u een maximale
bewegingsruimte. Bij een noodstop of
een aanrijding echter zal de gordel
geblokkeerd worden. Daarnaast zal de
gordel blokkeren wanneer u te snel naar
voren buigt.
✽AANWIJZING
Als het u niet lukt om de
veiligheidsgordel uit de
blokkeerautomaat te trekken, trek dan
krachtig aan de gordel en laat deze
vervolgens los. U kunt dan de gordel
gemakkelijk uittrekken.
B180A01NF
1
2
Page 57 of 735

335
Veiligheidssysteem van uw auto
✽AANWIJZING
• Wanneer de gordelspanners geactiveerd worden, kan een luide
knal hoorbaar zijn en kan er fijn stof,
dat doet denken aan rook, zichtbaar
worden in het
passagierscompartiment. Dat zijn
normale verschijnselen en het stof is
niet schadelijk.
• De fijne stof is normaal gesproken onschadelijk, maar kan bij personen
met een gevoelige huid irritatie
veroorzaken. Tevens dient langdurig
inademen van de stof vermeden te
worden. Was de aan het stof
blootgestelde huid zorgvuldig na een
ongeval waarbij de gordelspanners
zijn geactiveerd.
• Omdat de sensor die de airbag
activeert in verbinding staat met de
gordelspanner, zal het
waarschuwingslampje AIRBAG in
het dashboard gedurende ongeveer 6
seconden gaan branden nadat het
contact in stand ON wordt gezet.
Daarna zou het lampje uit moeten
gaan.WAARSCHUWING
• Gordelspanners zijn ontworpen voor eenmalig gebruik. Nadat een
gordelspanner is geactiveerd,
moet deze worden vervangen.
Alle veiligheidsgordels dietijdens een aanrijding zijn
gebruikt, moeten compleet
vervangen worden.
• Het mechanisme van de gordelspanners wordt tijdens het
activeren heet. Raak de
onderdelen van het
gordelspannersysteem niet aan
nadat ze geactiveerd zijn.
• Probeer nooit zelf de gordelspanners te controleren of
te vervangen. We adviseren u het
systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
• Sla niet op de onderdelen van het gordelspannersysteem.
(Vervolg)OPMERKING
Als de gordelspanner niet goedwerkt, zal dit waarschuwingslampjegaan branden, ook al is er geendefect aan het airbagsysteem. Als
het waarschuwingslampje AIRBAG niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, als het nietdooft nadat het gedurende
ongeveer 6 seconden heeftgebrand, of als het gaat branden
tijdens het rijden, we adviseren ucontact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.
Page 61 of 735

339
Veiligheidssysteem van uw auto
Verzorging van de
veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels mogen niet
gedemonteerd of gemodificeerd worden.
Verder moet er op worden gelet dat de
gordels en de onderdelen daarvan niet
beschadigd worden door de scharnieren
van de stoelen, de portieren of
anderszins.Periodieke controle
Geadviseerd wordt de veiligheidsgordels
periodiek op slijtage en beschadiging te
controleren. Beschadigde onderdelen
dienen zo spoedig mogelijk vervangen te
worden.
Houd de gordels schoon en droog
De veiligheidsgordels moeten schoon en
droog gehouden worden. Als ze vuil
geworden zijn, kunnen ze worden
gereinigd met een milde zeepoplossing
en warm water. Bleekmiddelen,
kleurstoffen, sterke oplosmiddelen ofreinigingsmiddelen met schurende
bestanddelen mogen niet worden
gebruikt omdat ze het gordelmateriaal
kunnen beschadigen of verzwakken.
Wanneer moeten deveiligheidsgordels vervangen worden
De veiligheidsgordels moeten in hun
geheel worden vervangen als de auto bij
een aanrijding betrokken is. Dat is ook
het geval als de veiligheidsgordels niet
zichtbaar beschadigd zijn. We adviserenu contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Beschadig de veiligheidsgordel en
de gesp niet als u de neergeklapte
rugleuning van de achterbank weer
in zijn oorspronkelijke positie zet.
Zorg ervoor dat de gordel of gesp
niet klem komen te zitten tussen de
achterbank. Een beschadigde
gordel of gesp is minder sterk enkan bij een aanrijding of noodstop
dienst weigeren, waardoor ernstigletsel kan ontstaan.
Page 65 of 735

343
Veiligheidssysteem van uw auto
Bevestigen van een kinderzitje meteen driepuntsgordel
Volg voor het installeren van een
kinderzitje op de buitenste of middelste
zitplaats van de achterbank de volgendestappen:
1. Plaats het baby- of kinderzitje op de achterbank en laat de
veiligheidsgordel om of door het zitje
lopen, afhankelijk van de instructies
van de fabrikant van het zitje. Zorg
ervoor dat de gordel niet verdraaid zit. 2. Zet de gesp vast in de gordelsluiting.
Controleer of een klikkend geluid
hoorbaar is.Plaats de ontgrendelknop zo dat deze
in geval van nood gemakkelijk
bereikbaar is.
3. Maak de gordel vast en zorg ervoor dat de gordel overal goed aansluit.Controleer na het installeren of het
kinderzitje goed vastzit door het in alle
richtingen te bewegen.
Als de gordel strakker moet, beweeg dan
meer band richting de blokkeerautomaat.
Wanneer u de gordel losmaakt zodat die
ingetrokken wordt, gaat de
blokkeerautomaat automatisch terug
naar de stand waarin hij normaal
blokkeert in een noodsituatie.
OEN036104OEN036101
E2MS103005
Page 69 of 735

347
Veiligheidssysteem van uw auto
Beide buitenste zitplaatsen achter zijn
uitgerust met ISOFIX-
bevestigingspunten en een bijbehorende
bevestiging voor de bovenste band op de
achterzijde van de rugleuning. De
ISOFIX-bevestigingspunten bevinden
zich tussen de zitting en de rugleuning
en zijn gemarkeerd met het ISOFIX-
pictogram.
Bij het bevestigen moeten CRS ISOFIX-
gespen in de ISOFIX-bevestigingspunten
van de auto worden geklikt (luister of u
een klik hoort en controleer mogelijkevisuele aanwijzingen op de CRS en
controleer extra door te trekken).CRS met universele goedkeuring tot
ECE-R44 moet aanvullend worden
bevestigd met een bovenste band die is
verbonden met het overeenkomstige
bevestigingspunt in de rugleuning.
Volg bij het installeren en gebruiken van een kinderzitje de installatiehandleiding
die bij het ISOFIX-zitje wordt geleverd.
WAARSCHUWING
Plaats het kinderzitje helemaal naar
achteren tegen de rugleuning met
de rugleuning rechtop.
ODM032038
WAARSCHUWING
• Als een kinderzitje op de achterbank is geplaatst met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen, moeten alle
ongebruikte gordels op de
achterbank worden vastgemaakt
in de gordelsluitingen en moet de
gordel op de plaats van het
kinderzitje achter het zitje worden
vastgemaakt om ervoor te zorgen
dat de gordel buiten bereik van
het kind blijft. Bij losse gespen of
gordelsluitingen kan het kind in
het kinderzitje verstrikt raken enernstig letsel oplopen.
• Plaats geen voorwerpen rond de onderste bevestigingspunten.
Controleer ook of de
veiligheidsgordel niet wordt
gehinderd door de onderste
bevestigingspunten.
Page 104 of 735

Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-146• Energiebesparingsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-146
• Follow me home-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-146
• Intelligente bochtverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-146
• Bediening verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-147
• Wisselen tussen links en rechts rijdend verkeer (Europa) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-149
• Werking grootlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-150
• High Beam Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-151
• Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-153
• Mistlamp v
Page 111 of 735

Kenmerken van uw auto
10
4
Ontgrendelen achterklep (3)
1. Druk gedurende meer dan 1 seconde
op de ontgrendelknop voor de
achterklep.
2. De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat de
achterklep ontgrendeld is.
✽AANWIJZING
• Na het ontgrendelen van de achterklep zal hij automatisch weer
vergrendelen als hij niet binnen 30
seconden geopend wordt.
• Als de achterklep eenmaal geopend en
gesloten wordt, zal hij automatisch
vergrendeld worden.
• Op de toets staat HOLD (ingedrukt houden) om aan te geven dat u de
toets moet indrukken en ingedrukt
moet houden.
Voorzorgsmaatregelen afstandsbediening
✽AANWIJZING
In de volgende omstandigheden werkt
de afstandsbediening niet:
• Als de contactsleutel in het contactslot zit.
- Als de afstandsbediening buiten hetbereik is van de ontvanger (ongeveer
30 m [90 feet]).
- Als de batterij in de
afstandsbediening (bijna) leeg is.
- Als het signaal wordt geblokkeerd door andere auto's of objecten.
- Als de buitentemperatuur extreem
laag is.
- Als de afstandsbediening zich in de buurt bevindt van een radiozender
of een luchthaven, waardoor de
normale werking van de
afstandsbediening verstoord wordt.
Vergrendel en ontgrendel de portieren
met de contactsleutel wanneer de
afstandsbediening niet juist werkt.
Als u een probleem hebt met de
afstandsbediening, adviseren we u
contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
(Vervolg)(Vervolg)
• Wanneer de afstandsbediening zich
erg dicht bij uw mobiele telefoon of
smartphone bevindt, kan het signaal
van de afstandsbediening worden
verstoord door het gebruik van uw
mobiele telefoon of smartphone. Dit
geldt met name tijdens het voeren van
een telefoongesprek, het ontvangen
van een oproep, het versturen van
sms-berichten en/of het versturen en
ontvangen van e-mailberichten.
Bewaar de afstandsbediening daarom
niet in dezelfde broek- of jaszak als
uw mobiele telefoon of smartphone;
zorg dat er voldoende afstand is
tussen beide apparaten.