Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2017Pages: 735, PDF Size: 15.3 MB
Page 21 of 735

29
Uw auto in
Page 22 of 735

Uw auto in
Page 23 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2 • Afstellen van voorstoel - handmatig . . . . . . . . . . . . . . 3-4
• Afstellen van voorstoel - elektrisch . . . . . . . . . . . . . . . 3-6• Geheugen bestuurdersstoel (elektrisch verstelbare stoel). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
• Hoofdsteun (Voorstoel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10
• Stoelverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-13
• Stoelverkoeling (stoel met luchtventilatie) . . . . . . . . 3-14
• Opbergvak in rugleuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-16
• Afstellen van de achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-16
• Hoofdsteun (achterstoelen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-22
• Armsteun (2 e
zitrij) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-24
• Stoelverwarming (2 e
zitrij) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-25
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-26 • Waarschuwingssysteem veiligheidsgordels . . . . . . . . 3-27
• Driepuntsgordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-29
• Gordelspanner veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . . . . . . 3-33
• Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-36
• Verzorging veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-39
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-40 • Monteren van een kinderzitje met behulp van een systeem met bevestigingsbanden . . . . . . . . . . . . . . . 3-45 • Monteren van een kinderzitje met behulp van een
ISOFIX-systeem en een systeem met
bevestigingsbanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-46
Aanvullend veiligheidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . 3-51 • Installeer geen kinderzitje op de voorpassagiersstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-54
• Waarschuwings- en controlelampje airbag. . . . . . . . 3-55
• Onderdelen en functies aanvullend veiligheidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-57
• Airbags bestuurder en voorpassagier . . . . . . . . . . . . 3-60
• Zijairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-65
• Curtain airbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-66
• Onderhoud aanvullend veiligheidssysteem . . . . . . . . 3-73
• Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-75
• Monteren van accessoires of modificaties aan uw met een airbag uitgeruste auto . . . . . . . . . . . . . . . . 3-76
• Waarschuwingslabel airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-76
Actieve motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-77
3
Page 24 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
2
3
Voorstoel
(1) Voorwaartse/achterwaartse richting
(2) Rugleuningverstelling(3) Zittinghoogte (bestuurdersstoel)*(4) Lendesteun (bestuurdersstoel)*
(5) Stoelverwarming* / Stoelverkoeling
(stoel met luchtventilatie)*
(6) Hoofdsteun 2 e
zitrij
(7) Voorwaartse/achterwaartse richting
(8) Rugleuning verstellen en neerklappen
(9) Walk-in-stoel* (10) Hoofdsteun
(11) Armsteun
(12) Stoelverwarming* 3 e
zitrij*
(13) Neerklappen rugleuning (14) Hoofdsteun
* indien van toepassing
STOELEN
ODM032001
Handmatig
Elektrisch
Page 25 of 735

33
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt
u de controle verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
• Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kanstaan.
Als de rugleuning vanwege
hinderlijk geplaatste voorwerpenof andere oorzaken niet goed
vergrendeld kan worden, kan ditbij een noodstop of aanrijding
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en
plaats de heupgordel strak en zo
laag mogelijk over de heupen. In
deze positie bent u in geval vaneen aanrijding het beste
beschermd.
(Vervolg)
WAARSCHUWING - Opklappen van de
rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING - Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de
voetenruimte van de bestuurder
kunnen de werking van de pedalen
nadelig beïnvloeden en mogelijk
een ongeval veroorzaken. Plaats
niets onder de voorstoelen.WAARSCHUWING -
Verantwoordelijkheid van
de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een
stoel neergeklapt, kan bij eenaanrijding leiden tot ernstig letsel.
Als de rugleuning neergeklapt is,
kan de persoon op de
desbetreffende stoel bij een
aanrijding onder de gordel
doorglijden, waardoor de
onderbuik zwaar belast kan
worden. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan. De bestuurder moet de
passagier erop wijzen tijdens hetrijden de rugleuning altijd zo
rechtop mogelijk te houden.
WAARSCHUWING
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de
passagier verminderd wordt. De
passagier kan bij een aanrijding of
een noodstop onder de gordel
doorglijden. Omdat de
veiligheidsgordel niet normaal kan
werken, kan ernstig letsel ontstaan.
Page 26 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
4
3
Afstellen van voorstoel - handmatig
(indien van toepassing)
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de
langsverstelling aan de voorzijde van
de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld.
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de
stoel altijd of deze goed is
vergrendeld, door te proberen deze
naar voren of achteren te schuivenzonder de ontgrendelhendel te
gebruiken. Als de bestuurdersstoel
plotseling in beweging komt, kunt u
de controle over de auto verliezen.
WAARSCHUWING
• Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit de
aansteker ontsnappen waardoorbrand kan ontstaan.
• Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen
handen of voorwerpen in het
mechanisme bekneld raken.
• Als er inzittenden aanwezig zijn op de achterstoelen, wees dan
voorzichtig bij het afstellen van
de voorstoelen.
• Wees uiterst voorzichtig bij het oppakken van kleine voorwerpen
die onder de stoelen liggen of
zich tussen de stoel en de
middenconsole bevinden. Uw
handen kunnen klem komen te
zitten in het stoelmechanisme ofu kunt letsel aan uw handen
oplopen door scherpe randenaan de stoel.(Vervolg)
• Ga zo ver van het stuurwiel afzitten als mogelijk is zonder dat
dit ten koste gaat van het
bedieningscomfort om onnodig
en wellicht ernstig letsel door de
airbag te voorkomen.
Geadviseerd wordt een minimale
afstand van 250 mm tussen uw
bovenlichaam en het stuurwiel.
ODM032002
Page 27 of 735

35
Veiligheidssysteem van uw auto
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendelvan de rugleuning aan de zijkant van
de stoel naar boven.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in
de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De
hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel) (indien van toepassing)
Duw de hendel aan de zijkant van de zitting omhoog of omlaag om de hoogte
van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen.
Lendensteun (bestuurdersstoel)
(indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met
de schakelaar aan de zijkant van destoel.
1. Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de
achterzijde voor minder steun.
2. Laat de knop los zodra de gewenste stand is bereikt.
ODM032003
ODM032004
ODM032005
Page 28 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
6
3
Afstellen van voorstoel
- elektrisch
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.Voorwaartse/achterwaartse richting
1. Druk de knop naar voren of naar
achteren om de stoel in de gewenste
stand te zetten.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OPMERKING
• Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven doorelektromotoren. Laat deschakelaar los als de stoel juist
afgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen
beschadigd raken.
• Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperk
daarom het verstellen van destoelen tot een minimum zolang
de motor niet loopt.
• Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anders
kunnen de elektromotoren of andere elektrische onderdelen
beschadigd raken.
ODM032006
Page 29 of 735

37
Veiligheidssysteem van uw auto
Rugleuning
1. Druk de knop naar voren of naarachteren om de rugleuning in de
gewenste stand te zetten.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel)
1. Druk het voorste deel van de knop naar boven of naar beneden om de
voorzijde van de zitting omhoog of
omlaag te verstellen. Beweeg het
achterste deel van de knop naar boven
of naar beneden om de achterzijde vande zitting omhoog of omlaag te
verstellen.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Lendesteun (bestuurdersstoel)
De lendesteun kan worden afgesteld
door op de schakelaar te drukken.
1. Druk op de voorzijde (1) van deschakelaar voor meer steun en op de
achterzijde (2) van de schakelaar voorminder steun.
2. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.
3. Druk op het bovenste gedeelte (3) van de schakelaar om de steun omhoog te
bewegen en druk op het onderste
gedeelte (4) van de schakelaar om de
steun omlaag te bewegen.
4. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.
ODM032007
ODM032008
ODM032009
Page 30 of 735

Veiligheidssysteem van uw auto
8
3
Geheugen bestuurdersstoel
(indien van toepassing, elektrisch
verstelbare stoel) De bestuurdersstoel heeft een
geheugen, waarin de stand van de stoel
en van de buitenspiegel met een druk op
de knop kunnen worden opgeslagen of
opgeroepen. Verschillende personen
kunnen zodoende elk hun eigen
voorkeursinstelling bewaren. Als de
accukabels worden losgenomen, wordt
het geheugen van de bestuurdersstoel
gewist. De voorkeursposities dienen in
dat geval opnieuw te wordenopgeslagen.Opslaan van stoelposities met
toetsen in het portier
Opslaan van posities bestuurdersstoel
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Verstel de bestuurdersstoel en de buitenspiegel naar de voor de
bestuurder meest comfortabele
positie.
3. Druk op toets SET op het bedienings- paneel. Het systeem geeft één piepje.
4. Druk binnen 5 seconden na het indrukken van toets SET op één van
de geheugentoetsen (1 of 2). Het
systeem geeft met twee piepjes aandat de instellingen met succes zijnopgeslagen.
ODM042335
WAARSCHUWING
Bedien het geheugen van de
bestuurdersstoel nooit tijdens hetrijden.
Hierdoor kunt u de controle
verliezen waardoor een ongeluk
met ernstig letsel of schade het
gevolg kan zijn.