Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2017Pages: 735, PDF Size: 15.3 MB
Page 531 of 735

583
Rijden met uw auto
Om harder te rijden dan de ingestelde
snelheid moet u het gaspedaal ver
intrappen (verder dan voor ongeveer
80%) totdat het kick-downmechanisme
met een klikkend geluid in werking
treedt. Dan wordt de ingestelde snelheid
knipperend weergegeven en klinkt de
zoemer totdat u weer langzamer gaat
rijden dan de ingestelde snelheid.
✽AANWIJZING
• Als het gaspedaal voor minder dan ongeveer 50% ingetrapt wordt, zal de
auto niet harder gaan rijden dan de
ingestelde snelheid.
• Een klikkend geluid van het kick- downmechanisme bij het geheel
intrappen van het gaspedaal is
normaal.U kunt de snelheidslimietregeling
op een van de volgende manieren
uitschakelen:
• Druk nogmaals op de toets snelheidslimiet .
• Druk op de toets CRUISE (als U schakelaar CRUISE indrukt zal het
cruise control-systeem ingeschakeld
worden)
ODMEDR2009
ODM056102L
Page 532 of 735

Rijden met uw auto
84
5
Als u de toets CANCEL één keer indrukt,
annuleert u de ingestelde
snelheidslimiet; het systeem blijft echter
ingeschakeld. Als u de snelheidslimiet
opnieuw wilt instellen, beweeg dan dehendel omhoog (naar RES+) of omlaag
(naar SET-) tot de gewenste snelheid isbereikt.
OPMERKING
Bij een probleem in het
snelheidsbegrenzingssysteem gaat het controlelampje “---” knipperen.
Als dit gebeurt adviseren we u hetsysteem te laten controleren dooreen officiële HYUNDAI-dealer.
ODMEDR2005ODM056101L
Page 533 of 735

585
Rijden met uw auto
➀Controlelampje CRUISE
➁ Ingestelde snelheid
➂ Afstand tot voorligger
Het Smart Cruise Control-systeem stelt u in staat een constante snelheid en
afstand tot uw voorligger te
programmeren, zonder dat u het
gaspedaal hoeft in te trappen. ADVANCED SMART CRUISE CONTROL-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM056063L
WAARSCHUWING
Lees voor uw veiligheid het
instructieboekje alvorens het Smart
Cruise Control-systeem te
gebruiken.
WAARSCHUWING
Het Smart Cruise Control-systeem
is geen vervanging voor een veilig
rijgedrag, maar dient slechts als
hulpmiddel. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd de snelheid en
de afstand tot de voorligger in degaten te houden.
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Als de Smart Cruise Control niet wordt uitgeschakeld
(controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel blijft
branden) kan de Smart Cruise
Control mogelijk onbedoeld
worden geactiveerd. Zet het
Smart Cruise Control-systeem uit
(controlelampje CRUISE UIT)
wanneer de Smart Cruise Control
niet wordt gebruikt, om te
voorkomen dat er onbedoeld een
snelheid wordt ingesteld.
• Gebruik het Smart Cruise Control-systeem alleen op de
snelweg en indien de
verkeersdrukte en de
weersomstandigheden dattoelaten.
(Vervolg)
Page 534 of 735

Rijden met uw auto
86
5
Instellen van de gevoeligheid van
de Smart Cruise Control
U kunt de gevoeligheid instellen van de
rijsnelheid bij het met een ingestelde
afstand volgen van de voorligger. Ga
naar de modus Gebruikersinstellingen
(rijbegeleiding) en selecteer SCC (Smart
Cruise Control).
U kunt uit een van de drie fasen kiezen.
• Langzaam :
De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te behouden is
lager dan de normale snelheid.
• Normaal :
De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te behouden is
normaal. • Snel :
De volgsnelheid om de ingestelde
afstand tot de voorligger te behouden is
hoger dan de normale snelheid.(Vervolg)
• Gebruik de Smart Cruise Control
nooit wanneer niet veilig met een
constante snelheid kan worden
gereden:
- Als wordt gereden in druk
verkeer of wanneer het door de
verkeersomstandighedenmoeilijk is om met eenconstante snelheid te rijden
- Als wordt gereden op natte of met ijs of sneeuw bedekte
wegen
- Als wordt gereden op een helling of bochtige wegen
- Als wordt gereden in gebieden met veel wind
- Als wordt gereden op parkeerterreinen
- Als dicht bij vangrails wordt gereden
- Bij het nemen van een scherpe bocht
- Als wordt gereden terwijl het zicht beperkt is (bijvoorbeeld bij
slecht weer, zoals mist, sneeuw,
regen of zandstormen)
OAN057006N
Page 535 of 735

587
Rijden met uw auto
Overschakelen naar de cruise
control-modus
De bestuurder kan ervoor kiezen om
alleen de cruise control-modus
(snelheidsregeling) te gebruiken door de
onderstaande procedure te volgen:
1. Schakel het Smart Cruise Control-systeem in (het controlelampje
CRUISE gaat branden, maar het
systeem wordt niet geactiveerd).
2. Houd de knop voor de afstandsregeling gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt.
3. Kies tussen "Smart Cruise Control (SCC) mode" en "Cruise Control (CC)mode". Wanneer het systeem wordt
uitgeschakeld met de toets CRUISE of
wanneer de toets CRUISE wordt gebruikt
nadat de motor is ingeschakeld, wordt de
SCC-modus ingeschakeld.
Snelheid Smart Cruise Control
Instellen van de snelheid van de
Smart Cruise Control
1. Druk op de toets /CRUISE op het stuurwiel om het systeem in te
schakelen. Het controlelampje
CRUISE gaat branden.
2. Accelereer tot de gewenste snelheid. De snelheid van de Smart Cruise
Control kan als volgt wordeningesteld:
• 30 km/h - 180 km/h: wanneer er geen voorliggers zijn
• 0 km/h - 180 km/h: wanneer er voorliggers zijn
WAARSCHUWING
Wanneer u de cruise control-
modus gebruikt, moet u handmatigde afstand tot andere auto's
instellen door het intrappen van het
gaspedaal of rempedaal. Hetsysteem past de afstand tot
voorliggers niet automatisch aan.
ODM056066L/ODM056097L
ODMEDR2002
Page 536 of 735

Rijden met uw auto
88
5
3. Beweeg de hendel omlaag (SET-) en
laat hem los bij de gewenste snelheid. De ingestelde snelheid en de afstand
tot de voorligger op het LCD-display
gaan branden.
4. Haal uw voet van het gaspedaal. De gewenste snelheid wordt nuautomatisch aangehouden.
In het geval van voorliggers neemt desnelheid mogelijk af om de juiste afstand
tot de voorligger te behouden. Op steile
hellingen kan de snelheid van de auto
tijdelijk iets hoger of lager worden.
Verhogen van de ingestelde snelheid van de Smart Cruise Control
Volg één van de volgende procedures:
• Beweeg de schakelaar omhoog (RES+) en houd hem vast. De
ingestelde snelheid van uw auto neemt
met 10 km/h toe. Laat de schakelaar
los op het moment dat de gewenstesnelheid is bereikt.
• Beweeg de schakelaar omhoog (RES+) en laat hem onmiddellijk weer
los. Iedere keer dat u de schakelaar op
deze manier omhoog beweegt, wordt
de snelheid met 1,0 km/h verhoogd.
• U kunt de snelheid instellen tot 180 km/h.
Verlagen van de ingestelde snelheid
van de Smart Cruise Control
Volg één van de volgende procedures:
• Beweeg de schakelaar omlaag (SET-) en houd hem vast. De ingestelde
snelheid van uw auto neemt met 10
km/h af. Laat de schakelaar los op het
moment dat de gewenste snelheid isbereikt.
• Beweeg de schakelaar omlaag (SET-) en laat hem onmiddellijk weer los.
Iedere keer dat u de schakelaar op
deze manier omlaag beweegt, wordt
de snelheid met 1,0 km/h verlaagd.
• U kunt de snelheid instellen tot 30 km/h.
ODMEDR2003
ODMEDR2003
ODMEDR2004
Page 537 of 735

589
Rijden met uw auto
Tijdelijk accelereren metingeschakelde Smart Cruise Control
Trap het gaspedaal in als u tijdelijk
sneller wilt gaan rijden terwijl de Smart
Cruise Control is ingeschakeld. De Smart
Cruise Control wordt door de hogere
snelheid niet uitgeschakeld en de
ingestelde snelheid wordt niet gewijzigd.
Laat het gaspedaal los om weer terug te
keren naar de oorspronkelijke rijsnelheid.
Als u de combischakelaar omlaag
beweegt (SET-) bij een hogere snelheid,
zal de rijsnelheid opnieuw wordeningesteld.
✽AANWIJZING
Wees voorzichtig bij het tijdelijk
accelereren, aangezien de snelheid op
dat moment niet automatisch wordt
geregeld, zelfs niet wanneer er zich een
auto voor u bevindt.
De Smart Cruise Control wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer:
Handmatig uitschakelen
• Het rempedaal wordt ingetrapt.
• Er op de toets CANCEL op het stuurwiel wordt gedrukt.
• Druk op de toets CANCEL wordt ingedrukt terwijl de auto stilstaat.
De Advanced Smart Cruise Control
wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer het
controlelampje op het LCD-display dooft.
Het controlelampje CRUISE blijft
onafgebroken branden. Automatisch uitschakelen
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De selectiehendel in stand N
(neutraal), R (achteruit) of P (parkeren)
wordt gezet.
• De EPB (elektrische parkeerrem) wordt geactiveerd.
• De rijsnelheid hoger is dan 190 km/h.
• De auto wordt stilgezet op een steile helling.
• De ESC, het TCS of het ABS in werking is.
• De ESC is uitgeschakeld.
• De sensor of de behuizing vuil of geblokkeerd is.
• De auto gedurende ten minste 5 minuten stilstaat.
• De auto gedurende langere tijd herhaaldelijk stilstaat en rijdt.
• De auto gaat rijden door de schakelaar omhoog (RES +) of omlaag (SET -) te
bewegen, ongeveer 3 seconden nadat
de auto is stilgezet door het Smart
Cruise Control-systeem terwijl er geen
voorligger is.
ODMEDR2005
Page 538 of 735

Rijden met uw auto
90
5
• De bestuurder gaat rijden door de
schakelaar omhoog (RES +) of omlaag
(SET -) te bewegen, nadat de auto is
stilgezet terwijl er een auto ver voor deauto stilstaat.
• Het gaspedaal wordt langer dan een minuut onafgebroken ingetrapt.
Door deze handelingen wordt de
werking van de Smart Cruise Control
onderbroken (de ingestelde snelheid
en de afstand tot de voorligger op het
LCD-display gaan uit).
Wanneer de Smart Cruise Control
automatisch wordt uitgeschakeld,
wordt de Smart Cruise Control niet
hervat, ook al wordt de schakelaar
naar RES+ of SET- bewogen. Ook
wordt de EPB geactiveerd wanneer de
auto wordt stilgezet.
✽AANWIJZING
Als de Smart Cruise Control om andere
dan de hierboven genoemde redenen
wordt uitgeschakeld, adviseren wij u om
het systeem te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
klinkt de waarschuwingszoemer en wordt
er gedurende enkele seconden een
melding weergegeven. Pas actief de
rijsnelheid aan door het gaspedaal of
rempedaal in te trappen overeenkomstig
de weg- en rijomstandigheden. Houd
altijd de wegomstandigheden in de
gaten. Vertrouw niet uitsluitend op de
waarschuwingszoemer.
Hervatten van de ingestelde snelheid van de Smart Cruise Control
De rijsnelheid wordt automatisch hervat
wanneer de schakelaar omhoog (RES+)
of omlaag (SET-) wordt bewogen. Dit kan
alleen als de ingestelde rijsnelheid niet
onderbroken is met de schakelaar /
CRUISE en het systeem nog steeds in
werking is. Wanneer u de schakelaar
omhoog beweegt (RES+), wordt de
eerder ingestelde snelheid hervat. Als de
rijsnelheid echter tot onder ongeveer 30
km/h is gezakt, wordt hij niet hervat
wanneer zich een auto voor uw auto
bevindt.
ODMEDR2004
ODM056058L
Page 539 of 735

591
Rijden met uw auto
✽AANWIJZING
Let altijd op de wegomstandigheden
wanneer u de schakelaar omhoog
(RES+) beweegt om de snelheid te
hervatten.Uitschakelen van de cruise control
Druk op de toets /CRUISE (het
controlelampje CRUISE zal uitgaan). Afstand tot voorligger Smart
Cruise Control
Instellen afstand tot voorligger
Wanneer het Smart Cruise Control-
systeem is ingeschakeld, kunt u de
afstand tot uw voorligger instellen en
aanhouden zonder het gaspedaal of
rempedaal in te trappen.
ODMEDR2002
ODM056118L
Page 540 of 735

Rijden met uw auto
92
5
Telkens wanneer de toets wordt
ingedrukt, wijzigt de afstand tot de
voorligger als volgt:
Als u bijvoorbeeld 90 km/h rijdt, blijft de
afstand als volgt:
Afstand 4 - ongeveer 52,5 m
Afstand 3 - ongeveer 40 m
Afstand 2 - ongeveer 32,5 m
Afstand 1 - ongeveer 25 m
✽AANWIJZING
Afstand 4 wordt altijd ingesteld
wanneer het systeem voor het eerst
wordt gebruikt na het starten.
Wanneer de rijstrook voor u vrij is:
De ingestelde snelheid wordt als
rijsnelheid aangehouden.
Wanneer zich in uw rijstrook een auto voor u bevindt:
• Uw rijsnelheid wordt verlaagd of verhoogd om de ingestelde afstand
aan te houden. (Op het LCD-display
verschijnt alleen een auto vóór uw auto
wanneer er zich ook daadwerkelijk een
auto vóór u bevindt.)
Distance 4 Distance 3
ODM056063L/ODM056062L/
ODM056061L/ODM056060L
Distance 2
Distance 1
ODM056059L
Distance 4 Distance 3 Distance 2
Distance 1