display JEEP CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2020Pages: 356, PDF Size: 9.18 MB
Page 64 of 356

62
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
DISPLAY IN DE
INSTRUMENTENGROEP
Uw voertuig is mogelijk uitgerust met een
display in de instrumentengroep, dat de
bestuurder nuttige informatie biedt. Met het
contact in de stand OFF, zorgt het openen/
sluiten van een portier ervoor dat het display
wordt geactiveerd en het totaal aantal kilo-
meters of mijlen weergeeft op de kilometer-
teller. Het display in de instrumentengroep is
ontworpen om belangrijke informatie over de
systemen en functies van uw voertuig weer te
geven. Met behulp van een interactief
display op het instrumentenpaneel kan het
display van de instrumentengroep u laten
zien hoe de systemen werken en u waar-
schuwen wanneer ze niet werken. Met de
bedieningselementen op het stuurwiel kunt u
door de hoofdmenu's en submenu's bladeren
en deze openen. U hebt toegang tot de door
u gewenste, specifieke informatie en u kunt
selecties maken en aanpassingen doen.
Locatie en bedieningselementen display in
de instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep heeft
een interactief scherm dat zich in de instru-
mentengroep bevindt.Basis display in instrumentengroep
Premium display in instrumentengroep Het display in de instrumentengroep bevat
de volgende menuopties:
Snelheidsmeter
De functie Vehicle Information (voertuig-
informatie)
Bestuurderhulp — indien aanwezig
Brandstofverbruik
Het scherm Trip Information (Ritinfor-
matie)
Stop/Start
Audio
Messages (berichten)
Screen Setup (scherm instellen)
1 – Bedieningselementen display in instru-
mentengroep
2 – Scherm display in instrumentengroep
1 – Bedieningselementen display in instru-
mentengroep
2 – Scherm display in instrumentengroep
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 62
Page 65 of 356

63
Met dit systeem kan de bestuurder infor-
matie selecteren door op de volgende
knoppen op het stuur te drukken:Bedieningstoetsen display in instrumenten- groep
Toets pijl omhoog
Druk kort op de toets met de pijl omhoog
om omhoog te bladeren door het hoofd-
menu en de submenu's.
Toets pijl omlaag
Druk kort op de toets met de pijl omlaag
om omlaag te bladeren door het hoofd-
menu en de submenu's.
Toets pijl naar links
Druk kort op de toets met de pijl naar
links voor toegang tot de informatiescher-
men of submenuschermen van een optie
in het hoofdmenu.
Toets pijl naar rechts
Druk kort op de toets met de pijl naar
rechts voor toegang tot de informatie-
schermen of submenuschermen van een
optie in het hoofdmenu.
Knop OK
Druk op de toets OK voor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of
submenuschermen van een hoofdmenu.
Houd de knop OK ingedrukt om de ge-
toonde/geselecteerde functies te resetten
waarvoor dat mogelijk is.
Indicator voor olieverversing — indien
aanwezig
Uw auto is uitgerust met een indicator voor
olieverversing. De melding "Oil Change Due"
(olie verversen) wordt vijf seconden op het
display van de instrumentengroep getoond
na één geluidsignaal om de volgende olie-
beurt aan te geven. De indicator voor oliever-
versing is gebaseerd op de belasting van de
motor, wat betekent dat de periodieke olie-
beurten afhankelijk zijn van uw persoonlijke
rijstijl.
Neem contact op met een erkende dealer om
de olie te laten verversen .
Schakelindicator (GSI) — indien aanwezig
Het schakelstandindicatiesysteem (GSI)
wordt ingeschakeld op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak, of
wanneer een voertuig met een automatische
versnellingsbak in de modus handmatig
schakelen is gezet. De GSI biedt de
bestuurder een visuele indicatie als het
aanbevolen schakelpunt is bereikt. Deze
indicatie wijst de bestuurder erop dat het
brandstofverbruik kan worden verlaagd door
te schakelen. Wanneer het opschakellampje
wordt weergegeven op het display van de
1 — toets pijl naar links
2 — toets pijl omhoog
3 — toets pijl naar rechts
4 — toets OK
5 — toets pijl omlaag
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 63
Page 66 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
64
instrumentengroep, adviseert de GSI de
bestuurder naar een hogere versnelling te
schakelen. Wanneer het terugschakellampje
op het display wordt getoond, adviseert de
GSI de bestuurder naar een lagere versnel-
ling te schakelen.
De GSI-indicatie blijft branden totdat de
bestuurder schakelt, of de rijomstandig-
heden terugkeren naar een situatie waarbij
niet hoeft te worden geschakeld voor een
gunstiger brandstofverbruik.
Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan
worden gebruikt voor weergave van de
volgende menu-items:OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
Dieseldisplays
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het
display in de instrumentengroep:
Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Consistent Speeds to Clear (Roetfilter
bijna vol Rijd met veilige en constante
snelheid om de melding te wissen)
Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist
– Raadpleeg dealer)
Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem –
Filter XX% vol Onderhoud vereist Raad-
pleeg dealer)
Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
Exhaust System – Regeneration
Completed (Uitlaatsysteem – Regeneratie
voltooid)
Snelheidsmeter Stop/Start
Vehicle Info (voer-
tuiginformatie) Audio
Bestuurderhulp Messages (berich- ten)
Brandstofverbruik Screen Setup (scherm instellen)
Dagteller Schakelindicator
(GSI)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 64
Page 68 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
66MELDING
OMSCHRIJVING
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Waarschuwing laag peil
dieselemissieadditief AdBlue® De eerste laagpeilwaarschuwing wordt gegeven bij een actieradius van ongeveer 1490 mijl (2.400 km)
en wordt bepaald in overeenstemming met het huidige verbruik. Het waarschuwingslampje "AdBlue®
Low Level" (laag AdBlue®-peil) en een bericht worden op het instrumentenpaneel weergegeven. Het
waarschuwingslampje laag AdBlue®-peil blijft branden totdat de AdBlue®-tank wordt bijgevuld met ten
minste 5 liter (1,32 gallon) AdBlue®.
Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding wanneer een bepaalde
drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal. Wanneer het bereik nul is, wordt op het display een
speciale melding weergegeven (indien aanwezig). In dit geval zal de motor niet starten.
De motor kan weer worden gestart zodra AdBlue® is toegevoegd; de minimaal vereiste hoeveelheid is 5
liter (1,32 gallon). Vul de AdBlue®-tank zo snel mogelijk bij met ten minste 5 liter (1,32 gallon)
AdBlue®. Als het vullen is voltooid terwijl de autonomie van de AdBlue®-tank op nul stond, moet u
mogelijk twee minuten wachten voordat u het voertuig kunt starten.
OPMERKING:
Wanneer de AdBlue®-tank leeg is en het voertuig stilstaat, is het niet meer mogelijk het voertuig opnieuw
te starten totdat minimaal 5 liter (1,32 gallon) AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is.
Storingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Engine Will Not Restart Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet meer worden
herstart Onderhoud
AdBlue®-systeem Raadpleeg
dealer) Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue®-systeem niet binnen de
toegestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij een
erkende dealer laat controleren. Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding
wanneer een bepaalde drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te
starten. Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding
op het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 66
Page 69 of 356

67
Engine Will Not Start Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet starten
Onderhoud AdBlue®-systeem
Raadpleeg dealer)OPMERKING:
Het kan tot vijf seconden duren voordat het display actueel is nadat 7,5 liter (2 gallon) of meer
AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is. Als u een storing met betrekking tot het
AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat het display het nieuwe peil niet bijwerkt. Bezoek uw erkende
dealer voor onderhoud.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C). Als de auto langere tijd bij deze tempera-
tuur stilstaat, kan bijvullen moeilijk zijn. Daarom wordt aangeraden om de auto in een garage en/of
verwarmde omgeving te parkeren en te wachten totdat de AdBlue® weer vloeibaar geworden is, alvo-
rens bij te vullen.
Systeemberichten van de benzinedeeltjesfilter (GPF) — indien aanwezig:
Onderhoud uitlaatsysteem vereist De motorregeleenheid heeft een probleem met het systeem van de benzinedeeltjesfilter gedetecteerd . Neem contact op met een erkende dealer.
Exhaust System Regeneration in
Process Continue Driving
(Uitlaatsysteem Regeneratie
bezig Blijf rijden) De regeneratieprocedure wordt automatisch geregeld door de motorregeleenheid in overeenstemming
met de filtervoorwaarden en gebruikscondities van de auto. Het volgende kan plaatsvinden tijdens
regeneratie: hogere niveaus van geluid, trillingen en ruwheid (NVH) en lagere motorprestaties. De
bestuurder moet normaal verder rijden. Dit bericht wordt weergegeven totdat de regeneratie is voltooid.
Exhaust System Regeneration
Completed (regeratie
uitlaatsysteem voltooid) De regeneratie van de uitlaatgasfilter is voltooid. Dit bericht wordt kort weergegeven.
MELDING
OMSCHRIJVING
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 67
Page 76 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
74
— Waarschuwingslampje AdBlue®
(UREUM)-inspuitsysteem defect — indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden,
samen met een speciale melding op het
display (indien aanwezig) als er een onbe-
kende vloeistof die niet voldoet aan
aanvaardbare eigenschappen is gebruikt, of
als een gemiddeld verbruik van AdBlue®
(UREUM) van meer dan 50% wordt gedetec-
teerd. Neem dan zo snel mogelijk contact op
met een erkende dealer.
Als het probleem niet is opgelost, wordt een
specifiek bericht weergegeven op het display
van de instrumentengroep wanneer een
bepaalde drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor
te starten.
Wanneer ongeveer 125 mijl (200 km)
resteren voordat de AdBlue®-tank leeg is,
verschijnt er een continu speciaal bericht op
het instrumentenpaneel, vergezeld van een
zoemergeluid (indien aanwezig).
— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel-
aandrijving niet correct werkt en moet
worden nagekeken. Neem contact op met
een erkende dealer voor onderhoud.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er een storing aanwezig is in
het Forward Collision Warning-systeem.
Neem contact op met uw erkende dealer voor
service. Raadpleeg de paragraaf "Forward
Collision Warning (FCW) - indien aanwezig" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor meer infor-
matie.
— Waarschuwingslampje onderhoud
Stop/Start-systeem
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het Stop/Start-systeem niet correct
werkt en onderhoud noodzakelijk is. Neem
contact op met een erkende dealer voor
onderhoud.
— Waarschuwingslampje storing
cruisecontrol
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt en moet worden nagekeken. Neem
contact op met een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
Het waarschuwingslampje gaat branden en
er wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of langzaam span-
ningsverlies optreedt. In deze gevallen,
worden de optimale gebruiksduur van de
banden en het optimale brandstofverbruik
mogelijk niet gegarandeerd.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden met een
brandend storingslampje, kan het
voertuigregelsysteem beschadigd raken.
Het kan ook van invloed zijn op het
brandstofverbruik en het rijgedrag. Als het
lampje knippert, zal de katalysator vrij snel
ernstig defect raken en zal het
motorvermogen afnemen. Raadpleeg dan
onmiddellijk uw dealer.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 74
Page 77 of 356

75
Indien een of meer banden in de bovenge-
noemde staat zijn, toont het display de
aanwijzingen voor elke overeenkomstige
band.
Alle banden, ook de reserveband (indien
aanwezig) moeten elke maand worden
gecontroleerd wanneer ze koud zijn en opge-
pompt tot de bandenspanning die door de
fabrikant wordt aanbevolen op de banden-
spanningssticker. Als uw voertuig banden
heeft met een andere maat dan wordt aange-
geven op de bandenspanningssticker, moet u
de juiste bandenspanning voor die banden
achterhalen.Als extra veiligheidsvoorziening is uw auto
uitgerust met een bandenspanningscontrole-
systeem, dat ervoor zorgt dat het banden-
spanningslampje gaat branden wanneer de
spanning van een of meer banden veel te
laag is. Als het verklikkerlampje voor een te
lage bandenspanning gaat branden, moet u
dus zo snel mogelijk stoppen en uw banden
controleren en deze tot de juiste banden-
spanning oppompen. Als u met een veel te
lage bandenspanning rijdt, raakt de band
oververhit en kan de band defect raken. Een
te lage bandenspanning verhoogt ook het
brandstofverbruik, vermindert de levensduur
van de band en kan het rij- en remgedrag van
de auto nadelig beïnvloeden.
Het bandenspanningscontrolesysteem is
geen vervanging voor juist onderhoud van uw
banden. Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om de juiste bandenspanning
te handhaven, zelfs wanneer de bandenspan-
ning nog niet het lage niveau heeft bereikt
waarbij het bandenspanningslampje gaat
branden.
Uw voertuig is ook uitgerust met een contro-
lelampje voor storingen van het bandenspan-
ningscontrolesysteem, dat gaat branden
wanneer het systeem niet goed werkt. Het
controlelampje voor storingen van het
bandenspanningscontrolesysteem werkt in
combinatie met het bandenspannings-
lampje. Als het systeem een storing detec-
teert, knippert het lampje gedurende
ongeveer één minuut, waarna het continu
gaat branden. Zolang er sprake van een
storing is, wordt deze reeks telkens herhaald
wanneer de auto wordt gestart. Als het
storingslampje brandt, is het mogelijk dat
lage bandenspanning niet wordt gedetec-
teerd of gemeld. Storingen van het banden-
spanningscontrolesysteem kunnen optreden
om verschillende redenen, waaronder de
installatie van vervangende of alternatieve
banden of wielen. Controleer altijd het
controlelampje voor storingen van het
bandenspanningcontrolesysteem nadat een
of meer banden of wielen van het voertuig
zijn vervangen om er zeker van te zijn dat de
vervangende of alternatieve banden en
wielen de juiste werking van het banden-
spanningcontrolesysteem niet verhinderen.
LET OP!
U mag niet verder rijden met een of meer
lekke banden, omdat de bestuurbaarheid
van de auto dan wordt aangetast. Stop het
voertuig, en voorkom daarbij krachtig
remmen en sturen. Repareer een lekke
band onmiddellijk met de speciale
bandenreparatiekit en neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
dealer.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 75
Page 81 of 356

79
— Controlelampje LaneSense
(rijstrookdetectie) — indien aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingeschakeld
(ON), maar niet is geactiveerd, brandt het
controlelampje van de rijstrookdetectie
continu wit. Dit gebeurt wanneer alleen de
linker, rechter of geen van beide rijstrook-
markeringen wordt gedetecteerd. Wanneer
slechts één rijstrookmarkering wordt gede-
tecteerd, is het systeem gereed voor het
geven van visuele waarschuwingen wanneer
onbedoeld de rijstrook wordt verlaten.
Raadpleeg de paragraaf "Rijstrookdetectie —
indien aanwezig" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie.
— Waarschuwingscontrolelampje
snelheid
Het witte controlelampje gaat branden,
samen met een tekstbericht (Snelheidswaar-
schuwing ingesteld op xx gevolgd door
eenheid), zodra de functie is ingeschakeld.
Wanneer de ingestelde snelheid wordt over-
schreden, klinkt er een aanhoudend geluids-
signaal (tot 10 seconden of totdat de
snelheid niet meer wordt overschreden)
samen met een pop-upbericht Waarschuwing snelheid overtreden en het controlelampje
gaat geel knipperen.
OPMERKING:
De waarde “31” is slechts een voorbeeld van
een snelheid die kan worden geselecteerd.
— Controlelampje Selec Speed Control
— indien aanwezig
Dit lampje brandt wanneer Selec Speed
Control is ingeschakeld.
Om "Selec Speed Control" te activeren dient
de vierwielaandrijving (4WD) in de stand Low
te staan en drukt u op de knop op het instru-
mentenpaneel.
OPMERKING:
Als het voertuig niet in 4WD Low staat, wordt
de melding "To Enter Selec-Speed Shift to
4WD Low" (schakel naar 4WD Low om
Selec-Speed te activeren) op het display in
de instrumentengroep weergegeven.
— Controlelampje cruisecontrol gereed
Dit lampje gaat branden wanneer de cruis-
econtrol is ingeschakeld, maar niet is inge-
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
— indien aanwezig" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
Blauwe controlelampjes
— Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden om aan te
geven dat het grootlicht is ingeschakeld. Als
het dimlicht is ingeschakeld, duwt u de
multifunctionele hendel naar voren (naar de
voorkant van het voertuig) om het grootlicht
in te schakelen. Trek de multifunctionele
hendel naar achteren (naar de achterkant
van het voertuig) om het grootlicht uit te
schakelen. Wanneer het grootlicht is uitge-
schakeld, trekt u de hendel naar u toe om het
grootlicht tijdelijk in te schakelen, of te
"knipperen".
BOORDDIAGNOSESYSTEEM —
OBD II
Uw auto is uitgerust met een geavanceerd
diagnosesysteem genaamd OBD II (On-Board
Diagnostic II). Dit systeem bewaakt de pres-
taties van de regelsystemen voor uitlaatgase-
missie, de motor en de versnellingsbak. Als
deze systemen correct werken, zal uw auto
uitstekende prestaties leveren, brandstof
besparen en lage emissiewaarden hebben
die aan de strengste eisen voldoen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 79
Page 89 of 356

87
OPMERKING:
Het controle-/storingslampje ESC en het
controlelampje "ESC OFF" (ESC uit) gaan
altijd kort branden wanneer het contact in
de stand ON wordt gezet.
Telkens wanneer de contactschakelaar in
de stand ON wordt gezet, wordt het
ESC-systeem ingeschakeld, ook wanneer
dit eerder werd uitgeschakeld.
Het ESC-systeem maakt zoemende of klik-
kende geluiden wanneer het actief is. Dit
is normaal. De geluiden houden op
wanneer ESC inactief wordt na de
manoeuvre die de activering van het
ESC-systeem heeft veroorzaakt.Het controlelampje "ESP uit" geeft
aan dat de klant het elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESP)
gedeeltelijk heeft uitgeschakeld.
Hill Start Assist (HSA)
Hill Start Assist (HSA) is bedoeld om terug-
rollen op een helling vanuit volledige stil-
stand te voorkomen. Als de bestuurder de
rem loslaat na gestopt te zijn op een helling,
handhaaft het HSA-systeem nog een korte
tijd de remdruk. Als de bestuurder geen gas
geeft tijdens deze periode, wordt de remdruk weggenomen en rolt de auto normaal van de
helling af.
HSA wordt geactiveerd als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Deze functie moet worden ingeschakeld.
De auto moet stilstaan.
De handrem moet zijn uitgeschakeld.
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
De auto moet zich op een voldoende steile
helling bevinden.
De gekozen versnelling moet overeen-
komen met de stand van de auto op de
helling (in een vooruitversnelling als de
voorkant van de auto naar boven is gericht;
in de achteruitversnelling (REVERSE (R))
als de voorkant van de auto naar beneden
is gericht).
HSA werkt in alle vooruitversnellingen en
in de achteruit. Het systeem treedt niet in
werking als de versnellingsbak in PARK
(P) of NEUTRAL (N) staat. Bij voertuigen
met handgeschakelde versnellingsbak
blijft HSA actief wanneer de koppeling
wordt ingetrapt.HSA in- en uitschakelen
U kunt deze functie in- en uitschakelen. Om
de huidige instelling te wijzigen, gaat u als
volgt te werk:
Raadpleeg voor het uitschakelen van HSA
met behulp van het display in de instru-
mentengroep de paragraaf "Display in de
instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw
WAARSCHUWING!
Er kunnen situaties optreden waarbij het
HSA-systeem (Hill Start Assist) niet wordt
geactiveerd en de auto enigszins kan gaan
rollen. Voorbeelden hiervan zijn lichte
hellingen, als de auto beladen is of een
aanhangwagen trekt. HSA is geen systeem
dat de taken en verantwoordelijkheden van
de bestuurder overneemt. De bestuurder
blijft te allen tijde verantwoordelijk voor
het houden van afstand ten opzichte van
andere voertuigen, personen en objecten,
en - als belangrijkste - het bedienen van
de remmen voor veilig gebruik van de auto
onder alle omstandigheden. Veilig
autorijden vereist altijd uw volle aandacht.
Het negeren van deze waarschuwingen kan
een aanrijding en ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 87
Page 90 of 356

VEILIGHEID
88(Vervolgd)
instrumentenpaneel leren kennen" voor
meer informatie.
Raadpleeg voor het uitschakelen van HSA
via Uconnect instellingen, de paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofd-
stuk "Multimedia" voor meer informatie.
Ga bij voertuigen die niet zijn voorzien van
een display in de instrumentengroep als
volgt te werk:
1. Centreer het stuur (voorwielen wijzen recht naar voren)
2. Schakel de versnellingsbak in PARK (P)
3. Trek de parkeerrem aan
4. Start de motor
5. Draai het stuur iets meer dan een halve slag naar links
6. Druk vier keer binnen 20 seconden op de schakelaar "ESC OFF" in de onderste rij
schakelaars onder de klimaatregeling.
Het "controlelampje ESC uit" moet twee
keer aan en uit gaan
7. Draai het stuur terug naar het midden en vervolgens iets meer dan een halve slag
naar rechts 8. Zet het contact in de stand OFF en
vervolgens weer in ON. Wanneer de
procedure juist is uitgevoerd, zal het
"controlelampje ESC uit" meerdere
malen knipperen om te bevestigen dat
HSA is uitgeschakeld.
9. Herhaal deze stappen als u de vorige instelling voor deze functie wilt
herstellen
Een aanhanger trekken met HSA
HSA helpt ook bij het voorkomen van achter-
over kantelen tijdens het trekken van een
aanhanger.
Tractieregelsysteem (ASR)
De tractieregeling (TCS) detecteert het door-
slippen van de aangedreven wielen. Als er
wielslip wordt gedetecteerd, oefent ASR
mogelijk remdruk uit op het/de slippende
wiel(en) en/of wordt het motorvermogen
verlaagd voor een betere acceleratie en stabi-
liteit. Een voorziening van ASR, Brake
Limited Differential (BLD), functioneert op
dezelfde wijze als een limited-slipdifferen-
tieel en regelt de wielspin van een aange-
dreven as. Als één wiel van een aangedreven
as sneller draait dan het andere, wordt het
doorslippende wiel afgeremd. Hierdoor kan
er meer motorkoppel naar het niet-doorslip-
pende wiel gaan. BLD kan ingeschakeld
blijven, zelfs als TCS en het elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESC) zijn beperkt.
WAARSCHUWING!
Als u een aanhangerremregeling gebruikt
op uw aanhanger, kunt u de remmen van
de aanhanger in- en uitschakelen met de
remschakelaar. In dat geval is er na het
loslaten van het rempedaal mogelijk
onvoldoende remkracht om zowel de
auto als de aanhangwagen op een helling
stil te laten staan. Om te voorkomen dat
de auto omlaag rolt als u weer gaat
rijden, moet u de aanhangerrem hand-
matig inschakelen of meer kracht op de
rem zetten voordat u het rempedaal
loslaat.
HSA is geen handrem. Trek de
parkeerrem altijd helemaal aan voordat u
uitstapt. Controleer ook of de schakel-
hendel in de stand PARK (P) staat.
Het negeren van deze waarschuwingen
kan een aanrijding en ernstig of zelfs
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 88