JEEP COMPASS 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2018Pages: 388, PDF Size: 5.92 MB
Page 211 of 388

WAARSCHUWING!
DER MEER TIJDENS OF NA EEN ON-
GEVAL), ZULLEN OOK DE MTC+ FUNC-
TIES, APPS EN SERVICES NIET WER-
KEN.
• De controller van het beveiligingssys-
teem voor inzittenden schakelt het waar-
schuwingslampje voor het airbagsys-
teem in de instrumentengroep in als er
een storing wordt gedetecteerd in een
van de onderdelen van het airbagsys-
teem. Als het waarschuwingslampje voor
het airbagsysteem brandt, werkt het air-
bagsysteem mogelijk niet goed en kan
het SOS-Emergency Call-systeem moge-
lijk geen signaal naar de alarmcentrale
zenden. Als het waarschuwingslampje
voor het airbagsysteem brandt, dient u
contact op te nemen met het servicenet-
werk om het airbagsysteem onmiddellijk
te laten controleren.
• Als u de LED op de SOS-Emergency
Call-knop negeert, kan dit betekenen
dat u mogelijk geen gebruik kunt maken
van SOS-Emergency Call wanneer dat
nodig is. Als de LED op de SOS-
WAARSCHUWING!
Emergency Call-knop rood brandt, dient
u contact op te nemen met het service-
netwerk om het SOS-Emergency Call-
systeem onmiddellijk te laten controle-
ren.
• Als een inzittende mogelijk in gevaar is
(bijv. als er vuur of rook zichtbaar is, bij
gevaarlijke verkeersomstandigheden of
een gevaarlijke locatie), wacht dan niet
tot u spraakcontact met een centralist
van de alarmcentrale hebt. Alle inzitten-
den dienen de auto onmiddellijk te ver-
laten en zich naar een veilige plek te
begeven.
• Het niet uitvoeren van periodiek onder-
houd en regelmatige controles aan uw
voertuig kan leiden tot schade aan uw
voertuig, een ongeval of ernstig letsel.Veelgestelde vragen:
Wat gebeurt er als ik per ongeluk op de SOS-
Emergency Call-knop druk?
• U hebt na het indrukken van de noodknop
10 seconden de tijd om de oproep te annu-
leren. Om de oproep te annuleren, drukt u
nogmaals op de knop.
Wat voor soort informatie wordt verzonden wan-
neer ik een SOS-Emergency Call doe vanuit mijn
voertuig?
• Bepaalde voertuiginformatie, zoals het VIN,
wordt doorgegeven samen met de laatst
bekende GPS-locatie. De medewerker van
de alarmcentrale kan gesprekken en gelui-
den in uw voertuig opnemen zodra er ver-
binding is. Door gebruik te maken van de
dienst gaat u ermee akkoord dat deze infor-
matie wordt gedeeld.
Wanneer kan ik de SOS-Emergency Call-knop
gebruiken?
• U kuntALLEENgebruikmaken van de SOS-
Emergency Call-knop om een oproep te
plaatsen als u of iemand anders noodhulp
nodig heeft.
209
Page 212 of 388

GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Lampen Gloeilampnummer
Instapverlichting voor C5W
Instapverlichting voor (zonnekleppen) C5W
Dakverlichting achter (modellen zonder inschuifbaar dak) C5W
Interieurverlichting achter (modellen met inschuifbaar dak) C5W
Interieurverlichting HT-168
Interieurverlichting (handschoenenkastje) HT-168
Gloeilampen van de buitenverlichting
Lampen Gloeilampnummer
Koplampen dimlicht (halogeen) H11LL
Koplampen grootlicht (halogeen) 9005LL
Parkeerlicht voor/daglichtlamp (DRL) PSX24W
Richtingaanwijzers vóór 7444NA
Parkeerlicht voor — Premium LED LED (service bij erkende dealer)
Mistlampen voor H11LL
Dimlicht/grootlicht (HID) D3S (HID) (service bij erkende dealer)
Richtingaanwijzers (buitenspiegel) LED (service bij erkende dealer)
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
210
Page 213 of 388

Lampen Gloeilampnummer
Achterlichten/remlichten Premium achterlichten: LED (service bij erkende dealer)
Basis achterlichten: W21/5WLL-M
Mistlampen achter W21WLL
Richtingaanwijzers W21WLL voor premium achterlichten
W21/5WLL voor basis achterlichten
Derde remlicht LED (service bij erkende dealer)
Kentekenverlichting LED (service bij erkende dealer)
Achterkleplamp achteruit W21WLL
Achterkleplamp achter LED (service bij erkende dealer)
HID-koplampen — indien aanwezig
De koplampen bevatten een lichtbron met
hoogspanningsontlading. Zelfs wanneer de
koplampen zijn uitgeschakeld, kan er nog
hoogspanning aanwezig zijn in het circuit.
Daarom mag u niet zelf proberen een HID-
koplamp te vervangen. Als een HID-koplamp
defect raakt, laat deze dan door een erkende
dealer vervangen.OPMERKING:
De ingeschakelde koplampen van voertuigen
met HID-koplampen hebben een blauwe tint.
Na ongeveer 10 seconden, wanneer het sys-
teem is opgeladen, vermindert de intensiteit
van de tint en wordt de kleur witter.
WAARSCHUWING!
De fitting van de HID-koplamp komt kort
onder hoogspanning te staand wanneer als
de koplampschakelaar naar de stand ON
wordt gedraaid. Als het onderhoud niet
correct wordt uitgevoerd, kan deze hoog-
spanning een ernstige elektrische schok of
zelfs elektrocutie veroorzaken. Bezoek uw
erkende dealer voor service.
211
Page 214 of 388

Gloeilampen buitenverlichting vervangen
Koplampen
Grootlicht/dimlicht - halogeen
De lampen zijn toegankelijk via de wielkuip.
Ga als volgt te werk:
1. Draai de voorwielen helemaal naar links of
rechts.
2. Verwijder de wielkuip.
3. Verwijder de kap van de koplamp.
4. Draai de fitting van de koplamp linksom
en trek deze naar buiten.5. Duw de borglip op de koplampconnector
in en verwijder de lamp en de fitting.
6. Plaats de nieuwe lamp en zorgt dat deze
goed vast zit.
7. Plaats de lamp en de fitting; draai deze
rechtsom om ervoor te zorgen dat deze
goed vast zit.
8. Breng de wielkuip weer aan.
Koplamp
1 — Kap van dimlicht
2 — Kap van grootlicht
KoplampfittingIN GEVAL VAN NOOD/PECH
212
Page 215 of 388

OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te
raadplegen.
WAARSCHUWING!
Vervang de lampen alleen als de motor is
uitgeschakeld. Zorg er ook voor dat de
motor koud is, om brandwonden te voorko-
men.
Richtingaanwijzer/parkeerlicht/
dagrijverlichting
Ga als volgt te werk om de lampen te vervan-
gen:
1. Draai de voorwielen helemaal naar links of
rechts.
2. Verwijder de wielkuip.
3. Verwijder de elektrische stekkers.
4. Bij de lamp van de dagrijverlichting: pak
de lamp bij de bovenste en onderste ver-
grendellippen en druk deze in tot u de
lamp kunt verwijderen.5. Om de lamp van de dagrijverlichting te
vervangen drukt u deze voorzichtig in de
richting van de behuizing. Als u zowel de
bovenste als de onderste vergrendellip
hebt horen klikken, weet u zeker dat de
lamp goed vastzit.
6. Bij de lamp van de richtingaanwijzer:
draai deze linksom en verwijderde lamp
en de fitting. Trek de lamp recht uit de
fitting.
7. Plaats de lamp en de fitting en draai ze
rechtsom zodat ze goed vast zitten.
8. Sluit de elektrische stekkers weer aan.
9. Breng de wielkuip weer aan.
OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad-
plegen.
Mistlampen vóór
Ga als volgt te werk om de lampen te vervan-
gen:
1. Draai de voorwielen helemaal naar links of
rechts.
2. Verwijder de wielkuip.3. Druk de lip van de elektrische stekker in
om deze te verwijderen.
4. Draai de lamp linksom en vervang de lamp
vervolgens.
5. Plaats de nieuwe lamp in de fitting en zorg
ervoor dat de lamp goed vast zit.
6. Sluit de elektrische stekker weer aan.
7. Breng de wielkuip weer aan.
Mistlampbehuizing
1 — Lamp
213
Page 216 of 388

OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad-
plegen.
Achterlichten, achteraan op de zijkant van de
carrosserie
Bevatten het volgende:
• Parkeerlichten
• Remlichten
• Richtingaanwijzer
Ga als volgt te werk om de lampen te vervan-
gen:
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de bevestigingen met een ge-
schikt gereedschap.
3. Koppel de stekker los door de ontgrende-
ling in te drukken.
4. Verwijder het achterlicht aan de zijkant
van de carrosserie door het weg te schui-
ven van de achterkant van het voertuig.5. Vervang de lamp en draai en verwijder zo
nodig de behuizing van de lamp.
Opening achterlichten aan de zijkant
1 — Bevestigingen
Achterlichten aan de zijkant van de
carrosserie
1 — Achterlicht, achteraan op de zij-
kant van de carrosserie
2 — Tapeinde
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
214
Page 217 of 388

6. Breng de nieuwe lamp aan en zorg ervoor
dat deze goed vast zit.
7. Breng de lampeenheid aan de achterzijde
van de carrosserie weer aan.8. Sluit de elektrische stekker weer aan.
9. Breng de lamp aan de zijkant van de
carrosserie weer aan en zorg ervoor dat de
tapeinden zijn uitgelijnd.10. Monteer de bevestigingen en zet de lam-
peenheid aan de zijkant vast.
11. Sluit tot slot de achterklep.
Mistlampen achter
1. Gebruik een geschikt gereedschap dat
niet krast om voorzichtig de bovenste bin-
nenrand van de mistlamp te openen en de
klikbevestiging los te maken.
2. Koppel de stekker los door op het ontgren-
delingsmechanisme te drukken.
3. Verwijder de fitting door deze linksom te
draaien en van de lamp te verwijderen.
4. Trek de gloeilamp uit de fitting.
5. Vervang de lamp en draai de fitting
rechtsom om deze opnieuw aan te
brengen.
6. Sluit de elektrische stekker weer aan.
7. Breng de lamp weer aan door deze vast te
klikken met de vergrendelingslippen aan
de linker- en rechterrand van de
mistlamp.
Achterkant van het achterlicht
1 — Lamp richtingaanwijzer
2 — Elektrische stekker
3 — Lamp remlicht
4 — Tapeinden
Achterlichten aan de zijkant van de
carrosserie
1 — Achterlicht, achteraan op de zij-
kant van de carrosserie
2 — Tapeinde
215
Page 218 of 388

Achteruitrijlichten
1. Open de achterklep.
2. Gebruik een geschikt gereedschap om het
toegangspaneel voor de lampen aan de
zijkant van de carrosserie te verwijderen,
verwijder het toegangspaneel van de ach-
terklep voor toegang tot de lampen in de
achterklep.
3. Koppel de stekker los door de ontgrende-
ling in te drukken.
4. Verwijder de lamp, vervang deze en zorg
ervoor dat deze stevig vastzit.
5. Sluit de elektrische stekker weer aan.
6. Breng de toegangspanelen weer aan en
zorg ervoor dat ze correct zijn vastgezet.
7. Sluit tot slot de achterklep.
3e remlicht
Het derde remlicht is een LED-lamp. Neem
voor het vervangen contact op met een er-
kende dealer.Kentekenverlichting
De kentekenverlichting heeft LED-lampen.
Neem voor het vervangen contact op met een
erkende dealer.
ZEKERINGEN
WAARSCHUWING!
• Vervang doorgebrande zekeringen uit-
sluitend door exemplaren met dezelfde
ampèrewaarde. Vervang een zekering
nooit door een zekering met een hogere
ampèrewaarde. Vervang een doorge-
brande zekering nooit door een metalen
draad of enig ander materiaal. Plaats
geen zekering in de holte van een
stroomonderbreker of vice versa. Als u
nalaat de juiste zekeringen te gebruiken,
kan dit resulteren in ernstig persoonlijk
letsel, brand en/of schade aan eigen-
dommen.
• Voordat u een zekering vervangt, moet u
ervoor zorgen dat het contact is uitge-
schakeld en dat alle andere services zijn
uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
• Als de vervangen zekering opnieuw door-
brandt, neem dan contact op met een
erkende dealer.
• Als een algemene beveiligingszekering
voor veiligheidssystemen (airbagsys-
teem, remsysteem), krachtbronsyste-
men (motorsysteem, versnellingsbak-
systeem) of het besturingssysteem
doorbrandt, dient u contact op te nemen
met een erkende dealer.
Algemene informatie
De zekeringen beschermen elektrische syste-
men tegen een te hoge stroomsterkte.
Als een apparaat niet werkt, moet u het
zekeringselement in de platte zekering con-
troleren op breuk/smelten.
Houd er bovendien rekening mee dat de voer-
tuigaccu leeg kan raken wanneer u aansluit-
contacten gedurende lange tijd gebruikt ter-
wijl de motor uitgeschakeld is.IN GEVAL VAN NOOD/PECH
216
Page 219 of 388

Plaats van de zekeringen
De zekeringen zijn gegroepeerd in de control-
lers in de motorruimte.
Verdeeleenheid/zekeringen
motorcompartiment
Het zekeringenpaneel in het motorcomparti-
ment bevindt zich links in het motorcompar-
timent.
Raadpleeg het instructieboekje voor meer in-
formatie.
Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F01 70 A geelbruin – – Module carrosseriecompu-
ter
F02 70 A geelbruin – – Module carrosseriecompu-
ter, achterste verdeeleenhe-
den
F03 – 30 A roze met HID-lampen
20 A blauw zonder HID-
lampen– Voeding carrosseriecompu-
ter
F04 – 40 A geelbruin – Module remregelelektronica
Locatie van zekeringenpaneel en kap
217
Page 220 of 388

Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F05 – 40 A geelbruin – PTC-verwarming
F06 40 A oranje – – Startmotorrelais
F07 40 A oranje – –Achterste verdeeleenheid
voor aanhangergebruik
F08 – 30 A roze –Voeding voor F24, F87,
besturingsregeling
F09 – – 7,5 A bruin Regelmodule motor
F10 – – 20 A geel Claxon
F11 – –20 A geel — 1.4-liter
benzine- en dieselmotoren
25 A transparant — 2.4 li-
ter motorenVoeding secundaire belas-
tingen
F14 – – 7,5 A bruin Diesel carterverwarming
F15 40 A oranje – – Pomp remregelmodule
F16 – – 10 A roodVoeding motorregelmodule,
automatische transmissie
F17 – – 10 A roodSecundaire belastingen
motor
F18 – – 20 A geel12V aansluitcontact in ba-
gageruimte op contact
F19 – – 7,5 A bruinCompressor van de aircon-
ditioning en de PWM-
koelventilator activeren
F20 – – 20 A geel Sigarettenaansteker
F21 – – 15 A blauw Brandstofpomp
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
218