JEEP COMPASS 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2018Pages: 388, PDF Size: 5.92 MB
Page 261 of 388

jaar worden overschreden. Als het voertuig
hoofdzakelijk wordt gebruikt voor rijden in de
bebouwde kom, vervangt u de motorolie en
het filter elk jaar.
•Koelsysteem doorspoelen en koelvloeistof
verversen na 120 maanden of 240.000 km
(150.000 mijl), afhankelijk van wat eerst
komt.
•
Ongeacht het aantal gereden kilometers moe-
ten de distributieriem en hulpaandrijfriemen bij
gebruik onder bijzonder zware omstandigheden
(koud klimaat, stadsverkeer, langdurig statio-
nair draaien) om de 4 jaar worden vervangen,
en in alle overige gevallen ten minste om de
6 jaar. Deze onderhoudsintervallen mogen on-
der geen beding worden overschreden.
Eenmaal per maand of voor een lange rit
• Oliepeil controleren.
• Niveau van de ruitensproeiervloeistof con-
troleren.
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Rou-
leer banden bij de eerste tekenen van on-
gelijkmatige slijtage, zelfs voordat de indi-
cator voor olie verversen gaat branden.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir en de hoofdremcilinder
en vul indien nodig vloeistof bij.
• De werking van alle lampen binnen en bui-
ten controleren.Bij elke olieverversing
• Motoroliefilter vervangen.
• Remslangen en -leidingen controleren.
•
Controleren op de aanwezigheid van water in
de brandstoffilter/waterafscheidereenheid.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
259
Page 262 of 388

Onderhoudsschema — dieselmotoren
Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt)12.500
25.000
37.500
50.000
62.500
75.000
87.500
100.000
112.500
125.000
137.500
150.000
162.500
175.000
187.500
Of aantal jaar: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Of kilometer:
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
220.000
240.000
260.000
280.000
300.000
Extra controles
Motorolie verversen en motoroliefilter vervangen. (*)
Homokinetische koppelingen controleren. X X X X X X X
Ophanging vóór, stofhoezen en spoorstangeinden controleren en
indien nodig vervangen.XXX X X X X
Bij gebruik van de auto in een stoffige omgeving of in het terrein:
luchtfilter inspecteren en indien nodig vervangen.XXXXXXXXXX XXX X X
Remvoeringen inspecteren en indien nodig vervangen. X X X X X X X
SERVICE EN ONDERHOUD
260
Page 263 of 388

Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt)12.500
25.000
37.500
50.000
62.500
75.000
87.500
100.000
112.500
125.000
137.500
150.000
162.500
175.000
187.500
Of aantal jaar: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Of kilometer:
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
220.000
240.000
260.000
280.000
300.000
Extra onderhoud
Luchtfilter van motor vervangen. X X X X X X X
Airconditioning-/interieurluchtfilter vervangen. X X X X X X X
Remvloeistof om de 24 maanden verversen bij gebruik van DOT
4-remvloeistof. (***)XXX X X X X
Brandstoffilter van motor vervangen. X X X X X X X
Hulpaandrijfriem controleren. X X X
Hulpaandrijfriem vervangen. (**) X X
Vloeistof voor de handgeschakelde versnellingsbak verversen bij:
trekken van aanhanger, zware belasting, gebruik als taxi of politie-
wagen, besteldienst, terreinrijden, gebruik in de woestijn, of als
meer dan 50% van de tijd met hoge snelheid wordt gereden bij
temperaturen hoger dan 32°C (90°F).XX X
Koelsysteem doorspoelen en koelvloeistof verversen na 10 jaar of
240.000 km (150.000 mijl), afhankelijk van wat eerst komt.XX
Distributieriem vervangen. (**) X X
261
Page 264 of 388

(*) Het feitelijke interval voor het verversen
van de olie en vervangen van het motorolie-
filter is afhankelijk van de gebruiks-
omstandigheden van het voertuig. Het wordt
aangegeven door het waarschuwingslampje
of bericht op het instrumentenpaneel. In
geen geval mag 2 jaar worden overschreden.
Als het voertuig hoofdzakelijk wordt gebruikt
voor rijden in de bebouwde kom, vervangt u
de motorolie en het filter elk jaar.
(**) Ongeacht het aantal gereden kilometers
moeten de distributieriem en hulpaandrijfrie-
men bij gebruik onder bijzonder zware om-
standigheden (koud klimaat, stadsverkeer,
langdurig stationair draaien) om de 4 jaar
worden vervangen, en in alle overige gevallen
ten minste om de 6 jaar. Deze onderhouds-
intervallen mogen onder geen beding worden
overschreden.
(***) Het verversingsinterval van remvloei-
stof wordt uitgedrukt in tijd, niet in
kilometers.WAARSCHUWING!
• U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij-
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
• Het niet correct inspecteren en onder-
houden van uw auto kan tot gevolg heb-
ben dat een onderdeel niet correct func-
tioneert, wat de rijeigenschappen en
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.
SERVICE EN ONDERHOUD
262
Page 265 of 388

MOTORCOMPARTIMENT
1.4-liter motor
1 — Luchtfilter motor 6 — Stroomverdeelkast (zekeringen)
2 — Peilstok motorolie 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
3 — Vuldop motorolie 8 — Accu
4 — Reservoir remvloeistof 9 — Radiatordop koelvloeistof
5 — Accu10 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
263
Page 266 of 388

2.4-liter motor
1 — Luchtfilter motor 4 — Accu 7 — Radiatordop koelvloeistof
2 — Vuldop motorolie 5 — Stroomverdeelkast (zekeringen) 8 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
3 — Reservoir remvloeistof 6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof 9 — Peilstok motorolie
SERVICE EN ONDERHOUD
264
Page 267 of 388

2.0-liter dieselmotor
1 — Luchtfilter motor 4 — Accu 7 — Radiatordop koelvloeistof
2 — Vuldop motorolie 5 — Stroomverdeelkast (zekeringen) 8 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
3 — Reservoir remvloeistof 6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof 9 — Peilstok motorolie
265
Page 268 of 388

1.6-liter dieselmotor
1 — Luchtfilter motor 6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
2 — Vuldop motorolie 7 — Accu
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Radiatordop koelvloeistof
4 — Accu 9 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
5 — Stroomverdeelkast (zekeringen) 10 — Peilstok motorolie
SERVICE EN ONDERHOUD
266
Page 269 of 388

Oliepeil controleren
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen, moet het juiste motoroliepeil ge-
handhaafd blijven. Controleer het oliepeil
daarom regelmatig, bijvoorbeeld eenmaal per
maand of voor een lange rit. Het ideale tijd-
stip voor een controle van het motoroliepeil is
ongeveer vijf minuten nadat een volledig op-
gewarmde motor is uitgezet. Controleer het
oliepeil niet voordat u de motor start, wan-
neer de auto een nacht niet gebruikt is. Als u
het oliepeil controleert wanneer de motor
koud is, wordt het peil niet correct gemeten.
Controleer het oliepeil als het voertuig op een
vlakke ondergrond staat, ongeveer vijf minu-
ten nadat de volledig opgewarmde motor is
uitgezet. De meting is dan nauwkeuriger. Het
oliepeil moet gehandhaafd blijven tussen de
merktekens op de peilstok. Het veilige bereik
wordt aangegeven met een gearceerde zone.
Het bijvullen van 0,9 liter (1 quart) olie in het
geval de peilstok de onderzijde van het bereik
aangeeft, zal er voor zorgen dat het oliepeil
het volle uiteinde van de peilstok bereikt.
LET OP!
• Als er te veel of te weinig motorolie wordt
bijgevuld, kan er lucht in de olie terecht-
komen of kan verlies van oliedruk optre-
den. Dit kan leiden tot motorschade.
• Gebruik nooit niet-reinigende olie of on-
vermengde minerale olie, omdat anders
de motor wordt beschadigd.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen
Het vloeistofreservoir bevindt zich vóór in het
motorcompartiment. Controleer regelmatig
de inhoud van het reservoir. Vul het reservoir
met een ruitensproeieroplossing (geen
radiateur-antivries) en laat het systeem en-
kele seconden werken om de restvloeistof
weg te spoelen.
Breng, wanneer u het ruitensproeiervloei-
stofreservoir bijvult, wat ruitensproeiervloei-
stof aan op een (hand)doek en veeg hiermee
de ruitenwisserbladen schoon. Hierdoor
wordt de wiswerking verbeterd.
Om te voorkomen dat uw ruitensproeiersys-
teem bij koud weer bevriest, dient u een
oplossing of mengsel te kiezen dat geschikt isvoor het klimaat in uw omgeving. Deze infor-
matie treft u aan op de meeste flessen met
ruitensproeiervloeistof.
WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruitensproeier-
vloeistof is brandbaar. Deze kan ontbran-
den en brandwonden veroorzaken. Wees
daarom voorzichtig als u het reservoir bij-
vult of in de buurt van het reservoir werkt.
Onderhoudsvrije accu
Uw auto is uitgerust met een onderhoudsvrije
accu. U hoeft nooit water bij te vullen of
onderhoudswerkzaamheden te laten
uitvoeren.
WAARSCHUWING!
• Accuvloeistof is een gevaarlijke corro-
sieve vloeistof die brandwonden of zelfs
blindheid kan veroorzaken. Zorg dat uw
ogen, huid en kleding niet in aanraking
komen accuvloeistof. Leun niet over de
accu wanneer u de klemmen aansluit.
Wanneer accuzuur in uw ogen of op uw
267
Page 270 of 388

WAARSCHUWING!
huid spat, spoel dan onmiddellijk met
een ruime hoeveelheid water. Raadpleeg
de paragraaf "Starten met startkabels" in
het hoofdstuk "In geval van nood/pech"
voor meer informatie.
• Accugas is brandbaar en explosief. Houd
open vuur of vonken daarom altijd uit de
buurt van de accu. Gebruik geen hulp-
accu of andere acculader van meer dan
12 volt. Zorg dat de kabelklemmen el-
kaar niet raken.
• Accupolen, accuklemmen en toebeho-
ren bevatten lood en loodhoudende stof-
fen. Was uw handen nadat u hiermee in
aanraking bent gekomen.
LET OP!
• Let er bij het aansluiten van de accuka-
bels op dat de pluskabel op de pluspool
en de minkabel op de minpool aangeslo-
ten worden. De accupolen zijn gemar-
keerd met plus (+) en min (-) op de
accubehuizing. De kabelklemmen moe-
LET OP!
ten stevig op de aansluitpolen zitten en
mogen geen corrosie vertonen.
• Wanneer u een snellader gebruikt terwijl
de accu nog in de auto aanwezig is,
koppel dan beide accukabels in de auto
los voordat u de lader op de accu aan-
sluit. Gebruik een snellader nooit als
starthulp.
DEALERSERVICE
Een erkende dealer beschikt over goed opge-
leid servicepersoneel, speciale gereedschap-
pen en de nodige uitrusting om alle werk-
zaamheden met het nodige vakmanschap uit
te voeren. Er zijn servicehandleidingen ver-
krijgbaar met gedetailleerde gegevens voor
een correct onderhoud van uw auto. Raad-
pleeg deze servicehandleidingen voordat u
zelf probeert onderhoud uit te voeren.
OPMERKING:
Bij opzettelijk manipuleren van het emissie-
regelsysteem kan de garantie vervallen en
bent u strafbaar.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een be-
paalde werkzaamheid uit te voeren, breng
dan uw auto naar een vakkundige mon-
teur.
Onderhoud van de airconditioning
Voor optimale prestaties kunt u het aircosys-
teem het best laten controleren door een
erkende dealer aan het begin van het zomer-
seizoen. Bij deze onderhoudsbeurt moeten
ook de condensorribben worden gereinigd en
moet een werkingstest worden uitgevoerd.
Laat ook de spanning van de aandrijfriem
controleren.
WAARSCHUWING!
• Gebruik voor uw airco uitsluitend door
de fabrikant goedgekeurde compressor-
SERVICE EN ONDERHOUD
268