sensor JEEP COMPASS 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2019Pages: 400, PDF Size: 6.72 MB
Page 197 of 400

• Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren mo-
gen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw, mod-
der, vuil of afval. Verontreiniging van de
sensoren kan ertoe leiden dat het systeem
niet goed werkt. Mogelijk kan het Park-
Sense systeem hierdoor obstakels voor of
achter de auto niet detecteren, of geeft het
systeem foutieve melding van een obstakel
voor of achter de auto.
• Bouwmachines, grote vrachtwagens en an-
dere bronnen van trillingen kunnen de wer-
king van ParkSense nadelig beïnvloeden.
• Sensoren kunnen een niet-bestaand obsta-
kel detecteren (echogeluid) door mechani-
sche geluiden, bijvoorbeeld tijdens het
wassen van het voertuig of in geval van
regen, sterke wind en hagel.
•
De sensoren detecteren objecten met een be-
paalde vorm of gemaakt van bepaalde materi-
alen (zeer dunne palen, aanhangerbalken, pa-
nelen, netten, struiken, parkeerpalen,
stoepen, afvalbakken, motoren, enz.) mogelijk
niet. Controleer altijd goed op obstakels rond
het voertuig en de baan naar de parkeerplaats
die het systeem heeft geïdentificeerd.
•Wanneer wielen en banden worden gebruikt
met andere afmetingen dan de originele wie-
len en banden, kan dit een nadelige invloed
hebben op de werking van het systeem.
• De werking van de sensoren achter wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer de
elektriciteitsstekker van de aanhanger in de
contactdoos van de trekhaak van het voer-
tuig wordt gestoken. De sensoren voor blij-
ven ingeschakeld en kunnen akoestische
en visuele waarschuwingen geven. De sen-
soren achter worden automatisch weer in-
geschakeld wanneer de stekker van de aan-
hangerkabel uit de contactdoos wordt
gehaald.
• In de modus "Search in progress" (bezig
met zoeken) kan het systeem een onge-
schikte parkeerplaats voor de manoeuvre
identificeren (bijv. een kruising, oprit, plek-
ken die de rijrichting doorkruisen, enz.).
• Bij parkeermanoeuvres op een helling kun-
nen prestaties van het systeem afnemen en
wordt het systeem mogelijk uitgeschakeld.
• Als een parkeermanoeuvre wordt uitgevoerd
tussen twee geparkeerde voertuigen langs
de stoep, kan het voorkomen dat het sys-
teem het voertuig op de stoep rijdt.• Sommige manoeuvres met zeer scherpe
bochten kunnen mogelijk niet worden uit-
gevoerd.
• Controleer tijdens de parkeermanoeuvre
voortdurend of de omstandigheden niet ver-
anderen (bijv. er bevinden zich personen
en/of dieren op de parkeerplaats, rijdende
voertuigen, enz.) en grijp indien nodig di-
rect in.
• Let tijdens parkeermanoeuvres op voertui-
gen die uit de tegengestelde richting ko-
men. Houd u altijd aan de wet en
verkeersregels.
OPMERKING:
• Wanneer sneeuwkettingen of het ruimtebe-
sparende wiel zijn aangebracht, kan de
juiste werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
• De functie informeert de bestuurder alleen
over de laatste geschikte parkeerplaats (in-
steekparkeren en fileparkeren) die door de
parkeersensoren is gedetecteerd.
• Sommige meldingen gaan vergezeld van
akoestische waarschuwingen.
195
Page 225 of 400

Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F30 – – 20 A geel (door klant
te kiezen, verplaatsen
van F18)12V aansluitcontact in bagageruimte achter continu op
accu
F81 60 A blauw – – Gloeibougiemodule, DDCT SDU accuvoeding
(*)
F82 – 40 A groen – Verwarming dieselbrandstoffilter
(*)
F83 – 40 A groen – HVAC-ventilator
F84 – – 30 A groen Voeding aandrijving op alle wielen
(*)
F87 – – 5 A geelbruin Schakelhendel automatische transmissie
(*)
F88 – – 7,5 A bruin Verwarmde buitenspiegels
F89 – – 30 A groen Verwarmde achterruit
F90 – – 5 A geelbruin IBS-sensor (laadtoestand van de accu)
(*)
Fxx – – 10 A rood Regelrelais dubbele accu met NON-DDCT Trans
(*)
7,5 A bruin Regelrelais dubbele accu met DDCT Trans
(*)
Het zekeringkastje heeft aan de onderkant
extra ATO-zekeringhouders.
223
Page 226 of 400

Locatie ATO-/UNIVAL-zekering Omschrijving
F1 5 A geelbruin Regelmodule aandrijflijn (4X4/AWD)
(*)
F2 10 A rood ECM — detectie startdiagnose
(*)
F3 2 A grijs Modbesturingsregeling
(*)
Zekeringen in het motorcompartiment/
Hulpsysteem
Het hulpzekeringenpaneel bevindt zich vóór
de accu aan de linkerkant van het motorcom-
partiment.
Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering Omschrijving
F01 – – 20 A geel NOx-sensor-voeding
F02 – – 10 A rood PM-sensor-voeding
F03 – – 15 A blauw SCR-module-voeding
F05 – 30 A roze – ATS-relais-voeding
F06 – 40 A geelbruin – SCR-module-voeding
Locatie HC micro-ISO-relais Omschrijving
R1 30 A ATS-relais
R2 30 A SCR-relais
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
224
Page 227 of 400

Interieur, zekeringen
Het zekeringenpaneel in het interieur bevindt
zich in de passagiersruimte op het linker
dashboardpaneel onder het instrumentenpa-
neel.OPMERKING:
Zekeringen voor veiligheidssystemen (gemar-
keerd met *) moeten worden onderhouden
door een erkende dealer.
Locatie Meszekering Omschrijving
F31 7,5 A bruin Regelaar voor vasthouden inzittende
F33 20 A geel Motor elektrisch bediende ruit passagierskant
F34 20 A geel Motor elektrisch bediende ruit bestuurderskant
F36 20 A geelInbraakmodule/sirene, radio, UCI-/USB-poort, VSU, klimaatregeling, elektronisch stuur-
slot, elektrisch inklapbare spiegels, beveiligingsgateway/DTV
F37 10 A roodInstrumentenpaneel, regelmodule aandrijflijn, adaptieve cruise control, ECC-blower
(HVAC)
(*)
F38 20 A geel Portiervergrendeling/-ontgrendeling, ontgrendeling van de achterklep
F42 7,5 A bruinRemsysteemmodule, elektrische stuurbekrachtiging
(*)
F43 20 A geel Ruitensproeierpomp voor en achter
F47 20 A geel Ruitmechanisme linksachter
F48 20 A geel Ruitmechanisme rechtsachter
F49 7,5 A bruinParkeersensoren, dode hoek, spanningsstabilisator, vochtigheidssensor, elektronisch stuur-
slot, temperatuursensor, spiegel, stoelverwarming, licht- en regensensor, start/stop-
schakelaar
(*)
225
Page 284 of 400

Radiaalbanden
WAARSCHUWING!
Het gecombineerd monteren van radiaal-
banden en andere bandentypes heeft een
negatieve invloed op het weggedrag van
uw auto. Dit stabiliteitsverlies kan onge-
vallen veroorzaken. Als u radiaalbanden
gebruikt, moeten dat er altijd vier zijn.
Combineer ze nooit met andere bandenty-
pes.
Banden repareren
Als uw band beschadigd is, kan deze worden
gerepareerd als de band voldoet aan de vol-
gende criteria:
• Er is niet met de band gereden terwijl deze
lek was.
• De beschadiging zit alleen op het loopvlak
van de band (beschadiging op de wang kan
niet worden gerepareerd).
• Het gat is niet groter dan 6 mm (¼ inch).
Raadpleeg een erkende bandenleverancier
voor bandenreparaties en aanvullende infor-
matie.Beschadigde run-flat banden of run-flat ban-
den die zijn blootgesteld aan drukverlies,
moeten onmiddellijk worden vervangen door
een andere run-flat band van dezelfde maat
en serviceomschrijving (belastingsindex en
snelheidssymbool). Vervang ook de sensor
voor de bandenspanning, aangezien deze
niet gemaakt is voor hergebruik.
Run-flat-banden — indien aanwezig
Run-flat-banden maken het mogelijk om
80 km (50 mijl) te rijden met 80 km/u
(50 mph) na een snel verlies van banden-
spanning. Dit snelle verlies van spanning
wordt de run-flat-modus genoemd. Een run-
flat-modus treedt op bij een bandenspanning
van 14 psi (96 kPa) of lager. Zodra een
run-flat-band de run-flat-modus bereikt,
heeft deze slechts beperkte rij-
eigenschappen en moet deze onmiddellijk
worden vervangen. Een run-flat-band is niet
te repareren. Als een run-flat-band wordt
verwisseld na het rijden met te lage banden-
spanning, vervang dan de bandenspannings-
sensor aangezien deze niet is gemaakt om te
worden hergebruikt wanneer met een run-
flat-modus is gereden (14 PSI (96 kPa)).OPMERKING:
De bandenspanningssensor moet worden ver-
vangen na het rijden met een lekke band.
Het wordt niet aanbevolen met een voertuig
te rijden met vol laadvermogen of een
aanhanger/caravan te trekken terwijl een
band in de run-flat-modus loopt.
Raadpleeg het hoofdstuk Bandenspannings-
controle voor meer informatie.Doorslippen van de wielen
Als u vast komt te zitten in modder, zand,
sneeuw of ijs, mag u de wielen niet sneller
dan 30 mph (48 km/uur) of meer dan 30 se-
conden continu laten draaien zonder te stop-
pen.
Raadpleeg de paragraaf "Een vastzittende
auto weer vrijkrijgen" in het hoofdstuk "In
geval van nood/pech" voor meer informatie.
SERVICE EN ONDERHOUD
282
Page 393 of 400

Omvormer,
voeding...................64
onderhoud...................57
Onderhoudsschema.........254, 258
Onderhoudsvrije accu............272
Onderhoud van de airconditioning. . . .273
Ontgrendeling, motorkap..........58
Ontwarringsprocedure,
veiligheidsgordel.............113
Ontwasemen..................52
Openen van de motorkap..........58
Opslag van het voertuig...........52
Oververhitting van de motor........246
ParkSense,
vóór en achter..............188
ParkSense, parkeersensoren........192
ParkSense-systeem, achter........186
ParkSense-systeem achter.....186, 188
Passagiersairbag uitschakelen AAN . . .122
Passagiersairbag uitschakelen UIT. . . .122
Peilstokken,
(motor)olie................271
Persoonlijk hoofdmenu...........322
Phonebook (telefoonboek).........357
Phone (Uconnect),
koppelen.................352Portierontgrendeling met
afstandsbediening.............15
Portier open................71, 72
Radiaalbanden................282
Radiatorvuldop (koelvloeistofdop). . . .276
Radio,
voorkeurzenders......317, 323, 332
Radioschermen............320, 329
Ramen,
elektrisch bediend............53
geopend..................53
gesloten...................53
openen...................53
sluiten...................53
Regeling afdaling...............93
Reinigen van glasoppervlakken......292
Reiniging,
ruitenwisserbladen...........274
Rembekrachtiging...............88
Remregelsysteem, elektronisch.......87
Remsysteem................
.276
Remsysteem,
handrem.................161
hoofdremcilinder............277
remvloeistofpeil controleren . .277, 310
waarschuwingslampje..........70Remvloeistof.................310
Reservebanden............286, 287
Richtingaanwijzers......36, 39, 81, 155
Rotatie, banden...............288
Rugleuning bestuurdersstoel kantelen . .27
Ruitensproeiers.............40, 272
Ruitensproeiers,
vloeistof..................272
Ruitensproeiers voorruit........40, 272
Ruitenwisserbladen.............274
Ruitenwisser/sproeier achterruit......43
Ruitenwissers, regensensor.........42
Ruitenwissers vóór..............40
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .274
Ruitenwissersysteem met regensensor . .42
Ruitontdooier.................153
Schakelen,
automatische versnellingsbak.....169
handgeschakelde versnellingsbak . .163
Schakelflippers...............173
Schakelhendel ontgrendelen.......247
Schema, onderhoud.........254, 258
Schoudergordels...............111
Sentry Key, vervangen............17
Servicehulp..................370
Siri.......................367
391