service interval JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 198 of 370

STARTEN EN RIJDEN
196
(Vervolgd)
Vereisten voor het trekken van de
aanhanger
Voor een juiste inrijperiode van de aandrijf-
lijn van uw nieuwe auto wordt aanbevolen de
onderstaande richtlijnen te volgen.
Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zoals
aangegeven in "Gepland onderhoud". Raad -
pleeg de paragraaf "Gepland onderhoud" in
het hoofdstuk "Service en onderhoud" voor
de juiste onderhoudsintervallen. Overschrijdt
bij het rijden met een aanhanger nooit de maximaal toelaatbare asbelasting of het
maximaal toelaatbare treingewicht.
LET OP!
Tijdens de eerste 805 km (500 mijl) die
met uw nieuwe auto worden gereden,
mag geen aanhangwagen worden aange-
koppeld. Hierdoor kunnen onderdelen
van de motor of de assen, of andere
onderdelen beschadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste 805 km
(500 mijl) die met een aanhangwagen
worden gereden niet sneller dan 80 km/u
(50 mph) worden gereden en niet met
volgas vanuit stilstand worden opge -
trokken. Op deze manier kunnen de motor
en overige onderdelen van de auto op
juiste wijze worden ingereden onder
zwaardere belastingen.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de lading stevig is vastgezet en
tijdens het rijden niet kan schuiven. Als
u de lading niet goed vastzet, kunnen
tijdens het rijden onbeheersbare veran -
deringen in de gewichtsverdeling
optreden. U zou de macht over het stuur
kunnen verliezen en een aanrijding
kunnen veroorzaken.
Als u lading vervoert of een aanhanger
trekt, belaad de auto of de aanhanger
dan nooit te zwaar. Overbelading kan
ertoe leiden dat u de macht over het
stuur verliest, tot slechte prestaties of
beschadiging van remmen, as, motor,
transmissie, stuurinrichting, ophanging,
chassis of banden.
Breng altijd veiligheidskettingen aan
tussen uw auto en de aanhanger. Maak
de kettingen altijd vast aan de daarvoor
bestemde bevestigingspunten op de
trekhaak. Voer de kettingen kruiselings
onder de dissel door en zorg voor
voldoende speling voor het nemen van
bochten.
Parkeer een auto met aanhanger nooit op
een helling. Als u een auto met
aanhanger parkeert, trek dan altijd de
handrem aan. Zet de versnellingsbak van
de auto in de stand PARK. Bij auto's met
vierwielaandrijving moet u zorgen dat de
tussenbak niet in de stand NEUTRAL
staat. Plaats altijd blokken voor de
wielen van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR.
Het totale gewicht moet worden verdeeld
over het voertuig en de aanhanger, zodat
de volgende vier waarden niet worden
overschreden :
Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
GTW
GAWR
Disselgewicht voor de gebruikte trek -
haak.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 196
Page 244 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
242
Raadpleeg het onderhoudsschema op de
volgende pagina voor de vereiste onder-
houdsintervallen.Onderhoudsschema — 1.4-liter
benzinemotor
OPMERKING:
Zodra u de laatste taak in de tabel hebt
uitgevoerd, gaat u verder met het geplande
onderhoud, waarbij u de aangegeven
frequentie in het schema aanhoudt door elke bewerking te voorzien van een markering in
de vorm een punt of een specifieke opmer
-
king. Als u het onderhoud opnieuw aanvat
vanaf het begin van het schema, kan het
toegestane interval voor sommige bewer -
kingen worden overschreden.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt)
9.000
18.000
27.000
36.000
45.000
54.000
63.000
72.000
81.000
90.000
99.000
108.000
117.000
126.000
135.000
144.000
153.000
162.000
171.000
180.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96
108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Of kilometer:
15.000
30.000
45.000
60.000
75.000
90.000
105.000
120.000
135.000
150.000
165.000
180.000
195.000
210.000
225.000
240.000
255.000
270.000
285.000
300.000
Motorolie verversen en
oliefilter vervangen.**** X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Banden rouleren X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Bij gebruik van de auto in
een stoffige omgeving of in
het terrein: luchtfilter
inspecteren en indien nodig
vervangen. X X X X X X X X X X
Remvoeringen inspecteren
en indien nodig vervangen. X X X X X X X X X X
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 242
Page 248 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
246
2.4-liter benzinemotor
Uw auto is uitgerust met een automatische
indicator voor olieverversing. De indicator
voor olieverversing herinnert u eraan dat de
motorolie van uw auto moet worden ververst.
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden
van de motor wordt het bericht voor olie
verversen weergegeven in de instrumenten-
groep. Dit betekent dat uw auto een onder -
houdsbeurt nodig heeft. Omstandigheden zoals frequente korte ritten en gebruik van de
trekhaak, zeer hoge of lage omgevingstempe
-
raturen zijn van invloed op de weergave van
het bericht "Change Oil" (olie verversen) of
"Oil Change Required" (olieverversing
vereist). Bij zware bedrijfsomstandigheden
kan het bericht voor olie verversen al na
5600 km (3500 mijl) gaan branden na de laatste reset. Laat het onderhoud zo snel
mogelijk, binnen 805 km (500 mijl),
uitvoeren.
OPMERKING:
Onder geen beding mogen de intervalter -
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
7,500 miles (12 000 km) of 12 maanden, afhankelijk van wat eerst komt.
OPMERKING:
Het lampje voor olie verversen gaat niet
branden onder deze omstandigheden. Eenmaal per maand of voor een lange rit:
Oliepeil controleren.
Niveau van de ruitensproeiervloeistof
controleren.
Bandenspanning controleren en kijken of
er sprake is van ongebruikelijke slijtage of
beschadigingen. Rouleer banden bij de
eerste tekenen van ongelijkmatige slijtage,
zelfs voordat de indicator voor olie
verversen gaat branden.
Controleer de vloeistofniveaus van het
koelvloeistofreservoir en het hoofdremci
-
linderreservoir en vul indien nodig vloei -
stof bij.
De werking van alle lampen binnen en
buiten controleren.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij -
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
Het niet correct inspecteren en onder -
houden van uw auto kan tot gevolg
hebben dat een onderdeel niet correct
functioneert, wat de rijeigenschappen en
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 246
Page 252 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
250
* Het verversingsinterval van remvloeistof wordt uitgedrukt in tijd, niet in kilometers.
** Het vervangingsinterval van de bougies wordt uitgedrukt in kilometers, niet in jaren.
(○) Als het voertuig wordt gebruikt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 12.000 km (7.500 mijl) worden vervangen.
*** Dit onderhoud wordt aanbevolen door de fabrikant, maar is niet vereist om de emissiegarantie te behouden.
Intensief gebruik van het voertuig
**** Ververs de motorolie en vervang het motoroliefilter elke 7.500 km (4.500 mijl) of 12 maanden wanneer u uw auto onder een van de volgende zware omstan -
digheden gebruikt:
Ritten met veelvuldig stoppen en optrekken.Rijden in stoffige omgevingen.Korte ritten van minder dan 16 km (10 mijl).Trekken van een aanhanger.Taxi, politie of besteldiensten (gebruik als bedrijfswagen).Rijden in het terrein of de woestijn.
PCV-klep controleren en zo nodig
vervangen. (***) X
De hulpaandrijfriem aan de
voorzijde, de spanner en de
geleiderol inspecteren en indien
nodig vervangen. X
Afstand of verstreken tijd (wat
het eerst komt)
7500
15.000
22.500
30.000
37.500
45.000
52.500
60.000
67.500
75.000
82.500
90.000
97.500
105.000
112.500
120.000
127.500
135.000
142.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96
108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Of kilometer:
12.000
24.000
36.000
48.000
60.000
72.000
84.000
96.000
108.000
120.000
132.000
144.000
156.000
168.000
180.000
192.000
204.000
216.000
228.000
240.000
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 250
Page 254 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
252
Eenmaal per maand of voor een lange rit
Oliepeil controleren.
Niveau van de ruitensproeiervloeistof
controleren.
Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen.
Rouleer banden bij de eerste tekenen van
ongelijkmatige slijtage, zelfs voordat de
indicator voor olie verversen gaat branden.
Controleer de vloeistofniveaus van het
koelvloeistofreservoir en de hoofdremci-
linder en vul indien nodig vloeistof bij.
De werking van alle lampen binnen en
buiten controleren.
Controle en herstel van additiefpeil voor
AdBlue® voor dieselemissies (UREUM)
(indien aanwezig). Bij elke olieverversing
Motoroliefilter vervangen.
Remslangen en -leidingen controleren.
Controleren op de aanwezigheid van water
in de brandstoffilter/waterafscheidereen
-
heid.
Controleer de homokinetische koppeling/
cardankoppelingen.
Gebruik van de auto onder zware omstandig -
heden
Herstel het peil van het additief voor
dieselemissies AdBlue® (UREUM) (indien
aanwezig), wanneer het lampje brandt of
het bericht wordt weergegeven in het
instrumentenpaneel.
Onderhoudsschema — dieselmotoren
OPMERKING:
Zodra u de laatste taak in de tabel hebt
uitgevoerd, gaat u verder met het geplande
onderhoud, waarbij u de aangegeven
frequentie in het schema aanhoudt door elke
bewerking te voorzien van een markering in
de vorm een punt of een specifieke opmer -
king. Als u het onderhoud opnieuw aanvat
vanaf het begin van het schema, kan het
toegestane interval voor sommige bewer -
kingen worden overschreden.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 252