key JEEP GRAND CHEROKEE 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2014, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2014Pages: 420, PDF Size: 2.68 MB
Page 194 of 420

Meldingen op het elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
•Front Seatbelts Unbuckled (voorste veilig-
heidsgordels niet vastgegespt)
• Driver Seatbelt Unbuckled (Bestuurdersgor-
del niet vastgegespt)
• Passenger Seatbelt Unbuckled (passagiers-
gordel niet vastgegespt)
• Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
• Traction Control Off (traction control uit)
• Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
• Oil Pressure Low (oliedruk laag)
• Olieverversing vereist
• Fuel Low (brandstof laag)
• Service Antilock Brake System (antiblokkeer-
systeem vereist onderhoud)
• Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud) •
Service Power Steering (stuurbekrachtiging
vereist onderhoud)
• Cruise Off (cruisecontrol uitgeschakeld)
• Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
• Cruise Set To XXX MPH (cruisecontrol inge-
steld op XXX mph)
• Tire Pressure Screen With Low Tire(s) “In-
flate Tire to XX” (bandenspanning-scherm
met te lage bandenspanning(en) "band op-
pompen tot XX")
• Service Tire Pressure System (bandenspan-
ningscontrolesysteem vereist onderhoud)
•
Parking Brake Engaged (handrem inge-
schakeld)
• Brake Fluid Low (remvloeistofpeil laag)
• Service Electronic Braking System (elektro-
nisch remsysteem vereist onderhoud)
• Engine Temperature Hot (motortemperatuur
hoog)
• Battery Voltage Low (accuspanning laag)
• Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud) •
Lights On (verlichting aan)
• Right Turn Signal Light Out (richtingaanwij-
zer rechts uit)
• Left Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer
links uit)
• Turn Signal On (richtingaanwijzer aan)
• Vehicle Not in Park (auto niet in
parkeerstand)
• Key in ignition (sleutel in contactslot)
• Key In Ignition Lights On (sleutel in contact,
lampen aan)
• Remote Start Active Key to Run (starten op
afstand actief Sleutel voor starten)
• Remote Start Active Push Start Button (star-
ten op afstand actief Druk op startknop)
• Remote Start Aborted Fuel Low (starten op
afstand afgebroken Brandstof laag)
• Remote Start Aborted Too Cold (starten op
afstand afgebroken Te koud)
• Remote Start Aborted Door Open (starten op
afstand afgebroken Portier open)
190
Page 209 of 420

de schakelhendel in de stand PARK of NEU-
TRAL staat en het bestuurdersportier wordt
geopend. Kies de schermtoets Auto Unlock On
Exit (portieren ontgrendelen bij uitstappen) tot
een vinkje naast de instelling verschijnt, dat
aangeeft dat de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om naar het
vorige menu terug te keren.
•Claxonsignaal bij vergrendelen
Wanneer deze functie is geselecteerd, klinkt
een claxonsignaal wanneer de portiersloten
worden geactiveerd. Kies de schermtoets
Sound Horn With Lock (Claxonsignaal bij ver-
grendelen) tot een vinkje naast de instelling
verschijnt, dat aangeeft dat de instelling is ge-
kozen. Kies de schermtoets met de pijl naar
links om naar het vorige menu terug te keren.
• Sound Horn With Remote Start (Claxon-
signaal bij starten met afstandsbediening)
Wanneer deze functie is geselecteerd, klinkt de
claxon wanneer de motor met de afstandsbe-
diening wordt gestart. Kies de schermtoets
Sound Horn With Remote Start (Claxonsignaal
bij starten met afstandsbediening) tot een vinkje naast de instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is gekozen. Kies de schermtoets
met de pijl naar links om naar het vorige menu
terug te keren.
•
1st Press of Key Fob Unlocks (Ontgren-
delen door eenmaal te drukken op de sleu-
telhouder)
Wanneer de optie 1st Press Of Key Fob Un-
locks (ontgrendelen met één druk op de ont-
grendelknop) is geselecteerd, wordt alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld bij de eerste
druk op de ontgrendelknop van de afstandsbe-
diening. Wanneer de optie 1st Press Of Key
Fob Unlocks (ontgrendelen met één druk op de
ontgrendelknop) is geselecteerd, moet u twee
keer op ontgrendelknop van de afstandsbedie-
ning drukken om de andere portieren te ont-
grendelen. Wanneer u All Doors 1st Press se-
lecteert, ontgrendelen alle portieren bij de
eerste keer indrukken op de UNLOCK-toets op
de afstandsbediening.
OPMERKING:
Als de instelling 1st Press Of Key Fob Un-
locks (ontgrendelen met één druk op de ontgrendelknop) is geprogrammeerd, wor-
den alle portieren ontgrendeld, ongeacht
welke portiergreep met Passive Entry wordt
vastgepakt. Als de instelling 1st Press Of
Key Fob Unlocks (ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) is geprogram-
meerd, wordt alleen het bestuurdersportier
ontgrendeld wanneer de greep van deze
portier wordt vastgepakt. Wanneer de instel-
ling 1st Press Of Key Fob Unlocks (ontgren-
delen met één druk op de ontgrendelknop)
met Passive Entry is geprogrammeerd en de
portiergreep meer dan één keer wordt aan-
geraakt, wordt alleen het bestuurdersportier
geopend. Als eerst de bestuurdersportier is
geopend, dan kunnen de overige portieren
ontgrendeld worden met behulp van de
ontgrendel-/vergrendelschakelaar in de auto
(of met de afstandsbediening).
•
Passive Entry
Met deze functie kunt u portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u op
de vergrendel- en ontgrendelknoppen van de
205
Page 210 of 420

afstandsbediening hoeft te drukken. Kies de
schermtoets Passive Entry tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, dat aangeeft dat de
instelling is gekozen. Kies de schermtoets met
de pijl naar links om naar het vorige menu terug
te keren. Raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf"Keyless Enter-N-Go™" in het hoofd-
stuk "Uw auto" .
• Memory To FOB (geheugen naar sleutel-
houder) — Indien aanwezig
Deze functie verstelt automatisch de bestuur-
dersstoel, zodat de bestuurder gemakkelijker
kan in- en uitstappen. Kies de schermtoets
Memory Linked To FOB (geheugen koppelen
aan sleutelhouder) tot een vinkje naast de in-
stelling verschijnt, dat aangeeft dat de instelling
is gekozen. Kies de schermtoets met de pijl
naar links om naar het vorige menu terug te
keren.
OPMERKING:
De stoel keert terug naar de geheugenstand
(als het oproepen van het geheugen met de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
is ingeschakeld) zodra de afstandsbedie- ning wordt gebruikt om het portier te ont-
grendelen. Raadpleeg de paragraaf
Geheu-
genstoel in het hoofdstuk De functies van
uw auto voor meer informatie hierover.
Auto-On Comfort & Remote Start (comfort
automatisch aan & starten met
afstandsbediening)
Nadat de schermtoets Auto-On Comfort & Re-
mote Start (comfort automatisch aan & starten
met afstandsbediening) is ingedrukt, zijn de
volgende instellingen mogelijk.
• Sound Horn With Remote Start (claxon-
signaal bij starten met afstandsbediening)
Wanneer deze functie is geselecteerd, klinkt de
claxon wanneer de motor met de afstandsbe-
diening wordt gestart. Kies de schermtoets
Sound Horn With Remote Start (claxonsignaal
bij starten met afstandsbediening) tot een vinkje
naast de instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is gekozen. Kies de schermtoets
met de pijl naar links om naar het vorige menu
terug te keren. •
Verwarmde/geventileerde bestuurders-
stoel en stuurwiel automatisch inschakelen
bij starten voertuig — Indien aanwezig
Wanneer deze functie is geselecteerd, wordt de
verwarming in de bestuurdersstoel en het stuur-
wiel automatisch ingeschakeld bij temperaturen
lager dan 4,4 °C (40 °F). Bij temperaturen
boven 26,7 °C (80 °F) wordt het ventilatiesys-
teem in de bestuurdersstoel ingeschakeld. Kies
de schermtoets Auto Heated Seats (Automati-
sche stoelverwarming) tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, dat aangeeft dat de instel-
ling is gekozen. Kies de schermtoets met de pijl
naar links om naar het vorige menu terug te
keren.
Engine Off Options (opties voor
uitgeschakelde motor)
Nadat u de schermtoets Engine Off Options
(opties voor uitgeschakelde motor) hebt geko-
zen, zijn de volgende instellingen mogelijk.
• Engine Off Power Delay (vertraging voe-
dingsspanning bij uitgeschakelde motor)
Wanneer deze functie is geselecteerd, blijven
de schakelaars voor elektrische raambedie-
206
Page 223 of 420

5
STARTEN EN RIJDEN
•STARTPROCEDURES ..........................223•Automatische versnellingsbak ....................223
• Keyless Enter-N-Go™ ........................ .224
• Normaal starten ............................ .224
• Extreem lage temperaturen (lager dan 29°C of -20°F) ......225
• Als de motor niet start ....................... .225
• Na het starten ............................. .226
• Normaal starten — dieselmotor ....................226
•AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK ................228•Sleutelblokkering ........................... .229
• Blokkeersysteem rem/transmissie ..................230
• ECO-modus .............................. .230
• Automatische transmissie met acht versnellingen ........230
•WERKING VAN DE VIERWIELAANDRIJVING ............236•Bedieningsaanwijzingen/voorzorgsmaatregelen Quadra-Trac I® -
Indien aanwezig ........................... .236
• Bedieningsaanwijzingen/voorzorgsmaatregelen Quadra-Trac II® -
Indien aanwezig ........................... .237
• Schakelstanden ............................ .237
219
Page 227 of 420

STARTPROCEDURES
Doe het volgende voordat u uw auto start: stel
uw stoel in, stel de binnen- en buitenspiegels in,
doe uw veiligheidsgordel om en verzoek even-
tuele passagiers ook hun veiligheidsgordel om
te doen.
WAARSCHUWING!
•Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het
uitstappen en sluit de auto af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten. Het achterlaten van kinderen
zonder toezicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinderen of der-
den lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempedaal of de
schakelhendel mogen komen.
•
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto (of op een voor kinderen
bereikbare plaats) en laat Keyless Enter-N-
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Go™ niet in de stand ACC of ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere scha-
kelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen zetten.
Automatische versnellingsbakDe schakelhendel moet in de stand NEUTRAL
of PARK staan voordat u de motor kunt starten.
Trap het rempedaal in voordat u naar een
rijstand schakelt.
LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd raken
indien de volgende voorzorgsmaatregelen
niet in acht genomen worden:
• Schakel niet vanuit REVERSE, PARK of
NEUTRAL naar een van de rijstanden bij
een hoger motortoerental dan stationair.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
•Schakel alleen naar PARK als de auto
volledig stilstaat.
• Schakel alleen naar of uit REVERSE, als
de auto volledig stilstaat en de motor sta-
tionair draait.
• Voordat u naar een versnelling schakelt,
moet u het rempedaal stevig intrappen.
Houder met ingebouwde sleutel gebruiken
(Tipstart)
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen.
Druk niet op het gaspedaal. Zet de contact-
schakelaar met de houder met ingebouwde
sleutel even in de stand START en laat deze los
zodra de startmotor aanslaat. De startmotor
blijft draaien en slaat automatisch af als de
motor begint te draaien. Als de motor niet
aanslaat, slaat de startmotor automatisch bin-
223
Page 228 of 420

nen 10 seconden af. Als dit gebeurt, draai dan
de contactschakelaar in de vergrendelstand
(LOCK), wacht 10 tot 15 seconden en herhaal
dan de procedure"Normaal starten".
Keyless Enter-N-Go™
Met deze functie kan de
bestuurder de contact-
schakelaar met een druk
op de knop bedienen,
mits de knop ENGINE
START/STOP aanwezig
is en de Remote Start/
Keyless Enter-N-Go™
FOBIK zich in het passa-
gierscompartiment
bevindt.
Normaal starten
Gebruik van de knop ENGINE START/STOP
(motor aan/uit)
1. De schakelhendel moet in de stand PARK of
NEUTRAL staan. 2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u één
keer op de knop ENGINE START/STOP drukt.
3. Het systeem neemt het dan over en probeert
de auto te starten. Als de auto niet start, wordt
de startmotor automatisch na 10 seconden uit-
geschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, druk dan nogmaals
op de knop.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedie-
nen.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP (motor aan/uit)
1. Zet de schakelhendel in de stand PARK en
druk vervolgens kort op de knop ENGINE
START/STOP.
2. De contactschakelaar keert terug naar de
stand OFF.
3. Als de keuzehendel niet in de stand PARK
staat, moet de knop ENGINE START/STOP
twee seconden lang worden ingedrukt en moet
de rijsnelheid meer dan 8 km/u (5 mph) bedra-
gen, voordat de motor afslaat. De contactscha-
kelaar blijft in de stand ACC, totdat de schakel-
hendel in de stand PARK staat en de knop twee
keer wordt ingedrukt naar de stand OFF (uit).
Als de keuzehendel niet in de stand PARK staat
en de ENGINE START/STOP-knop één keer
wordt ingedrukt, verschijnt op het EVIC (indien
aanwezig) de melding
"Vehicle Not In Park"
(auto staat niet in de stand PARK) en blijft de
motor draaien. Verlaat een auto nooit als deze
niet in de stand PARK staat, omdat de auto dan
kan wegrollen.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar in de stand
ACC of RUN (motor draait niet) blijft staan
terwijl de schakelhendel in de stand PARK
staat, wordt het systeem, nadat het 30 minu-
ten niet actief is geweest, automatisch uit-
geschakeld en wordt de contactschakelaar
in de stand OFF gezet.
224
Page 229 of 420

Functies van de Keyless Enter-N-Go™ –
rempedaal/koppelingspedaal niet ingedrukt
(in de stand PARK of NEUTRAL)
De werking van Keyless Enter-N-Go™ is ver-
gelijkbaar met die van een contactschakelaar.
Er zijn vier standen: OFF, ACC, RUN en START.
Om de contactschakelaar in een andere stand
te zetten zonder de auto te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de
onderstaande stappen.
•Starten met de contactschakelaar in de stand
OFF:
• Druk één keer op de ENGINE START/STOP-
knop om de contactschakelaar in de stand
ACC te zetten (op het EVIC verschijnt de
melding "IGNITION MODE ACCESSORY"
(contactschakelaar accessoires)),
• Druk nogmaals op de ENGINE START/
STOP-knop om de contactschakelaar in de
stand RUN te zetten (op het EVIC verschijnt
de melding "IGNITION MODE RUN" (con-
tactschakelaar aan)), •
Druk voor de derde keer op de ENGINE
START/STOP-knop om de contactschake-
laar weer in de stand OFF te zetten (op het
EVIC verschijnt de melding "IGNITION
MODE OFF" (contactschakelaar uit)).
Extreem lage temperaturen (lager
dan 29°C of -20°F)
Om te zorgen voor betrouwbaar starten bij deze
temperaturen wordt het gebruik van een van
buitenaf gevoede elektrische motorblokverwar-
ming (verkrijgbaar bij uw erkende dealer) aan-
bevolen.
Als de motor niet start
WAARSCHUWING!
•Giet nooit brandstof of andere brandbare
vloeistoffen in de luchtinlaat van het gas-
klephuis om de auto te starten. Hierdoor
kunnen steekvlammen ontstaan die ern-
stig letsel kunnen veroorzaken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Probeer niet de auto te starten door middel
van aanduwen of slepen. Auto’s met een
automatische versnellingsbak mogen niet
op die manier worden gestart. Onver-
brande brandstof kan de katalysator bin-
nendringen, na het starten ontbranden en
zo de katalysator en de auto beschadigen.
• Wanneer de accu van de auto leeg is, kunt
u startkabels gebruiken en de auto starten
met een hulpaccu of de accu van een
andere auto. Deze manier van starten kan
gevaarlijk zijn als dit niet op de juiste
manier wordt gedaan. Raadpleeg de para-
graaf "Starten met startkabels" in het
hoofdstuk "Wat doen in geval van nood "
voor meer informatie hierover.
’Verzopen’ motor starten (met de knop
ENGINE START/STOP)
Als de motor niet start nadat u de procedures
voor "Normaal starten" of"Extreem lage tempe-
225
Page 258 of 420

WAARSCHUWING!
•Gebruik de stand PARK nooit als vervan-
ging voor de handrem. Trek de handrem
altijd volledig aan als u de auto parkeert,
om te voorkomen dat de auto gaat rollen
en mogelijk letsel of schade veroorzaakt.
• Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het
uitstappen en sluit de auto af. Laat nooit
kinderen alleen in een auto achter of in de
buurt van een auto die niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zonder toe-
zicht in een auto is om verschillende rede-
nen gevaarlijk. Kinderen of derden lopen
dan het risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat ze niet aan
de handrem, het rempedaal of de schakel-
hendel mogen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
• Controleer of de handrem volledig is vrij-
gezet voordat u gaat rijden. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot een defect van de
remmen, en daardoor tot een aanrijding.
• Trek de handrem altijd volledig aan als u
de auto parkeert, om te voorkomen dat de
auto gaat rollen en mogelijk letsel of
schade veroorzaakt. Controleer ook of de
schakelhendel in de stand PARK staat. Als
dit wordt nagelaten kan de auto gaan
rollen en schade of letsel veroorzaken.
LET OP!
Als het waarschuwingslampje voor het rem-
systeem blijft branden nadat de handrem is
vrijgezet, duidt dit op een storing in het
remsysteem. Laat het remsysteem onmid-
dellijk controleren door een erkende dealer.
ELEKTRONISCHE
REMREGELING
Uw auto is uitgerust met geavanceerde elektro-
nische remregeling, die bestaat uit: ABS-
systeem, tractieregelsysteem (ASR), remassis-
tent (BAS), Electronic Roll Mitigation (ERM) en
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP).
Deze vijf systemen werken samen om onder
verschillende rijomstandigheden de stabiliteit
en de controle over de auto te verbeteren.
Uw voertuig is mogelijk uitgerust met Trailer
Sway Control (TSC) (antislingerregeling), Hill
Start Assist (HSA), Brake Lock Differential
(BLD), Ready Alert Braking (anticiperend rem-
systeem), Rain Brake Support (remdroogfunc-
tie bij nat weer) en, als het voertuig voorzien is
254
Page 412 of 420

Elektrisch instelbare/telescopischestuurkolom .................125
Elektrisch zonnedak ..........160, 162
Elektronische snelheidsregeling (cruisecontrol) ............127, 129
Elektronisch remregelsysteem ........254
Elektronisch remregelsysteem, rembekrachtiging .............255
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP) .................. .256
Elektronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC) .................. .185
Ethanol ................... .278
Filters, airco .................216, 325
luchtfilter .................323
motorolie .................323
oliefilter afvoeren .............323
Gebruiksaanwijzing (instructieboekje) .....6
Geheugen (stoel met geheugenfunctie). . .111
Gevarenknipperlichten ............298
Gordelsystemen ............31, 47, 50
Gordelsystemen (sedan) .......45, 47, 49
Gordelverankering, kinderzitje ........58Handleiding voor het trekken van een
aanhangwagen ..............285
Handrem .................. .253
Handsfree telefoon (Uconnect®) .......77
Hill Start Assist ................258
Hulpversnellingsbak, onderhoud ................335
Indicatielampje, Elektronisch Stabiliteitsprogramma
(ESP) .................. .263
tractiecontrole ...............263
Inleiding .....................4
Inrijperiode nieuw voertuig ..........63
Inschuifbare bagageruimtekap .......172
Instapruimte, verlicht .............18
Instapverlichting ................18
Instelbare stuurkolom .........124, 125
Instructieboekje (gebruiksaanwijzing) .....6
Instructies bij opkrikken ...........300
Instrumentengroep ..............181
Instrumentenpaneel en bedieningsinstrumenten .........179
Instrumentenpaneel,
reinigen........339
Interieur, verzorging en onderhoud .....338Intervalstand ruitenwissers (intervalschakeling
van de ruitenwissers) ...........122
Keuze van olie ................322
Keyless Enter-N-Go ...........23, 224
Keyless Go ...................12
Kilometerteller ................185
Kilometerteller, dagteller ................. .185
Kindersloten ..................22
Kinderstoeltje .........53, 56, 57, 59, 60
Kinderstoeltje, gordelverankering . . . .58, 59
Kinderzitje .................53, 56
Kinderzitjes ...................53
Klantenservice ................384
Klimaatregeling ................210
Knipperlichten .................298
Knipperlichten, richtingaanwijzer .....66, 181, 347, 348
waarschuwingsknipperlichten ......298
Koelmiddel ................. .325
Koelsysteem .................329
Koelsysteem, aftappen, spoelen, bijvullen .......330
(antivries) kloelvloeistof bijvullen . . . .331
belangrijke punten ............332
408
Page 415 of 420

verdeelbak uit neutraalstand (N)
schakelen..............240, 295
Rijden op onverharde weg ..........247
Rotatie, banden ................271
Ruitensproeiers ................121
Ruitensproeiers, vloeistof ................. .327
Ruitensproeiers voorruit ........121, 327
Ruitenwisserbladen .............326
Ruitenwissers, intervalschakeling ......122
Ruitenwisser/sproeier achterruit .......174
Ruitenwissers, regensensor .........123
Ruitenwissers vóór ..............121
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . . .326
Ruitenwissersysteem met regensensor . . .123
Ruitontdooier ..................65
Schakelen .................. .228
Schakelen, automatische versnellingsbak . . .228, 230
Schema, onderhoud ..........356, 370
Schone benzine ...............278
Schone brandstof ...............278
Schoudergordels ................34
Selec-Terrain .................241
Sentry Key, programmeren ..........16
Sentry Key (startonderbreker) ........14Sentry Key, vervangen
............15
Servicehulp ................. .384
Sjorrogen voor bagage ............173
Sleepogen ................. .308
Slepen ................. .281, 311
Slepen, handleiding ................285
vouwwagen of caravan .........292
Sleutel, programmering ............16
Sleutels .....................12
Sleutels, Sentry Key (startonderbreking) . . .14
Sleutel, vervanging ..............15
Sloten ......................21
Sloten, automatische portiersloten ........22
elektrische portiersloten ..........22
Sloten Stuurslot ..................14
SmartBeams .................116
Smering, carosserie .............326
Sneeuwkettingen ...............271
Snelheidsmeter ................182
Snelheidsregeling
(cruisecontrol) . . .127, 129
Spanningsomvormer .............168
Spanriemen bagage .............173
Specificaties, olie .................... .322Spiegels
....................74
Spiegels, automatisch dimmen ...........74
binnenspiegel ...............74
elektrisch bediend .............76
elektrisch inklapbaar ............76
make-upspiegel ..............77
verwarmd ..................76
Spraakherkenningssysteem (VR) .......97
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) . . .258
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . . .258
Stallen van het voertuig ........216, 345
Starten ................... .223
Starten, automatische versnellingsbak ......223
bij lage temperaturen ..........225
motor start niet ..............225
Starten en rijden ...............223
Starten met startkabels ...........305
Startonderbreking (Sentry Key) ........14
Startprocedures ................223
Stoelen ................... .101
Stoelen, elektrische bediend ............102
geheugen .................111
instaphulp .................113
neerklapbare achterbank ........109
411