service JEEP GRAND CHEROKEE 2015 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2015, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2015Pages: 480, PDF Size: 4.63 MB
Page 147 of 480

van sensor aan de voor- of achterzijde afhankelijk
van waar de storing is gedetecteerd. Het systeem
blijft boogwaarschuwingen geven voor de kant die
goed werkt. Deze boogwaarschuwingen onder-
breken de berichten"PARKSENSE UNAVAILA-
BLE WIPE REAR SENSORS" (parkeerhulp niet
beschikbaar, achtersensoren reinigen) of
"PARKSENSE UNAVAILABLE SERVICE RE-
QUIRED" (parkeerhulp niet beschikbaar, onder-
houd noodzakelijk) als er een obstakel wordt
gedetecteerd binnen de vijf seconden waarin de
pop-up actief is. De afbeelding van de auto wordt
weergegeven zolang het voertuig in de stand
REVERSE staat. Raadpleeg de paragraaf "Be-
stuurdersinformatiedisplay (DID)" voor meer in-
formatie hierover.Als de melding "PARKSENSE UNAVAILABLE
WIPE REAR SENSORS" (parkeerhulp niet be-
schikbaar, achtersensoren reinigen) of
"PARKSENSE UNAVAILABLE WIPE FRONT
SENSORS" (parkeerhulp niet beschikbaar,
voorsensoren reinigen) wordt weergegeven in
het bestuurdersinformatiedisplay (DID), moet u
ervoor zorgen dat het achterpaneel/de achter-
bumper en/of het voorpaneel/de voorbumper
van de auto vrij is van sneeuw, ijs, modder, vuil of andere obstakels en vervolgens het contact
opnieuw inschakelen. Als het bericht nog
steeds wordt weergegeven, breng dan een be-
zoek aan uw erkende dealer.
Als de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE
SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp niet be-
schikbaar, onderhoud noodzakelijk) wordt
weergegeven in het DID, neemt u contact op
met een erkende dealer.
ParkSense® systeem reinigenReinig de ParkSense® sensoren met water,
een schoonmaakmiddel voor auto’s en een
zachte doek. Gebruik geen ruwe of harde doe-
ken. Maak de sensoren voorzichtig schoon (niet
hard drukken of borstelen). Anders kunnen de
sensoren beschadigd raken.Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van ParkSense®OPMERKING:
Houd de voor- en achterbumper vrij van
sneeuw, ijs, modder, stof en vuil om te
zorgen dat het ParkSense® systeem cor-
rect werkt.
Drilboren, grote vrachtwagens en andere
bronnen van trillingen kunnen de werking
van ParkSense® nadelig beïnvloeden.
Wanneer u de ParkSense® parkeerhulp
uitschakelt, wordt in de instrumenten-
groep de melding PARKSENSE OFF
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergege-
ven. ParkSense® blijft uitgeschakeld tot-
dat u het opnieuw inschakelt, zelfs als u
het contact uit- en weer inschakelt.
Als u de schakelhendel in de stand RE-
VERSE zet en ParkSense® is uitgescha-
keld, wordt in de instrumentengroep de
melding PARKSENSE OFF (ParkSense
uitgeschakeld) weergegeven zolang de
schakelhendel in de stand REVERSE
staat.
ParkSense®, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt. Reinig de ParkSense® sensoren regelma-
tig, maar let daarbij op dat u geen krassen
of andere schade toebrengt. De sensoren
mogen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van
143
Page 148 of 480

de sensoren kan ertoe leiden dat het sys-
teem niet goed werkt. Mogelijk kan het
ParkSense® systeem hierdoor obstakels
voor of achter de auto niet detecteren, of
geeft het systeem foutieve melding van
een obstakel voor of achter de auto.
Gebruik de ParkSense® schakelaar om
het ParkSense® systeem uit te schakelen
wanneer voorwerpen, zoals fietsendra-
gers, trekhaken, enz., op minder dan 30
cm (12 inch) vanaf de achterkant/
achterbumper worden geplaatst. Als dit
wel het geval is, zal het systeem een
nabijgelegen object mogelijk interprete-
ren als een sensorprobleem en wordt de
melding PARKSENSE UNAVAILABLE
SERVICE REQUIRED (parkeerhulp niet
beschikbaar, onderhoud noodzakelijk)
weergegeven in de instrumentengroep.
ParkSense® moet worden uitgeschakeld
wanneer de achterklep open is geklapt.
Een open achterklep zou ten onrechte
kunnen worden aangezien voor een ob-
stakel achter de auto.
LET OP!
ParkSense® is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is niet
in staat ieder voorwerp, inclusief kleine
obstakels, waar te nemen. Stoepranden
worden mogelijk tijdelijk of helemaal niet
gedetecteerd. Op kleine afstanden worden
obstakels boven of onder de sensoren niet
gedetecteerd.
Bij gebruik van ParkSense® moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetecteerd.
Het is raadzaam om over uw schouder te
kijken, ook wanneer u gebruik maakt van
ParkSense®.
WAARSCHUWING!
Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense® ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren en
wees bedacht op voetgangers, dieren, an-
dere voertuigen, obstakels en dode hoe-
ken, voordat u achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid en dient uw
aandacht voortdurend op de omgeving te
richten. Anders bestaat er een risico op
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
(Vervolgd)
144
Page 178 of 480

LET OP!
Als u blijft rijden met een oververhit koelsys-
teem, kan schade aan de auto ontstaan.
Wanneer de temperatuurmeter in de"H"-
zone staat, zet dan de auto veilig stil aan de
kant van de weg. Laat de auto met uitge-
schakelde airco stationair draaien tot de me-
ternaald weer in het normale bereik staat. Als
de meternaald op "H"blijft staan en u onon-
derbroken geluidssignalen hoort, zet de mo-
tor dan direct af en neem contact op met een
erkende dealer voor service.WAARSCHUWING!
Een te warm koelsysteem is gevaarlijk. Hete
koelvloeistof en stoom uit de radiateur kun-
nen ernstige brandwonden veroorzaken. Bel
een erkende dealer voor service wanneer de
motor van uw auto oververhit is. Als u besluit
zelf onder de motorkap te kijken, raadpleeg
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
dan het hoofdstuk "Onderhoud van uw auto".
Volg de waarschuwingen in het hoofdstuk
"Vuldop van het koelsysteem".
13. Waarschuwingslampje voor het remsys-
teem Dit lampje geeft verschillende func-
ties van
het remsysteem aan, zoals
het remvloeistofpeil en het aantrek-
ken van de handrem. Als het waar-
schuwingslampje voor het remsys-
teem gaat branden, is het mogelijk dat de
handrem is aangetrokken, het vloeistofpeil in
het remvloeistofreservoir te laag is of dat zich
een probleem voordoet in het reservoir van het
ABS-systeem.
Als het lampje blijft branden wanneer de handrem
niet is aangetrokken en het remvloeistofpeil in het
reservoir van de hoofdremcilinder zich ter hoogte
van het Full-merkteken bevindt, kan er sprake zijn
van een storing in het hydraulische remcircuit of is
er een probleem met de rembekrachtiging gede-
tecteerd door het ABS-systeem / elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP). In dat geval blijft
het lampje branden tot de oorzaak is verholpen.
Als het probleem verband houdt met de rembe-
krachtiging, zal de ABS-pomp actief zijn tijdens
het remmen en voelt u mogelijk een trilling in het
rempedaal.
De dubbel uitgevoerde remcircuits zorgen voor
reserve-remvermogen als ergens een storing
optreedt in het hydraulisch systeem. Als er in
één helft van het dubbele remsysteem sprake is
van lekkage, geeft het waarschuwingslampje
voor het remsysteem dit aan; het lampje gaat
branden wanneer het remvloeistofpeil in de
hoofdcilinder is gedaald tot onder een bepaald
niveau.
Het lampje blijft branden tot de oorzaak is
verholpen.
OPMERKING:
Het lampje kan bij het nemen van een
scherpe bocht even knipperen, doordat dan
het vloeistofpeil verandert. Breng de auto
naar de dealer voor onderhoud en laat het
remvloeistofpeil controleren.
174
Page 185 of 480

Auto’s met Keyless Enter-N-Go™
1. Druk op de knop ENGINE START/STOP enzet de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zonder het rempedaal in te trappen
(maar start de motor niet).
2. Trap binnen 10 seconden het gaspedaal, langzaam, drie keer volledig in.
3. Druk, zonder het rempedaal in te trappen, eenmaal op de knop ENGINE START/STOP
om de contactschakelaar terug te zetten in
de stand OFF/LOCK.
OPMERKING:
Als het indicatiebericht wordt weergegeven
wanneer u de motor start, is de indicator
voor olieverversing niet gereset. Herhaal
deze procedure indien nodig.DID-berichten Front Seatbelts Unbuckled (voorste veilig-
heidsgordels niet vastgegespt)
Driver Seatbelt Unbuckled (bestuurdersgor-
del niet vastgegespt)
Passenger Seatbelt Unbuckled (passagiers-
gordel niet vastgegespt)
Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
Traction Control Off (traction control uit)
Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
Oil Pressure Low (oliedruk laag)
Olieverversing vereist
Fuel Low (brandstof laag)
Service Antilock Brake System (antiblokkeer-
systeem vereist onderhoud)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Service Power Steering (stuurbekrachtiging
vereist onderhoud)
Cruise Off (cruisecontrol uitgeschakeld)
Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
ACC onderdrukken
Cruise Set To XXX MPH (cruisecontrol inge-
steld op XXX mph)
Tire Pressure Screen With Low Tire(s) “In-
flate Tire to XX” (bandenspanning-scherm
met te lage bandenspanning(en) "band op-
pompen tot XX")
Service Tire Pressure System (bandenspan-
ningscontrolesysteem vereist onderhoud)
Waarschuwing voor te hoge snelheid
instellen
Waarschuwing voor te hoge snelheid
overschreden
Parking Brake Engaged (handrem
ingeschakeld)
Brake Fluid Low (remvloeistofpeil laag)
Service Electronic Braking System (elektro-
nisch remsysteem vereist onderhoud)
Engine Temperature Hot (motortemperatuur
hoog)
Battery Voltage Low (accuspanning laag)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Lights On (verlichting aan)
181
Page 186 of 480

Right Turn Signal Light Out (richtingaanwij-
zer rechts uit)
Left Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer
links uit)
Turn Signal On (richtingaanwijzer aan)
Vehicle Not in Park (auto niet in
parkeerstand)
Key in ignition (sleutel in contactslot)
Key In Ignition Lights On (sleutel in contact,
lampen aan)
Remote Start Active Key to Run (starten op
afstand actief Sleutel voor starten)
Remote Start Active Push Start Button (star-
ten op afstand actief Druk op startknop)
Remote Start Aborted Fuel Low (starten op
afstand afgebroken Brandstof laag)
Remote Start Aborted Too Cold (starten op
afstand afgebroken Te koud)
Remote Start Aborted Door Open (starten op
afstand afgebroken Portier open)
Remote Start Aborted Hood Open (starten op
afstand afgebroken Motorkap open)
Remote Start Aborted Tailgate Open (starten
op afstand afgebroken Achterklep open)
Remote Start Aborted Time Expired (starten
op afstand afgebroken Tijd verstreken)
Remote Start Disabled Start to Reset (star-
ten op afstand uitgeschakeld Starten om te
resetten)
Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
Service Airbag Warning Light (waarschu-
wingslampje airbag vereist onderhoud)
Door Open (portier open)
Doors Open (portieren open)
Achterklep open
Gear Not Available (versnelling niet
beschikbaar)
Shift Not Allowed (schakelen niet
toegestaan)
Voertuigsnelheid te hoog om te schakelen
Shift to Neutral then Drive or Reverse (scha-
kelen naar neutraal, daarna naar rijden of
achteruit)
Autostick Unavailable Service Required
(AutoStick niet beschikbaar Onderhoud
vereist)
Automatic Unavailable Use Autostick Service
Req. (automatisch niet beschikbaar Gebruik
AutoStick Onderhoud vereist)
Transmission Getting Hot Press Brake
(transmissie wordt warm Trap op rem)
Trans. Hot Stop Safely Shift to Park Wait to
Cool (transmissie heet Stop Veilig schakelen
naar parkeren Wacht op afkoelen)
Transmission Cool Ready to Drive (transmis-
sie afgekoeld Klaar voor rijden)
Service Transmission (transmissie vereist
onderhoud)
Service Shifter (schakelhendel vereist
onderhoud)
Engage Park Brake to Prevent Rolling (scha-
kel naar parkeren Rem om wegrollen te
voorkomen)
Transmission Too cold Idle with Engine On
(transmissie te koud Laat motor stationair
draaien)
182
Page 187 of 480

Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
Service Air Suspension System (luchtve-
ringssysteem vereist onderhoud)
Normal Ride Height Achieved (normale rij-
hoogte bereikt)
Aerodynamic Ride Height Achieved (aërody-
namische rijhoogte bereikt)
Off Road 1 Ride Height Achieved (rijhoogte
voor terreinrijden 1 bereikt)
Off Road 2 Ride Height Achieved (rijhoogte
voor terreinrijden 2 bereikt)
Entry/Exit Ride Height Achieved (rijhoogte
voor instappen/uitstappen bereikt)
Selected Ride Height Not Permitted (gese-
lecteerde rijhoogte niet toegestaan)
Service Air Suspension System Immediately
(luchtveringsysteem vereist onmiddellijk
onderhoud)
Reduce Speed To Maintain Selected Ride
Height (verlaag snelheid om geselecteerde
rijhoogte te handhaven)
Air Suspension System Cooling Down
Please Wait (luchtveringsysteem koelt af
Even wachten a.u.b.)
Vehicle Cannot Be Lowered Door Open
(voertuig niet kan worden verlaagd Portier
open)
Off Road 2 Watch For Clearance (terreinrij-
den 2 Let op bodemvrijheid)
Entry/Exit Watch For Clearance (instappen/
uitstappen Let op bodemvrijheid)
Air Suspension Temporarily Disabled For jac-
king And Tire Change (luchtvering tijdelijk
uitgeschakeld voor krikken en band
verwisselen)
Battery Low Start Engine To Change Ride
Height (accu laag, start motor om de rij-
hoogte te wijzigen)
Het gedeelte met instelbare indicatoren bestaat
uit witte indicatoren aan de rechterzijde, oranje
indicatoren in het midden en rode indicatoren
aan de linkerzijde.
Witte indicatoren in DIDIn dit gedeelte worden instelbare witte indicato-
ren getoond. Voorbeelden van deze indicatoren
zijn:
Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
Dit lampje gaat branden om aan te
gevendat
het systeem voor de
cruisecontrol gereed is om te wor-
den geactiveerd.
Regeling afdaling
Dit lampje gaat branden om aan te
gevendat
de HDC-systeem geac-
tiveerd is.
Selec — snelheid
Dit lampje gaat branden om aan te
geven dat de Selec-Speed geacti-
veerd is.
183
Page 191 of 480

MPH naar km/uDruk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram
MPH naar km/u gemarkeerd is in
het DID. Druk kort op de toets OK
om tussen MPH en km/u om te
schakelen.
Voertuiginformatie (informatiefuncties voor
de klant)
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG-knop totdat het
pictogram/titel voor de Voertuigin-
formatie is gemarkeerd in het DID.
Druk kort op de knop pijl naar
rechts om de koelvloeistoftempera-
tuur weer te geven. Druk op de knop pijl naar
links of pijl naar rechts om de informatiesubme-
nu’s te doorlopen en druk op de knop OK om de
volgende resetbare submenu’s te selecteren of
terug te stellen: Tire Pressure (bandenspanning)
Druk kort op de pijl naar links of pijl naar rechts
tot
"Bandenspanning" is gemarkeerd in het DID.
Als de spanning van alle banden goed is, wordt
een voertuigpictogram getoond waarin in iedere
hoek de bandenspanning wordt aangegeven.
Als één of meer banden een lage spanning heeft,
wordt "Inflate Tire To XX" (Band oppompen tot
XX) weergegeven met het voertuigpictogram en
de bandenspanningen in elke hoek van het picto-
gram, waarbij de waarde van de lage banden-
spanning in een andere kleur dan de andere
bandenspanningen wordt weergegeven.Als het bandenspanningscontrolesysteem on-
derhoud vereist, wordt het bericht "Service Tire
Pressure System" (bandenspanningscontrole-
systeem vereist onderhoud) weergegeven.
De bandenspanning dient slechts als indicator
en kan niet worden gereset.
Raadpleeg voor meer informatie de paragraaf
"Bandenspanningcontrolesysteem (TPMS)" in
het hoofdstuk "Starten en rijden". Versnellingsbaktemperatuur
Toont de huidige temperatuur van de ver-
snellingsbak.
Olietemperatuur
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de
olie
Oliedruk
Toont de huidige oliedruk.
Oil Life (levensduur olie)
Battery Voltage (accuspanning)
Engine Hours (bedrijfsuren motor)
Geeft het aantal uren weer dat de motor in
bedrijf is geweest.
187
Page 194 of 480

DIESEL-BERICHTEN
Berichten roetfilter dieselmotor
(DPF)Deze motor voldoet aan alle vereiste emissie-
normen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitgerust
met een uiterst moderne motor en uitlaatsys-
teem. Deze systemen zijn naadloos geïnte-
greerd in uw auto en worden beheerd door de
regelmodule van de aandrijflijn (PCM). De PCM
controleert de verbranding in de motor, zodat de
katalysator roetdeeltjes kan opvangen en ver-
branden zonder uw tussenkomst.WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand veroor-
zaken wanneer u boven brandbaar materiaal
parkeert. Denk bijvoorbeeld aan droog gras
of bladeren die in aanraking komen met de
hete uitlaat. Parkeer daarom nooit op een
ondergrond waar uw uitlaat in aanraking kan
komen met brandbaar materiaal.Uw auto kan u erop wijzen dat extra onderhoud
bij uw auto of motor nodig is. Raadpleeg de
volgende berichten die kunnen worden weerge-
geven op het bestuurdersinformatiedisplay
(DID):
Exhaust Filter XX% Full Safely Drive at
Highway Speeds to Remedy (Roetfilter
voor XX% vol Rijd met veilige snelheid op
de snelweg om het probleem te verhel-
pen) — Dit bericht wordt weergegeven op
het bestuurdersinformatiedisplay (DID) als
het roetfilter 80% van zijn maximale opslag-
capaciteit heeft bereikt. In omstandigheden
waarbij alleen zeer korte ritten worden ge-
maakt of ritten waarbij alleen met lage snel-
heid wordt gereden, bereiken de motor en
het uitlaatgasnabehandelingssysteem nooit
de vereiste omstandigheden om de opge-
vangen roetdeeltjes te verwijderen. Als dit
zich voordoet, wordt het bericht "Exhaust
System Regeneration Required Now" (rege-
neratie van het uitlaatsysteem nu vereist)
weergegeven in het DID. Als dit bericht wordt
getoond, klinkt er één geluidssignaal om u te
informeren over deze toestand. Door met uw
auto zo’n 20 minuten op de snelweg te rijden verhelpt u het probleem in het roetfiltersys-
teem en kunnen de dieselmotor en het uit-
laatgasnabehandelingssysteem de opgevan-
gen roetdeeltjes uit het filter verwijderen,
zodat de normale bedrijfsstand van het sys-
teem wordt hersteld.
Exhaust System — Regeneration In Pro-
cess Exhaust Filter XX% Full (Uitlaatsys-
teem — regeneratie wordt uitgevoerd
Roetfilter voor XX% vol - Dit bericht geeft
aan dat het roetfilter (DPF) momenteel auto-
matisch wordt gereinigd. Handhaaf de hui-
dige rijomstandigheden totdat het regenere-
ren is voltooid.
Exhaust System — Regeneration Com-
pleted (Uitlaatsysteem - regeneratie vol-
tooid) — Dit bericht geeft aan dat de rege-
neratie van het roetfilter (DPF) voltooid is. Als
dit bericht wordt getoond, klinkt er één ge-
luidssignaal om u te informeren over deze
toestand.
Exhaust Service Required — See Dealer
Now (Onderhoud uitlaat noodzakelijk -
Bezoek dealer) — Deze berichten geven
aan dat de regeneratie is uitgeschakeld van-
190
Page 196 of 480

met de auto. Er klinken ook geluidssignalen
als de resterende afstand 75, 50 en 25 mijl
bedraagt. Het controlelampje AdBlue® laag
brandt permanent tot er AdBlue®-vloeistof is
bijgevuld.
Motor kan niet meer worden gestart Vul
AdBlue® bij — Dit bericht verschijnt wan-
neer het rijbereik van de AdBlue®-vloeistof
lager is dan 1 mijl, er moet AdBlue®-vloeistof
worden bijgevuld of de motor kan niet meer
worden gestart. Het bericht wordt weergege-
ven in het DID tijdens het starten en gaat
vergezeld van één enkel geluidssignaal. Het
controlelampje AdBlue® laag brandt perma-
nent tot er een hoeveelheid AdBlue®-
vloeistof is bijgevuld van ten minste 8 liter (2
gallon.AdBlue® Waarschuwingsberichten
voor storingen — indien aanwezigEr zijn verschillende berichten die worden weer-
gegeven als het voertuig detecteert dat het
AdBlue®-systeem gevuld is met een andere
vloeistof dan AdBlue®, storingen van compo-
nenten heeft waargenomen of manipulatie van
het systeem heeft gedetecteerd. Wanneer het AdBlue®-systeem onderhoud ver-
eist, worden de volgende waarschuwingen
weergegeven:
Service AdBlue® System See Dealer (On-
derhoud AdBlue®-systeem Raadpleeg
dealer) - Dit bericht wordt weergegeven
wanneer de storing voor het eerst wordt
gedetecteerd en telkens wanneer de auto
wordt gestart. Het bericht gaat vergezeld van
één enkel geluidssignaal en het storings-
lampje gaat branden. Wij adviseren u naar
uw dichtstbijzijnde erkende dealer te gaan en
uw auto direct te laten controleren. Als dit niet
wordt gecorrigeerd binnen 50 mijl, gaat het
voertuig naar de volgende waarschuwings-
fase en verschijnt het bericht "“Engine Will
not restart in XXXmi Service AdBlue® See
dealer” (Motor kan niet meer gestart worden
na xxx mijl Onderhoud AdBlue® Raadpleeg
dealer).
Incorrect AdBlue® Detected See Dealer
(Verkeerde AdBlue® gedetecteerd Raad-
pleeg dealer) - Dit bericht verschijnt als het
AdBlue®-systeem heeft gedetecteerd dat er
verkeerde vloeistof in het AdBlue®- reservoir
is gedaan. Het bericht gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Wij adviseren u
naar uw dichtstbijzijnde erkende dealer te
gaan en uw auto direct te laten controleren.
Als dit niet wordt gecorrigeerd binnen 50 mijl,
gaat het voertuig naar de volgende waar-
schuwingsfase en verschijnt het bericht
"“En-
gine Will not restart in XXXmi Service Ad-
Blue® See dealer” (Motor kan niet meer
gestart worden na xxx mijl Onderhoud Ad-
Blue® Raadpleeg dealer).
Engine Will Not Restart in XXX mi Service
AdBlue® See Dealer (Motor kan niet meer
worden gestart na XXX mijl Onderhoud
AdBlue® Raadpleeg dealer) - Dit bericht
wordt voor het eerst weergegeven als de
gedetecteerde storing niet na 50 mijl is ge-
controleerd. Het wordt ook weergegeven bij
150 mijl, 125 mijl en 100 mijl. Onderhoud van
het systeem is noodzakelijk binnen de weer-
gegeven kilometerstand. Het bericht wordt
weergegeven in het DID tijdens het starten
met de bijgewerkte kilometerstand en gaat
vergezeld van één enkel geluidssignaal.
Vanaf 100 mijl wordt het resterende bereik
permanent weergegeven tijdens het rijden
met de auto. Er klinken ook geluidssignalen
192
Page 197 of 480

als de resterende afstand 75, 50 en 25 mijl
bedraagt. Wij adviseren u naar uw dichtstbij-
zijnde erkende dealer te gaan en uw auto
direct te laten controleren.
Engine Will Not Restart Service AdBlue®
See Dealer (Motor kan niet meer worden
gestart Onderhoud AdBlue® Raadpleeg
dealer) -
Dit bericht verschijnt wanneer een
gedetecteerde storing in het AdBlue®-systeem
niet binnen de toegestane periode wordt ge-
controleerd. De motor kan niet meer worden
gestart tenzij u uw voertuig bij uw erkende
dealer laat controleren. Dit bericht wordt weer-
gegeven bij minder dan 1 mijl voordat de motor
niet meer kan worden gestart en telkens wan-
neer de auto wordt gestart. Dit bericht wordt
permanent weergegeven. Het bericht gaat ver-
gezeld van één enkel geluidssignaal. Het sto-
ringslampje blijft permanent branden. Wij ra-
den u ten zeerste aan naar uw dichtstbijzijnde
erkende dealer te gaan als dit bericht verschijnt
terwijl de motor draait.
Engine Will Not Restart Service AdBlue®
See Dealer (Motor kan niet meer worden
gestart Onderhoud AdBlue® Raadpleeg
dealer) - Dit bericht verschijnt wanneer de
gedetecteerde storing niet wordt gecontro-
leerd nadat het bericht Engine Will Not Res-
tart Service AdBlue® See Dealer (Motor kan
niet meer worden gestart Onderhoud Ad-
Blue® Raadpleeg dealer) is weergegeven bij
de volgende start. De motor kan niet meer
worden gestart tenzij u uw voertuig bij uw
erkende dealer laat controleren. Het bericht
gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal.
Het storingslampje blijft permanent branden.
Als het bericht wordt weergegeven en u kunt
de motor niet starten, adviseren wij u uw
voertuig onmiddellijk naar uw dichtstbijzijnde
erkende dealer te laten slepen.
OPMERKING:
Het kan tot vijf seconden duren voordat
de meter de werkelijke stand aangeeft
nadat u het AdBlue®-reservoir met vier
liter of meer dieseluitlaatvloeistof heeft
bijgevuld. Als u een storing met betrek-
king tot het AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat de meter de werkelijke stand
niet bijwerkt. Bezoek uw erkende dealer
voor service.
De AdBlue®-meter wordt ook niet onmid-
dellijk na het vullen bijgewerkt als de
temperatuur van de AdBlue®-vloeistof la-
ger is dan 12 °F (-11 °C). Het verwarmings-
element van de AdBlue®-lijn zal de
AdBlue®-vloeistof pas na een bepaalde
bedrijfsperiode verwarmen en de stand
op de meter bijwerken. Onder zeer koude
omstandigheden is het mogelijk dat de
meter het nieuwe vloeistofniveau pas na
meerdere ritten aangeeft.
DieselindicatorenIn dit gedeelte worden instelbare oranje indica-
toren getoond. Voorbeelden van deze indicato-
ren zijn:
Controlelampje water in brandstof
Het controlelampje Water in brand-
stof gaat branden om aan te geven
dat er water is gedetecteerd in de
brandstoffilters. Als dit lampje blijft
branden, mag u de auto NIET star-
193