JEEP GRAND CHEROKEE 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2015, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2015Pages: 480, PDF Size: 4.63 MB
Page 341 of 480

WAARSCHUWING!
Het is belangrijk dat het GAWR zowel voor
als achter niet wordt overschreden. Als een
van de waarden wordt overschreden, kun-
nen gevaarlijke situaties tijdens het rijden
ontstaan. U kunt de controle over het stuur
verliezen en een ongeval veroorzaken.
Disselgewicht (TW) van de aanhanger
Het disselgewicht is de neerwaartse kracht die
door de aanhangwagen wordt uitgeoefend op
de trekhaakkogel. In de meeste gevallen mag
dit niet meer zijn dan 10% van het gewicht van
de aanhangerlading. Het disselgewicht moet
worden opgeteld bij de belading van uw auto.WAARSCHUWING!Een verkeerd ingesteld koppelsysteem kan
het rijgedrag, de stabiliteit verminderen en kan
een ongeluk veroorzaken. Neem contact op
met de fabrikant van de trekhaak en de aan-
hanger of een goed bekend staande dealer in
aanhangers/caravans voor meer informatie.
Frontaal oppervlak
Het frontale oppervalk is gelijk aan de maximale
hoogte van de aanhanger vermenigvuldigd met
de maximale breedte van de aanhanger.BreekkabelbevestigingEuropese voorschriften voor geremde aan-
hangwagens tot maximaal 3.500 kg (7.700 lbs)
vereisen dat aanhangwagens zijn voorzien van
hetzij een secundaire koppelinrichting of een
breekkabel.
De aanbevolen plaats voor bevestiging van de
breekkabel voor normale aanhangers is de
sleuf in de zijwand van de aanhangerkoppeling. Met bevestigingspunt
Bij een afneembare trekhaak moet de kabel
door het bevestigingspunt worden geleid en
aan zichzelf met een klem worden vastgezet
of rechtstreeks op het daarvoor bestemde
punt worden bevestigd.
Klem/lus-methode afneembare kogel
337
Page 342 of 480

Bij een vaste trekhaak met kogel moet de
klem rechtstreeks op het daarvoor bestemde
punt worden bevestigd. Deze alternatieve
oplossing vereist speciale toestemming van
de fabrikant van de aanhanger, omdat de
klem wellicht niet sterk genoeg is voor ge-
bruik op deze manier. Zonder bevestigingspunten
Bij een trekhaak met afneembare kogel dient
u zich te houden aan de door de fabrikant of
leverancier aanbevolen werkwijze.
Bij de vaste trekhaak met kogel moet de
kabel in een lus rond de hals van de trek-
haakkogel worden gelegd. Als u de kabel op
deze manier bevestigt, mag u slechts één lus
leggen.
Klem/lus-methode vaste kogel
Hals/lus-methode afneembare kogel
Hals/lus-methode vaste kogel
338
Page 343 of 480

Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten)In de onderstaande tabel worden de maximale
aanhangergewichten voor uw type aandrijflijn
weergegeven.Motor/versnellingsbakMax. toelaatbaar aanhangergewicht
— met aanhangerrem Max. toelaatbaar aanhangergewicht
— zonder aanhangerrem Disselgewicht (zie de opmer-
king)
3.6-liter benzine — stan-
daard koelsysteem 1588 kg (3500 lbs)
750 kg (1653 lbs)79 kg (174 lbs)
3.6-liter benzine — heavy-
duty koelsysteem 2812 kg (6200 lbs)
750 kg (1653 lbs)141 kg (310 lbs)
5.7-liter benzine — stan-
daard koelsysteem 2268 kg (5000 lbs)
750 kg (1653 lbs)113 kg (250 lbs)
5.7-liter benzine — heavy-
duty koelsysteem 3500 kg (7716 lbs)
750 kg (1653 lbs)175 kg (386 lbs)
5.7-liter benzine —
Summit-modellen met
heavy-duty koelsysteem 2949 kg (6500 lbs)
750 kg (1653 lbs)175 kg (386 lbs)
339
Page 344 of 480

Motor/versnellingsbakMax. toelaatbaar aanhangergewicht
— met aanhangerrem Max. toelaatbaar aanhangergewicht
— zonder aanhangerrem Disselgewicht (zie de opmer-
king)
3.0-liter diesel - modellen
met achterwielaandrijving 2949 kg (6500 lbs)
750 kg (1653 lbs)147 kg (324 lbs)
3.0-liter diesel - modellen
met aandrijving op alle
wielen 3500 kg (7716 lbs)
750 kg (1653 lbs)175 kg (386 lbs)
3.0-liter diesel -— Summit-
modellen 2949 kg (6500 lbs)
750 kg (1653 lbs)175 kg (386 lbs)
Bij het trekken van een aanhanger mag het technisch toegestane gewicht in volledig beladen toestand niet met meer dan 10% of 100 kg (220 lbs) worden overschreden, waarbij de laagste waarde geldig is en op voorwaarde dat de snelheid wordt beperkt tot 100 km/u (62 mph) of lager.
OPMERKING:
Het disselgewicht van de aanhanger moet worden opgeteld bij het gewicht van inzittenden en lading en mag nooit hoger zijn dan de waarde die is
aangegeven op de band- en beladingsinformatiesticker. Zie voor meer informatie "Banden – Algemene Informatie"onder"Starten en rijden".
340
Page 345 of 480

Aanhanger- en disselgewichtPlaats altijd 60% van het gewicht aan de voor-
zijde van de aanhanger. Lading die schommelt
boven de wielen of achteraan zwaarder is dan
vooraan, kan leiden toternstigezijwaartse
slingeringen waardoor de bestuurder de con-
trole over auto en aanhanger kan verliezen. Het
onvoldoende voorin plaatsen van vracht vormt
een belangrijke oorzaak van ongevallen met
aanhangers. Overschrijd nooit het maximale
disselgewicht dat op uw trekhaak is gestem-
peld. Houd rekening met het volgende bij het bereke-
nen van het gewicht op de voor-/achterassen
van de auto:
Het disselgewicht van de aanhanger.
Het gewicht van alle lading en uitrusting in of
op de auto.
Het gewicht van de bestuurder en alle
passagiers.
OPMERKING:
Denk eraan dat alle gewicht dat u in of op de
aanhanger plaatst, bijdraagt aan de belas-
ting van de auto. Extra in de fabriek gemon-
teerde accessoires of door de erkende dea-
ler geïnstalleerde opties moeten ook worden
meegenomen bij de berekening van de to-
tale belading van uw auto. Raadpleeg het
banden- en beladingsplaatje op de stijl van
het bestuurdersportier voor het maximum
gecombineerde gewicht van passagiers en
lading voor uw auto.
Vereisten voor het trekken van de
aanhangerVoor een juiste inrijperiode van de aandrijflijn
van uw nieuwe auto wordt aanbevolen de on-
derstaande richtlijnen te volgen.LET OP!
Tijdens de eerste 805 km (500 mijl) die met
uw nieuwe auto worden gereden, mag
geen aanhangwagen worden aangekop-
peld. Hierdoor kunnen onderdelen van de
motor of de assen, of andere onderdelen
beschadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste 805 km
(500 mijl) die met een aanhangwagen wor-
den gereden niet sneller dan 80 km/u
(50 mph) worden gereden en niet met
volgas vanuit stilstand worden opgetrok-
ken. Op deze manier kunnen de motor en
overige onderdelen van de auto op juiste
wijze worden ingereden onder zwaardere
belastingen.
341
Page 346 of 480

Voer de onderhoudswerkzaamheden uit die in
het"Onderhoudsschema" zijn vermeld. Zie het
"Onderhoudsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen. Overschrijdt bij het rijden met
een aanhanger nooit de maximaal toelaatbare
asbelasting of het maximaal toelaatbare trein-
gewicht.WAARSCHUWING!
Het rijden met een te zware aanhanger kan
aanrijdingen tot gevolg hebben. Volg de on-
derstaande richtlijnen om uw aanhanger zo
veilig mogelijk te trekken:
Zorg dat de lading stevig is vastgezet en
tijdens het rijden niet kan schuiven. Als u
de lading niet goed vastzet, kunnen tijdens
het rijden onbeheersbare veranderingen in
de gewichtsverdeling optreden. U zou de
macht over het stuur kunnen verliezen en
een aanrijding kunnen veroorzaken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Als u lading vervoert of een aanhanger
trekt, belaad de auto of de aanhanger dan
nooit te zwaar. Overbelading kan ertoe
leiden dat u de macht over het stuur ver-
liest, tot slechte prestaties of beschadiging
van remmen, as, motor, transmissie, stuur-
inrichting, ophanging, chassis of banden.
Breng altijd veiligheidskettingen aan tus-
sen uw auto en de aanhanger. Maak de
kettingen altijd vast aan de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten op de trek-
haak. Voer de kettingen kruiselings onder
de dissel door en zorg voor voldoende
speling voor het nemen van bochten.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Parkeer een auto met aanhanger nooit op
een helling. Als u een auto met aanhanger
parkeert, trek dan altijd de handrem aan.
Zet de versnellingsbak van de auto in de
stand PARK. Bij auto’s met vierwielaandrij-
ving moet u zorgen dat de tussenbak niet
in de stand NEUTRAL staat. Plaats altijd
blokken voor de wielen van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR.
Het totale gewicht moet worden ver-
deeld over de auto en de aanhanger,
zodat de volgende vier waarden niet
worden overschreden:
1. Maximaal toelaatbaar totaalgewicht
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewicht voor de gebruikte trek- haak.
342
Page 347 of 480

Vereisten voor het trekken van een
aanhanger — banden
Voor de veiligheid en goede rijeigenschap-
pen is een juiste bandenspanning absoluut
noodzakelijk. Zie "Banden – algemene Infor-
matie" in"Starten en rijden" voor de juiste
procedures voor het op spanning brengen
van de banden.
Controleer de spanning van de banden van
de aanhanger voordat u de aanhanger
gebruikt.
Controleer de banden op slijtage of zichtbare
beschadigingen voordat u de aanhanger ge-
bruikt. Zie "Banden – Algemene Informatie"
onder "Starten en rijden" voor de juiste
controleprocedure.
Zie voor het verwisselen van banden het
gedeelte "Banden – algemene informatie" in
"Starten en bedienen" voor de juiste proce-
dures bij het verwisselen van banden. Het
vervangen van banden door exemplaren met
een hogere belastingscapaciteit leidt niet tot
verhoging van de GVWR- en GAWR-limieten
van de auto. Vereisten voor het trekken van een
aanhanger — aanhangerremmen
Sluit het hydraulische remsysteem of va-
cuümsysteem van uw auto nietaan op dat
van de aanhanger. Dit kan leiden tot onjuist
remgedrag en lichamelijk letsel.
Voor het trekken van een aanhanger met
elektronisch geregelde remmen is een elek-
tronische remregelmodule voor de aanhan-
ger vereist. Bij het trekken van een aanhan-
ger met hydraulisch geregelde remmen is
geen elektronische remregelmodule voor de
aanhanger vereist.
Aanhangwagenremmen worden aanbevolen
voor aanhangwagens van meer dan 454 kg
(1.000 lbs) en zijn verplicht op aanhangwa-
gens van meer dan 750 kg (1.654 lbs).
WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhanger niet
aan op de hydraulische remleidingen van
uw auto. Dit kan leiden tot overbelasting
en uitval van het remsysteem. Dan kan het
voorkomen dat u niet kunt remmen wan-
neer dit nodig is en zo een ongeval veroor-
zaakt.
Bij het trekken van een aanhanger moet u
rekening houden met een langere rem-
weg. Bij het trekken van een aanhanger
dient u extra afstand te bewaren tot het
voorliggende voertuig. Een te kleine af-
stand tot uw voorganger kan leiden tot een
ongeval.
343
Page 348 of 480

Vereisten voor het trekken van een
aanhanger — verlichting en bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhanger moet
deze voor de rijveiligheid zijn voorzien van
remlichten, richtingaanwijzers en een mistach-
terlicht.
De trekhaakset bevat een kabelbundel met 13
pennen. Gebruik een door de fabriek goedge-
keurde kabelboom en stekker.
OPMERKING:
Probeer niet de bedrading van de auto door
splitsing te verbinden met die van de aan-
hanger.
De elektrische aansluitingen zijn compleet; u
hoeft alleen de kabelbundel aan te sluiten op de
stekker van de aanhanger.
Aantalpennen
Functie Kleur draad
1 Linkerrichting- aanwijzer Zwart/wit
2 Mistachterlicht Wit
3
a
Aarde/
gemeenschap-
pelijke retourlijn voor contacten
(pennen) 1 en 2
en 4 t/m 8 Bruin
Aantalpennen
Functie Kleur draad
4 Rechterrichting- aanwijzer Zwart/groen
5Parkeerlicht
rechtsachter, zij-
markeringsver- lichting en
verlichting kente-
kenplaat achter.
b
Groen/rood
6 Remlichten Zwart/rood
7 Parkeerlicht linksachter, zij-
markeringsver- lichting en ver- lichting
kentekenplaat
achter.
b
Groen/zwart
8 Achteruitrijlichten Blauw/rood
9 Permanente voeding (+12V) Rood
13-pens connector
344
Page 349 of 480

Aantalpennen
Functie Kleur draad
10 Voeding gere- geld door con-tactschakelaar (+12V) Geel
11
a
Retourlijn voor
contact (pen) 10 Geel/bruin
12 Reserve voor latere toewijzing –
13
a
Retourlijn voor
contact (pen) 9
Rood/bruin
OPMERKING:
De toewijzing van pen 12 is veranderd
van Code voor gekoppelde aanhanger
in Reserve voor latere toewijzing .
aDe drie retourcircuits mogen niet elek-
trisch in de aanhanger worden aangesloten.bDe verlichting van de kentekenplaat ach-
ter wordt zo aangesloten dat geen enkele
lamp van de verlichting een aansluiting
deelt met pen 5 en 7.
Tips voor het trekken van een
aanhangerOefen, voordat u met de aanhanger de weg op
gaat, het nemen van bochten, remmen en ach-
teruitrijden met de aanhanger in een gebied
zonder druk verkeer.
Automatische versnellingsbak
U kunt de stand DRIVE gebruiken bij het trek-
ken van een aanhanger. De regeling van de
versnellingsbak is voorzien van een rijstrategie
om veelvuldig schakelen bij het trekken van een
aanhanger te voorkomen. Wanneer in DRIVE
echter vaak wordt geschakeld, kunt u de scha-
kelflippers gebruiken om handmatig terug te
schakelen naar een lagere versnelling.
OPMERKING:
Het kiezen van een lagere versnelling bij
gebruik van de auto onder zware belasting
zal de prestaties verbeteren en de levens-
duur van de transmissie verlengen, doordat
overmatig schakelen en het opbouwen van
hitte worden beperkt. Hierdoor zal ook de
motorremwerking worden verbeterd. Schakelflipper-modus
Kies bij het gebruik van de schakelflippers de
hoogste versnelling die voldoende vermogen
oplevert en waarmee veelvuldig terugschake-
len wordt voorkomen. Selecteer bijvoorbeeld
"5" als de gewenste snelheid kan worden aan-
gehouden. Selecteer indien nodig "4"of"3" om
de gewenste snelheid aan te houden. Vermijd lang rijden bij hoge toerentallen om
oververhitting te voorkomen. Verlaag, indien
nodig, de snelheid om lang rijden met hoge
toerentallen te voorkomen. U kunt opschake-
len of de rijsnelheid weer verhogen wanneer
de helling en het verkeer dit toelaat.
Cruisecontrol — indien aanwezig
Gebruik de cruisecontrol niet in heuvelachtig
terrein of met een zware belading.
Als de rijsnelheid bij gebruik van de snel-
heidsregeling regelmatig daalt met meer dan
16 km/u, schakel het systeem dan uit totdat u
weer een kruissnelheid kunt aanhouden.
Gebruik de cruisecontrol in vlak terrein en bij
lichte belading om de brandstofzuinigheid te
verbeteren.
345
Page 350 of 480

Koelsysteem
Doe het volgende om het risico op oververhit-
ting van de motor of de versnellingsbak te
beperken:
Rijden in stadsverkeer
Als u regelmatig kort stilstaat, zet dan de ver-
snellingsbak in de stand NEUTRAL en verhoog
het stationaire motortoerental.
Rijden op de grote weg
Minder snelheid.
Airconditioning
Schakel deze tijdelijk uit.Bevestigingspunten trekhaak
Uw auto vergt extra uitrusting om veilig en
efficiënt een aanhanger te kunnen trekken. De
trekhaak moet aan uw auto worden bevestigd
met behulp van de speciale bevestigingspunten
aan het autochassis. In de volgende afbeelding
ziet u de correcte bevestigingspunten. Ook an-
dere uitrusting, zoals aanhangerstabilisatoren,
hulpremmen, gewichtverdeelsystemen en extra
brede spiegels, is mogelijk verplicht of wordt
aanbevolen.
Bevestigingspunten voor trekhaak en
overhanglengte
Vaste, afneembareen intrekbare trek- haak
A 565 mm (1,85 ft)
B 636 mm (2,09 ft)
C 707 mm (2,32 ft)
D 733 mm (2,4 ft)
E 494 mm (1,62 ft)
F 447 mm (1,47 ft)
346