ECO mode JEEP GRAND CHEROKEE 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2016, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2016Pages: 480, PDF Size: 4.63 MB
Page 95 of 480

Stoelverwarming achter — indien aanwezig
Bij sommige modellen zijn de twee buitenste
zitplaatsen achter uitgerust met verwarmde zit-
tingen. Met de twee schakelaars voor de stoel-
verwarming kunnen de achterpassagiers de
stoelen afzonderlijk bedienen. De stoelverwar-
mingsschakelaars voor elke verwarming bevin-
den zich aan de achterzijde van de middencon-
sole.
U kunt kiezen uit de verwarmingsinstellingen
HIGH (hoog), LOW (laag) en OFF (uit). Oranje
controlelampjes in beide schakelaars geven de
gekozen verwarmingsstand weer. Er gaan tweecontrolelampjes branden voor de stand HIGH
(hoog), één voor LOW (laag) en geen voor OFF
(uit).
Druk eenmaal op de schakelaar
om de hoge verwarmingsstand
(HIGH) te kiezen. Druk een tweede
keer op de schakelaar om een lage
verwarmingsstand (LOW) te kie-
zen. Druk een derde keer op de schakelaar om
de verwarmingselementen uit te schakelen
(OFF).
Als de hoge stand (HIGH) is geselecteerd, geeft
de verwarming extra veel warmte tijdens de
eerste vier gebruiksminuten. Daarna neemt de
uitgestraalde warmte af tot de normale hoge
stand (HIGH). Als de hoge stand (HIGH) is
geselecteerd, schakelt het systeem automa-
tisch na ongeveer 60 minuten continue werking
naar de lage stand (LOW). Op dat moment gaat
een van de twee lampjes uit om de wijziging aan
te geven. De lage stand (LOW) wordt automa-
tisch na ongeveer 45 minuten uitgeschakeld
(OFF).
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid kunnen
voelen als gevolg van ouderdom, chroni-
sche ziekte, diabetes, rugletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten voorzichtig
zijn bij het gebruik van de stoelverwar-
ming. Deze kan zelfs bij lage temperaturen
brandwonden veroorzaken, met name als
de verwarming langdurig wordt gebruikt.
Plaats geen voorwerpen op de zitting of de
rugleuning die warmte-isolerend werken,
zoals een deken of kussen. Hierdoor kan
de stoelverwarming oververhit raken. Een
oververhitte stoel kan leiden tot ernstige
brandwonden als gevolg van de ver-
hoogde oppervlaktetemperatuur van de
zitting.
Schakelaars stoelverwarming achter
91
Page 268 of 480

Voertuigen met Quadra-Lift™ luchtvering
werken in de stand "Aero"over een breder
toerentalbereik. Raadpleeg de paragraaf
"Quadra-Lift™" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor meer informatie hierover.
Sommige functies van de ECO-modus kun-
nen tijdelijk worden uitgeschakeld vanwege
de temperatuur en andere factoren.
Actieve ruisonderdrukking - alleen
Summit-modellen
Uw auto is uitgerust met een systeem voor
actieve ruisonderdrukking. Dit systeem maakt
gebruik van vier microfoons ingebouwd in de
hemelbekleding om ongewenste uitlaatgeluiden
te detecteren. Een ingebouwde frequentiegene-
rator wekt via de geluidsinstallatie neutralise-
rende geluidsgolven op in de auto het geluid te
onderdrukken.Automatische transmissie met acht
versnellingenDe elektronische schakelhendel in dit voertuig
schuift niet als een conventionele schakelhen-
del. Deze schakelhendel is geveerd en beweegt
naar voren en naar achteren en keert altijd
terug naar de middelste stand nadat een ver- snelling is geselecteerd. De versnellingen
(PRND) worden zowel op de schakelhendel als
op het bestuurdersinformatiedisplay (DID)
weergegeven. Om te schakelen drukt u op de
ontgrendelknop op de schakelhendel en be-
weegt u de hendel naar voren of achteren. U
moet ook het rempedaal ingetrapt houden om
de transmissie uit de stand PARK te schakelen
of van de stand NEUTRAL in de stand DRIVE of
REVERSE te zetten wanneer de auto stilstaat
of met lage snelheid rijdt (raadpleeg
"Blokkeer-
systeem rem/transmissie" in dit hoofdstuk). Als
u langs meerdere versnellingsstanden tegelijk
wilt schakelen (bijvoorbeeld van PARK naar
DRIVE), beweegt u de hendel voorbij de eerste
(of tweede) klikstand. Kies de stand DRIVE
voor normaal rijden.
De elektronisch geregelde versnellingsbak
zorgt voor een nauwkeurig schakelpatroon. Het
elektronisch systeem van de versnellingsbak is
zelf-kalibrerend. Hierdoor kunnen de eerste
schakelingen bij een nieuwe auto in het begin
wat abrupt zijn. Dat is echter normaal. Het
nauwkeurige schakelpatroon ontwikkelt zich
binnen enkele honderden kilometers rijden. U mag uitsluitend van DRIVE naar PARK of
REVERSE schakelen nadat u het gaspedaal
hebt losgelaten en de auto tot stilstand is geko-
men. Houd altijd uw voet op het rempedaal als
u naar deze standen schakelt.
De schakelhendel heeft de standen PARK, RE-
VERSE, NEUTRAL, DRIVE en SPORT. Een-
maal in de stand DRIVE, kunt schakelen tussen
de standen SPORT en DRIVE door de schakel-
hendel naar achteren te tikken. U hoeft niet op
de schakelhendelknop te drukken om te scha-
kelen tussen de standen DRIVE en SPORT. U
kunt handmatig schakelen met de schakelflip-
pers op het stuurwiel. Door op de schakelflip-
pers (-/+) te drukken in de stand DRIVE of
SPORT, kunt u handmatig de versnelling selec-
teren en wordt de huidige versnelling in de
instrumentengroep weergegeven. Raadpleeg
"Schakelflipper-modus"
in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
264
Page 286 of 480

en naar u toe om de lippen uit de sleuven in
het bovenste bumperpaneel los te maken.
3. Werk verder bij het voertuig en maak de overige lippen uit de sleuven in het bovenste
bumperpaneel los.
OPMERKING:
Laat het onderste bumperpaneel niet los aan
de lippen van de tegenoverliggende zijde
hangen omdat hierdoor het onderste en bo-
venste bumperpaneel beschadigd kunnen
worden.
4. Bewaar het onderste bumperpaneel op een veilige plaats.
OPMERKING:
Geadviseerd wordt om ook de radarsensor
te verwijderen bij auto’s uitgerust met adap-
tieve cruisecontrol (ACC). Deze radarsensor
is speciaal voor uw voertuig gekalibreerd en
niet uitwisselbaar met andere radarsenso-
ren. Procedure voor het uitbouwen van de radar-
sensor (indien uitgerust met adaptieve
cruisecontrol [ACC]):
1. Nadat het onderste bumperpaneel verwij-
derd is en de sensor en steun toegankelijk
zijn geworden, maakt u de kabelboom los
van de sensor.
2. Maak met een geschikt gereedschap de klem van de steun los.
3. Verwijder met een geschikt gereedschap de twee klemmen waarmee de sensorsteun op
de bumperbalk bevestigd is.
OPMERKING:
Het is raadzaam om de plaats aan te marke-
ren als hulp bij de montage naderhand.
4. Lokaliseer de beschermende connector aan de achterkant van de bumperbalk. OPMERKING:
Alleen modellen met het Off-road-pakket zijn
uitgerust met een beschermende connector.
5. Verwijder de stekker van de beschermende
connector en breng hem aan op de sensor.
6. Steek de stekker van de kabelboom in de beschermende stekker.
1 - In de bumperbalk
2 - Locatie van de beschermende connector
3 - Klemmen voor sensorsteun
4 - Sensorsteun
282
Page 303 of 480

Bestuurdersportier wordt geopend.
Het voertuig rijdt harder dan 32 km/u
(20 mph) gedurende meer dan 70 seconden.
Het voertuig rijdt harder dan 64 km/u
(40 mph) (HDC wordt onmiddellijk
uitgeschakeld).
Feedback aan de bestuurder:
De instrumentengroep bevat een HDC-
pictogram en een HDC-schakelaar met een
LED die feedback geeft aan de bestuurder over
de status van HDC.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het lampje in de schakelaar gaan branden en
blijven branden wanneer HDC wordt inge-
schakeld of geactiveerd. Dit is de normale
bedrijfsstand voor HDC.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het lampje in de schakelaar knipperen gedu-
rende enkele seconden en gaan vervolgens
uit als de bestuurder op de HDC-schakelaar
drukt, maar niet aan de voorwaarden voor
inschakelen is voldaan.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het lampje in de schakelaar knipperen gedu-
rende enkele seconden en gaan vervolgens
uit wanneer HDC wordt uitgeschakeld als
gevolg van een te hoge snelheid.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het lampje in de schakelaar knipperen wan-
neer HDC wordt uitgeschakeld als gevolg
van oververhitte remmen. Het knipperen
stopt en HDC wordt opnieuw geactiveerd
zodra de remmen voldoende zijn afgekoeld.
WAARSCHUWING!
HDC is uitsluitend bedoeld om de bestuurder
tijdens het afdalen van een heuvel te helpen
de rijsnelheid onder controle te houden. De
bestuurder moet goed op de rijomstandighe-
den blijven letten en blijft verantwoordelijk
voor handhaving van een veilige rijsnelheid.
Select Speed Control (SSC) —
indien aanwezig (alleen modellen
met vierwielaandrijving met MP3023
tussenbak met twee versnellingen)SSC is uitsluitend bedoeld voor terreinrijden in
de schakelgroep 4WD LOW. SCC handhaaft de
voertuigsnelheid door het motorkoppel en de
remmen actief te regelen.
Schakelaar Selec Speed Control
299
Page 393 of 480

WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een be-
paalde werkzaamheid uit te voeren, breng
dan uw auto naar een vakkundige mon-
teur.
Bij het inspecteren van hulpaandrijfriemen zijn
kleine barsten die over het multi-oppervlak van
de riem van rib naar rib lopen normaal. Deze
zijn geen reden om de riem te vervangen.
Echter, scheuren in de lengterichting van een
rib (niet overdwars) zijn niet normaal. Een riem
met scheuren in de lengterichting van een rib
moet worden vervangen. Ook dient u de riem te
vervangen als deze overmatige slijtage, rafelige
koorden of ernstige verglazing vertoont. Omstandigheden waarbij deze moet worden
vervangen:
Losraken rib (één of meer ribben zijn losge-
raakt van de riem)
Slijtage rib of riem
Riem in lengterichting gescheurd (scheuren
tussen twee ribben)
Riem slipt
"Verspringen van groef" (aandrijfriem blijft
niet in de correcte positie op de poelie)
Aandrijfriem gebroken (opmerking: identifi-
ceer en corrigeer het probleem voordat de
nieuwe riem wordt gemonteerd)
Geluid (bezwaarlijk gejengel, gepiep of
bromgeluid te horen of voelen terwijl de
aandrijfriem in bedrijf is)
Sommige omstandigheden kunnen worden ver-
oorzaakt door een defecte component, zoals
een riempoelie. Riempoelies moeten zorgvuldig
worden gecontroleerd op beschadiging en
juiste uitlijning.
Voor riemvervanging is op sommige modellen
het gebruik van speciaal gereedschap vereist,
wij adviseren uw auto te laten onderhouden bij
een erkende dealer.
Accessoireriem (lusvormige riem)
389