display JEEP GRAND CHEROKEE 2017 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2017, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2017Pages: 414, PDF Size: 6.11 MB
Page 11 of 414
INTERIEUR
Interieurvoorzieningen
1 — Portiergreep
2 — Ventilatieroosters
3 — Schakelflipper
4 — Instrumentengroep
5 — Radio
6 — Handschoenenkastje/opbergvak7 — Stoelen
8 — Klimaatregeling
9 — Versnellingshendel
10 — Contactschakelaar
11 — Bedieningselementen van
cruisecontrol12 — Bedieningselementen display in
instrumentengroep
13 — Koplampschakelaar
14 — Schakelaar elektrische
raambediening/portiervergrendeling
9
Page 18 of 414
Melding voertuig op contact
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl het contact in de stand RUN staat (motor
draait niet), klinkt een geluidssignaal om u
eraan te herinneren de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten. Naast dit geluidssig-
naal verschijnt op het display van de instru-
mentengroep ook "Ignition Or Accessory On"
(contactschakelaar in de stand ON of ACC).
OPMERKING:
De schakelaars voor elektrische raambedie-
ning en het elektrisch zonnedak (indien aan-
wezig) blijven gedurende maximaal tien mi-
nuten actief nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet. Door het openen van
een voorportier wordt deze functie uitgescha-
keld. De tijdsduur van deze functie is pro-
grammeerbaar.
WAARSCHUWING!
• Zet voordat u het voertuig verlaat, altijd
de automatische versnellingsbak in de
stand PARK, trek de handrem aan, zet
de motor in de stand OFF, verwijder de
sleutelhouder uit het voertuig en sluit
uw voertuig af. Als uw voertuig is uitge-
rust met Keyless Enter-N-Go, moet u
zich wanneer u het voertuig verlaat er
altijd van verzekeren dat het contact
zonder sleutel in de stand "OFF" staat,
verwijder de sleutelhouder uit het voer-
tuig en sluit uw voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
WAARSCHUWING!
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de
sleutelhouder uit het voertuig en vergren-
del alle portieren wanneer u het voertuig
zonder toezicht achterlaat.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
16
Page 20 of 414
WAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool-
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ra-
men, portiersloten of andere onderde-
len te bedienen kunt u of kunnen
anderen ernstig gewond raken of om
het leven komen.
Bericht Remote Start Aborted (starten
met afstandsbediening afgebroken)
De volgende berichten verschijnen op het
display in de instrumentengroep als het voer-
tuig niet met de afstandsbediening kan wor-
den gestart of als de functie remote start
(starten op afstand) voortijdig wordt afgebro-
ken:• Remote Start Cancelled — Door Open
(starten met afstandsbediening geannu-
leerd — portier open)
• Remote Start Cancelled — Hood Open
(starten met afstandsbediening geannu-
leerd — motorkap open)
• Remote Start Cancelled — Fuel Low (star-
ten met afstandsbediening geannuleerd
— brandstofpeil te laag)
• Remote Start Aborted Time Expired (star-
ten op afstand afgebroken Tijd verstreken)
• Remote Start Aborted, Liftgate Open (star-
ten op afstand afgebroken, Achterklep
open)
• Remote Start Disabled — Start Vehicle to
Reset (starten met afstandsbediening af-
gebroken — start motor om te resetten)
Het display in de instrumentengroep blijft
zichtbaar totdat het contact in de stand ON/
RUN wordt gezet.
De modus starten met afstandsbediening
activeren
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets Remote Start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-deld, de richtingaanwijzers knipperen en de
claxon klinkt twee keer. De motor start en het
voertuig blijft 15 minuten in de modus voor
starten met afstandsbediening.
OPMERKING:
• Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de
motor aan en vervolgens binnen 10 secon-
den weer af.
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen niet worden be-
diend wanneer de modus starten met af-
standsbediening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart (twee cy-
cli van 15 minuten). Voordat u de startpro-
cedure een derde keer kunt herhalen moet
het contact echter eerst in de stand ON/
RUN worden gezet.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Page 21 of 414
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten zonder met de auto te rijden
Druk één keer op de toets Remote Start
(starten op afstand) of laat de motor gedu-
rende de volledige 15 minuten draaien.
OPMERKING:
Om onbedoeld uitschakelen te voorkomen,
blokkeert het systeem het eenmaal indrukken
van de toets Remote Start (starten op af-
stand) gedurende twee seconden nadat een
geldig verzoek is ontvangen om te starten op
afstand.
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten en met de auto gaan rijden
Voordat de cyclus van 15 minuten is verstre-
ken, drukt u kort op de ontgrendeltoets op de
sleutelhouder om de portieren te ontgrende-
len, of het voertuig te ontgrendelen met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry via de
portiergrepen, en het alarm uit te schakelen
(indien aanwezig). Druk vervolgens voordat
de cyclus van 15 minuten is verstreken op de
toets START/STOP en laat deze weer los.OPMERKING:
Op modellen die zijn uitgerust met Keyless
Enter-N-Go — Passive Entry verschijnt het
bericht "Remote start active — Push start
button" (Starten op afstand actief — Druk op
startknop) op het display in de instrumenten-
groep totdat u op de toets START drukt.
Comfort Systems (comfortsystemen) —
indien aanwezig
Wanneer starten met de afstandsbediening
wordt geactiveerd, werkt Auto-Comfort altijd
wanneer de temperatuur goed is. Wanneer de
functie is ingeschakeld, ongeacht of het star-
ten met de afstandsbediening of gewoon star-
ten zonder sleutel betreft, wordt de stoelver-
warming van de bestuurder automatisch
ingeschakeld bij koud weer. Bij warm weer
wordt het ventilatiesysteem in de bestuur-
dersstoel automatisch ingeschakeld wanneer
de auto met de afstandsbediening wordt ge-
start. Deze functies blijven ingeschakeld tij-
dens het starten op afstand of totdat het
contact in de stand ON/RUN wordt gezet.OPMERKING:
Het automatische comfortsysteem kan wor-
den in- en uitgeschakeld via het Uconnect
systeem. Raadpleeg de paragraaf "Instellin-
gen van Uconnect" in het hoofdstuk "Multi-
media" in uw gebruikershandleiding op
www.mopar.eu/owner voor meer informatie
over de werking van het comfortsysteem.
Algemene informatie
De volgende wettelijke verklaring geldt voor
alle radiofrequente (RF) apparaten in dit
voertuig:
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de
FCC-voorschriften en aan de RSS-norm(en)
van de Industry Canada-ontheffing. De appa-
ratuur moet voldoen aan de volgende twee
voorwaarden:
1. Deze apparatuur mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken en
2. De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie
die mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.
19
Page 38 of 414
OPMERKING:
Uw auto is uitgerust met twee sleutelhou-
ders, één sleutelhouder kan worden gekop-
peld aan de geheugenpositie 1 en de andere
sleutelhouder kan worden gekoppeld aan ge-
heugenpositie 2.
De geheugenstoelschakelaar bevindt zich op
het bekledingspaneel van het bestuur-
dersportier. De schakelaar bestaat uit drie
knoppen:• De instelknop (S), waarmee de stand in
het geheugen wordt opgeslagen.
• De knoppen (1) en (2) waarmee een van de
twee geprogrammeerde geheugenprofie-
len wordt opgevraagd.
Geheugenfunctie programmeren
OPMERKING:
Een nieuw geheugenprofiel maken:
1. Zet het contact van het voertuig in de
stand ON/RUN (start de motor niet).
2.
Pas alle profielinstellingen aan uw voorkeu-
ren aan (bijv. stoel, buitenspiegel, elek-
trisch verstelbare stuurkolom [indien aan-
wezig] en geprogrammeerde radiozenders).
3. Druk kort op de instelknop (S) op de
geheugenschakelaar.
4. Druk binnen vijf seconden kort op de
geheugenknop (1) of (2). Het display in de
instrumentengroep geeft aan welke ge-
heugenpositie wordt ingesteld.OPMERKING:
• De auto hoeft niet in de stand PARK te
staan voor het instellen van geheugenpo-
sities, maar dit is wel vereist als u een
geheugenpositie wilt oproepen.
• Raadpleeg voor het instellen van een ge-
heugenprofiel op uw sleutelhouder de pa-
ragraaf "Sleutelhouder met afstandsbedie-
ning aan geheugen koppelen en
ontkoppelen" in uw gebruikershandleiding
op www.mopar.eu/owner voor meer
informatie.
Verwarmde/geventileerde stoelen
Stoelverwarming vóór
De regeltoetsen voor de stoelverwarming vóór
bevinden zich in het scherm klimaatregeling
of bedieningselementen van het aanraak-
scherm.
U kunt kiezen uit de verwarmingsstanden HI
(hoog), LO (laag) en OFF (uit). De indicator-
pijlen in de schermtoetsen geven de gekozen
verwarmingsstand weer. Er gaan twee indica-
torpijlen branden voor de stand HI (hoog),
één voor LO (laag) en geen voor OFF (uit).
Knoppen voor stoelgeheugen
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
36
Page 39 of 414
• Druk eenmaal op de stoelverwarmings-
toets
om de instelling HI (hoge stand)
in te schakelen.
• Druk nogmaals op de stoelverwarmings-
toets
om de instelling LO (lage stand)
in te schakelen.
• Druk een derde maal op de stoelverwar-
mingstoets
om de verwarmingsele-
menten uit te schakelen.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, scha-
kelt het systeem na ongeveer 60 minuten
continue werking automatisch naar de lage
stand (LO). Op dat moment verandert het
display van HI (hoge stand) in LO (lage
stand). De lage stand (LO) wordt na ongeveer
45 minuten automatisch uitgeschakeld
(OFF).
OPMERKING:
• Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt
u na twee tot vijf minuten dat de stoel
warm wordt.
• De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.Uitvoeringen met op afstand bediend startsys-
teem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie wordt ingeschakeld tijdens het
starten op afstand.Deze functie kan worden geprogrammeerd via
het Uconnect systeem. Raadpleeg de gebrui-
kershandleiding op
www.mopar.eu/eigenaar
voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid kun-
nen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie, moe-
ten voorzichtig zijn bij het gebruik van
de stoelverwarming. Deze kan zelfs bij
lage temperaturen brandwonden veroor-
zaken, met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
WAARSCHUWING!
• Plaats geen voorwerpen op de zitting of
de rugleuning die warmte-isolerend wer-
ken, zoals een deken of kussen. Hierdoor
kan de stoelverwarming oververhit ra-
ken. Een oververhitte stoel kan leiden tot
ernstige brandwonden als gevolg van de
verhoogde oppervlaktetemperatuur van
de zitting.
Stoelverwarming achterin
Bij sommige modellen zijn de twee buitenste
zitplaatsen uitgerust met verwarmde zittin-
gen. De stoelverwarmingsschakelaars van
deze stoelen bevinden zich aan de achter-
zijde van de middenconsole. Met de twee
schakelaars voor de stoelverwarming
kunnen de achterpassagiers de stoelen af-
zonderlijk bedienen.
U kunt kiezen uit de verwarmingsstanden HI
(hoog), LO (laag) en OFF (uit). De controle-
lampjes in beide schakelaars geven de geko-
zen verwarmingsstand weer. Er gaan twee
indicatielampjes branden voor de stand HI
(hoog), één voor LO (laag) en geen voor OFF
(uit).
37
Page 52 of 414
door de koplampschakelaar in en vervolgens
uit te schakelen of door de contactschakelaar
in de stand ON te zetten.
OPMERKING:
Deze functie kan worden geprogrammeerd
via het Uconnect systeem. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in de gebruikers-
handleiding op www.mopar.eu/owner voor
meer informatie.
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig
De mistlampen vóór en mistachterlichten
kunt u naar wens gebruiken als het zicht door
mist is verslechterd. De mistlampen worden
in deze volgorde ingeschakeld: als u de kop-
lampschakelaar één keer indrukt, gaan de
mistkoplampen aan. Druk de schakelaar een
tweede keer in om de mistachterlichten in te
schakelen (mistlampen vóór blijven aan).
Druk de schakelaar een derde keer in om de
mistachterlichten uit te schakelen (mistkop-
lampen blijven aan). Druk de schakelaar een
vierde keer in om de mistkoplampen uit te
schakelen.OPMERKING:
De koplampschakelaar moet in de stand par-
keerlicht of koplampen staan voordat de
mistlampschakelaar ingedrukt kan worden.
Richtingaanwijzers
Beweeg de multifunctionele hendel op of
neer om te controleren of de pijlen aan beide
zijden op het display in de instrumenten-
groep gaan knipperen, wat betekent dat de
richtingaanwijzers voor en achter naar beho-
ren werken.
OPMERKING:
Als een van de lampjes blijft branden en niet
knippert, of als een van de lampjes zeer snel
knippert, controleer dan aan de buitenzijde
van de auto of een lamp defect is. Wanneer
een van de richtingaanwijzers niet gaat bran-
den wanneer u de hendel beweegt, is waar-
schijnlijk de desbetreffende lamp defect.
Lane Change Assist
Tik de hendel eenmaal omhoog of omlaag
zonder hem in de klikstand te duwen; de
richtingaanwijzer (rechts of links) knippert
dan driemaal en gaat vervolgens automatisch
uit.
Schakelaar mistlampen
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
50
Page 53 of 414
INTERIEURVERLICHTING
Instap- en interieurverlichting
De portier- en plafondverlichting worden in-
geschakeld als de voorportieren worden ge-
opend of als de dimschakelaar (draaischake-
laar aan de rechterkant van de
komlampschakelaar) zo ver mogelijk omhoog
wordt gedraaid. Als uw voertuig is uitgerust
met afstandsbediening en de ontgrendeltoets
op de sleutelhouder wordt ingedrukt, gaan de
portier- en plafondverlichting branden. Wan-
neer een portier is geopend en de interieur-
verlichting brandt dan kunt u de interieurver-
lichting uitschakelen door de dimschakelaar
helemaal naar beneden te draaien in de stand
O (uit). Dit wordt ook de “Party”-modus ge-
noemd omdat in deze modus de deuren lan-
ger open kunnen blijven staan zonder dat de
accu van de auto leegraakt.
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan worden geregeld
door de dimschakelaar omhoog (helderder) of
omlaag (dimmen) te draaien. Als de koplam-
pen zijn ingeschakeld, kunt u de helderheid
van het display in de instrumentengroep, deradio en dakconsole verhogen door de scha-
kelaar zo ver mogelijk omhoog te draaien
totdat u een klik hoort. Deze functie wordt de
“Parade”-modus genoemd en is handig als
de koplampen overdag nodig zijn.
RUITENWISSER/-SPROEIER
De multifunctionele hendel bevindt zich aan
de linkerzijde van de stuurkolom.
Ruitenwissers voorruit
De bedieningselementen voor de
ruitenwisser/-sproeier bevinden zich op de
multifunctionele hendel aan de linkerzijde
van de stuurkolom. De voorruitenwissers wor-
den bediend door een schakelaar te bedienen
op het uiteinde van de hendel. Raadpleeg de
paragraaf "Ruitenwisser achter" in dit hoofd-
stuk voor informatie over de ruitenwisser/-
sproeier achter.
Bediening van de ruitenwisser
Draai het uiteinde van de hendel naar een van
de eerste vier klikstanden voor intervalwis-
sen, de vijfde klikstand voor een lage wissnel-
heid en de zesde klikstand voor een hoge
wissnelheid.
Dimschakelaar
Multifunctionele hendel
51
Page 73 of 414
Sluiten
1. Controleer voordat u de motorkap sluit of
alle vuldoppen juist zijn gemonteerd.
2. Laat de motorkap zakken tot halverwege
en duw hem naar beneden om de motor-
kap te sluiten en deze goed op zijn plaats
te vergrendelen.
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP!
Om beschadigingen te voorkomen mag u
de motorkap niet hard dichtslaan. Sluit de
motorkap met een ferme neerwaartse be-
weging vooraan in het midden, zodat beide
vergrendelingen stevig aangrijpen.
ACHTERKLEP
Openen
De achterklep kan van binnenuit het voertuig
worden geopend met behulp van de knop voor
de elektrisch bediende achterklep op de dak-
console, met behulp van de sleutelhouder
buiten het voertuig of de elektronische ont-
grendeling van de achterklep.
Achterklep ontgrendelen/openen
De achterklep kan op verschillende manieren
worden ontgrendeld:
• Sleutelhouder
• Handgreep aan de buitenkant
• Knop op dakconsole
De ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep. Met
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep drukt u
op de elektronische ontgrendeling van de
achterklep om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen. Druk tweemaal binnen vijf
seconden op de achterkleptoets op de sleu-
telhouder om de achterklep te ontgrendelen.OPMERKING:
Als "Unlock All Doors On 1st Press" (alle
portieren ontgrendelen met één druk op de
ontgrendeltoets) is geprogrammeerd op het
display in de instrumentengroep, worden alle
portieren ontgrendeld wanneer u op de elek-
tronische ontgrendeling op de achterklep
drukt. Als "Unlock Driver Door 1st press"
(bestuurdersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) is geprogram-
meerd in Uconnect, wordt de achterklep ont-
grendeld wanneer u de elektronische vergren-
deling van de achterklep indrukt. Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in uw gebruikers-
handleiding op www.mopar.eu/owner voor
meer informatie.
71
Page 81 of 414
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
INSTRUMENTENGROEP.......80
DISPLAY IN DE INSTRUMENTEN-
GROEP — INDIEN AANWEZIG . . .81
Locatie en bedieningselementen display
in de instrumentengroep..........81
Olieverversing resetten...........82
Selecteerbare items op display in
instrumentengroep..............83
SRT-prestatiekenmerken...........83
BOORDCOMPUTER...........84
WAARSCHUWINGS-/
CONTROLELAMPJES EN
MELDINGEN................84
Rode verklikkerlampjes...........84
Gele verklikkerlampjes............88
Blauwe verklikkerlampjes..........92
Groene verklikkerlampjes..........92
Witte verklikkerlampjes...........93
BOORDDIAGNOSESYSTEEM —
OBDII ....................95
Boorddiagnosesysteem (OBD II) en
cyberveiligheid.................95
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
79