lights JEEP RENEGADE 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: RENEGADE, Model: JEEP RENEGADE 2018Pages: 380, PDF Size: 6.15 MB
Page 35 of 380

verschillende bedieningstoetsen op het
dashboard worden verlicht wanneer de
buitenverlichting wordt ingeschakeld.
AUTOMATISCHE FUNCTIE(Schemersensor)
(waar aanwezig)
Dit is een infrarood-ledsensor die samen
met de regensensor werkt en die zich op
de voorruit bevindt. Deze kan variaties in
het buitenlicht detecteren op basis van
de lichtgevoeligheid en past het Menu
van het display of hetUconnect™
systeem aan.
Hoe hoger de gevoeligheid, des te minder
buitenlicht is er nodig om de verlichting
in te schakelen.
Functie inschakelen: draai de
lichtschakelaar naar AUTO.
Functie uitschakelen: draai de
lichtschakelaar naar een andere stand
dan AUTO.
BELANGRIJK Deze functie kan alleen
worden ingeschakeld met de
startinrichting in stand MAR.
DIMLICHT
Draai, met de contactsleutel in de stand
MAR, de draaischakelaar op. Als het
dimlicht ingeschakeld wordt, worden de
dagrijlichten uitgeschakeld en worden
het stadslicht, het dimlicht en dekentekenplaatverlichting ingeschakeld.
Het
controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
DAGRIJLICHTEN (DRL)“Dagrijlichten”
(indien aanwezig)
19) 20)
Met de startinrichting op MAR gedraaid
en de lichtschakelaar in standO
gedraaid, gaan de stadslichten/
dagrijlichten automatisch aan; de andere
lichten en de binnenverlichting blijven
uit.
De dagrijlichten wordt tijdelijk
gedeactiveerd wanneer de
richtingaanwijzers geactiveerd worden.
Wanneer de richtingaanwijzers
gedeactiveerd worden, zal de
dagrijverlichting weer geactiveerd
worden.
MISTVOORLICHTEN(indien aanwezig)
Druk, met de contactsleutel op MAR en
met ingeschakeld stadslicht en dimlicht,
op schakelaar
om de mistvoorlichten
in te schakelen.
Om de mistvoorlichten uit te schakelen
nogmaals op de schakelaar drukken of
deze naar standOdraaien.“Cornering Lights” (flanklichten)
De functie wordt geactiveerd met het
grootlicht ingeschakeld bij een snelheid
lager dan 40 km/h - bij brede hoeken van
de wielomwentelingen of bij het
schakelen van de richtingaanwijzer gaat
er een lampje branden (ingebouwd in het
voorste mistlicht), die naar de zijde
verwijst waarnaar gedraaid wordt en de
zichthoek in het donker verlengt.
MISTACHTERLICHT
Druk, met de contactsleutel op MAR
gedraaid, op de knopom het licht
in/uit te schakelen.
Het mistachterlicht gaat alleen branden
als het dimlicht of de mistlampen voor
zijn ingeschakeld. Het licht wordt
uitgeschakeld door op knop
te drukken
of het dimlicht of de mistlampen voor uit
te schakelen.
PARKEERLICHTEN
Deze kunnen worden ingeschakeld door
de lichtschakelaarring naar destand
te draaien. Het waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
BELANGRIJKE OPMERKING Selecteer
deze lichtschakelaarstand niet wanneer
de auto in beweging is, maar alleen om
aan te geven dat de auto is geparkeerd
wanneer voorgeschreven door de
33
Page 375 of 380

ALFABETISCH REGISTER
4WD LOW modus
(inschakelen/uitschakelen). . . .162
Aanhangers trekken..........192
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) Airbags............141
ABS (systeem).............104
Accu opladen..............263
Achterruitwisser
wisserblad vervangen.......265
Achteruitkijkspiegels..........31
Achteruitrijcamera (ParkView®
rear backup camera)........187
Actieve veiligheidssystemen.....104
Actieve veiligheidssystemen
buiten werking stellen.......106
Active ParkSense (systeem).....178
Adaptive Cruise Control (ACC) . . .168
Afmetingen................281
Afsluiter van de brandstoftoevoer.....................229
Alarmknipperlichten..........198
Automatische dual-zone
klimaatregeling............43
Automatische inschakeling
grootlicht................34
Automatische versnellingsbak. . . .156Automatische versnellingsbak
met dubbele koppeling......158
Automatische wisregeling
(voorruitwisser)............38
Auxiliary driving systems.......110
Bagageruimte...............55
Bedieningselementen
Overzichtstabel
display-knoppen..........344
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten..........65
Belangrijke informtie en
aanbevelingen............362
Beschermingssystemen
inzittenden..............119
Brandstofverbruik...........302
BSM-systeem..............110
Buitenverlichting.............32
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)..............269
CO2-emissie...............304
Contactslot.................17
Cornering Lights (flanklichten)....33
Cybersecurity-apparaten.........5
Dagrijlichten (DRL)...........33De auto parkeren............152
De sleutels.................16
Diefstalalarm...............20
Dimlicht..................33
Display...................67
DST (systeem)..............105
DTC (systeem)..............104
Een lamp vervangen..........199
Een wiel vervangen...........217
Elektrisch schuifdak...........48
Elektrische buitenspiegels.......31
Elektrische parkeerrem (EPB). . . .152
Elektrische ruitbediening........46
Elektrische verwarming stuurwiel......................30
Elektronische Cruise-Control. . . .167
EOBD....................64
ERM (systeem).............105
ESC (systeem)..............104
Extra Verwarming.............42
Forward Collision Warning Plus
Systeem
................113
Frontairbags...............141
Gebruik van het Instructieboek.....6
Geprogrammeerd onderhoud. . . .238