JEEP WRANGLER 2DOORS 2021 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: WRANGLER 2DOORS, Model: JEEP WRANGLER 2DOORS 2021Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 111 of 344

109
(Vervolgd)
(Vervolgd)
 WAARSCHUWING!
Als  u  alleen  op  de  airbags  vertrouwt,  kan
dit  bij  een  aanrijding  leiden  tot  ernstig
letsel.  De  airbags  werken  in  combinatie
met uw veiligheidsgordel om u op de juiste
wijze  te  beschermen.  Bij  sommige  aanrij -
dingen worden de airbags niet opgeblazen.
Draag  uw  veiligheidsgordel  altijd,  ook  als
uw auto is uitgerust met airbags.
Bij  een  aanrijding  bestaat  het  risico  dat
u  en  uw  passagiers  aanmerkelijk
ernstiger  letsel  oplopen  wanneer  de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden  gedragen.  U  kunt  in  aanraking
komen met de binnenkant van uw auto of
met  andere  passagiers  of  uit  de  auto
worden  geslingerd.  Zorg  altijd  dat  u  en
uw passagiers  in de auto de veiligheids-
gordels op de juiste wijze dragen.
Het  is  gevaarlijk  om  tijdens  het  rijden
personen  te vervoeren  in  de  laadruimte.
Bij  een  ongeval  lopen  personen  in  deze
ruimte  een  groter  risico  op  ernstig  of
dodelijk letsel.
Vervoer geen personen in een ruimte van
de  auto  die  niet  is  voorzien  van  stoelen
en veiligheidsgordels.
Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit  en  op  de  juiste  wijze  de  veiligheids-
gordel  draagt.  Inzittenden,  inclusief  de
bestuurder,  moeten  altijd  hun  veilig-
heidsgordel  dragen  of  er  nu  een  airbag
bij hun zitpositie aanwezig is of niet, om
het risico op ernstig of dodelijk letsel in
geval van een botsing te minimaliseren.
Als  u  uw  veiligheidsgordel  niet  correct
draagt,  kan  dit  leiden  tot  veel  zwaarder
letsel  bij  aanrijdingen.  U  kunt  inwendig
letsel  oplopen  of  zelfs  onder  de  veilig-
heidsgordel  door  glijden.  Volg  deze
instructies  om  uw  veiligheidsgordel
veilig  te  dragen  en  uw  passagiers  te
beschermen.
Een  veiligheidsgordel  mag  nooit  door
twee  personen  tegelijk  worden  gebruikt.
De  twee  personen  kunnen  dan  tijdens
een aanrijding met een klap tegen elkaar
komen  en  elkaar  zo  ernstig  verwonden.
Gebruik nooit een driepuntsgordel of een
heupgordel  voor  meer  dan  één  persoon,
ongeacht de lengte van de personen.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd) WAARSCHUWING!
Een  heupgordel  die  te  hoog  wordt
gedragen,  kan  het  risico  van  letsel  bij
een aanrijding vergroten. De krachten op
de  gordel  worden  dan  niet  opgevangen
via  de  sterke  heupbeenderen  en  het
bekken,  maar  via  de  buik.  Draag  het
heupdeel  van  de  gordel  altijd  zo  laag
mogelijk en zorg dat de gordel strak zit.
Een  verdraaide  gordel  biedt  mogelijk
onvoldoende  bescherming.  Bij  een
aanrijding  kan  de  gordel  dan  zelfs  snij -
wonden  veroorzaken.  Zorg  ervoor  dat  de
veiligheidsgordel plat tegen het lichaam
aan  ligt,  zonder  verdraaiing.  Als  u  een
van de gordels in uw auto niet meer recht
krijgt,  ga  dan  onmiddellijk  naar  een
erkende  dealer  om  het  defect  te  laten
verhelpen.
Een veiligheidsgordel waarvan de gesp in
de  verkeerde  sluiting  is  bevestigd,  biedt
onvoldoende  bescherming.  Het  heupge -
deelte  valt dan  mogelijk te  hoog  over  uw
lichaam,  waardoor  inwendig  letsel  kan
worden veroorzaakt. Gesp uw gordel altijd
vast in de gespsluiting direct naast u.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 109   
Page 112 of 344

VEILIGHEID
110
(Vervolgd)
Gebruiksinstructies voor driepuntsgordels 
1. Stap  in  de  auto  en  sluit  het  portier.  Gategen  de  leuning  zitten  en  stel  de  stoel
in.
2. De gesp van de veiligheidsgordel bevindt zich  boven  de  rugleuning  van  de  voor -
stoel en naast uw  arm op  de  achterbank
(bij voertuigen die zijn uitgerust met een
achterbank).  Pak  de  gordelgesp  en  trek
de  autogordel uit. Schuif  de  gesp zo  ver
als nodig is over de gordelband, zodat de
gordel over uw heupen valt. De gesp van de veiligheidsgordel uittrekken
3. Wanneer  de  gordel  lang  genoeg  is, plaatst u de gesp in de gespsluiting tot u
een 'klik' hoort.
Gesp van de veiligheidsgordel in de  gespsluiting steken
Een  te  losse  veiligheidsgordel  biedt
onvoldoende  bescherming.  Tijdens  een
noodstop  kunt  u  te  ver  naar  voren
bewegen, waardoor er een grotere kans is
op  letsel.  Zorg  dat  de  gordel  nauw
aansluit.
Het  is  gevaarlijk  een  veiligheidsgordel
onder  de  arm  door  te  dragen.  Uw
lichaam kan bij een aanrijding dan hard
in  aanraking  komen  met  de  binnenzijde
van  de  auto,  waardoor  het  risico  van
hoofd-  en  nekletsel  toeneemt.  Als  de
gordel onder de arm wordt gedragen, kan
inwendig letsel  ontstaan.  De  ribben  zijn
niet  zo  sterk  als  de  schouderbotten.
Draag de gordel altijd over uw schouder,
zodat de sterkste botten van uw lichaam
de klap opvangen bij een aanrijding.
Een schoudergordel die achter uw rug is
geplaatst,  biedt  geen  enkele  bescher -
ming bij een aanrijding. Als u de schou -
dergordel  niet  draagt,  is  bij  een
aanrijding de kans op hoofdletsel groter.
Het  heup-  en  schoudergedeelte  van  de
gordel  behoren  samen  te  worden
gebruikt.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Een  gerafelde  of  ingescheurde  gordel
kan  bij  een  aanrijding  doormidden
scheuren,  waardoor  u  niet  langer
beschermd  bent.  Controleer  de  autogor -
dels  regelmatig  op  scheuren,  rafels  en
losse  delen.  Laat  beschadigde  onder -
delen  onmiddellijk  vervangen.  Demon -
teer  of  wijzig  de  veiligheidsgordels  niet.
De  gordelsystemen  moeten  na  een
aanrijding worden vervangen.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 110   
Page 113 of 344

111
4. Plaats  de  heupgordel  zo,  dat  hij  goedaansluit  en  over  uw  heupen,  onder  uw
buik  loopt,.  Om  een  losse  heupgordel
strak te trekken, moet u het schouderge -
deelte van de gordel aantrekken. Om een
te  strakke  heupgordel  losser  te  maken,
kantelt u de gesp en trekt u aan de heup -
gordel.  Een  goed  aansluitende  gordel
verkleint  het  risico  dat  u  bij  een  aanrij -
ding onder de gordel doorglijdt.
Heupgordel aanbrengen
5. Plaats de schoudergordel zo strak moge -
lijk  over  uw  schouder  en  borst,  zodanig
dat  deze  comfortabel  zit  en  niet  op  uw
nek rust. Het oprolmechanisme spant de
schoudergordel automatisch aan.
6. Om de gordel los te maken drukt u op de rode  knop  op  de  gespsluiting.  De  gordel wordt  dan  automatisch  opgerold.  Indien
nodig  schuift  u  de  gesp  over  de  gordel
zodat deze volledig kan worden opgerold.
Verdraaide driepuntsgordel ontwarren  
Gebruik  de  volgende  methode  om  een
verdraaide driepuntsgordel te ontwarren.
1. Breng de gesp zo dicht mogelijk naar het
ankerpunt toe.
2. Pak de gordel vast op ongeveer 15 tot 30 cm (6  tot  12 inch)  boven  de  gesp  en  draai  de
gordel 180 graden om een vouw te maken die
direct boven de gesp begint.
3. Schuif  de  gesp  omhoog  over  de  dubbel -
gevouwen  gordel.  De  dubbelgevouwen
gordel  moet  aan  de  bovenzijde  van  de
gesp door de sleuf gaan.
4. Schuif  de  gesp  verder  omhoog  tot  de dubbelgevouwen  gordel  vrijkomt  en  de
veiligheidsgordel niet meer verdraaid is.
Verstelbaar ankerpunt schoudergordel 
Bij de bestuurdersstoel en de buitenste voor -
stoel  aan  passagierszijde  kan  de  bovenkant
van  de  schoudergordel  naar  beneden  of
boven worden versteld, zodat de veiligheids -
gordel  niet  langer  langs  uw  hals  loopt.  Druk of  knijp  de  knop  van  het  ankerpunt  in  en
schuif  het  naar  boven  of  beneden  in  een
stand die voor u het meest geschikt is.
Verstelbaar bovenste ankerpunt
Als  u  minder  lang  bent  dan  gemiddeld,  zult
de voorkeur geven aan een lagere positie van
het  ankerpunt  van  de  schoudergordel.  Als  u
langer  bent  dan  gemiddeld,  zult  u  de  voor -
keur  geven  aan  een  hogere  positie  van  het
ankerpunt  van  de  schoudergordel.  Probeer
na  het  loslaten  van  de  knop  de  verankering
nog  eens  op  en  neer  te  bewegen,  om  te
controleren of deze stevig is vergrendeld.
OPMERKING:
Het verstelbare ankerpunt voor de schouder -
gordel  is  voorzien  van  een  Easy  Up-functie.
Hiermee kan het ankerpunt van de schouder -
gordel in de bovenste stand worden afgesteld
zonder de ontgrendelknop in te drukken of te
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 111   
Page 114 of 344

VEILIGHEID
112
knijpen. Om te controleren of het ankerpunt
van de schoudergordel vergrendeld is, trekt u
het ankerpunt omlaag tot het vast klikt.Veiligheidsgordels en zwangerschap 
Veiligheidsgordels en zwangere vrouwen
Veiligheidsgordels  moeten  worden  gedragen
door  alle  inzittenden,  ook  door  zwangere
vrouwen: het dragen van de veiligheidsgordel
vermindert  het  risico  van  letsel  bij  een
ongeval voor moeder en ongeboren kind.
Plaats de heupgordel strak en onder de buik,
over de sterke botten van de heupen. Plaats
de  schoudergordel  over  de  borst  en  uit  de
buurt  van  de  nek.  Plaats  de  schoudergordel
nooit achter de rug of onder de arm.
Gordelspanner 
Het  buitenste  veiligheidsgordelsysteem  vóór
is  uitgerust  met  gordelspanners  die  ervoor
zorgen dat bij een aanrijding een loszittende
gordel wordt strak getrokken. Deze apparaten verbeteren de werking van de veiligheidsgor
-
dels  door  de  gordel  al  in  een  vroeg  stadium
van  een  aanrijding  strak  tegen  het  lichaam
van de inzittende te trekken. Gordelspanners
werken  bij  alle  lichaamsafmetingen,  ook  bij
gebruik van kinderzitjes.
OPMERKING:
Bij  gebruik  van  een  gordelspanner  dient  de
veiligheidsgordel  nog  steeds  op  de  juiste
wijze  worden  omgedaan.  De  gordel  moet
nauw aansluiten en op de juiste wijze worden
gedragen.
De  gordelspanners  worden  geactiveerd  door
de  controller  van  het  beveiligingssysteem
voor inzittenden. Net als de airbags zijn ook
de  gordelspanners  slechts  geschikt  voor
eenmalig  gebruik.  Een  geactiveerde  gordel -
spanner  of  airbag  dient  onmiddellijk  te
worden vervangen.
Spankrachtbegrenzer
Buitenste  veiligheidsgordelsysteem  vóór  is
uitgerust  met  een  spankrachtbegrenzer  die
helpt  het  risico  op  letsel  in  geval  van  een
aanrijding  verder  te  beperken.  Het  veilig -
heidsgordelsysteem  heeft  een  oprolmecha -
nisme  dat  de  gordelband  op  een
gecontroleerde manier afwikkelt.
 WAARSCHUWING!
Als  u  uw  veiligheidsgordel  niet  correct
draagt,  kan  dit  leiden  tot  veel  zwaarder
letsel  bij  aanrijdingen.  U  kunt  inwendig
letsel  oplopen  of  zelfs  onder  de  veilig-
heidsgordel  door  glijden.  Volg  deze
instructies  om  uw  veiligheidsgordel
veilig  te  dragen  en  uw  passagiers  te
beschermen.
Plaats de schoudergordel zo strak moge-
lijk  over  uw  schouder  en  borst,  zodanig
dat  deze  comfortabel  zit  en  niet  op  uw
nek rust. Het oprolmechanisme spant de
schoudergordel automatisch aan.
Verkeerde  afstelling  van  de  veiligheids-
gordel  kan  de  doeltreffendheid  van  de
veiligheidsgordel bij een botsing vermin -
deren.
Stel de hoogte van de veiligheidsgordels
alleen in wanneer de auto stilstaat.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 112   
Page 115 of 344

113
Aanvullend veiligheidssysteem (SRS)
Sommige van de in dit hoofdstuk beschreven
veiligheidsvoorzieningen  behoren  voor
bepaalde  modellen  mogelijk  tot  de  stan-
daarduitrusting en zijn optioneel voor andere
modellen.  Vraag  het  bij  twijfel  aan  een
erkende dealer.
Het airbagsysteem moet gereed zijn om u te
beschermen bij een aanrijding. De controller
van  het  beschermingssysteem  voor  inzit -
tenden (ORC) controleert de interne circuits
en  de  bedrading  van  de  elektrische  compo -
nenten van het airbagsysteem. Uw voertuig is
mogelijk  uitgerust  met  de  volgende  compo -
nenten van het airbagsysteem:
Componenten van het airbagsysteem
Controller  van  het  beveiligingssysteem
voor inzittenden
Waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem 
Stuurwiel en stuurkolom
Instrumentenpaneel
Kniebescherming
Bestuurders- en passagiersairbags
Gespsluitingschakelaar  voor  veiligheids-
gordels
Aanvullende zijairbags
Sensoren  voor  frontale  en  zijdelingse
botsingen
Gordelspanners
Glijrailpositiesensoren
Waarschuwingslampje voor het 
airbagsysteem  
De  controller  van  het  beveiligings -
systeem  voor  inzittenden  (ORC)
bewaakt de gereedheid van de elek -
tronische  onderdelen  van  het
airbagsysteem  wanneer  de  contactschake -
laar in de stand START of ON/RUN staat. Als
het contactslot in de stand OFF of ACC staat,
is  het  airbagsysteem  niet  ingeschakeld  en
zullen de airbags niet worden opgeblazen.
De  controller  van  het  beveiligingssysteem
voor  inzittenden  (ORC)  beschikt  over  een
reservevoeding,  waardoor  de  airbags  ook
geactiveerd kunnen worden wanneer de accu
leeg is of is losgekoppeld. De  controller  van  het  beveiligingssysteem
voor  inzittenden  schakelt  het  waarschu
-
wingslampje  voor  het  airbagsysteem  aan  in
het  instrumentenpaneel  voor  een  zelftest
gedurende  vier  tot  acht  seconden,  wanneer
de  contactschakelaar  voor  het  eerst  in  de
stand  ON/RUN  wordt  gezet.  Na  de  zelftest
gaat  het  waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem  uit.  Als  de  controller  van  het
beveiligingssysteem  voor  inzittenden  een
storing  in  het  systeem  detecteert,  gaat  het
waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem  knipperen  of  continu
branden. Een enkel geluidssignaal klinkt om
u te  waarschuwen  wanneer  het  lampje  weer
gaat branden na de eerste keer starten.
De  controller  van  het  beveiligingssysteem
voor  inzittenden  bevat  ook  diagnosefuncties
die  het  waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem  in  het  instrumentenpaneel
laten  branden  wanneer  een  storing  wordt
geconstateerd  die  het  airbagsysteem  zou
kunnen  beïnvloeden.  De  diagnose  meldt
eveneens de aard van het defect. Omdat het
airbagsysteem  zodanig  is  ontworpen  dat  het
geen  onderhoud  vergt,  raden  wij  u  aan
onmiddellijk  een  erkende  dealer  te  raad -
plegen  wanneer  een  van  de  volgende
problemen zich voordoet.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 113   
Page 116 of 344

VEILIGHEID
114
Het  waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem  gaat  niet  vier  tot  acht
seconden  branden  nadat  u  de  contact-
schakelaar de eerste keer in de stand ON/
RUN hebt gezet.
Het  waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem  blijft  branden  na  de
periode van vier tot acht seconden.
Het  waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem  gaat  af  en  toe  branden  of
blijft branden tijdens het rijden.
OPMERKING:
Als de snelheidsmeter, toerenteller of andere
meters voor motorfuncties niet werken, is het
mogelijk dat ook de controller van het bevei -
ligingssysteem  voor  inzittenden  niet  werkt.
In deze toestand zijn de airbags mogelijk niet
gereed  om  u  te  beschermen.  Laat  het
airbagsysteem onmiddellijk controleren door
een erkende dealer.
Redundant airbagwaarschuwingslampje 
Als er bij het airbagwaarschuwings -
lampje  een  storing  wordt  gedetec -
teerd  die  van  invloed  kan  zijn  op
het  aanvullend  veiligheidssysteem
(SRS),  gaat  het  redundant  airbagwaarschu -
wingslampje  op  het  instrumentenpaneel
branden.  Het  redundant  airbagwaarschu -
wingslampje  blijft  branden  tot  de  storing  is
verholpen.  Bovendien  klinkt  er  een  geluids -
signaal  om  u  erop  te  wijzen  dat  het  redun -
dant  airbagwaarschuwingslampje  brandt  en
er een storing is gedetecteerd. Als het redun -
dant  airbagwaarschuwingslampje  met tussenpozen  gaat  branden  of  blijft  branden
tijdens  het  rijden,  laat  dan  onmiddellijk  uw
voertuig  door  een  erkende  dealer  contro
-
leren.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Uw  instrumenten -
paneel  leren  kennen"  in  deze  handleiding
voor  meer  informatie  over  het  redundant
airbagwaarschuwingslampje.
Frontairbags
Dit voertuig heeft frontairbags en driepunts -
gordels voor zowel de bestuurder als de voor -
passagier.  De  frontairbags  vormen  een
aanvulling  op  de  veiligheidsgordels.  De
bestuurdersfrontairbag  bevindt  zich  in  het
midden van het stuurwiel. De passagiersfron -
tairbag  bevindt  zich  in  het  instrumentenpa -
neel,  boven  het  handschoenenkastje.  De
airbagpanelen zijn voorzien van het opschrift
SRS AIRBAG of AIRBAG.
 WAARSCHUWING!
Wanneer  u  het  waarschuwingslampje  voor
het  airbagsysteem  op  het
instrumentenpaneel  negeert,  kan  dat
betekenen dat het airbagsysteem u bij een
aanrijding  niet  beschermt.  Als  het  lampje
niet  gaat  branden  tijdens  de
gloeilampcontrole  wanneer  u  de
contactsleutel  omdraait,  blijft  branden
nadat  u  de  auto  hebt  gestart  of  gaat
branden  tijdens  het  rijden,  dient  u  het
defect  onmiddellijk  door  uw  erkende
dealer te laten repareren.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 114   
Page 117 of 344

115
(Vervolgd)
Locaties van de frontairbags/kniebescherming
Kenmerken frontairbag bestuurders- en 
passagierszijde
Het frontairbagsysteem is zodanig ontworpen
dat het wordt opgeblazen overeenkomstig de
kracht en de aard van de botsing die worden
vastgesteld door de controller van het bevei-
ligingssysteem voor inzittenden (ORC). Deze
controller  ontvangt  informatie  van  de
sensoren  voor  frontale  botsingen  (indien
aanwezig)  of  van  andere  systeemcompo -
nenten. Het frontairbagsysteem aan bestuur -
derszijde  heeft  een  eentraps  airbag.  Het
frontairbagsysteem aan passagierszijde heeft
een  meertraps  frontairbag.  Het  eerste
opblaasmechanisme  wordt  onmiddellijk
geactiveerd  bij  een  botsing  waarbij  gebruik
van  de  airbags  noodzakelijk  is.  Bij  minder
zware  botsingen  wordt  voor  de  meertraps
airbag  een  geringe  opblazing  toegepast.  Bij
zwaardere  botsingen  wordt  een  krachtiger
opblazing toegepast.
Deze  auto  is  mogelijk  uitgerust  met  een
gespsluitingsschakelaar  voor  de  veiligheids -
gordel voor de bestuurders- en/of de voorpas -
sagiersstoel  die  registreert  of  de  gordel  is
vastgegespt.  Met  deze  gespsluitingschake -
laar  kan  het  niveau  worden  aangepast
waarmee  de  meertraps  frontairbag  aan
passagierszijde wordt opgeblazen.
1 — Frontairbags voor bestuurder en passa
-
gier
2  —  Kniebescherming  voor  bestuurder  en
passagier
 WAARSCHUWING!
Als  u  tijdens  het  activeren  van  de  fron -
tairbag  te  dicht  op  het  stuur  of  bij  het
instrumentenpaneel zit, kunt u ernstig of
zelfs  dodelijk  letsel  oplopen.  Airbags
hebben ruimte nodig om te worden opge-
blazen. Ga achterover zitten en strek uw
armen  zodanig  dat  u  comfortabel  het
stuur  en  het  instrumentenpaneel  kunt
bedienen.
Plaats  nooit  een  kinderzitje  tegen  de
rijrichting in op een stoel die is beveiligd
door  een  actieve  frontairbag!  Dit  kan
leiden  tot  ernstig  letsel  of  de  dood  van
het kind.
Wij  raden  u  aan  kinderen  altijd  in  een
kinderzitje  op  de  achterbank  te  voeren,
de best beschermde positie in het geval
van een aanrijding.
Mocht het nodig zijn om een kind op de
passagiersstoel te  vervoeren  in  een naar
achteren  gericht  kinderzitje,  dan  moet
de  front-airbag  aan  de  passagierszijde
worden uitgeschakeld. Zorg er altijd voor
dat het controlelampje van de uitschake-
ling van de airbag brandt bij gebruik van
een kinderzitje. De passagiersstoel moet
ook zo ver mogelijk naar achteren worden
geplaatst  om  te  voorkomen  dat  het
kinderzitje  in  aanraking  komt  met  het
dashboard.
Als de frontairbag aan de passagierszijde
wordt  opgeblazen,  kan  een  kind  van  12
of  jonger,  maar  ook  een  kind  in  een
kinderzitje tegen de rijrichting in, ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 115   
Page 118 of 344

VEILIGHEID
116
Deze auto kan zijn uitgerust met glijrailpositie-
sensoren voor de bestuurders- en/of de voorpas-
sagiersstoel  waarmee  de  mate  van  opblazen
van  de  geavanceerde  voorairbags  op  basis  van
de stoelpositie kan worden aangepast.
Werking frontairbags 
De  frontairbags  zijn  ontworpen  om  extra
bescherming  te  bieden  als  aanvulling  op  de
veiligheidsgordels.  Frontairbags  zijn  niet
bedoeld voor het verminderen van  het risico
op  letsel  bij  botsingen  van  achteren,
botsingen van opzij of over de kop slaan. De
frontairbags  worden  niet  bij  alle  frontale
botsingen  geactiveerd.  Dit  geldt  ook  voor
sommige  frontale  botsingen  die  ernstige
schade  aan  het  voertuig  tot  gevolg  hebben,
zoals  bepaalde  aanrijdingen  tegen  palen,
aanrijdingen  waarbij  de  auto  onder  een
vrachtwagen  terechtkomt  en  aanrijdingen
onder een hoek.
Daarentegen  kunnen  frontairbags,  afhanke -
lijk van de aard van de botsing en de plaats
waar het voertuig  wordt geraakt,  opgeblazen
worden  bij  aanrijdingen  die  geringe  schade
aan  de  voorkant  van  het  voertuig  tot  gevolg
hebben,  maar  die  aanvankelijk  een  grote
afname van de snelheid veroorzaken.
Omdat airbagsensoren de vertraging van het
voertuig in de loop van de tijd meten, zijn de
snelheid  van  het  voertuig  en  de  schade  op
zichzelf  geen  goede  indicatoren  voor  de
noodzaak  van  het  wel  of  niet  opblazen  van
een airbag. Veiligheidsgordels  zijn  bij  alle  ongevallen
noodzakelijk voor uw bescherming en om uw
lichaam in de juiste positie te houden, uit de
buurt van een airbag die wordt opgeblazen.
De  controller  van  het  beveiligingssysteem
voor  inzittenden  (OCR)  zendt  een  signaal
naar  de  opblaasmodules  wanneer  een
botsing  wordt  gedetecteerd  waarbij  de  fron
-
tairbags  moeten  worden  geactiveerd.  Een
grote hoeveelheid niet-giftig gas wordt gege -
nereerd om de frontairbags op te blazen.
Het  afdekpaneel  op  de  stuurwielnaaf  en  op
de  rechterbovenzijde  van  het  instrumenten -
paneel  komen  los  en  worden  verwijderd
terwijl  de  airbags  volledig  worden  opge -
blazen.  De  frontairbags  worden  binnen  een
oogwenk  volledig  opgeblazen.  De  frontair -
bags lopen vervolgens snel leeg terwijl ze de
bestuurder en de voorpassagier bescherming
bieden.
Passagiersairbag uitschakelen — indien 
aanwezig
Met  dit  systeem  kan  de  bestuurder  de
geavanceerde  frontairbag  aan  passagiers -
zijde  uitschakelen  (UIT)  als  een  kinderzitje
op  de  voorstoel  moet  worden  geplaatst.
Schakel  de  geavanceerde  frontairbag  aan
passagierszijde alleen uit (UIT) als het abso -
 WAARSCHUWING!
Er mogen geen voorwerpen op of nabij het
airbagpaneel op het instrumentenpaneel of
het  stuur  worden  geplaatst,  omdat  deze
letsel  kunnen  veroorzaken  bij  botsingen
waarbij de airbag wordt opgeblazen.
Plaats niets op of rond de airbagpanelen en
probeer  deze  nooit  handmatig  te  openen.
Anders  is  het  mogelijk  dat  u  de  airbags
beschadigt.  Bovendien  kunt  u  letsel
oplopen  doordat  de  airbags  mogelijk  niet
meer  functioneren.  De  beschermpanelen
van de airbagkussens gaan alleen open als
de airbags worden opgeblazen.
Als u alleen op de airbags vertrouwt, kan
dit  bij  een  aanrijding  leiden  tot  ernstig
letsel.  De  airbags  werken  in  combinatie
met  uw  veiligheidsgordel  om  u  op  de
juiste wijze te beschermen. Bij sommige
aanrijdingen  worden  de  airbags  niet
opgeblazen. Draag uw veiligheidsgordels
altijd,  ook  als  uw  auto  is  uitgerust  met
airbags.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 116   
Page 119 of 344

117
(Vervolgd)
luut  noodzakelijk  is  voor  het  plaatsen  van
een kinderzitje op de voorstoel. Kinderen van
12 jaar en jonger moeten altijd goed vastge-
gespt  op  de  achterbank  zitten.  Statistieken
tonen aan dat kinderen beter beschermd zijn
wanneer  ze  op  de  achterbank  zijn  vastge -
gespt  en niet op de  voorstoelen.  (Raadpleeg
de  paragraaf  "Kinderzitjes"  in  dit  hoofdstuk
voor meer informatie.)
De geavanceerde frontairbag aan passagiers-
zijde  kan  worden  ingeschakeld  (AAN)  of
uitgeschakeld (UIT) door de gewenste instel -
ling  te  selecteren  in  het  menu  van  het
display  in  de  instrumentengroep.  Voor  meer
informatie over het openen van het display in
de instrumentengroep  raadpleegt u de para -
graaf  "Display  in  de  instrumentengroep"  in
het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen". De  functie  passagiersairbag  uitschakelen
bestaat uit de volgende onderdelen:
Controller  van  het  beveiligingssysteem
voor inzittenden
  Controlelampje  passagiersairbag
UITGESCHAKELD  (OFF)  —  een  oranje
lampje op de Sport Bar
 Controlelampje passagiersairbag INGE -
SCHAKELD (ON) — een oranje lampje op
de Sport Bar
  Waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem — een oranje lampje in het
display in de instrumentengroep
Controlelampje passagiersairbag
 WAARSCHUWING!
Een  UITGESCHAKELDE  (OFF)  geavan -
ceerde frontairbag aan passagierszijde is
gedeactiveerd  en  wordt  niet  opgeblazen
bij een botsing.
Een  UITGESCHAKELDE  (OFF)  geavan -
ceerde  frontairbag  aan  passagierszijde
biedt  geen  extra  bescherming  voor  de
voorpassagier als aanvulling op de veilig-
heidsgordels.
Plaats  nooit  een  kinderzitje  op  de  voor -
stoel,  tenzij  het  controlelampje  Passa-
giersairbag  UITGESCHAKELD  (OFF) 
in  het  midden  van  het  instrumentenpa-
neel  brandt  om  aan  te  geven  dat  de
geavanceerde  frontairbag  aan  passa-
gierszijde is UITGESCHAKELD (OFF).
Bij  een  aanrijding  bestaat  het  risico  dat
u  en  uw  passagiers  aanmerkelijk
ernstiger  letsel  oplopen  wanneer  de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden  gedragen.  U  kunt  in  aanraking
komen met de binnenkant van uw auto of
met  andere  passagiers  of  uit  de  auto
worden  geslingerd.  Zorg  altijd  dat  u  en
uw passagiers in de auto de veiligheids-
gordels op de juiste wijze dragen.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 117   
Page 120 of 344

VEILIGHEID
118
De  controller  van  het  beveiligingssysteem
voor  inzittenden  (ORC)  bewaakt  de  gereed-
heid  van  de  elektronische  onderdelen  van
het  airbagsysteem  wanneer  de  contactscha -
kelaar in de  stand START of ON/RUN staat.
De  ORC  laat  het  indicatielampje  voor  het
UITSCHAKELEN  van  de  passagiersairbag
(OFF)  en  het  indicatielampje  voor  het
INSCHAKELEN  van  de  passagiersairbag
(ON)  op  de  Sport  Bar  ongeveer  vijf  tot  acht
seconden branden voor een zelftest wanneer
het  contact  op  de  stand  START  of  ON/RUN
wordt  gezet.  Na  de  zelftest  kunnen  de
bestuurder  en  de  passagier  aan  het  bran -
dende  indicatielampje  zien  wat  de  status  is
van  de  geavanceerde frontairbag aan passa -
gierszijde.  Laat  het  systeem  echter  onmid -
dellijk  controleren  door  een  erkende  dealer
als zich het volgende voordoet:
Geen  van  beide  indicatielampjes  gaat
branden bij wijze van zelftest wanneer het
contact eerst op een START of op ON/RUN
wordt gezet.
Beide  indicatielampjes  blijven  branden
nadat u het voertuig hebt gestart.
Beide indicatielampjes blijven uit nadat u
het voertuig hebt gestart.
Beide  indicatielampjes  gaan  branden
terwijl u rijdt.
Beide  indicatielampjes  gaan  uit  terwijl  u
rijdt.
Nadat de zelftest is voltooid, dient er slechts
één indicatielampje voor de passagiersairbag
tegelijk te branden.
 Controlelampje  passagiersairbag  UITGE -
SCHAKELD  (OFF)  —  op  de  Sport  Bar  aan  de
bovenkant
Het controlelampje passagiersairbag UITGE -
SCHAKELD (OFF) waarschuwt de bestuurder
en  passagier  voorin  als  de  geavanceerde
frontairbag  aan  passagierszijde  is  gedeacti -
veerd.  Het  controlelampje  passagiersairbag
UITGESCHAKELD  (OFF)  gaat  branden 
om  aan  te  geven  dat  de  geavanceerde  fron -tairbag  aan  passagierszijde  niet  wordt  geac
-
tiveerd  tijdens  een  aanrijding.  Ga  er  NOOIT
vanuit  dat  de  geavanceerde  frontairbag  aan
de  passagierszijde  is  uitgeschakeld,  tenzij
het  indicatielampje  voor  het  UITSCHA -
KELEN  van  de  passagiersairbag  (OFF) 
brandt.
 Controlelampje  passagiersairbag  INGE -
SCHAKELD  (ON)  —  op  de  Sport  Bar  aan  de
bovenkant
Het  controlelampje  passagiersairbag  INGE -
SCHAKELD (ON)  waarschuwt  de  bestuurder
en  passagier  voorin  als  de  geavanceerde
frontairbag  aan  passagierszijde  is  geacti -
veerd.  Het  controlelampje  passagiersairbag
INGESCHAKELD  (ON)  gaat  branden    om
aan  te  geven  dat  de  geavanceerde  fron -
tairbag  aan  passagierszijde  wordt  geacti -
veerd  tijdens  een  aanrijding  waarbij  de
airbags  moeten  worden  geactiveerd.  Ga  er
NOOIT   vanuit  dat  de  geavanceerde  fron -
tairbag  aan  de  passagierszijde  is  ingescha -
keld,  tenzij  het  controlelampje
passagiersairbag  ingeschakeld  (ON) 
brandt.
 WAARSCHUWING!
Als  een  van  de  bovenstaande
omstandigheden zich voordoet, en er wordt
aangegeven dat er een probleem is met het
controlelampje  van  de  passagiersairbag,
dan  blijft  de geavanceerde frontairbag aan
passagierszijde  in  de  laatst  geselecteerde
status  (INGESCHAKELD  of
UITGESCHAKELD).
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 118