JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 91 of 344

89
OPMERKING:
Voor  voertuigen  met  meerdere  gedeeltelijke
ESC-modi  kan  met  een  drukknop  worden
geschakeld tussen de ESC-modi. Om terug te
keren  naar  ESC  Aan  moet  mogelijk  meer-
maals op de knop worden gedrukt.
Volledig uit — indien aanwezig
Deze  modus  is  uitsluitend  bedoeld  voor
gebruik  buiten  openbare  wegen  en  voor
terreinrijden en mag niet gebruikt worden op
de  openbare  weg.  In  deze  modus,  zijn  de functies  TCS  en  ESC  uitgeschakeld.  Om  de
volledig  uitgeschakelde  modus  in  te  scha
-
kelen,  houdt  u  de  schakelaar  "ESC  OFF"
gedurende  vijf  seconden  ingedrukt,  terwijl
het voertuig stilstaat en de motor draait.  Na
vijf  seconden,  klinkt  een  geluidssignaal  en
gaat  het  controlelampje  "ESC  Uit"  branden
en  de  melding  "ESC  OFF"  (ESC  uit)
verschijnt in de instrumentengroep. Om ESC
weer in te schakelen, drukt u kort op de toets
"ESC OFF".
OPMERKING:
Systeem kan van ESC volledig naar gedeelte -
lijk  uit  schakelen  wanneer  het  voertuig  een
vooraf  ingestelde  snelheid  overschrijdt.
Wanneer  het  voertuig  vertraagt  tot  onder  de
vooraf ingestelde snelheid, gaat het systeem
weer naar ESC "volledig uit".
ESC-modi  kunnen  ook  worden  beïnvloed
door rijmodi (indien aanwezig).
 WAARSCHUWING!
Wanneer  ESC  in  de  stand  "Gedeeltelijk
uit" staat, wordt de ASR-functie van ESC
uitgeschakeld (behalve de slipbeperking
die is beschreven de paragraaf over ASR)
en brandt het indicatielampje "ESC uit".
Wanneer  ESC  in  de  stand  "Gedeeltelijk
uit"  staat,  wordt  de  functie  voor  het
verminderen van het motorvermogen van
ASR  uitgeschakeld  en  neemt  de  verbe-
terde  voertuigstabiliteit  die  het
ESC-systeem biedt af.
Trailer  Sway  control  (TSC)  is  uitgescha-
keld  wanneer  het  ESC-systeem  in  de
stand "Gedeeltelijk uit" staat.
 WAARSCHUWING!
In de stand waarbij ESC volledig is uitge-
schakeld,  worden  de  functies  voor
reductie  van  het  motorvermogen  en  de
stabiliteitsregeling  geannuleerd.  De
verbeterde  voertuigstabiliteit  die  het
ESC-systeem biedt, is dan niet beschik-
baar.  Bij  een  uitwijkende  beweging  in
een  noodgeval  wordt  het  ESC-systeem
niet  geactiveerd  als  hulpmiddel  bij  de
stabiliteitsregeling van de auto. De stand
"volledig  uit"  van  ESC  is  uitsluitend
bedoeld voor terreinrijden.
Met  het  ESC-systeem  wordt  niet  voor -
komen  dat  de  auto  onderworpen  blijft
aan  de  wetten  van  de  natuur  en  het
systeem zorgt evenmin voor meer grip op
het wegdek. ESC kan niet alle ongevallen
voorkomen,  ook  niet  ongevallen  die
worden  veroorzaakt  door  te  hoge  snel -
heden in bochten, het rijden op zeer glad
wegdek,  of  aquaplaning.  ESC  kan  ook
geen aanrijdingen voorkomen.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 89   
Page 92 of 344

VEILIGHEID
90
Controle-/storingslampje ESC en 
controlelampje ESC UIT 
Het  controle-/storingslampje  van
het  elektronisch  stabiliteitsregelsy-
steem  (ESC)  in  de  instrumenten -
groep  gaat  branden  wanneer  het
contact  in  de  stand  ON  wordt  gezet.  Als  de
motor draait, behoort dit lampje uit te gaan.
Wanneer  controle-/storingslampje  ESC
continu blijft branden terwijl de motor draait,
is  een  storing  gedetecteerd  in  het
ESC-systeem.  Als  het  lampje  blijft  branden
nadat  er  verschillende  keren  is  gestart  en  u
meerdere  kilometers  (mijlen)  hebt  gereden
met  een  snelheid  hoger  dan  48 km/u
(30 mph),  dient  u  zo  snel  mogelijk  contact
op te nemen met een erkende dealer om het
probleem te laten opsporen en verhelpen.
Het  controle-/storingslampje  ESC  (in  de
instrumentengroep)  begint  te  knipperen
zodra  de  banden  grip  verliezen  en  het
ESC-systeem  wordt  geactiveerd.  Het
controle-/storingslampje  ESC  knippert  ook
wanneer  het  ASR-systeem  actief  is.  Als  het
controle-/storingslampje ESC gaat knipperen
tijdens het optrekken, neem dan gas terug en
rijd  verder  terwijl  u  zo  min  mogelijk  gas
geeft. Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan de
toestand van het wegdek aan. OPMERKING:
Het  controle-/storingslampje  ESC  en  het
controlelampje "ESC  OFF"  (ESC  uit)  gaan
altijd kort branden wanneer het contact in
de stand ON wordt gezet.
Telkens  wanneer  de  contactschakelaar  in
de  stand  ON  wordt  gezet,  wordt  het
ESC-systeem  ingeschakeld,  ook  wanneer
dit eerder werd uitgeschakeld.
Het ESC-systeem maakt zoemende of klik-
kende  geluiden  wanneer  het  actief is.  Dit
is  normaal.  De  geluiden  houden  op
wanneer  ESC  inactief  wordt  na  de
manoeuvre  die  de  activering  van  het
ESC-systeem heeft veroorzaakt.
Het  controlelampje  "ESC  uit"  geeft
aan  dat  de  klant  het  elektronisch
stabiliteitsregelsysteem  (ESC)
gedeeltelijk heeft uitgeschakeld.
HDC-systeem (Hill Descent Control — 
afdalingsregeling) — indien aanwezig  
Hill  Descent  Control  (HDC)  is  bedoeld  voor
terreinrijden  met  lage  snelheid  in  de  schakel -
groep  4L.  HDC  handhaaft  de  voertuigsnelheid
wanneer  u  hellingen  afrijdt,  onder  verschil -
lende  rijomstandigheden.  HDC  regelt  de  voer -
tuigsnelheid door de remmen actief te regelen.
 HDC heeft drie standen:
1. Uit (functie is niet ingeschakeld en wordt
niet geactiveerd).
2. Ingeschakeld (functie is ingeschakeld en gereed maar er wordt niet voldaan aan de
voorwaarden  voor  activering  of  de
bestuurder negeert de functie actief door
te remmen of gas te geven).
3. Actief  (functie  is  ingeschakeld  en  regelt actief de voertuigsnelheid).
HDC inschakelen
HDC  wordt  ingeschakeld  door  op  de
HDC-schakelaar  te  drukken,  maar  er  moet
ook  aan  de  volgende  voorwaarden  worden
voldaan om HDC te activeren:
De aandrijflijn staat in de groep 4L
De  voertuigsnelheid  is  lager  dan  8 km/u
(5 mph)
De handrem is uitgeschakeld
Het  bestuurdersportier is  gesloten  (als de
portieren  zijn  bevestigd,  moet  het  portier
gesloten  zijn. Als  de  portieren  zijn  verwij -
derd,  moet  de  veiligheidsgordel  van  de
bestuurder vastgegespt zijn.)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 90   
Page 93 of 344

91
HDC activeren
Wanneer  HDC  is  ingeschakeld,  wordt  deze
automatisch  geactiveerd  als  er  van  een
helling  wordt  gereden  waarvan  de  hellings-
hoek groot genoeg is. De ingestelde snelheid
voor  HDC  kan  door  de  bestuurder  worden
geselecteerd  en  kan  worden  bijgesteld  met
behulp  van de schakelhendel +/-.  Hier  volgt
een overzicht van de HDC-snelheden:
Ingestelde HDC-snelheden
P  =  geen  ingestelde  snelheid.  HDC  kan
worden  ingeschakeld,  maar  wordt  niet
geactiveerd
R = 1 km/u (0,6 mph)
N = 2 km/u (1,2 mph)
D = 1 km/u (0,6 mph)
1e = 1 km/u (0,6 mph)
2e = 2 km/u (1,2 mph)
3e = 3 km/u (1,8 mph)
4e = 4 km/u (2,5 mph)
5e = 5 km/u (3,1 mph)
6e = 6 km/u (3,7 mph)
7e = 7 km/u (4,3 mph)
8e = 8 km/u (5,0 mph)
9e = 9 km/u (5,6 mph) - indien aanwezig
OPMERKING:
Als HDC is ingeschakeld, wordt de +/- scha -
kelhendel  gebruikt  voor  het  selecteren  van
de  gewenste  HDC-snelheid  maar  zal  de
hendel  de  door  de  transmissie  gekozen
versnelling niet beïnvloeden. Tijdens actieve
regeling van HDC zal de transmissie naar de
juiste  versnelling  schakelen voor  de  door de
bestuurder  ingestelde  snelheid  en  bijbeho -
rende rijomstandigheden.
Ingreep door de bestuurder
De bestuurder kan de activering van de HDC
te allen tijde opheffen met het gaspedaal of
de remmen.
HDC deactiveren
HDC  wordt  gedeactiveerd  maar  blijft
beschikbaar als een van de volgende omstan -
digheden zich voordoet:
De bestuurder  de  instelsnelheid  van  HDC
opheft met het gaspedaal of de remmen.
Voertuigsnelheid  is  hoger  dan  32 km/u
(20 mph)  maar  blijft  lager  dan  64 km/u
(40 mph).
Auto  bevindt  zich  op  een  neerwaartse
helling met een hellingshoek die niet groot
genoeg is, op een vlakke ondergrond of op
een opwaartse helling.
Voertuig is in de stand PARK gezet.
HDC uitschakelen
HDC  wordt  gedeactiveerd  en  uitgeschakeld
als  een  van  de  volgende  omstandigheden
zich voordoet:
De bestuurder drukt op de HDC-schakelaar.
De  aandrijflijn  wordt  uit  de  groep  4L
geschakeld.
De handrem wordt ingeschakeld.
Het bestuurdersportier wordt geopend (het
bestuurdersportier  wordt  geopend  als  de
portieren  zijn  bevestigd  of  de  veiligheids-
gordel  van  de  bestuurder  is  losgekoppeld
als de portieren zijn verwijderd).
Het  voertuig  rijdt  gedurende  meer  dan
70  seconden  met  een  snelheid  van
meer dan 32 km/u (20 mph).
Het  voertuig  rijdt  harder  dan  64 km/u
(40 mph)  (HDC  wordt  onmiddellijk  uitge -
schakeld).
HDC  detecteert  een  te  hoge  remtempera -
tuur.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 91   
Page 94 of 344

VEILIGHEID
92
Feedback aan de bestuurder
De instrumentengroep bevat een HDC-picto-
gram  en  de  HDC-schakelaar  bevat  een  indi -
catielampje  dat  feedback  geeft  aan  de
bestuurder over de status van HDC.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het lampje in de schakelaar lichten op en
blijven branden wanneer HDC wordt inge-
schakeld of geactiveerd. Dit is de normale
bedrijfsstand voor HDC.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het  lampje  in  de  schakelaar  knipperen
gedurende  enkele  seconden  en  gaan
vervolgens  uit  als  de  bestuurder  op  de
HDC-schakelaar drukt, maar er niet aan de
voorwaarden voor inschakelen is voldaan.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het  lampje  in  de  schakelaar  knipperen
gedurende  enkele  seconden  en  gaan
vervolgens uit wanneer HDC als gevolg van
een te hoge snelheid wordt uitgeschakeld.
Het pictogram in de instrumentengroep en
het  lampje  in  de  schakelaar  knipperen
wanneer  HDC  als  gevolg  van  oververhitte
remmen  wordt  uitgeschakeld.  Het  knip -
peren stopt en HDC wordt opnieuw geacti -
veerd  zodra  de  remmen  voldoende  zijn
afgekoeld.
Hill Start Assist (HSA)  
Hill Start Assist (HSA)  is  bedoeld om terug -
rollen  op  een  helling  vanuit  volledige  stil -
stand  te  voorkomen.  Als  de  bestuurder  de
rem loslaat na gestopt te zijn op een helling,
handhaaft  het  HSA-systeem  nog  een  korte
tijd de remdruk. Als de bestuurder geen gas
geeft tijdens deze periode, wordt de remdruk
weggenomen en rolt de auto normaal van de
helling af.
HSA  wordt  geactiveerd  als  aan  de  volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Deze functie moet worden ingeschakeld
De auto moet stilstaan
De handrem moet zijn uitgeschakeld
Het  bestuurdersportier  moet gesloten  zijn
(als  de  portieren  zijn  bevestigd,  moet  het
portier gesloten  zijn.  Als  de  portieren  zijn
verwijderd,  moet  de  veiligheidsgordel  van
de bestuurder vastgegespt zijn.)
De auto moet zich op een voldoende steile
helling bevinden
De  gekozen  versnelling  moet  overeen -
komen  met  de  stand  van  de  auto  op  de
helling  (in  een  vooruitversnelling  als  de
voorkant van de auto naar boven is gericht;
in  de  achteruitversnelling  (REVERSE)  als
de  voorkant  van  de  auto  naar  beneden  is
gericht).
HSA  werkt  in  alle  vooruitversnellingen  en
in de achteruit. Het systeem treedt niet in
werking  als  de  versnellingsbak  in  PARK
(P) of  NEUTRAL  (N)  staat.  Bij voertuigen
met  handgeschakelde  versnellingsbak
blijft  HSA  actief  wanneer  de  koppeling
wordt ingetrapt
 WAARSCHUWING!
HDC  is  uitsluitend  bedoeld  om  de
bestuurder  tijdens  het  afdalen  van  een
heuvel  te  helpen  de  rijsnelheid  onder
controle  te  houden.  De  bestuurder  moet
goed  op  de  rijomstandigheden  blijven
letten  en  blijft  verantwoordelijk  voor
handhaving van een veilige rijsnelheid.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 92   
Page 95 of 344

93
HSA in- en uitschakelen
U  kunt  deze  functie  in-  en  uitschakelen.
Raadpleeg  voor  het  veranderen  van  de
huidige instelling de paragraaf "Display in de
instrumentengroep"  in  het  hoofdstuk  "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
Een aanhanger trekken met HSA
HSA helpt ook bij het voorkomen van achter-
over  kantelen  tijdens  het  trekken  van  een
aanhanger.
Ready Alert Braking (RAB)
Ready  Alert  Braking  (anticiperend  remsy -
steem) kan de tijd verkorten die nodig is om
bij  een  noodstop  de  volle  remkracht  te
bereiken.  Het  systeem  anticipeert  op  moge -
lijke  noodstopsituaties  door  te  registreren
hoe snel de bestuurder het gaspedaal loslaat.
De  elektronische  remkrachtregeling  (EBC)
bereidt  het  remsysteem  voor  op  een  nood -
stop.
Rain Brake Support (RBS)
Rain  Brake  Support  (RBS,  remdroogfunctie
bij  nat  weer)  kan  de  remprestaties  bij  nat
weer  verbeteren.  Het  systeem  oefent  met
tussenpozen  een  geringe  remkracht  uit  om
vocht op de remschijven van de voorwielen te
verwijderen. Het werkt wanneer de ruitenwis -
sers  in  de  stand  LO  of  HI  staan.  RBS  geeft
geen melding aan de bestuurder wanneer het
systeem actief is en het systeem vereist geen
handelingen van de bestuurder.
Tractieregelsysteem (ASR) 
De tractieregeling (TCS) detecteert het door -
slippen  van  de  aangedreven  wielen.  Als  er
wielslip  wordt  gedetecteerd,  oefent  ASR
mogelijk  remdruk  uit  op  het/de  slippende
wiel(en)  en/of  wordt  het  motorvermogen
 WAARSCHUWING!
Er  kunnen  situaties  optreden  waarbij  het
HSA-systeem  (Hill  Start  Assist)  niet  wordt
geactiveerd en de auto enigszins kan gaan
rollen.  Voorbeelden  hiervan  zijn  lichte
hellingen,  als  de  auto  beladen  is  of  een
aanhangwagen trekt. HSA is geen systeem
dat de taken en verantwoordelijkheden van
de  bestuurder  overneemt.  De  bestuurder
blijft  te  allen  tijde  verantwoordelijk  voor
het  houden  van  afstand  ten  opzichte  van
andere  voertuigen,  personen  en  objecten,
en  -  als  belangrijkste  -  het  bedienen  van
de remmen voor veilig gebruik van de auto
onder  alle  omstandigheden.  Veilig
autorijden vereist altijd uw volle aandacht.
Het negeren van deze waarschuwingen kan
een  aanrijding  en  ernstig  of  zelfs  dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
 WAARSCHUWING!
Als u een aanhangerremregeling gebruikt
op uw aanhanger, kunt u de remmen van
de aanhanger in- en uitschakelen met de
remschakelaar. In dat geval is er na het
loslaten  van  het  rempedaal  mogelijk
onvoldoende  remkracht  om  zowel  de
auto als de aanhangwagen op een helling
stil te laten staan. Om te voorkomen dat
de  auto  omlaag  rolt  als  u  weer  gaat
rijden,  moet  u  de  aanhangerrem  hand -
matig  inschakelen of meer kracht op  de
rem  zetten  voordat  u  het  rempedaal
loslaat.
HSA  is  geen  handrem.  Trek  de
parkeerrem altijd helemaal aan voordat u
uitstapt.  Controleer  ook  of  de  schakel -
hendel in de stand PARK staat.
Het  negeren  van  deze  waarschuwingen
kan  een  aanrijding  en  ernstig  of  zelfs
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 93   
Page 96 of 344

VEILIGHEID
94
verlaagd voor een betere acceleratie en stabi-
liteit.  Een  voorziening  van  ASR,  Brake
Limited  Differential  (BLD),  functioneert  op
dezelfde  wijze  als  een  limited-slipdifferen -
tieel  en  regelt  de  wielspin  van  een  aange -
dreven as. Als één wiel van een aangedreven
as  sneller  draait  dan  het  andere,  wordt  het
doorslippende  wiel  afgeremd.  Hierdoor  kan
er  meer  motorvermogen  naar  het  niet-door -
slippende  wiel  gaan.  BLD  kan  ingeschakeld
blijven,  zelfs  als  TCS  en  het  elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESC) zijn beperkt.
Antislingerregeling (ASR)  
Antislingerregeling (TSC) maakt gebruik van
sensoren  in  de  auto  die  het  gevaarlijk  slin -
geren  van  de  aanhanger  detecteren.  TSC
neemt  de  nodige  maatregelen  om  het  slin -
geren  te  stoppen.  ASR  wordt  automatisch
ingeschakeld  wanneer  een  gevaarlijk  slinge -
rende aanhanger wordt gedetecteerd.
OPMERKING:
TSC is niet in staat om het slingeren van alle
aanhangers  te  stoppen.  Ga  tijdens  het
trekken van een aanhanger altijd voorzichtig
te  werk  en  volg  de  aanbevelingen  voor  het
disselgewicht  van  de  aanhanger.  Raadpleeg de paragraaf "Trekken van een aanhanger" in
het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor  meer
informatie.
Wanneer  ASR  is  ingeschakeld,  knippert  het
controle-/storingslampje  ESC,  wordt  het
motorvermogen  verlaagd  en  voelt  u  dat  de
wielen  afzonderlijk  worden  afgeremd  om  te
proberen  het  slingeren  van  de  aanhanger  te
stoppen.  Wanneer  het  ESC-systeem  in  de
stand  "Partial  Off"  (gedeeltelijk  uit)  of  "Full
Off"  (volledig  uit)  staat,  is  TSC  uitgescha
-
keld.
ONDERSTEUNENDE 
RIJSYSTEMEN
Dodehoekbewaking — indien aanwezig 
Het  systeem  voor  dodehoekbewaking  (BSM)
maakt gebruik van twee radarsensoren in de
achterlichten  en  detecteert  motorvoertuigen (auto's, vrachtwagens, motorfietsen enz.) die
vanaf de achterzijde, voorzijde of zijkant van
de auto in de dode hoek bewegen.
Detectiezones achter
Na  het  starten  van  de  auto  gaat  het  waar -
schuwingslampje van  de  dodehoekbewaking
in  de  beide  buitenspiegels  kort  branden  om
de bestuurder te laten weten dat het systeem
is  geactiveerd.  De  sensoren  van  de  dode -
hoekbewaking  zijn  in  werking  wanneer  naar
een van de vooruitversnellingen of de achter -
uitversnelling is geschakeld en worden in de
stand-by-modus  gezet  wanneer  naar  PARK
(P) is geschakeld.
De  detectiezone  van  de  dodehoekbewaking
bestrijkt  een  rijstrook  van  3,8 m  (12 ft)
breed  aan  beide zijden van het  voertuig.  De
lengte  van  de  zone  begint  bij  de  buiten -
spiegel  en  bestrijkt  een  gebied  tot  ongeveer
 WAARSCHUWING!
Als  TSC  tijdens  het  rijden  wordt
geactiveerd,  rem  dan  af,  zet  de  auto  zo
snel  mogelijk  op  een  veilige  plaats  aan  de
kant  en  verdeel  de  lading  van  de
aanhanger opnieuw om het slingeren tegen
te gaan.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 94   
Page 97 of 344

95
3 m  (10 ft)  achter  de  auto.  Het  systeem
bewaakt  de  detectiezones  aan  beide  zijden
van de auto vanaf het moment dat een snel-
heid van ongeveer 10 km/u (6 mph) of hoger
is bereikt en waarschuwt de bestuurder voor
voertuigen in deze zones.
OPMERKING:
De  dodehoekbewaking  waarschuwt  de
bestuurder NIET voor snel naderende voer -
tuigen  die  zich  buiten  de  detectiezones
bevinden.
De  detectiezone  van  de  dodehoekbewa-
king  VERANDERT  NIET  wanneer  een
aanhanger  aan  uw  auto  is  gekoppeld.  Als
aan  uw auto een aanhanger is  gekoppeld,
moet u zelf kijken of de rijbaan naast u vrij
is  voor  zowel  uw  auto  als  de  aanhanger,
voordat u van rijbaan wisselt. Wanneer de
aanhanger  of  een  ander  object  (bijvoor -
beeld  een  fiets)  uitsteekt  aan  de  zijkant
van uw auto, is het mogelijk dat het waar -
schuwingslampje  van  de  dodehoekbewa-
king  blijft  branden  zolang  naar  een
vooruitversnelling is geschakeld.
De  waarschuwingslampjes  van  het
systeem voor dodehoekbewaking (BSM) in
de  buitenspiegel  kunnen  uitvallen  (knip -
peren) wanneer een motorfiets of een klein voorwerp  gedurende  een  langere  periode
(langer dan enkele seconden) zich aan de
zijkant van het voertuig bevindt.
Voor een correcte werking van de dodehoek -
bewaking  moet  het  gebied  van  de  achter -
lichten waar zich de radarsensoren bevinden,
vrij  zijn  van  sneeuw,  ijs  en  vuil.  De  achter -
lichten waar zich de radarsensoren bevinden,
mogen  niet  worden  geblokkeerd  door
vreemde  voorwerpen  (bumperstickers,  fiet -
sendrager, enz.)
De  dodehoekbewaking  waarschuwt  de
bestuurder voor objecten binnen de detectie -
zones  door het oplichten van een waarschu -
wingslampje  in  de  buitenspiegels,  een
geluidssignaal  en  verlagen  van  het  volume
van  de  radio.  Raadpleeg  de  paragraaf
"Bedrijfsmodi"  in  dit  hoofdstuk  voor  meer
informatie.
De  dodehoekbewaking  controleert  de  detec -
tiezone  tijdens  het  rijden  vanuit  drie
verschillende  punten  (zijkant,  achter-  en
voorzijde) om te beoordelen of een waarschu -
wing  noodzakelijk  is.  De  dodehoekbewaking
zal  een  waarschuwing  geven  wanneer  voer -
tuigen  vanuit  de  volgende  richtingen  in  de
zone komen. In de zone komen vanaf de zijkant
Voertuigen op de naastgelegen rijbanen links
of rechts van uw auto.
In de zone komen vanaf de achterzijde
Achteropkomende  voertuigen  aan  beide
zijden  van  uw  auto  die  de  detectiezone
binnenkomen  met  een  relatieve  snelheid
lager dan 48 km/u (30 mph).
Inhalend verkeer
Als u een andere auto langzaam inhaalt met
een  relatieve  snelheid  lager  dan  24 km/u
(15 mph)  en  deze  auto  blijft  gedurende
ongeveer 1,5 seconde in de dode hoek,  dan
gaat  het  waarschuwingslampje  branden.
Wanneer  het  verschil  in  snelheid  tussen  de
twee auto's groter is dan 24 km/u (15 mph),
dan  gaat  het  waarschuwingslampje  niet
branden.
De dodehoekbewaking is zodanig ontworpen,
dat  geen  waarschuwing  wordt  gegeven  voor
stilstaande  objecten,  zoals  vangrails,  palen,
muren, bomen en planten, etc. Het is echter
mogelijk  dat  het  systeem  af  en  toe  toch  zal
waarschuwen voor dergelijke objecten. Dit is
normaal en  betekent  niet dat er iets aan  uw
auto mankeert.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 95   
Page 98 of 344

VEILIGHEID
96
De  dodehoekbewaking  waarschuwt niet  voor
objecten die zich in tegengestelde rijrichting
verplaatsen op de naastgelegen rijbanen.
Rear Cross Path (RCP)
De  voorziening  Rear  Cross  Path  (RCP)  is
bedoeld  als  hulpmiddel  voor  de  bestuurder
bij  het  achteruit  wegrijden  uit  parkeer-
plaatsen,  waarbij  het  zicht  op  naderende
voertuigen  mogelijk  wordt  belemmerd.  Rijd
langzaam en voorzichtig uit de parkeerplaats
totdat  de  achterzijde  van  de  auto  is  vrijge -
komen. Het RCP-systeem heeft nu naar links
en rechts vrij zicht op passerende voertuigen en  zal  de  bestuurder  waarschuwen  wanneer
een voertuig nadert.
RCP  bewaakt  de  detectiezones  achter  aan
beide zijden van de auto op objecten die zich
met  een  minimale  snelheid  van  ongeveer
3 mph  (5 km/u)  naar  de  auto  toe  bewegen,
tot objecten die zich met een maximale snel
-
heid  van  ongeveer  20 mph  (32 km/u)
verplaatsen,  zoals  bijvoorbeeld  op  parkeer -
plaatsen.
OPMERKING:
Op parkeerplaatsen kunnen naderende voer -
tuigen aan het zicht worden onttrokken door
links  en  rechts  geparkeerde  voertuigen.  Als
de sensoren worden geblokkeerd door andere
objecten of  voertuigen,  zal  het  systeem  niet
in staat zijn de bestuurder te waarschuwen.
Wanneer  het  RCP-systeem  actief  is  en  naar
de  achteruitversnelling  is  geschakeld,  wordt
de  bestuurder  gewaarschuwd  door  zowel
visuele  als  geluidssignalen,  terwijl  ook  het
volume van de radio wordt verlaagd.
Bedrijfsmodi
In  het  Uconnect  systeem  kunnen  drie
bedrijfsmodi  worden  geselecteerd.  Raad -
pleeg  de  paragraaf  "Instellingen  van  Ucon -
nect"  in  het  hoofdstuk  "Multimedia"  in  het
instructieboekje voor meer informatie.
Dodehoekwaarschuwing, alleen lampjes
Als de modus Dodehoekwaarschuwing actief
is,  geeft  de  dodehoekbewaking  een  visuele
waarschuwing  in  de  desbetreffende  buiten -
spiegel  wanneer  een  object  wordt  gedetec -
 WAARSCHUWING!
Het systeem voor dodehoekbewaking dient
slechts als hulpmiddel voor het detecteren
van  objecten  die  zich  in  de  dode  hoeken
bevinden.  De  dodehoekbewaking  is  niet
bedoeld  voor  het  detecteren  van
voetgangers,  fietsers  of  dieren.  Ook
wanneer  uw  voertuig  is  uitgerust  met
dodehoekbewaking,  moet  u  altijd  uw
spiegels  gebruiken,  over  uw  schouder
kijken en de richtingaanwijzer inschakelen
voordat  u  van  rijbaan  wisselt.  Anders
bestaat  er  een  risico  op  ernstig  of  zelfs
dodelijk letsel.
 WAARSCHUWING!
De  Rear  Cross  Path  detectie  (RCP)  dient
niet  als  achteruitrijhulp.  Het  systeem  is
uitsluitend bedoeld als hulpmiddel voor de
bestuurder  bij  het  detecteren  van
naderende  voertuigen  in  parkeersituaties.
Ga  altijd  voorzichtig  te  werk  tijdens  het
achteruitrijden,  ook  als  u  RCP  gebruikt.
Controleer het gebied achter de auto altijd
zorgvuldig,  kijk  naar  achteren  en  wees
bedacht  op  voetgangers,  dieren,  andere
voertuigen,  obstakels  en  dode  hoeken,
voordat  u  achteruitrijdt.  Anders  bestaat  er
een  risico  op  ernstig  of  zelfs  dodelijk
letsel.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 96   
Page 99 of 344

97
teerd.  Wanneer  het  systeem  echter  in  de
modus  Rear  Cross  Path  (RCP)  werkt,  zal
zowel  een  visuele  als  geluidswaarschuwing
worden  gegeven  wanneer  een  object  wordt
gedetecteerd.  Wanneer  een  geluidssignaal
moet  worden  gegeven,  wordt  de  radio
gedempt.
Dodehoekwaarschuwing,  lampjes/geluidssig-
naal
Wanneer de modus Dodehoekwaarschuwing,
lampjes/geluidssignaal  actief  is,  geeft  de
dodehoekbewaking  een  visuele  waarschu -
wing  in  de  desbetreffende  buitenspiegel
wanneer  een  object  wordt  gedetecteerd.  Als
vervolgens  de  richtingaanwijzer  wordt  inge -
schakeld  aan  de  zijde  van  de  auto  waarvoor
een waarschuwing geldt, zal ook een geluids -
signaal  klinken.  Wanneer  de  richtingaan -
wijzer  is  ingeschakeld  en  tegelijkertijd  aan
dezelfde zijde  van  de  auto  een  object  wordt
gedetecteerd,  wordt  zowel  de  visuele  waar -
schuwing  als  geluidssignaal  (weer)gegeven.
Tegelijkertijd  met  de  weergave  van  het
geluidssignaal wordt het geluid van de radio
(indien ingeschakeld) gedempt. OPMERKING:
Bij  een  geluidssignaal  van  de  dodehoekbe
-
waking  wordt  het  geluid  van  de  radio
gedempt.
Wanneer  het  systeem  echter  in  RCP-modus
werkt, zal zowel een visuele als geluidswaar -
schuwing  worden  gegeven  wanneer  een
object  wordt  gedetecteerd.  Wanneer  een
geluidssignaal  moet  worden  gegeven,  wordt
ook  de  radio  gedempt.  Signaalstatus  rich -
tingaanwijzers/waarschuwingsknipperlicht
wordt genegeerd; de RCP-status vereist altijd
het geluidssignaal.
Dodehoekwaarschuwing uit
Als  de  dodehoekbewaking  is  uitgeschakeld,
worden  er  geen  visuele  of  geluidssignalen
weergegeven  door  het  dodehoekbewakings-
of RCP-systeem.
OPMERKING:
De  dodehoekbewaking  slaat  de  huidige
bedrijfsmodus  op  wanneer  de  contactscha -
kelaar wordt uitgezet. Tijdens het starten van
de  auto  wordt  de  laatst  opgeslagen  modus
opgeroepen en geactiveerd.Forward Collision Warning (FCW) met 
risicobeperking — indien aanwezig
Het  systeem  Forward  Collision  Warning
(FCW)  met  risicobeperking  geeft  de
bestuurder  hoorbare  signalen  en  visuele
waarschuwingen (op het display in de instru -
mentengroep),  en  kan  een  remschok
toepassen om de bestuurder te waarschuwen
wanneer  het  een  mogelijke  frontale  botsing
detecteert.  De  waarschuwingen  en  beperkte
remwerking  zijn  bedoeld  om  de  bestuurder
voldoende tijd te geven om te reageren, een
mogelijke  botsing  te  voorkomen  of  te
beperken.
OPMERKING:
FCW  bewaakt  de  informatie  vanaf  de  naar
voren gerichte sensoren en vanaf de elektro -
nische remregeling (EBC), om de waarschijn -
lijkheid te berekenen dat er zich een frontale
botsing  voordoet.  Wanneer  het  systeem
constateert  dat  een  frontale  botsing  waar -
schijnlijk  is,  zal  de  bestuurder  geluidssig -
nalen en visuele waarschuwingen ontvangen,
en  kan  het  systeem  een  remschok  als  waar -
schuwing toepassen. 
Als de bestuurder geen actie onderneemt op
basis  van  deze  progressieve  waarschu -
wingen,  zal  het  systeem  in  beperkte  mate
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 97   
Page 100 of 344

VEILIGHEID
98
actief  remmen  om  te  helpen het voertuig  af
te remmen en een mogelijke frontale botsing
te  beperken.  Als  de  bestuurder  reageert  op
de  waarschuwingen  door  te  remmen  en  het
systeem vaststelt dat de bestuurder probeert
om de botsing te voorkomen door te remmen,
maar  niet  voldoende  remkracht  heeft  uitge-
oefend,  zal  het  systeem  compenseren  en
extra remkracht leveren voor zover dat nodig
is.
Als  een  voorval  van  Forward  Collision
Warning  met  risicobeperking  begint  bij  een
snelheid van minder dan 52 km/u (32 mph),
remt  het  systeem  mogelijk  maximaal  om  de
gevolgen van een  mogelijke  frontale  botsing
te  beperken.  Als  de  Forward  Collision
Warning  met  beperking  de  auto  volledig
stopt,  zorgt  het  systeem  dat  de  auto  gedu -
rende  twee  seconden  stil  blijft  staan  en  de
remmen worden gelost.
Wanneer het systeem bepaalt dat een aanrij -
ding met het voertuig vóór u niet langer waar -
schijnlijk  is,  worden  de  waarschuwingen
uitgeschakeld. OPMERKING:
De  minimumsnelheid  voor  de  activering
van de FCW is 5 km/u (3 mph).
De  FCW-waarschuwingen  kunnen  worden
geactiveerd  door  andere  objecten  dan
voertuigen,  zoals  vangrails  of  wegwijzers,
op  basis  van  de  voorspelde  route.  Dit  is
zoals verwacht en een normaal aspect van
de  activering  en  functionaliteit  van  de
FCW.
Het  is gevaarlijk  om het FCW-systeem uit
te  proberen.  Om  dergelijke  misbruik  van
het  systeem  te  voorkomen  wordt  na  vier
actieve  remingrepen  na  inschakelen  van
het  contact,  het  actieve  remgedeelte  van
FCW  uitgeschakeld  totdat  het  contact
wordt uit- en weer ingeschakeld.
De  FCW-systeem  is  uitsluitend  bedoeld
voor  gebruik  op  de  weg.  Bij  terreinrijden
moet het FCW-systeem worden uitgescha-
keld om onnodige waarschuwingen voor de
omgeving te voorkomen.
Status en gevoeligheid van FCW
De  gevoeligheid  van  FCW  en  de  status  van
actief remmen zijn programmeerbaar via het
Uconnect  systeem.  Raadpleeg  de  paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofdstuk
"Multimedia"  in  het  instructieboekje  voor
meer informatie.
De  standaardinstelling  voor  de  gevoeligheid
van  FCW  is  "Medium"  (gemiddeld)  en  de
standaard  systeemstatus  is  "Warning  &
Braking"  (waarschuwing  en  remmen).  Hier
-
door  kan  het  systeem  de  bestuurder  met
hoorbare/zichtbare  signalen  waarschuwen
voor  een  mogelijke  aanrijding  met  het  voer -
tuig vóór hem/haar, en autonoom remmen.
 WAARSCHUWING!
Forward  Collision  Warning  (FCW)  is  niet
bedoeld  om  zelfstandig  een  aanrijding  te
voorkomen  en  kan  ook  niet  elke  soort
mogelijke  aanrijding  herkennen.  De
bestuurder  blijft  verantwoordelijk  voor  de
besturing  van  de  auto  en  het  voorkomen
van  een  aanrijding.  Als  u  deze
waarschuwing  niet opvolgt,  kan  dit  ernstig
en zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 98