Lancia Delta 2012 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2012Pages: 295, PDF Size: 8.49 MB
Page 41 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO39
1
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan. Als
de auto stilstaat met draaiende motor wordt “----” op het dis-
play weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van de
tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
Trip Reset
Hiermee worden de instellingen van de Tripcomputer gereset.Bedieningsknop TRIP fig. 8
Met de knop TRIP, op de rechter hendel, krijgt u, als de con-
tactsleutel in stand MAR staat, toegang tot de hiervoor be-
schreven gegevens en kunnen de gegevens op nul worden gezet
om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de verschillende gegevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset) en het
beginnen van een nieuwe rit.
fig. 8
L0E0007m
Page 42 of 295

40WEGWIJS IN UW AUTO
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– “handmatig” door de gebruiker door het indrukken van de be-
treffende knop;
– “automatisch” wanneer de “afgelegde afstand” de waarde
9.999,9 km bereikt of wanneer de “reistijd” de waarde 99,59
(99 uur en 59 minuten) bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm
van “Trip A” wordt weergegeven, dan worden alleen de gege-
vens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm
van “Trip B” wordt weergegeven, dan worden alleen de gege-
vens van “Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in stand
MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIP drukken.
Trip verlaten
De functie TRIP wordt automatisch verlaten nadat alle func-
ties zijn getoond of als de knop SET langer dan 1 seconde is
ingedrukt.SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn
specifieke, gekleurde plaatjes aangebracht met daarop symbo-
len die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aan-
geven die u in acht moet nemen als u met het betreffende on-
derdeel te maken krijgt.
Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een korte sa-
menvatting van de symbolen.
Page 43 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO41
1
LANCIA CODE-SYSTEEM
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uit-
gerust met een elektronische startblokkering. Het systeem scha-
kelt automatisch in als de contactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die
bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speci-
ale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het sig-
naal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en
vervolgens aan de regeleenheid van de Lancia CODE gezon-
den, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor
mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait,
dan stuurt het Lancia CODE-systeem een code naar de regel-
eenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blok-
kering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het sys-
teem de door de sleutel verzonden code heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt
de Lancia CODE de functies van de elektronische regeleenheid
van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het in-
strumentenpaneel het waarschuwingslampje Y(of het symbool
op het display) branden. Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens in
stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan op-
nieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die in de re-
geleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. Voor het
opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht) moet u zich tot het
Lancia Servicenetwerk wenden. Hierbij moeten alle in uw be-
zit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegenomen. Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelcode de reeds opgeslagen sleutelcodes niet
opnieuw worden ingevoerd, worden ze uit het geheugen gewist,
zodat eventueel verloren of gestolen sleutels niet meer gebruikt
kunnen worden voor het starten van de motor.
Brandend lampje Y(of het symbool op het display)
tijdens het rijden
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) gaat bran-
den, betekent dit dat het systeem zichzelf controleert (bijv.
bij een vermindering van de spanning).
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) blijft bran-
den, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische
componenten in de sleutel beschadigd worden.
Page 44 of 295

42WEGWIJS IN UW AUTO
DE SLEUTELS
CODE CARD
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Samen met de sleutels hebt u een CODE-card fig. 9 ontvangen,
die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan het Lancia Service-
netwerk moet worden overlegd.
BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen
in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe
zonnestraling worden blootgesteld.MECHANISCHE SLEUTEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De sleutel is uitgerust met een metalen baard A-fig. 10 en dient
voor:
❍het start-/contactslot;
❍de portiersloten.
fig. 9
L0E0102mfig. 10L0E0103m
Als de auto wordt verkocht, moet de sleutel en de
CODE-card overhandigd worden aan de nieuwe
eigenaar.
Page 45 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO43
1
fig. 11L0E0104m
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING fig. 11
De sleutel is uitgerust met een metalen baard A en dient voor:
❍het start-/contactslot;
❍de portiersloten.
Als u op de knop B drukt, wordt de metalen baard in-/uitge-
klapt.
Knop
Ëdient voor het op afstand ontgrendelen van de portie-
ren.
In dat geval wordt tijdelijk de plafondverlichting ingeschakeld en
gaan de richtingaanwijzers twee keer knipperen (voor bepaalde
uitvoeringen/markten).
Druk langer dan 2 seconden op de knop
Ë: voor het openen
van de ruiten.
Knop
Ádient voor het op afstand vergrendelen van de portie-
ren.In dat geval dooft de plafondverlichting en knipperen de rich-
tingaanwijzers één keer.
Druk langer dan 2 seconden op de knop
Á: voor het sluiten van
de ruiten.
Als een of meer portieren niet goed gesloten zijn, wordt de ver-
grendeling niet uitgevoerd.
Knop
Rdient voor het op afstand openen van de achterklep.
Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaan-
wijzers twee keer; bij het sluiten knipperen de richtingaanwij-
zers één keer (alleen bij ingeschakeld diefstalalarm, voor be-
paalde uitvoeringen/markten).
Knop B dient voor het uitklappen van de metalen baard A.
Houd voor het inklappen van de metalen baard in de handgreep
de knop B ingedrukt en draai de baard in de richting van de
pijl tot de baard vastklikt. Laat hierna de knop B los.
Page 46 of 295

44WEGWIJS IN UW AUTO
Druk de knop B-fig. 11 alleen in als de sleutel
ver genoeg verwijderd is van het lichaam (speci-
aal de ogen) en van voorwerpen die snel bescha-
digen (bijvoorbeeld kledingstukken). Laat de sleutel
nooit onbeheerd achter om te voorkomen dat anderen,
met name kinderen, de sleutel kunnen gebruiken en per
ongeluk op de knop drukken.
Extra afstandsbedieningen bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen.
Als u in de loop der tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt,
kunt u zich tot het Lancia Servicenetwerk wenden. Neem dan
alle in uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteits-
bewijs en het kentekenbewijs van de auto mee.
fig. 12
L0E0105m
Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu.
Ze moeten in een daarvoor bestemde chemobox
of afvalbak worden gedeponeerd. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Lancia Servicenetwerk, dat
vervolgens voor de afvoer zorgt.
Batterij van de sleutel met afstandsbediening vervangen
fig. 12
Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:
❍druk op de knop A en klap de metalen baard B uit;
❍draai de schroef C in stand
Ëm.b.v. een kleine schroeven-
draaier;
❍trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij
E; let daarbij goed op de polariteit;
❍plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de schroef
C in stand
Á.
Als onbedoeld het vergrendelknopje Ávanuit het
interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat,
worden uitsluitend de gebruikte portieren ont-
grendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor het her-
stellen van de centrale portiervergrendeling moet u de
ver-/ontgrendelknopjes
Á/Ëopnieuw indrukken.
Page 47 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO45
1
fig. 13L0E0106m
Frontje van afstandsbediening vervangen fig. 13
Volg voor het vervangen van het frontje van de afstandsbedie-
ning de in de figuur afgebeelde procedure.SAFE LOCK-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van de binnen-
handgrepen en de ver-/ontgrendelknopjes. Het is raadzaam dit
systeem iedere keer in te schakelen als u de auto parkeert.
Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren in als de knop
Áop de
sleutel twee keer snel wordt ingedrukt.
De invoeging van het apparaat wordt aangegeven door 3 keer
knipperen richtingaanwijzers en de knipperende LED gelegen
een knop A-fig. 13a. Het systeem schakelt niet in als een of meer-
dere portieren niet goed gesloten zijn.
fig. 13a
L0E0043m
Page 48 of 295

46WEGWIJS IN UW AUTO
DIEFSTALALARM (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het diefstalalarm vormt een aanvulling op de hiervoor beschre-
ven functies van de afstandsbediening en wordt bediend door
een ontvanger die zich nabij de zekeringenkast onder het dash-
board bevindt.
WANNEER GAAT HET ALARM AF
Het diefstalalarm wordt in de volgende gevallen geactiveerd:
❍als een van de portieren, de motorkap of de achterklep on-
geoorloofd wordt geopend (omtrekbeveiliging);
❍bij een startpoging (contactsleutel in stand MAR);
❍als de kabels van de accu worden onderbroken;
❍als er bewegende voorwerpen in het interieur aanwezig zijn
(volumetrische beveiliging);
❍bij het optillen/kantelen van de auto.
Als het alarm in werking treedt, wordt, afhankelijk van de lan-
dinstelling, de sirene geactiveerd en gaan de richtingaanwijzers
knipperen (ongeveer 26 seconden). De wijze waarop het systeem
werkt en het aantal cycli kunnen per land verschillen.
Er is echter een maximum aantal cycli voorzien voor de akoes-
tische en zichtbare signalen. Na een alarmsignalering schakelt
het systeem over naar de normale bewakingsfunctie.
De volumetrische beveiliging en de kantelsensor kunnen met
de betreffende bedieningsknop op de plafondverlichting voor
worden uitgeschakeld (zie de paragraaf “Volumetrische bewa-
king/kantelbeveiliging”). Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch uit:
❍als met de metalen sleutelbaard het bestuurdersportier
wordt ontgrendeld;
❍als op knop
Ëvan de afstandsbediening wordt gedrukt;
❍als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid.
Als het safe lock-systeem is ingeschakeld, kun-
nen de portieren op geen enkele wijze van bin-
nenuit worden geopend. Controleer daarom,
voordat u de auto verlaat, of er geen personen meer aan
boord zijn. Als de batterij van de sleutel met afstands-
bediening leeg is, kan het systeem alleen worden uitge-
schakeld door met de metalen sleutel het slot van de
portieren te bedienen.
Page 49 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO47
1
BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd door de Lan-
cia CODE en wordt automatisch ingeschakeld als de contact-
sleutel uit het start-/contactslot wordt genomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en con-
tactslot in stand STOP of met uitgenomen sleutel, de sleutel met
afstandsbediening in de richting van de auto. Druk op de knop
Áen laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal (“BIEP”) (behalve bij uitvoe-
ringen voor bepaalde markten) en de portieren worden ver-
grendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door een zelf-
diagnose: als het systeem een storing vindt, dan klinkt nogmaals
een akoestisch signaal en verschijnt op het display een melding
(zie het hoofdstuk “Lampjes op het instrumentenpaneel”).
Schakel in dit geval het diefstalalarm uit door de knop
Ëin te
drukken, controleer of de portieren, de motorkap en de achter-
klep goed gesloten zijn en schakel het alarm opnieuw in met de
knop
Á.
Als de portieren, motorkap en/of achterklep niet goed gesloten
zijn, worden ze niet door het diefstalalarm gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motorkap en achterklep het
akoestisch signaal wordt herhaald, dan is er een storing gesig-
naleerd in de werking van het systeem. Wendt u tot het Lancia
Servicenetwerk.BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de
sleutel centraal worden vergrendeld, schakelt het alarm niet in.
BELANGRIJK Bij aflevering van de nieuwe auto voldoet het dief-
stalalarm aan de wettelijke normen van het land van gebruik.
DIEFSTALALARM UITSCHAKELEN
Druk op de knop
Ëvan de sleutel met afstandsbediening.
Het volgende gebeurt (met uitzondering van bepaalde markten):
❍de richtingaanwijzers knipperen twee keer kort;
❍u hoort twee korte akoestische signalen (“BIEP's”);
❍de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de
sleutel centraal worden ontgrendeld, schakelt het alarm niet uit.
Page 50 of 295

48WEGWIJS IN UW AUTO
VOLUMETRISCHE BEWAKING/
KANTELBEVEILIGING
Voor een correcte werking van de beveiliging moeten de ruiten
en het eventuele opendak (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
geheel gesloten zijn.
Indien nodig kunt u de volumetrische beveiliging buiten werking
stellen (als er bijvoorbeeld dieren in de auto achterblijven) door
op de knop A-fig. 14 op het plafondlampje voor te drukken, voor-
dat het alarm wordt ingeschakeld.
Als de functie wordt uitgeschakeld, knippert het lampje op de
knop enkele seconden. Het buiten werking stellen van de volu-
metrische beveiliging/kantelsensor moet telkens worden her-
haald als het instrumentenpaneel uitgeschakeld is geweest.
MELDINGEN VAN INBRAAKPOGINGEN
Iedere inbraakpoging wordt aangegeven door het branden van
het controlelampje
Yop het instrumentenpaneel (of het sym-
bool op het display) en het tegelijk verschijnen van een mel-
ding op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes op het instru-
mentenpaneel”).ALARM BUITEN GEBRUIK STELLEN
Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt stellen (bijv. als de
auto langere tijd niet wordt gebruikt), dan hoeft u slechts de au-
to af te sluiten door de metalen baard van de sleutel met af-
standsbediening in het portierslot te draaien.
BELANGRIJK Als de batterijen van de sleutel met afstandsbe-
diening leeg zijn, of als er een storing is in het diefstalalarm, dan
kunt u het alarm buiten werking stellen door de contactsleutel
in het contactslot te steken en deze in stand MAR te draaien.
fig. 14
L0E0153m