Lancia Flavia 2013 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Flavia, Model: Lancia Flavia 2013Pages: 268, PDF Size: 2.79 MB
Page 221 of 268

WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruiten-
sproeiervloeistof is brandbaar.
Deze kan ontbranden en brand-
wonden veroorzaken. Wees daarom
voorzichtig als u het reservoir bij-
vult of in de buurt van het reservoir
werkt.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
UITLAATSYSTEEM
De beste bescherming tegen koolmo-
noxidevergiftiging is een goed onder-
houden uitlaatsysteem.
Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid
is veranderd, uitlaatgassen in de auto ruikt of als de onder- of achterzijde
van de auto is beschadigd, laat dan
een erkende monteur het volledige
uitlaatsysteem en de naburige carros-
seriedelen controleren op breuk,
schade, slijtage of verplaatsingen.
Open naden of losse verbindingen
kunnen ertoe leiden dat uitlaatgassen
binnendringen in het interieur. Laat
het uitlaatsysteem ook altijd controle-
ren wanneer de auto op een hefbrug
wordt gezet voor het verversen van
smeervet of olie. Laat indien nodig
onderdelen vervangen.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezond-
heidsproblemen veroorzaken of
zelfs dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide (CO), een kleur- en
geurloos gas. Het inademen ervan
kan bewusteloosheid en vergifti-
ging veroorzaken. Om inademen
van koolmonoxide (CO) te voorko-
men raadpleegt u "Veiligheidstips/
uitlaatgas" in "Zaken die u moet
weten voordat u de motor start"
voor meer informatie.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uit-
sluitend loodvrije benzine worden
getankt. Door gelode benzine ver-
liest de katalysator zijn regelende
werking voor de uitlaatgassen en
kunnen de motorprestaties aan-
zienlijk afnemen met ernstige
motorschade tot gevolg.
De katalysator kan worden be- schadigd als u de auto niet in
goede conditie houdt. Bij een mo-
torstoring, vooral bij het over-
slaan van de motor of duidelijke
vermogensverliezen, moet u de
auto meteen laten repareren. Als
u doorrijdt met een ernstige sto-
ring kan de katalysator overver-
hit raken waardoor deze en de
auto beschadigd raken.
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den heeft de katalysator geen onder-
houd nodig. Het is echter van belang
dat de dealer de motorafstellingen re-
gelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen.
215
Page 222 of 268

OPMERKING: Opzettelijk
knoeien aan het uitlaatgasregel-
systeem is strafbaar en kan leiden
tot strafrechtelijke vervolging.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer
ernstige motorschade) kan een door-
dringende geur duiden op een ernstige
en abnormale oververhitting van de
katalysator. Als dit zich voordoet,
breng dan de auto tot stilstand, zet de
motor af en laat hem afkoelen. Laat
onmiddellijk daarna onderhouds-
werkzaamheden uitvoeren, met inbe-
grip van het afstellen van de motor
volgens specificaties van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om
mogelijke schade aan de katalysator
tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten ofhet contact uitschakelen tijdens het
rijden en wanneer de versnellings-
bak in een versnelling is gescha-
keld.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen. Laat de motor niet stationair
draaien als een of meerdere bougies
zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests,
of gedurende langere perioden
waarbij de motor zeer onregelmatig
stationair draait of sprake is van
afwijkende bedrijfsomstandighe-
den.
KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden gaat ver- richten in de buurt van de radia-
torventilator, moet u de ventila-
tormotor loskoppelen of de
contactschakelaar in de stand
LOCK zetten. De ventilator is
temperatuurgeregeld en kan op
elk moment gaan draaien als de
contactschakelaar in de stand ON
staat.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom uit de radiateur kunnen
ernstige brandwonden veroorza-
ken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen
nadat de radiateur voldoende is
afgekoeld. Open nooit de vuldop
van het koelsysteem als de radi-
ateur heet is.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
216
Page 223 of 268

Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries)
ieder jaar (bij voorkeur voordat de
vorst invalt). Als de koelvloeistof (an-
tivries) vuil of roestig lijkt, moet het
systeem worden afgetapt en doorge-
spoeld en daarna met nieuwe koel-
vloeistof (antrivries) worden gevuld.
Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insecten-
resten, bladeren, enz. Spuit de voor-
zijde van de condensor indien nodig
voorzichtig verticaal vanaf de boven-
kant schoon met een tuinslang.
Controleer de slangen van het koel-
vloeistofreservoir op broos rubber,
barsten, scheuren, insnijdingen en
vloeistofdichte aansluiting aan
reservoir- en radiateurzijde. Contro-
leer het hele systeem op lekkage.Koelsysteem – aftappen, spoelen
en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als
er veel bezinksel aanwezig is. Voer
daarna een grondige spoelbeurt uit
om alle afzettingen en chemicaliën te
verwijderen. Voer afgewerkte koel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijze
af.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik door de fabrikant aanbevo-
len koelvloeistof of een gelijkwaardig
product. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeermiddelen en ori-
ginele onderdelen" in "Onderhoud
van uw auto" voor meer informatie
hierover.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof
(antivries) met andere dan de ge-
specificeerde koelvloeistof (anti-
vries) kan beschadiging van de
motor veroorzaken en de bescher-
ming tegen roest verminderen.
Als u in een noodsituatie een an-
dere koelvloeistof (antivries) aan
het koelsysteem hebt toegevoegd
dan wordt voorgeschreven, is het
verstandig deze zo snel mogelijk
te laten vervangen door de voor-
geschreven koelvloeistof (anti-
vries).
Gebruik geen gewoon water of koelvloeistof (antivries) op basis
van alcohol. Gebruik geen
roestremmers of andere
anticorrosie-producten, omdat
deze mogelijk niet geschikt zijn
voor de gebruikte koelvloeistof
(antivries) en verstopping van de
koelvloeistof kunnen veroorza-
ken.
(Vervolgd)
217
Page 224 of 268

LET OP!(Vervolgd)
Deze auto is niet ontworpen voor het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van pro-
pyleenglycol. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op
basis van propyleenglycol wordt
afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
Uw auto wordt af-fabriek geleverd
met een verbeterde koelvloeistof (an-
tivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze
koelvloeistof (antivries) kan maxi-
maal tien jaar of 240.000 km worden
gebruikt voordat deze moet worden
ververst. Gebruik altijd dezelfde koel-
vloeistof (antivries). Daarmee voor-
komt u dat dit verlengde onderhouds-
interval wordt verkort.
Houd rekening met het volgende
wanneer u koelvloeistof (antivries)
bijvult:
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water,
zoals gedistilleerd of gedeïoniseerd
water, voor het verdunnen van de koelvloeistof (antivries). Water van
lagere kwaliteit kan de corrosiebe-
scherming in het motorkoelsysteem
verminderen.
Het is de taak van de eigenaar van de
auto om de concentratie van de koel-
vloeistof aan te passen aan de buiten-
temperatuur.
OPMERKING: Het mengen van
verschillende typen motorkoel-
vloeistof (antivries) verkort de le-
vensduur van de koelvloeistof (an-
tivries) en leidt tot kortere
verversingsintervallen.
Koelsysteem, dop
Draai de vuldop goed vast, zodat
wordt voorkomen dat er koelvloeistof
(antivries) wordt gemorst en de koel-
vloeistof (antivries) terugloopt naar
de radiateur via het koelvloeistofre-
servoir.
Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zicht-
baar zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
Als waarschuwing is de tekst "DO
NOT OPEN HOT" (NIET OPE-
NEN, HEET) op de vuldop van
het koelsysteem aangebracht. Vul
nooit koelvloeistof (antivries) bij
als de motor oververhit is. Draai
nooit de vuldop los om een over-
verhitte motor te laten afkoelen.
Door de hitte komt het koelsys-
teem onder druk te staan. Om
brandwonden en ander letsel te
voorkomen, mag u nooit de vul-
dop verwijderen van een koelcir-
cuit dat heet is of onder druk
staat.
Gebruik geen andere vuldop dan de voorgeschreven vuldop voor
uw auto. Dit kan leiden tot per-
soonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van afgewerkte
koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de milieuvoor-
schriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties
218
Page 225 of 268

over de juiste wijze van afvoeren. Om
inslikken door kinderen of dieren te
voorkomen, dient u koelvloeistof met
ethyleenglycol nooit in open vaten of
houders te bewaren. Laat de vloeistof
ook nooit in plassen op de grond te-
rechtkomen. Schakel onmiddellijk
medische hulp in als een kind of huis-
dier koelvloeistof heeft ingeslikt. Ver-
wijder gemorste vloeistof onmiddel-
lijk.
Koelvloeistofpeil
Viercilindermotoren –aan het koel-
vloeistofreservoir kunt u snel en dui-
delijk zien of er voldoende koelvloei-
stof (antivries) in het koelsysteem
aanwezig is. Bij stationair toerental en
warme motor moet het koelvloeistof-
peil (antivries) in het reservoir tussen
de lijnen "ADD" en "FULL" op het
reservoir staan.
Omdat de radiateur normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiateurdop te verwijderen,
tenzij u de koelvloeistof (antivries)
wilt controleren op vriespunt of wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is, hoeft u het
koelvloeistofreservoir slechts eenmaal
per maand te controleren. Als de koel-
vloeistof (antivries) moet worden bij-
gevuld, doet u dit via de vulopening
van het koelvloeistofreservoir. Vul
nooit te veel vloeistof bij.
Belangrijk
OPMERKING: Wanneer u na en-
kele kilometers de auto tot stil-
stand brengt, ziet u mogelijk wa-
terdamp opstijgen vanuit de
voorzijde van het motorcomparti-
ment. Dit is meestal het gevolg van
een hoge luchtvochtigheid, of van
regen of sneeuw die op de radiator
is achtergebleven en verdampt
wanneer de thermostaatklep
opengaat, zodat er hete koelvloei-
stof (antivries) in de radiator kan
stromen.
Wanneer bij een inspectie van het mo-
torcompartiment blijkt dat de radi-
ateur en de slangen geen defecten ver-
tonen, kunt u gerust met de auto gaan
rijden. De damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het
koelvloeistofreservoir. Controleer het vriespunt van de
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ateur en in het koelvloeistofreser-
voir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook
de inhoud van het expansiereser-
voir worden beschermd tegen
bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het koelvloeistofreservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloei-
stofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
219
Page 226 of 268

Houd de voorzijde van de radiateurschoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, houd dan de voor-
zijde van de condensor schoon.
Vervang nooit de thermostaat door een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het voorgeschre-
ven type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere modellen kunnen
onvoldoende koelprestaties leveren
en een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden teweeg-
brengen.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen
van het remsysteem regelmatig wor-
den gecontroleerd. Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempe-
daal is gevaarlijk en kan leiden tot
een aanrijding. Rijden met uw voet
op het rempedaal veroorzaakt ab-
normaal hoge remtemperaturen,
verhoogt de slijtage van de remvoe-
ring en kan leiden tot schade aan
het remsysteem. U beschikt dan in
noodgevallen niet over het volledige
remvermogen.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt. Hoofdremcilinder – controle van
remvloeistofpeil
Controleer onmiddellijk het vloeistof-
peil in de hoofdremcilinder als het
waarschuwingslampje voor het rem-
systeem gaat branden.
Controleer het vloeistofpeil telkens
wanneer u werkzaamheden onder de
motorkap uitvoert.
Maak de bovenzijde van de hoofd-
remcilinder schoon voordat u de dop
verwijdert. Vul indien nodig vloeistof
bij tot aan het vereiste merkteken op
het remoliereservoir.
Overvullen van remvloeistof moet
worden voorkomen, omdat de vloei-
stof dan naar het remsysteem kan
weglekken.
Het vloeistofpeil daalt naarmate de
remblokken slijten. Controleer het
remvloeistofpeil wanneer de remblok-
ken worden vervangen. Een laag
vloeistofpeil kan echter ook worden
veroorzaakt door lekkage en controle
kan noodzakelijk zijn.
220
Page 227 of 268

Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg
de paragraaf "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in
"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.WAARSCHUWING!
Gebruik door de fabrikant aanbe-volen remvloeistof of een gelijk-
waardig product. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderde-
len" in "Onderhoud van uw auto"
voor meer informatie hierover.
Gebruik van de verkeerde rem-
vloeistof kan ernstige schade ver-
oorzaken aan uw remsysteem
en/of de werking ervan nadelig
beïnvloeden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door materiaal of vocht van buitenaf,
dient u uitsluitend nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of rem-
vloeistof uit een hermetisch afge-
sloten reservoir. Zorg ervoor dat
de dop van het reservoir van de
hoofdremcilinder altijd is vastge-
draaid. Remvloeistof in een open
reservoir neemt vocht op uit de
lucht, waardoor de remvloeistof
een lager kookpunt krijgt. De
remvloeistof kan hierdoor gaan
koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans be-
staat dat de remmen plotseling
niet meer werken. Dit kan een
aanrijding tot gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Het bijvullen van het vloeistofre- servoir met te veel remvloeistof
kan leiden tot het morsen van
vloeistof op hete motoronderde-
len, waardoor de remvloeistof
vlam kan vatten. Remvloeistof
kan ook schade toebrengen aan
gelakte oppervlakken en vinyl.
Let er daarom op dat er geen rem-
vloeistof op deze oppervlakken
terecht komt.
Zorg dat er geen vloeistof op basis van aardolie in de remvloeistof
terechtkomt. De afdichtingen van
het remsysteem kunnen hierdoor
worden aangetast, waardoor de
remmen hun werking gedeeltelijk
of geheel kunnen verliezen. Dit
kan een aanrijding tot gevolg
hebben.
221
Page 228 of 268

AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Keuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levens-
duur van de versnellingsbak is het
belangrijk dat u de correcte transmis-
sievloeistof gebruikt. Gebruik alleen
de door de fabrikant aanbevolen
transmissievloeistof. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen, smeermid-
delen en originele onderdelen" in
"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover. Het is belangrijk
dat de transmissievloeistof continu
het vereiste peil heeft en dat u de
aanbevolen vloeistof gebruikt.
Er mogen geen chemicaliën door de
versnellingsbak worden gespoeld; uit-
sluitend het goedgekeurde smeermid-
del mag worden gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere transmissie-
vloeistof gebruikt dan wordt aan-
bevolen door de fabrikant, kan de
schakelwerking van de versnel-
lingsbak afnemen en/of grijpt de
koppelomvormer schokkend aan
en moeten vloeistof en filter vaker
worden ververst resp. vervangen.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in "Onderhoud van uw
auto" voor de specificaties van
vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van
speciale additieven in de transmissie-
vloeistof ten zeerste af. Automatische
transmissievloeistof (ATF) is een ge-
avanceerd en hoogwaardig product
waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed.
Daarom raden we u aan geen additie-
ven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. De enige uitzondering op deze
regel vormt het toevoegen van speci-
ale kleurstof om lekkage op te sporen. Gebruik geen vloeibare afdichtmid-
delen, aangezien deze juist schade aan
afdichtingen kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met
chemicaliën, omdat deze de ver-
snellingsbak kunnen beschadigen.
Dergelijke schade wordt niet gedekt
door de standaardgarantie van een
nieuwe auto.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het
juiste peil gebracht en vereist onder
normale gebruiksomstandigheden
geen aanpassingen. Het is niet nodig
om het vloeistofpeil regelmatig te con-
troleren, en om die reden is geen peil-
stok aanwezig. Uw erkende dealer
kan het vloeistofpeil in uw automati-
sche transmissie controleren met be-
hulp van een speciale peilstok.
Als u merkt dat er sprake is van vloei-
stoflekkage of een defect in de ver-
snellingsbak, neemt u onmiddellijk
contact op met een erkende dealer om
het transmissievloeistofpeil te laten
222
Page 229 of 268

controleren. Als het voertuig wordt
gebruikt met een verkeerd vloeistof-
peil, kan ernstige schade aan de auto-
matische versnellingsbak worden toe-
gebracht.LET OP!
Als echter een vloeistoflek in de ver-
snellingsbak optreedt, breng dan
onmiddellijk een bezoek aan uw er-
kende dealer. Anders kan de ver-
snellingsbak ernstig beschadigd ra-
ken. Uw erkende dealer beschikt
over het juiste gereedschap om het
vloeistofpeil nauwkeurig bij te vul-
len.
Vloeistof verversen en filter
vervangen
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Ververs de vloeistof en vervang het
filter ook als de versnellingsbak om
welke reden dan ook wordt gedemon-
teerd.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
VERZORGING VAN DE
AUTO EN BESCHERMING
TEGEN ROEST
Carrosserie en lak beschermen
tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie
moet worden besteed is sterk afhan-
kelijk van de weersinvloeden en het
gebruik van de auto. Strooizout in de
winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in weg-
bermen gespoten worden, hebben een
sterk corrosieve invloed op de carros-
serie. Buiten parkeren en blootstelling
aan schadelijke stoffen in de atmo-
sfeer en op de wegen, extreem warm of koud weer en andere extreme om-
standigheden kunnen de lak, de sier-
lijsten en de beschermende laag aan
de onderzijde van de auto aantasten.
De onderstaande onderhoudsadvie-
zen helpen om de carrosserie van uw
auto gedurende lange tijd in optimale
conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat als de lak en be-
schermende coatings op uw auto zijn
aangetast of loslaten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
Strooizout, vuil en achterblijven
van vocht.
Steenslag.
Insectenresten, boomvocht en teer.
Zilte lucht in kuststreken.
Zure regen en industriële vervui- ling.
223
Page 230 of 268

Wassen
Was uw auto regelmatig. Was uwauto altijd in de schaduw en ge-
bruik een milde autoshampoo.
Spoel de auto zorgvuldig af met
schoon water.
Gebruik een hoogwaardige was om olieaanslag en vlekken te verwijde-
ren en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op
de lak.
Gebruik geen schurende producten en polijstmiddelen die de glans of
de dikte van de laklaag kunnen
aantasten.LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke
reinigingsmiddelen zoals staalwol
of schuurpoeder. Deze veroorzaken
krassen op het metaal en de lak.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regelmatig schoon (minstens één keer per maand) wanneer u op be-
pekelde of stoffige wegen of in kust-
streken rijdt.
Het is belangrijk dat de afvoerope- ningen onder in de portieren, in de
dorpellijsten en in de bagageruimte
open worden gehouden.
Als u steenslag of krassen in de lak bespeurt, werk dergelijke plekken
dan meteen bij. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar
van de auto verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een aanrijding schade heeft opgelo-
pen aan de lak en de beschermende
coating, moet u deze zo spoedig
mogelijk laten repareren. Voor de
kosten van dergelijke reparaties is
de eigenaar van de auto
verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemicaliën, kunstmest, zout, enz.,
vervoert, let dan goed op of alles
goed is verpakt en afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden wij u aan spatlappen bij
ieder wiel te laten aanbrengen. Gebruik de retoucheerlak MO-
PAR® Touch Up Paint of een ge-
lijkwaardig product om krassen zo
snel mogelijk bij te werken. Uw er-
kende dealer heeft de lakstift die
overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en
wieldoppen
Alle wielen en wieldoppen moeten re-
gelmatig worden gereinigd met milde
zeep en water om corrosie tegen te
gaan. Dit geldt vooral wanneer een
coating van aluminium of chroom is
aangebracht. Gebruik een niet-
schurend en zuurvrij reinigingsmid-
del om hardnekkige modder en/of
overvloedige remstof te verwijderen.
Gebruik geen schuursponsen, staal-
wol, een harde borstel of metaalpoets.
Gebruik geen ovenreiniger. Maak
geen gebruik van automatische was-
straten waarin bijtende reinigingspro-
ducten of harde borstels worden ge-
bruikt. Deze kunnen de
beschermende coating van de velgen
beschadigen.
224