Lancia Lybra 2004 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2004, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2004Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 61 of 283

60
Als u op de toets SETUP 5drukt,
worden de volgende keuzemoge-
lijkheden weergegeven:SNELHEIDS -
LIMIET / TIJD INSTELLEN /
DATUM INSTELLEN / WEKKER
/ BANDEN (SPANNING) (vaste
waarde) / TAAL 1-2-3-4-5 /
OFFICIËLE TIJD ON-OFF.
Als u op de toets TRIP 6drukt,
worden de volgende waarden weerge-
geven: ACTIERADIUS / GEMID-
DELD VERBRUIK / AFSTAND
(aantal kilometers na het op nul zet-
ten) / GEMIDDELDE SNELHEID
/ REISTIJD.
F – Digitaal klokje (als er geen con-
trole-/waarschuwingslampjes aan -
wezig zijn) en waarschuwings -
lampjes (bij een storing).
G – Informatie over de werking van
de radio of CD (bij ingeschakelde
radio) of het opschrift RADIO OFF
(bij uitgeschakelde radio).
Als u in het hoofdscherm met de
verschillende menu’s de functie
TERUG, die in bepaalde schermen
wordt weergegeven met het symbool,
selecteert en bevestigt, keert u terug
naar het hoofdscherm van het ICS.
( fig. 58); als u in een scherm met submenu’s de functie TERUG selec-
teert en bevestigt, keert u terug naar
het vorige scherm.
Als deze functie wordt geselecteerd,
wordt de pijl van de functie TERUG
in bepaalde schermen wit.
SCHERMINSTELLINGEN (fig.
60)
Als u op de toets SETUP 5(fig. 57 )
drukt, met de contactsleutel in stand
MAR en na het verdwijnen van het
LANCIA-embleem, verschijnt het
scherm met de functies:
– SNELHEIDSLIMIET
– TIJD INSTELLEN
– DATUM INSTELLEN – WEKKER (afstellen) en ON/ OFF
– BANDEN (waarde van de voor-
geschreven bandenspanning)
– OFFICIËLE TIJD ON/OFF
– ITALIAANS
– ENGELS
– FRANS
– DUITS
– SPAANS.
Selecteer na het beëindigen van de
instellingen de functie TERUG ( )
door knop 3 (fig. 57) te draaien en
in te drukken voor bevestiging, om
terug te keren naar het hoofd-
scherm.
fig. 60
P4T0604
Page 62 of 283

61
Tijd instellen Selecteer voor het instellen van de tijd
de functie TIJD INSTELLEN (fig. 60 )
door knop 3 (fig. 57) te draaien en in
te drukken voor bevestiging. Op het
display verschijnt het scherm met de
volgende velden (fig. 61):
– Uur A
– Minuten B
– TERUG C.
Selecteer het veld A(uur) door
knop 3te draaien en in te drukken
voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3rechtsom
om het ingestelde uur te verhogen en
omgekeerd. Als het scherm de gewen-
ste waarde toont, druk dan op knop 3
om de instelling te bevestigen. Selecteer het veld B
(minuten) door
knop 3te draaien en in te drukken
voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3rechtsom
om de ingestelde minuten te verho-
gen en omgekeerd. Als het scherm de
gewenste waarde toont, druk dan op
knop 3om de instelling te bevestigen.
Selecteer na de instelling het veld
TERUG Cdoor knop 3te draaien en
in te drukken voor bevestiging, om
terug te keren naar het scherm
SETUP (fig. 60).
Als het analoge klokje wordt inge-
steld, wordt automatisch ook het
digitale klokje ingesteld.
Inschakelen/uitschakelen van de
officiële tijd
Met de functie OFFICIËLE TIJD
ON/OFF kan van de officiële tijd
naar de zomertijd worden overge-
schakeld en omgekeerd zonder de
instelling van het klokje te wijzigen.
Als u de functie OFFICIËLE TIJD
ON
(3)selecteert, wordt de instel-
ling van het klokje met een uur
verhoogd; als u de functie
OFFICIËLE TIJD OFF ( ) selecteert,
wordt de ingestelde tijd verlaagd. Selecteer OFFICIËLE TIJD om de
functie in- of uit te schakelen
3/
met knop 3 en druk de knop in voor
bevestiging.
Datum instellen
Selecteer voor het instellen van de
datum de functie SET DATA (fig.
60) door knop 3 (fig. 57) te draaien
en in te drukken voor bevestiging.
Op het display verschijnt het scherm
met de volgende velden (fig. 62):
– Dag A
– Maand B
– Jaar C
– TERUG D.
fig. 61
P4T0605
fig. 62
P4T0606
AB
C
ABC
D
Page 63 of 283

62
Selecteer het veld A(dag) door
knop 3te draaien en in te drukken
voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3rechtsom
om de ingestelde dag te verhogen
(van 1 tot 31) en omgekeerd (van 31
tot 1). Als het scherm de gewenste
waarde toont, druk dan op knop 3
om de instelling te bevestigen.
Selecteer het veld B(maand) door
knop 3te draaien en in te drukken
voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3rechtsom
om de ingestelde maand te verhogen
(van 1 tot 12) en omgekeerd (van 12
tot 1). Als het scherm de gewenste
waarde toont, druk dan op knop 3
om de instelling te bevestigen.
Selecteer het veld C(jaar) door
knop 3te draaien en in te drukken
voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3 rechtsom
om het ingestelde jaar te verhogen
en omgekeerd. Als het scherm de
gewenste waarde toont, druk dan op
knop 3om de instelling te bevesti-
gen. Selecteer na de instelling het veld
TERUG Ddoor knop 3 te draaien en
in te drukken voor bevestiging, om
terug te keren naar het scherm
SETUP (fig. 60).
Wekker instellen en in-/uit-
schakelen Selecteer voor het instellen van de
wekker de functie WEKKER (fig. 60)
door knop 3 (fig. 57) te draaien en in
te drukken voor bevestiging. Op het
display verschijnt het scherm met de
volgende velden (fig. 63):
– Uur A
– Minuten B
– TERUG C. Selecteer het veld
A(uur) door
knop 3te draaien en in te drukken
voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3rechtsom
om het ingestelde uur te verhogen en
omgekeerd. Als het scherm de
gewenste waarde toont, druk dan op
knop 3om de instelling te bevesti-
gen.
Selecteer het veld B (minuten) door
knop 3te draaien en in te drukken
voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3rechtsom
om de ingestelde minuten te verho-
gen en omgekeerd. Als het scherm de
gewenste waarde toont, druk dan op
knop 3om de instelling te bevesti-
gen.
Selecteer na de instelling het veld
TERUG Cdoor knop 3 te draaien en
in te drukken voor bevestiging, om
terug te keren naar het scherm
SETUP (fig. 60).
fig. 63
P4T0607
AB
C
Page 64 of 283

63
Selecteer de wekker door knop 3te
draaien en in te drukken voor beves -
tiging. Schakel vervolgens de wekker
in of uit met de functie ON/OFF.
Als de wekker is ingeschakeld, ver-
schijnt op het hoofdscherm het
opschrift ON.
Als de wekker is ingeschakeld, gaat
de wekker op de ingestelde tijd
ongeveer 12 seconden af, ook bij uit-
genomen contactsleutel.
Taalkeuze
Selecteer om de taal van het
scherm van het display in te stellen,
de betreffende taal met knop 3(fig.
57) en druk de knop in voor bevesti-
ging.
De beschikbare talen zijn ITA-
LIAANS – ENGELS – FRANS –
DUITS – SPAANS. Snelheidslimiet
De functie SNELHEIDSLIMIET
zorgt ervoor dat de bestuurder iedere
keer door middel van een akoestisch
en/of zichtbaar signaal wordt
gewaarschuwd als de ingestelde
snel heidslimiet wordt overschreden.
Selecteer de functie door knop 3
(fig. 57) en druk de knop in voor
bevestiging.
Op het display verschijnt het scherm
( fig. 64) met de volgende velden:
– Ingestelde snelheidslimiet in
km/h A
– In- of uitschakeling van de inge-
stelde snelheidslimiet B– In- of uitschakeling van het
akoes tische signaal C
– TERUG D.
Selecteer het veld A(ingestelde
snelheid) door knop 3 te draaien en
in te drukken voor bevestiging.
Draai vervolgens knop 3rechtsom
om de ingestelde snelheid te verho-
gen en omgekeerd. Als het scherm de
gewenste waarde toont, druk dan op
knop 3om de instelling te bevesti-
gen.
Selecteer de functie SNELHEIDS -
LIMIET door knop 3te draaien en
in te drukken voor bevestiging.
Schakel de limiet vervolgens in of uit
met de functie ON en OFF B.
Selecteer de akoestische waar-
schuwing door knop 3 te draaien en
in te drukken voor bevestiging.
Schakel de waarschuwing vervol-
gens in of uit met de functie ON en
OFF C.
fig. 64
P4T0608
A
B
C
D
Page 65 of 283

64
Als de functie SNELHEIDS -
LIMIET is ingeschakeld en de limiet
wordt overschreden, voert het
systeem het volgende uit:
– activering van de akoestische
waarschuwing (als de betreffende
functie ON C is ingeschakeld) gedu-
rende ongeveer 4 seconden, als de
snelheid niet onder de limiet van ten
minste 5 km/h daalt;
– overschakeling van het hoofd-
scherm naar het functiescherm
SNELHEIDSLIMIET ( fig. 64) voor
eventuele wijziging van de ingestelde
waarde of in-/uitschakeling van de
akoestische waarschuwing of de
functie zelf;
– op het scherm verdwijnt het op -
schrift LIMIET OVERSCHREDEN ;
– activering, als de radio is inge-
schakeld, van de functie MUTE
(volume uitschakelen).
Het opschrift LIMIET OVER-
SCHREDEN blijft weergegeven zo -
lang als de snelheid niet onder de
limiet van ten minste 5 km/h daalt
of als de functie SNELHEIDS -
LIMIET wordt uitgeschakeld.
Selecteer na het instellen van de
functie het veld TERUG Ddoor knop
3 te draaien en in drukken voor beves
tiging, om terug te keren naar
het scherm SETUP (fig. 60).
Bandenspanning Als u met knop 3 (fig. 57) de func-
tie BANDEN selecteert en bevestigt,
verschijnen op het scherm de waar-
den van de bandenspanning, af -
hankelijk van de beladingsgraad.
BELANGRIJK De functie geeft
geen aanwijzingen over de werke-
lijke bandenspanning. De banden-
spanning moet daarom regelmatig
worden gecontroleerd.
BOORDCOMPUTER (fig. 65)
Als u op de toets TRIP 6 (fig. 57)
drukt, met de contactsleutel in stand
MAR en na het verdwijnen van het
LANCIA-embleem, verschijnt het
scherm met de functies:
– ACTIERADIUS
– GEMIDDELD VERBRUIK (TRIP
MODE)
– VERBRUIK OP HET MOMENT
(KEY MODE)
– AFSTAND (aantal kilometers na
het op nul zetten) – GEMIDDELDE SNELHEID
– REISTIJD (vanaf het vertrek of
na het op nul zetten)
– KEY/TRIP
– TRIP OP NUL ZETTEN.
Als de functie TRIP is ingeschakeld
(gegevens handmatig op nul zetten)
kunnen de gegevens op nul worden
gezet door in een ander functie-
scherm het veld TRIP OP NUL ZET-
TEN te selecteren en te bevestigen.
Druk na de instelling opnieuw op
de toets TRIP 6 (fig. 57) om terug te
keren naar het hoofdscherm of op de
toets HELP RADIO 4 om naar het
scherm van de radiofuncties te gaan
of op de toets SETUP 5 om het
scherm met de scherm-instellingen
te openen.
fig. 65
P4T0628
Page 66 of 283

65
BELANGRIJKAls u bij het starten
van de motor de sleutel in stand MAR
draait, verwerkt de boordcomputer de
gegevens die noodzakelijk zijn voor
het berekenen van de verschillende
functies.
Tijdens deze fase die 30 seconden
duurt, worden de actieradius, het
gemiddeld verbruik, enz. niet meer
op het scherm weergegeven.
Actieradius (fig. 66)
Als u met knop 3 (fig. 57 ) de functie
ACTIERADIUS selecteert en beves -
tigt, toont het scherm bij benadering
de afstand (in km/h en met een reso-
lutie van 1 km) die nog kan worden
afgelegd met de nog in de tank aanwe-
zige brandstof. Dit is berekend op
basis van het gemiddelde verbruik van
voor het inschakelen van de functie.
De actieradius wordt iedere 30
seconde door het systeem bij-
gewerkt. De berekening is tot op
minder dan 1 km nauwkeurig.
BELANGRIJK Als de actieradius
lager dan 50 km is en de auto op
reservebrandstof rijdt, worden in
plaats van de actieradius streepjes weergegeven. Als de actieradius
lager dan 50 km is en de auto nog
niet op reservebrandstof rijdt, wordt
de waarde 50 continu weergegeven.
Om terug te keren naar het hoofd-
scherm van de boordcomputer ( fig.
65) moet u met knop 3 (fig. 57) de
functie TERUG selecteren en beves -
tigen.
Gemiddeld verbruik (zichtbaar
in TRIP MODE) (fig. 67)
Als u met knop 3 (fig. 57) de func-
tie GEMIDDELD VERBRUIK selec-
teert en bevestigt, toont het scherm
het gemiddelde brandstofverbruik
van de laatste 5 minuten (in l/100
km en met een resolutie van 0,1
l/100 km). Het gemiddeld verbruik wordt
iedere seconde door het systeem bij-
gewerkt. De berekening is tot op
minder dan 0,1 l/l00 km nauw -
keurig.
Om terug te keren naar het hoofd-
scherm van de boordcomputer (fig.
65) moet u met knop 3 (fig. 57) de
functie TERUG selecteren en beves -
tigen.
Verbruik op het moment
(zichtbaar in KEY MODE)
Als u de functie VERBRUIK OP
HET MOMENT selecteert en beves -
tigt, toont het scherm het gemiddel-
de brandstofverbruik van de laatste
5 minuten (in l/100 km).
fig. 66
P4T0610
fig. 67
P4T0611
Page 67 of 283

66
AFSTAND (afstand traject) (fig. 68)Als u met knop 3 (fig. 57) de functie
AFSTAND selecteert en bevestigt,
toont het scherm de afgelegde afstand
(in km en met een resolutie van 0,1
km) na het op nul zetten van de boord-
computer (zie de paragraaf “Gegevens
van de computer op nul zetten”).
De afgelegde afstand wordt iedere
seconde door het systeem bij-
gewerkt. De berekening is tot op
minder dan 1 km nauwkeurig. De
maximale waarde die wordt aange-
geven is 25.000 km.
Om terug te keren naar het hoofd-
scherm van de boordcomputer ( fig.
65) moet u met knop 3(fig. 57) de
functie TERUG selecteren en bevesti-
gen. Gemiddelde snelheid (fig. 69)
Als u met knop 3 (fig. 57) de func-
tie GEMIDDELDE SNELHEID
selecteert en bevestigt, toont het
scherm de gemiddelde snelheid
vanaf het begin van de reis (in km/h
en met een resolutie van 0,1 km/h).
De gemiddelde snelheid wordt alleen
berekend als de motor draait.
De gemiddelde snelheid wordt
iedere seconde door het systeem bij-
gewerkt. De berekening is tot op
minder dan 0,1 km/l nauwkeurig.
Om terug te keren naar het hoofd-
scherm van de boordcomputer ( fig.
65) moet u met knop 3(fig. 57) de
functie TERUG selecteren en bevesti-
gen. Reistijd (reisduur) (fig. 70)
Als u met knop 3 (fig. 57) de func-
tie REISTIJD selecteert en bevestigt,
toont het scherm de reistijd (in uren
en minuten) na het op nul zetten van
de boordcomputer (zie de paragraaf
“Gegevens van de boordcomputer
op nul zetten”).
De reistijd wordt iedere minuut
door het systeem bijgewerkt. De
berekening is tot op minder dan 2
seconden nauwkeurig. De maximale
waarde die wordt aangegeven is 99h
en 59 s.
Om terug te keren naar het hoofd-
scherm van de boordcomputer ( fig.
65) moet u met knop 3(fig. 57) de
functie TERUG selecteren en bevesti-
gen.
fig. 70
P4T0614
fig. 69
P4T0613
fig. 68
P4T0630
Page 68 of 283

67
Keuzemogelijkheid voor werking
computerMet de functies KEY en TRIP (fig.
71) kan één van de werkingen van
het systeem worden ingesteld.
De belangrijkste verschillen tussen
de twee functies zijn de manier waar -
op het scherm wordt weergegeven en
de wijze waarop de gegevens op nul
worden gezet.
Als u de functie KEY (KEY
3)acti-
veert, wordt iedere keer als de motor
wordt gestart het scherm van de
computer automatisch weergegeven
en worden de gegevens op nul gezet. Als u de functie TRIP (TRIP
3)
activeert, moeten de gegevens hand-
matig op nul worden gezet met de
functie TRIP OP NUL ZETTEN en
wordt het scherm van de computer
pas weergegeven als op de toets
TRIP 6 (
fig. 57) wordt gedrukt.
Kies een werking door met knop 3
(fig. 57) de functie KEY of TRIP te
selecteren en te bevestigen. Als u
nogmaals op knop 3drukt, wordt
van de ene naar de andere werking
overgeschakeld. Gegevens van de computer op
nul zetten
De gegevens van de computer kun-
nen op nul worden gezet door de
functie TRIP OP NUL ZETTEN
(fig. 71) met knop 3 (fig. 57) te
selecteren en te bevestigen. Als deze
functie wordt bevestigd, worden alle
opgeslagen gegevens op nul gezet.
De functie TRIP OP NUL ZET-
TEN is alleen beschikbaar als de
functie TRIP is geactiveerd.
Als de functie TRIP is ingeschakeld
(gegevens handmatig op nul zetten)
kunnen de gegevens op nul worden
gezet door in een ander functie-
scherm het veld TRIP OP NUL
ZETTEN te selecteren en te bevesti-
gen.
fig. 71
P4T0628
Page 69 of 283

68
AUTORADIO
(geïntegreerd in het ICS van Lancia zonder NAVIGATIESYSTEEM)
fig. 72P4T0251
Page 70 of 283

69
BEDIENINGSPANEEL 1 - Voorkeuzetoets, PTY-program ma
en functie volgend muziekstuk op CD
2 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie muziekstukken op CD her -
halen
3 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie muziekstukken op CD wil-
lekeurig weergeven
4 - Voorkeuzetoets en PTY-pro-
gramma
5 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie vorige CD selecteren
6 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie volgende CD selecteren
7 - Keuzetoets radio, cassettespeler,
CD-speler (indien geïnstalleerd)
8 - Keuzetoets AUDIO-functies (Bass/
Treble/Balance/Fader/Volume). Op en -
kele uitvoeringen kan onder het op -
schrift AUDIO het opschrift MUTE
staan
9 - Knop voor in- en uitschakeling:
display, radio en volumeregeling
10 - Inschakeltoets LOUDNESS-
functie (automatisch voor hifi-audio-
systeem) 11
- Inschakeltoets Traffic Program
en Alternative Frequence (voor ont-
vangst van RDS-programma’s)
12 - Inschakeltoets functies:
SCAN (opgeslagen zenders kort be-
luisteren), MSS (Music Search Sys -
tem) om een muziekstuk over te slaan
of te herhalen
13 - Inschakeltoets IS-functie om
een zender met optimale ontvangst te
zoeken
14 - Inschakeltoets EXP-functie
voor instellen van parameters voor de
autoradio
15 - Knop voor het selecteren en be-
vestigen van functies en veldwaarden
16 - Keuzetoets zenderband (LW –
MW – FM) en inschakeling AUTO-
REVERSE cassette. Op enkele uit-
voeringen kan onder het opschrift
BAND het opschrift DIR staan in
plaats van het afgebeelde symbool
17 - Toets voor zenderzoeken op
hogere frequentie en snel vooruit
spoelen van de cassette
18 - Toets voor zenderzoeken op
lagere frequentie en snel achteruit
spoelen van de cassette 19
- Keuzetoets Dolby/Mono
20 - Inschakeltoets functie maximale
ontvangstgevoeligheid
21 - Inschakeltoets RADIO-scher-
men
22 - Toets LIGHT voor lichtsterkte-
regeling DISPLAY
23 - Uitwerptoets audiocassette.
BEDIENINGSORGANEN OP
HET STUURWIEL (fig. 73)
(indien aanwezig) Ook op het stuurwiel zijn de bedie-
ningsknoppen van de belangrijkste
functies van de autoradio geplaatst,
zodat u tijdens het rijden de auto radio
kunt bedienen zonder afgeleid te wor-
den:
fig. 73
P4T0259