ESP Lancia Musa 2005 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2005Pages: 338, PDF Size: 5.29 MB
Page 2 of 338

Geachte cliënt,
Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw
LANCIA volledig te benutten. U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdekken van uw LANCIA maar ook
belangrijke aanwijzingen vinden voor de verzorging, het onderhoud, de rijveiligheid en het geprogrammeerd onder-
houd.
Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de symbolen onder aan de pagina aandachtig te lezen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de de “Service- en garantiehandleiding” vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud:
– het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
– een overzicht van de speciale aanvullende service voor de cliënten van LANCIA.
Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd zult raken
en dat uw nieuwe auto en de ondersteuning van de LANCIA-organisatie u volledig tevreden zullen stellen.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de LANCIA Musa beschreven worden, dient u zich
aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de
auto die u gekocht hebt.
Page 3 of 338

VEILIG EN MILIEUBEWUST RIJDEN
Veiligheid en respect voor het milieu zijn de uitgangspunten geweest bij het ontwerpen van de LANCIA Musa.
Dankzij deze opvatting kon de LANCIA Musa strenge veiligheidstests het hoofd bieden en goed doorstaan.
De LANCIA Musa voldoet aan de strengste eisen in zijn klasse. Bovendien is deze auto, naar alle waarschijnlijk-
heid, al voorbereid op de toekomstige normen.
Daarnaast is de LANCIA Musa door het doorlopende onderzoek naar nieuwe en doeltreffende bijdragen aan het
behoud van het milieu, een auto die navolging verdient.
Alle uitvoeringen zijn uitgerust met emissiereductiesystemen die bijdragen aan de bescherming van het milieu,
waardoor de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen lager is dan de nu geldende normen.
Wij herinneren u er bovendien aan dat LANCIA hard heeft gewerkt een zeer ambitieus doel te bereiken: 100% recy-
cling . Als uw LANCIA Musa buiten gebruik wordt gesteld, dan kan deze vrijwel geheel worden gerecycled, omdat
voldaan wordt aan de voorwaarden van het F.A.RE.-project. Dankzij dit project kunnen de LANCIA-dealers uw
voertuig milieuvriendelijk (en geheel volgens de wettelijke normen) buiten gebruik stellen, als u tot de aanschaf van
een nieuwe auto overgaat.
Voor het milieu heeft dat grote voordelen: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn minder nieuwe grond-
stoffen nodig.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
Bij het ontwerp en de productie van de LANCIA Musa is niet alleen rekening gehouden met traditionele aspecten,
zoals prestaties en veiligheid, maar is er ook veel aandacht besteed aan de groeiende milieuproblemen.
De materiaalkeuze en de technische systemen en speciale voorzieningen zijn het resultaat van inspanningen die er
op gericht zijn om de vervuiling van het milieu drastisch terug te dringen. Uw auto voldoet dan ook aan de streng-
ste internationale milieunormen.
Page 8 of 338

SYMBOLEN .......................................................... 8
LANCIA CODE ..................................................... 8
DE SLEUTELS EN PORTIERVERGRENDELING 10
START-/CONTACTSLOT ..................................... 20
DASHBOARD ........................................................ 23
INSTRUMENTENPANEEL ................................... 26
INSTRUMENTEN ................................................ 27
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ......................... 29
STUURWIEL VERSTELLEN ............................... 61
ZITPOSITIE INSTELLEN ................................... 62
HOOFDSTEUNEN ............................................... 69
SPIEGELS ............................................................ 71
KLIMAATREGELING .......................................... 73
HANDBEDIENDE KLIMAATREGELING ............ 75
KLIMAATREGELING, AUTOMATISCH MET
GESCHEIDEN REGELING .................................. 80
BUITENVERLICHTING ...................................... 91
RUITEN REINIGEN ............................................. 96
CRUISE-CONTROL ............................................. 101
PLAFONDVERLICHTING ................................... 104
BEDIENINGSKNOPPEN VERLICHTING ............. 107
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR ...................... 109
INTERIEURUITRUSTING ................................... 110ROKERSKIT ......................................................... 115
ZONNEKLEPPEN................................................. 115
OPENDAK ............................................................ 116
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ...................... 118
HANDMATIGE RUITBEDIENING ACHTER......... 121
BAGAGERUIMTE ................................................ 121
MOTORKAP ......................................................... 126
DAKRAILS ........................................................... 128
KOPLAMPEN ....................................................... 128
ABS ...................................................................... 130
ESP-SYSTEEM .................................................... 132
ASR-SYSTEEM ..................................................... 134
EOBD-SYSTEEM ................................................. 136
BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM
T.P.M.S. ................................................................. 137
AUTORADIO ........................................................ 139
EXTRA ACCESSOIRES ....................................... 141
ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE” .................................................... 142
PARKEERSENSOREN ......................................... 144
TANKEN MET DE LANCIA MUSA ...................... 146
BESCHERMING VAN HET MILIEU .................... 148
DASHBOARD EN BEDIENING
7
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 14 of 338

Signaleringen bewakingslampje
Als u de portieren vergrendelt, gaat het bewakingslampje op de knop
A ongeveer 3 seconden branden en daarna knipperen
(bewakingsfunctie). Als u de portieren vergrendelt en een of meer
portieren of de achterklep zijn niet goed gesloten, dan gaan het
lampje en de richtingaanwijzers snel knipperen.
BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden
gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van
mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking
van de afstandsbediening worden beïnvloed.
Achterklep op afstand ontgrendelen
Druk de knop
Rin en houd de knop even ingedrukt om op afstand
de achterklep te ontgrendelen (openen). Als de achterklep wordt
geopend, knipperen de richtingaanwijzers twee keer; bij het
vergrendelen knipperen de richtingaanwijzers één keer.
BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden
gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van
mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking
van de afstandsbediening worden beïnvloed.
L0D0016m
L0D0100m
Portieren van binnenuit vergrendelen
Druk bij gesloten portieren op de knop A of de knop B, in het midden op het dashboard, om de portieren
respectievelijk te vergrendelen of te ontgrendelen.
BELANGRIJK De centrale portiervergrendeling werkt niet als een portier niet goed gesloten is of als er een
storing in het systeem is.
Als de oorzaak van de storing is opgelost, werkt het systeem weer normaal.
Als onbedoeld het vergrendelknopje vanuit het interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat,
worden uitsluitend de gebruikte portieren ontgrendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor het
herstellen van de centrale portiervergrendeling moet u de ver-/ontgrendelknopjes opnieuw
indrukken.
13
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 35 of 338

34
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
BESCHRIJVING VAN HET MENU
Het menu bestaat uit een aantal functies dat “cyclisch” wordt weergegeven. De functies kunnen met de knop-
pen +en –worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen kunt uitvoeren (zie
de voorbeelden “Taal” en “Datum instellen” in onderstaand schema); zie voor meer informatie “Toegang tot
menuscherm” op de volgende pagina.
Q
Q
Deutsch
Português
English
Español
Francais
Italiano
Nederlands
Dag
MaandJaar Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld:
Page 84 of 338

83
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
BEDIENINGSORGANEN
Draaiknoppen voor
regeling luchttempe-
ratuur H-N
Als u de knoppen naar
rechts of naar links
draait, verhoogt of verlaagt u de luchttemperatuur
respectievelijk in het gedeelte linksvoor (draaiknop
N) en rechtsvoor (draaiknop H) van het interieur.
Omdat het systeem het klimaat in twee zones in het
interieur regelt, kunnen de bestuurder en de passa-
gier voor verschillende temperatuurwaarden instel-
len. Het maximaal toegestane verschil is 7 °C.
De ingestelde temperaturen worden op het display
weergegeven dicht bij de knoppen.
Als u knop A (MONO) indrukt, wordt de tempera-
tuur aan bestuurders- en passagierszijde automa-
tisch gelijkgesteld, waarna u de temperatuur in de
twee zones met de draaiknop N aan bestuurderszij-
de kunt regelen.
Met deze functie kan de temperatuur in het interi-
eur makkelijk geregeld worden, als de bestuurder
alleen in de auto zit.
De gescheiden regeling van de temperatuur en de
luchtverdeling wordt automatisch weer hervat als u
de knop H draait of nogmaals op de knop (A-
MONO) drukt als het lampje op de knop brandt.Als u de knoppen helemaal naar rechts of helemaal
naar links draait, tot aan de uiterste waarden HI of
LO, wordt respectievelijk de functie van de maxi-
male verwarming of de maximale koeling ingescha-
keld:
❒Functie HI (maximale verwarming):
wordt ingeschakeld als de draaiknop van de tempe-
ratuur naar rechts wordt gedraaid, voorbij de maxi-
male waarde (32 °C). Deze functie kan worden
geactiveerd voor alleen de bestuurderszijde of de
passagierszijde voor of voor beide zijden (ook door
de functie MONO te selecteren).
Deze functie kan worden ingeschakeld als u het
interieur zo snel mogelijk wilt verwarmen, waarbij
maximaal van het vermogen van het systeem
gebruik wordt gemaakt. Deze functie maakt
gebruik van de maximale temperatuur van de ver-
warmingsvloeistof, terwijl de luchtverdeling en de
snelheid van de aanjager door het systeem worden
ingesteld.
Als de motorkoelvloeistof niet warm genoeg is,
schakelt het systeem niet onmiddellijk de maximale
aanjagersnelheid in, om de toevoer van te koude
lucht in het interieur te beperken.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle handmati-
ge instellingen toegestaan.
Page 125 of 338

BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Voordat u de bagageruimte vergroot, moet u de veiligheidsgordel
(met zwarte knop), als deze vastzit, losmaken en vervolgens de gordel
bij het teruglopen begeleiden om te voorkomen dat de gordelband
draait. Plaats vervolgens de gespen op de borgpen A van de
rolautomaat.
Verstellen in lengterichting
De auto heeft een deelbare achterbank. Vanuit de bagageruimte kunt u
de zitplaatsen achter ook in lengterichting verplaatsen met de
handgreep B of C; trek aan de handgreep en schuif tegelijkertijd de
zitplaatsen naar voren. Voer deze handeling uit als u de inhoud van de
bagageruimte wilt vergroten.
Maximale vergroting
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de hoedenplank zoals hiervoor beschreven;
❒controleer of de hoofdsteunen geheel omlaag staan;
❒klap met de hendels D en E de rugleuningen op de zittingen
achter;
❒controleer met de handgreep B of C of de zitplaatsen helemaal
naar achteren staan;
❒trek aan de koordjes F en G en klap de zitplaatsen geheel om.
124
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0132m
L0D0109m
L0D0048m
ATTENTIE
ATTENTIE
Als de gordel van de middelste zitplaats
achter aan de zitplaats vastzit, moet de
gordel eerst los worden gemaakt voordat
de zitplaats naar voren wordt geklapt.
Trek nooit aan de handgreep B of C als de
zitplaatsen opgeklapt zijn omdat ze kunnen
verschuiven, waardoor de zitplaatsen niet
teruggeplaatst kunnen worden.
Page 133 of 338

132
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability Program)
(indien aanwezig)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de
wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter
op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig als de
grip op het wegdek wisselt.
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat het lampje
áop het instrumentenpaneel knipperen, om de
bestuurder er op te wijzen dat de auto de stabiliteit
en de grip dreigt te verliezen.INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart en kan niet worden
uitgeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het systeem wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld en gaat lampje
áop het
instrumentenpaneel continu branden. Bovendien
verschijnt er een bericht op het multifunctionele
display. Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot de
Lancia-dealer.
ATTENTIE
De prestaties van het ESP-systeem mogen de bestuurder er niet toe verleiden
onnodige en onverantwoorde risico’s te nemen. De rijstijl moet altijd zijn
aangepast aan het wegdek, het zicht en het verkeer. De verantwoordelijkheid voor
de verkeersveiligheid ligt altijd en overal bij de bestuurder van de auto.
Page 134 of 338

HILL HOLDER SYSTEEM
(indien aanwezig)
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt bij het
wegrijden op een helling.
Het systeem schakelt automatisch in als:
Omhoog: de auto stilstaat op een helling van meer
dan 2% met draaiende motor, ingetrapt rem- en
koppelingspedaal en versnellingsbak in vrij of als
een andere versnelling dan de achteruit is
ingeschakeld.
Omlaag: de auto stilstaat op een helling van meer
dan 2% met draaiende motor, ingetrapt rem- en
koppelingspedaal en als de achteruit is
ingeschakeld.
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleenheid van het
ESP ervoor dat de wielen geremd blijven, totdat het
noodzakelijke koppel is bereikt om weg te rijden (of
maximaal 2 seconden), waardoor u makkelijker
kunt wegrijden.Als na deze 2 seconden niet is weggereden, schakelt
het systeem automatisch uit en wordt de remdruk
geleidelijk verlaagd. Tijdens deze fase kunt u een
typisch geluid horen. Dit geluid betekent dat de
auto ieder moment in beweging kan komen.
Storingsmeldingen
Bij een eventuele storing gaat het lampje
*op het
instrumentenpaneel branden en verschijnt er een
bericht op het multifunctionele display.
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is geen
handrem; verlaat dus nooit de auto zonder de
handrem aan te trekken, de motor uit te zetten en
de eerste versnelling in te schakelen.
133
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ATTENTIE
Als eventueel met het noodreservewiel wordt gereden, dan blijft het ESP
ingeschakeld. Blijf er echter rekening mee houden dat het noodreservewiel kleiner
is dan de normale band en dat daarom de grip lager is dan bij de andere banden
van de auto.
ATTENTIE
Voor de juiste werking van het ESP is het noodzakelijk dat de banden van alle
wielen van hetzelfde merk en type zijn. De banden moeten in perfecte conditie zijn
en de voorgeschreven afmetingen hebben.
Page 135 of 338

ASR-SYSTEEM
(Antislip Regulation)
Het ASR-systeem is geïntegreerd in het ESP-systeem.
Het ASR controleert de trekkracht van de auto en
grijpt automatisch in als een of beide aangedreven
wielen dreigen door te slippen.
Afhankelijk van de oorzaak van het doorslippen,
worden er twee verschillende regelsystemen actief:
❒als beide aangedreven wielen doorslippen,
vermindert het ASR het motorvermogen;
❒als slechts een aangedreven wiel doorslipt, zorgt
het ASR ervoor dat het wiel automatisch wordt
afgeremd. Het ASR-systeem is vooral nuttig onder de volgende
omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel in bochten,
door verandering van de wielbelasting of door te
felle acceleratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen, ook in
samenhang met de condities van het wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte weggedeelten
(aquaplaning).
134
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING