Lancia Phedra 2005 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2005Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 51 of 246

47
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen
15 en 25 kg kunnen direct door de
veiligheidsgordels van de auto wor-
den beschermd. Kinderen moeten zo
in de kinderzitjes worden geplaatst,
dat het diagonale gordelgedeelte
schuin over de borst en niet langs de
nek moet liggen. Het horizontale
gordelgedeelte moet over het bekken
en niet over de buik van het kind lig-
gen (fig. 63).GROEP 3
Bij kinderen met een gewicht tus-
sen 22 en 36 kg is de borstomvang
van dien aard dat de kinderen
gewoon tegen de rugleuning kunnen
steunen en niet meer in een kinder-
zitje hoeven te worden vervoerd.
In (fig. 64) wordt een voorbeeld
gegeven van de juiste positie van het
kind op de achterbank.
Kinderen die langer zijn dan 1,50
m kunnen net zoals volwassenen de
veiligheidsgordels omleggen.
fig. 63
L0B0196b
fig. 64
L0B0197b
Er bestaan kinderzitjes
die geschikt zijn voor de
gewichtsgroepen 0 en 1.
Deze kinderzitjes kunnen wor-
den bevestigd aan de veiligheids-
gordels achter en hebben zelf
gordels om het kind te bescher-
men. Vanwege het gewicht kan
het gevaarlijk zijn als ze verkeerd
worden gemonteerd (bijvoor-
beeld als een kussen tussen het
kinderzitje en de veiligheidsgor-
dels van de auto wordt geplaatst).
Houdt u voor de montage strikt
aan de bijgeleverde instructies.
De afbeeldingen dienen
slechts ter illustratie van
de montage. Houdt u bij
de montage van het kinderzitje
strikt aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze
instructies bij te leveren.
Page 52 of 246

48
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN KINDERZITJES
De Lancia Phedra voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de ver-
schillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabellen:
Groep
Groep 0, 0+
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven
“groepen”
L= geschikt voor bepaalde kinderzitjes, opgenomen in de Lineaccessori, voor de aangegeven groep.
Hieronder worden de veiligheidsnormen voor het vervoeren van kinderen aangegeven:
Gewicht
tot aan 13 kg
9 - 18 kg
15 - 25 kg
22 - 36 kgvoor
U
U
U
UPassagiersstoel
Zijzitplaatsen
achter 3e rij
U
U
U
U
1)Plaats het kinderzitje bij voor-
keur op de één van de stoelen aan de
zijkant van de tweede rij omdat deze
bij een ongeval de meeste bescher-
ming bieden.Vervoer kinderen nooit
op de stoel van de passa-
gier voor als deze is uitge-
rust met een airbag.2)Als de airbag aan passagierszij-
de buiten werking wordt gesteld,
moet altijd gecontroleerd worden of
het betreffende lampjeïop het in-
strumentenpaneel brandt.
Zijzitplaats
achter 2e rij
U - L (Isofix)
U - L (Isofix)
U
UMiddelste
zitplaats 2e rij
U
U
U
U
Page 53 of 246

49
3) Houdt u bij de montage van het
kinderzitje strikt aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze
instructies bij te leveren. Bewaar de
instructies samen met het instructie-
boekje in de auto. Monteer geen
gebruikte kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken.
4) Controleer of de gordels goed
zijn vastgemaakt door aan de gor-
delband te trekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is
bedoeld voor slechts één kind: ver-
voer nooit twee kinderen in één sys-
teem.
6) Controleer altijd of de gordel
niet langs de nek van het kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat
het kind geen afwijkende houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in uw
armen, ook geen pasgeboren kinde-
ren. Niemand is sterk genoeg om ze
bij een ongeval vast te houden.
9) Na een ongeval moet het zitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen.MONTAGEVOORBEREIDING
VOOR “ISOFIX”-KINDERZITJES
De Lancia Phedra is voorbereid voor
de montage van Isofix-kinderzitjes, een
nieuw Europees systeem voor het ver-
voeren van kinderen. Isofix is een extra
mogelijkheid die het gebruik van tradi-
tionele kinderzitjes niet uitsluit.
Vanwege het verschillende bevesti-
gingssysteem, moet het kinderzitje aan
de daarvoor bestemde beugels in de
auto worden bevestigd.
Er kan ook een mengvorm worden
gekozen, een traditioneel kinderzitje
links en een Isofix-kinderzitje rechts.
Vanwege de verschillen in omvang,
kunnen op de zitplaatsen achter maxi-
maal drie traditionele kinderzitjes wor-
den gemonteerd en bij de Isofix-beves-
tigingen slechts twee.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma is het Isofix-kinderzitje opge-
nomen. Dit kinderzitje is geschikt voor
kinderen met een gewicht tot 18 kg,
waarbij het zitje in de rijrichting van de
auto moet worden geplaatst, en voor
kinderen met een gewicht tot 13 kg,
waarbij het zitje tegen de rijrichting in
moet worden geplaatst (groepen 0, 0+
en 1).
fig. 65
L0B0235b
De stoel waarop een kinderzitje is
geplaatst, moet zo ver mogelijk naar
achteren worden geschoven.
Wij raden u dit kinderzitje aan
omdat het speciaal voor de Lancia
Phedra ontworpen is. Het Isofix-kin-
derzitje is goedgekeurd volgens de
Europese ECE-R44/03-voorschrif-
ten.
De Isofix-kinderzitjes worden aan
twee metalen beugels A(fig. 65)
bevestigd, die tussen de rugleuning
en zitting zijn geplaatst.
Page 54 of 246

50
Het Isofix-kinderzitje is er voor
drie gewichtsgroepen: 0, 0+en 1.
Montage kinderzitje voor groep 0
en 0+ (fig. 66)
Bij kinderen in de gewichtsgroep 0,
0+moet het kinderzitje achterstevo-
ren zijn gekeerd (voor kinderen met
een gewicht tot 13 kg) en moet het
kind door de gordels van het wiegje
Dbeschermd worden.
Ga voor een correcte montage van
het kinderzitje als volgt te werk:
– controleer of de ontgrendelhendel
Bin ruststand (ingeklapt) staat;
– plaats de bevestigingshaken C
van het kinderzitje in de bevesti-
gingsbeugels A;– duw tegen het kinderzitje totdat
het hoorbaar vergrendelt;
– controleer of het kinderzitje goed
vergrendeld is door met kracht te
proberen het kinderzitje te verwijde-
ren: de ingebouwde beveiligingsme-
chanismen verhinderen dat slechts
een enkele bevestigingshaak is ver-
grendeld.
fig. 66
L0B0237b
Monteer het kinderzitje
alleen als de auto stil-
staat. Het kinderzitje is
op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als u het hoort vergren-
delen. Houdt u in ieder geval aan
de montage-instructies. De fabri-
kant is verplicht deze instructies
bij te leveren.
Het Kiddy Isofix kinder-
zitje mag niet op de ach-
terste zijzitplaatsen van
de 3e rij worden geplaatst.
Het Kiddy Isofix kinderzitje kan
echter worden gemonteerd op de
passagiersstoel voor hoewel deze niet
over Isofix-bevestigingen beschikt:
in dit geval moet het kinderzitje in
de auto worden bevestigd met de
driepuntsveiligheidsgordel, zowel bij
opstelling in de rijrichting als ach-
terstevoren.
Page 55 of 246

51
Als het kind groeit en in de volgen-
de gewichtsgroep komt (groep 1),
moet het kinderzitje in de rijrichting
worden bevestigd. Houdt u bij de
montage van het kinderzitje strikt
aan de instructies van de fabrikant.
Bij een kinderzitje in deze opstel-
ling moet de betreffende stoel zoda-
nig worden afgesteld dat het frame
van het Kiddy Isofix kinderzitje
steunt tegen de rugleuning van de
voorstoel.
Montage kinderzitje voor groep 1
(fig. 67 - 68)
Ga voor een correcte montage van
het kinderzitje als volgt te werk:
– controleer of de ontgrendelhendel
Bin ruststand (ingeklapt) staat;
– plaats de bevestigingshaken C
van het kinderzitje in de bevesti-
gingsbeugels A;
– duw tegen het kinderzitje totdat
het hoorbaar vergrendelt;
– bij kinderzitjes die in de rijrich-
ting moeten worden geplaatst, moet
de bovenste gordel (deze bevindt
zich in het bovenste vakje van het
kinderzitje) aan de ring A(fig. 67)
op de vloer achter de stoel worden
bevestigd;– controleer of het kinderzitje goed
vergrendeld is door met kracht te
proberen het kinderzitje te verwijde-
ren: de ingebouwde beveiligingsme-
chanismen verhinderen dat slechts
een enkele bevestigingshaak is ver-
grendeld.
In deze opstelling wordt het kind
ook beschermd door de veiligheids-
gordels van de auto (fig. 68) en door
de bovenste gordel. Zie de handlei-
ding van het kinderzitje voor het
correct omleggen van de veiligheids-
gordels van de auto.Bij een kinderzitje in deze opstel-
ling moet de betreffende voorstoel
halverwege in de slag van de stoel-
verschuiving en de rugleuning in de
verticale stand worden gezet.
fig. 67
L0B0236b
fig. 68
L0B0238b
Page 56 of 246

52
fig. 69
L0B0239b
Page 57 of 246

53
DASHBOARD (fig. 69)
1)Uitstroomopeningen zijkant
2)Linker hendel: bediening buitenverlichting
3)Claxon
4)Instrumentenpaneel: display kilometerteller en
controle-/waarschuwingslampjes
5)Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achter-
ruitwisser en tripcomputer
6)Versnellingspook
7)Uitstroomopeningen zijkant
8)Snelheidsmeter
9)Display CONNECT Nav+ telematica-infosysteem
10)Toerenteller
11)Digitaal display: brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve en koelvloeistoftem-
peratuurmeter met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
12)Display CONNECT Nav+ telematica-infosysteem
13)Bedieningsknoppen automatische airconditioning14)Airbag passagierszijde
15)Dashboardkastje
16)Drukknop waarschuwingsknipperlichten
17)Joystick CONNECT Nav+ telematica infosysteem
18)Asbak
19)Middenconsole
20)Asbak en opbergvak
21)Start- en contactslot
22)Bedieningshendel autoradio
23)Documentenvak
24)Airbag bestuurderszijde
25)Bedieningshendel cruise-control
26)Hoogteafstelling koplampen (behalve uitvoeringen
met xenonlampen)
27)In-/uitschakeling ESP-systeem.
Page 58 of 246

54
INSTRUMENTEN
A -Display kilometerteller: kilo-
meterteller totaal of dagstand,
onderhoudsmeter, olieniveaumeter
(indien aanwezig), en bovendien
voor de uitvoeringen met automati-
sche versnellingsbak, weergave inge-
schakelde versnelling;
B -Controle- en waarschuwings-
lampjes;
C -Drukknop voor het op nul zet-
ten van de dagteller;
D -Drukknop lichtsterkteregeling
instrumentenpaneel;
mLampje aanwezig op JTD-uit-
voeringen.
fig. 70
L0B0240b
fig. 71
L0B0241b
Page 59 of 246

55
A- Display Connect Nav+ telema-
tica-infosysteem (telefoon, audio,
navigatie);
B - Snelheidsmeter;
C- Brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve;
D - Koelvloeistoftemperatuurmeter
met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur;
E- Toerenteller.
fig. 72 - Benzine-uitvoeringen
L0B0242b
fig. 73 - JTD-uitvoeringen
L0B0243b
Page 60 of 246

56
TOERENTELLER - E (fig. 72 -
73)
Als de wijzernaald in het rode
gebied staat, betekent dit dat de
motor met extreem hoge toerentallen
draait.
Deze toerentallen mogen slechts
kort worden aangehouden.
BELANGRIJKDe regeleenheid
van de elektronische inspuiting
blokkeert tijdelijk de toevoer van
brandstof als de motor met te hoge
toerentallen draait, waardoor het
motorvermogen zal afnemen.
Bij stationair draaiende motor kan
de toerenteller een geleidelijke of
plotselinge toerentalstijging aange-
ven; dit is normaal en vindt plaats,
bijvoorbeeld, als de airconditioning
of de elektroventilateur inschakelt.
Een langzame wijziging in toerental
dient vooral voor het behoud van de
lading van de accu. KOELVLOEISTOFTEMPERA-
TUURMETER MET WAARSCHU-
WINGSLAMPJE VOOR TE HOGE
KOELVLOEISTOF - D (fig. 72 - 73)
Onder normale omstandigheden
staat de wijzernaald in het midden
van de schaal. Als de wijzernaald in
de buurt van de maximale waarden
komt, dan betekent dit dat de motor
overbelast wordt en dat er gas moet
worden teruggenomen.
Het waarschuwingslampje
ugaat
branden als er een te hoge koelvloei-
stoftemperatuur is.
De wijzernaald kan ook in de buurt
van de maximale waarden komen,
terwijl u met hoge buitentemperatu-
ren langzaam rijdt. Het is in dat
geval raadzaam te stoppen en de
motor uit te zetten. Start vervolgens
opnieuw en trap het gaspedaal iets
in.BRANDSTOFMETER - C (fig. 72
- 73)
De brandstofmeter geeft het aantal
liters brandstof aan dat in de tank
aanwezig is.
Het waarschuwingslampje
Kvan
de reservebrandstof gaat branden
als er nog ongeveer 8 liter brandstof
in de tank aanwezig is.
Rijd niet met een bijna lege tank:
door een onregelmatige brandstof-
toevoer kan de katalysator beschadi-
gen.