display Lancia Thesis 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2002Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 125 of 382

121
SYMBOLEN EN BERICHTEN OP
HET MULTIFUNCTIONELE
DISPLAYHierna worden de gecontroleerde
systemen en parameters van de auto
en de bijbehorende symbolen, berich-
ten en storingsmeldingen die op het
multifunctionele display kunnen ver-
schijnen, weergegeven.
In de tabel verschijnt naast elke mel-
ding, de betekenis ervan en de uit te
voeren handeling(en).
De aanwezigheid van sommige sym-
bolen en meldingen hangt af van de
uitvoering en bijbehorende uitrusting
van de auto. De twee afgebeelde schermen
A(sto-
ringsmelding) en B(waarschuwings-
bericht) ( fig. 107) wisselen elkaar af
en zijn voorbeelden van de manier
waarop iets kan worden weergegeven.
fig. 107
L0A0240i
Page 131 of 382

127
Buitentemperatuur (mogelijke ijsvorming)
Lampje/symbool
d
Bericht
LET OP: KANS OP GLADHEID Betekenis van het bericht
De buitentemperatuur is laag en er is kans
op ijsvorming Opmerkingen
Bij bepaalde omge-
vingsomstandigheden
(bruggen, viaducten,
bochten die blootstaan aan wind,
enz.) kan de buitentemperatuur
aan de grond lager zijn dan de
temperatuur ter hoogte van de
sensor en is ijsvorming toch mo-
gelijk. Dit gevaar wordt echter
niet op het display weergegeven.
Airbag
Lampje/symbool
¬
Bericht
DEFECT
IN AIRBAG
DEFECT
IN AIRBAG
ZET DE MOTOR AF,
RIJD NIET VERDER Betekenis van het bericht
Er is een storing geconstateerd
in het airbag-systeem
Er is een storing geconstateerd
in het airbag-systeem
Handeling
Wendt u tot de
Lancia-dealer
Zet de motor uit
en wendt u tot de Lancia-dealer
Page 133 of 382

ASR (anti-slipregeling)
Lampje/symbool
V
Bericht
ASR UITGESCHAKELD
ASR INGESCHAKELD
SYSTEEM NIET BESCHIK-
BAARBetekenis van het bericht
Het systeem is handmatig
uitgeschakeld
Het systeem is handmatig weer
ingeschakeld
Het systeem ijkt zichzelf
Handeling
-
-
-
EBD (elektronische remdrukverdeling
Lampje/symbool
x
>
Bericht
DEFECT IN EBD
ZET DE MOTOR AF,
RIJD NIET VERDER
SYSTEEM NIET BESCHIK-
BAAR Betekenis van het bericht
Het systeem is defect
Het systeem ijkt zichzelf
Handeling
Zet de auto stil en
wendt u tot de
Lancia-dealer
De auto is uitgerust met
een elektronische rem-
drukverdeling (EBD).
Als bij een draaiende motor de
lampjes op het instrumentenpa-
neel
xen >gelijktijdig gaan
branden, en op het multifunctio-
nele display het bericht “STO-
RING IN EBD” verschijnt, dan
kunnen bij hard remmen de
achterwielen vroegtijdig blokke-
ren waardoor de auto kan gaan
slippen.
-
129
Page 136 of 382

132
Lampje/symbool
-
ú
-
à
à
è
Bericht
ADAPTIEVE CRUISE-CON-
TROL UITGESCHAKELD
ADAPTIEVE CRUISE-CON-
TROL INGESCHAKELD
ADAPTIEVE CRUISE-CON-
TROL NIET ACTIEF
DEFECT IN ADAPTIEVE
CRUISE-CONTROL
BEZOEK EEN WERK-
PLAATS
ADAPTIEVE CRUISE CON-
TROL DEFECT: LENS VUIL
BEZOEK EEN WERK-
PLAATS
DEFECT IN ADAPTIEVE
CRUISE-CONTROL
BEZOEK EEN WERK-
PLAATSBetekenis van het bericht
De adaptieve cruise-control
is uitgeschakeld
De adaptieve cruise-control
is ingeschakeld
De adaptieve cruise-control is in-
geschakeld maar niet actief omdat
de snelheid van de auto die voor u
rijdt onder de 30 km/h is gezakt of
omdat het rempedaal is ingetrapt.
De adaptieve cruise-control is de-
fect
Storing in het systeem door
“verblinding” van de adaptieve sen-
sor, veroorzaakt door vuil op de lens
die zich op de antenne bevindt.
De adaptieve cruise-control is de-
fect Handeling
-
-
-
Wendt u tot de
Lancia-dealer
Wendt u tot de Lancia-dealer
Wendt u tot de Lancia-dealer
Adaptieve cruise-control
Voor alle informatie met betrekking tot de symbolen en de berichten die op het display verschijnen tijdens het normale ge-
bruik van het systeem, wordt verwezen naar de paragraaf “Adaptieve cruise- control”.
Page 139 of 382

135
Motoroliedruk
Lampje/symbool
v
èv
Bericht
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
ZET DE MOTOR UIT,
RIJD NIET VERDER
DEFECT IN SENSOR MO-
TOROLIEDRUK BEZOEK
EEN WERKPLAATS Betekenis van het bericht
De motoroliedruk is
onder de normale waarde gezakt
De sensor van de motoroliedruk is
defect
Handeling
Zet de motor uit en wendt u tot de
Lancia-dealer
BELANGRIJK
Als de motor zwaar
belast is geweest dan kan, als de
motor stationair draait, het bericht
op het display verschijnen. Het
moet verdwijnen als licht gas wordt
gegeven
Wendt u zo snel mogelijk tot de Lancia-dealer
Te lage laadstroom naar de dynamo
Lampje/symbool
w
Bericht
DEFECT IN DYNAMO
RIJD LANGZAAM NAAR EEN WERKPLAATSBetekenis van het bericht
De dynamo is defect
waardoor de accu van de auto on- voldoende
wordt opgeladenHandeling
Rijd langzaam naar de Lancia-dealer
Page 151 of 382

147
BELANGRIJKTijdens de automa-
tische werking van de luchtverdeling,
zijn alle lampjes op de toetsen voor de
luchtverdeling gedoofd. U kunt
handmatig een luchtverdeling kiezen.
In dat geval gaat het lampje op de
betreffende toets branden.
De handmatige instellingen hebben
voorrang boven de automatische
instellingen en blijven in het geheu-
gen opgeslagen totdat de gebruiker
de regeling weer overlaat aan de
automatische werking.
Als handmatig een functie wordt
ingesteld, blijven de andere functies
echter automatisch geregeld.
De luchtopbrengst in het interieur is
onafhankelijk van de snelheid van de
auto omdat de luchtopbrengst elek-
tronisch geregeld wordt door de aan-
jager.
De luchttemperatuur in het interi-
eur wordt altijd automatisch gere-
geld (behalve als het systeem is uit-
geschakeld), op basis van de inge-
stelde temperaturen op de displays
van de bestuurder en de passagier
voor/achter. De volgende parameters en functies
kunnen handmatig worden ingesteld
en gewijzigd:
– luchttemperaturen bestuurders-
zijde/passagiersruimte (voor/ach-
ter);
– aanjagersnelheid (traploze rege-
ling);
– luchtverdeling in zeven standen
(bestuurder/passagiers);
– gespreide luchtverdeling;
– inschakeling compressor;
– voorrang niet gescheiden/
gescheiden regeling (voor/achter);
– snelle ontwaseming/ontdooiing;
– luchtrecirculatie;
– automatische/handmatige bedie-
ning van het systeem;
– achterruitverwarming;
– systeem uitschakelen;
– inschakeling bedieningspaneel
achter.
De functie snelle ontwaseming/ont-
dooiing groepeert een aantal handelin-
gen die een snelle ontwaseming/ont- dooiing van zowel de voor- als de ach-
terruit mogelijk maakt.
Iedere keer als het systeem wordt
uitgeschakeld, wordt na het opslaan
van de instellingen en de functies, de
recirculatie ingeschakeld, waardoor
de omstandigheden worden gereali-
seerd voor de werking van het “Dak
met zonnecellen” (indien aanwezig).
Iedere keer als het systeem weer
wordt ingeschakeld, worden de
functies weer hersteld van voor de
uitschakeling, dit geldt niet voor de
functie snel ontwasemen/ontdooien
die wordt uitgeschakeld.
REGELEENHEID KLIMAATRE-
GELING INITIALISEREN
Iedere keer als de accu wordt losge-
koppeld en daarna weer wordt vast-
gekoppeld of de accu wordt opgela-
den als deze volledig leeg was of na
het vervangen van een zekering,
moet voor een correcte werking van
de portiervergrendeling, de klimaat-
regeling en het ESP-systeem, de
handelingen voor het initialiseren
worden uitgevoerd die in de para-
graaf “Accu loskoppelen” in het
hoofdstuk “Noodgevallen” vermeld
staan.
Page 152 of 382

148
1- Keuzetoets automatische werking
van het systeem (bestuurderszijde)
2 - Draaiknop voor regeling van de
interieurtemperatuur (bestuurderszij-
de)
3 - Toets voor inschakeling lucht-
recirculatie (automatisch, altijd
ingeschakeld of uitgeschakeld)
4 - Display ingestelde interieurtem-
peratuur en status van het systeem
(bestuurderszijde)
5 - Display aanjagersnelheid
6 - Display ingestelde interieurtem-
peratuur en status van het systeem
(passagierszijde)
7 - Toets voor uitschakeling air-
compressor
8 - Draaiknop voor regeling lucht-
temperatuur rechtsvoor (passagiers-
zijde)
9 - Keuzetoets automatische werking
van het systeem (passagierszijde)
10 - Keuzetoetsen voor luchtverde-
ling (passagierszijde voor)
11 - Toets voor inschakeling van
het bedieningspaneel achter
BEDIENINGSPANEEL VOOR (fig. 117)
fig. 117L0A0054b
Page 154 of 382

150
Het systeem gebruikt
koelmiddel R134a, dat
voldoet aan de geldende
wetgeving en dat bij lekkage niet
schadelijk is voor het milieu.
Gebruik nooit een ander koel-
middel, omdat andere middelen
ongeschikt zijn voor de compo-
nenten van het systeem.
BEDIENINGSPANEEL ACHTER
(fig. 118)
1 - Draaiknop voor regeling van de
interieurtemperatuur (passagiers-
ruimte achter)
2 - Display ingestelde interieurtem-
peratuur (passagiersruimte achter)
3 - Display aanjagersnelheid 4
- Display status van het systeem
(AUTO, FULL AUTO)
5 - Keuzetoets automatische wer-
king van het systeem (passagiers-
ruimte achter)
6 - Toets voor luchtverdeling naar
beenruimte achterpassagiers
7 - Toets voor het verlagen van de
aanjagersnelheid 8
- Toets voor het verhogen van de
aanjagersnelheid
9 - Toets voor lucht uit luchtroos-
ters middenachter
fig. 118
L0A0101b
Page 155 of 382

151
GEBRUIK VAN DE KLIMAAT-
REGELINGHet systeem kan op verschillende
manieren worden ingeschakeld,
maar wij raden u aan te beginnen
met het indrukken van één van de
toetsen AUTOen vervolgens de
draaiknoppen te draaien om op het
display de gewenste temperaturen in
te stellen.
Omdat het systeem het klimaat in
drie gedeelten in het interieur regelt,
kunnen de bestuurder en de passa-
gier voor/achter verschillende tem-
peratuurwaarden selecteren. Het
maximaal toegestane verschil is 7
° C.
Op deze manier begint het systeem
volledig automatisch te werken en
wordt de ingestelde temperatuur zo
snel mogelijk te bereikt. Het systeem
handhaaft de ingestelde tempera-
tuur door regeling van de tempera-
tuur, de luchthoeveelheid en de
luchtverdeling in het interieur, en
door het regelen van de recirculatie-
functie en inschakeling van de airco-
compressor. Tijdens de volledig automatische
werking van het systeem zijn de
enige vereiste handmatige handelin-
gen, het eventuele inschakelen van
de volgende functies:
– MONO, om de ingestelde tempe-
ratuur en de luchtverdeling aan
bestuurders- en passagierszijde
voor/achter te synchroniseren;
– REAR, voor inschakeling van het
bedieningspaneel achter;
– √, voor uitschakeling aircocom-
pressor: onder deze omstandigheden
werkt het systeem alleen als verwar-
ming;
– luchtrecirculatie, om de recircu-
latie altijd in- of uitgeschakeld te
houden;
– -, voor een snelle ontwase-
ming/ontdooiing van de ruiten voor,
de achterruit, de buitenspiegels en
de ruitensproeiermonden;
– (, voor het ontwasemen/ont-
dooien van de achterruit en de bui-
tenspiegels. Tijdens de volledig automatische
werking van het systeem kunt u op
ieder moment de ingestelde tempe-
raturen, de luchtverdeling en de
aanjagersnelheid met de betreffende
toetsen wijzigen: het systeem zal
automatisch de eigen instellingen
wijzigen en aanpassen aan de nieu-
we vereisten. Als tijdens de volledige
automatische werking ( FULL
AUTO) de luchtverdeling en/of de
luchtopbrengst gewijzigd wordt,
verschijnt het opschrift FULL. Op
deze manier worden de functies niet
langer automatisch geregeld maar
moeten met de hand worden
bediend, totdat u opnieuw de toets
AUTO indrukt. De aanjagersnelheid
is voor alle gedeelten hetzelfde en
kan ook worden gewijzigd met de
bedieningstoetsen achter, indien
beschikbaar.
Als één of meerdere functies hand-
matig zijn ingesteld, blijft de tempe-
ratuur van de in het interieur inge-
voerde lucht automatisch door het
systeem geregeld, behalve bij uitge-
schakelde compressor: in deze situ-
atie kan de temperatuur van de in
het interieur ingevoerde lucht niet
lager zijn dan de buitentemperatuur.
Page 156 of 382

152
BEDIENINGSORGANEN
Draaiknoppen voor regeling
luchttemperatuur (2, 8 fig. 117 -
1 fig. 118)Als u de knoppen naar links of
naar rechts draait, verhoogt of ver-
laagt u de luchttemperatuur respec-
tievelijk in het gedeelte linksvoor
(draaiknop 2 fig. 117), rechtsvoor
(draaiknop 8 fig. 117) of achter
(draaiknop 1 fig. 118) van het inte-
rieur.
Omdat het systeem het klimaat in
drie gedeelten in het interieur regelt,
kunnen de bestuurder en de passagier
voor/achter verschillende tempera-
tuurwaarden selecteren. Het maximaal
toegestane verschil is 7 °
C.
U kunt kiezen voor regeling in de
passagiersruimte voor of voor rege-
ling in passagiersruimte achter; als
het lampje op de knop REAR
gedoofd is, is de temperatuurrege-
ling aan passagierszijde voor inge-
schakeld; als u op de knop REAR
drukt (lampje op de knop brandt),
wordt het bedieningspaneel achter
geactiveerd. De ingestelde temperaturen ver-
schijnen op de displays bij de respec-
tievelijke knoppen.
Als u toets 16(MONO - fig. 117)
indrukt, wordt de temperatuur en de
luchtverdeling aan bestuurderszijde
en in de passagiersruimte voor/ach-
ter automatisch gesynchroniseerd,
waarna u de temperatuur in de twee
gedeelten met de draaiknop aan
bestuurderszijde 2 (fig. 117)kunt
regelen. Met deze functie kan de
temperatuur in het interieur makke-
lijk geregeld worden, als alleen de
bestuurder in de auto zit. De
gescheiden regeling van de tempera-
tuur en de luchtverdeling wordt
automatisch weer hervat als u draai-
knop 8 (fig. 117) of 1 (fig. 118)
draait of nogmaals op toets 16
(MONO - fig. 117) drukt als het
lampje op de toets brandt.
Als u de toetsen helemaal naar
rechts of helemaal naar links draait,
tot aan de uiterste waarden HIof
LO, wordt respectievelijk de functie
van de maximale verwarming of de
maximale koeling ingeschakeld: – Functie
HI(maximale verwar-
ming): wordt ingeschakeld als de
draaiknop van de temperatuur naar
rechts wordt gedraaid, voorbij de
maximale waarde (32 °C). Deze
functie kan worden geactiveerd voor
alleen de bestuurderszijde of de pas-
sagiersruimte (voor/achter) of voor
beide zijden (ook door de functie
MONO te selecteren).
Deze functie kan worden ingescha-
keld als u de lucht in het interieur zo
snel mogelijk wilt verwarmen, waar-
bij maximaal gebruik gemaakt wordt
van de mogelijkheden van het sys-
teem. Deze functie maakt gebruik
van de maximale temperatuur van
de motorkoelvloeistof, terwijl de
luchtverdeling en de snelheid van de
aanjager door het systeem worden
ingesteld op basis van de omgevings-
omstandigheden. Als de motorkoel-
vloeistof niet warm genoeg is, scha-
kelt het systeem niet onmiddellijk de
maximale aanjagersnelheid in, om de
toevoer van te koude lucht in het
interieur te beperken.
Als deze functie is ingeschakeld,
zijn alle handmatige instellingen
toegestaan.