alarm Lancia Thesis 2003 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2003, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2003Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 2 of 382

2.0 TB2.42.4 AUT. 2.4 JTD3.0 V6 AUT.
Inhou\f bran\f\btoftank liter
Re\berve liter
De benzinemotoren zijn uit\bluiten\f ge\bchikt voor loo\fvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON.
De \fie\belmotoren zijn uit\bluiten\f ge\bchikt voor \fie\belbran\f\btof voor motorvoertuigen ( \bpecificatie EN590) .
2.0 TB 2.42.4 AUT. 2.4 JTD3.0 V6 AUT.
Motorolie (hoeveelhei\f voor
perio\fieke verver\bing -
carter en oliefilter) liter
#Verontreinig het milieu niet met afgewerkte olie.
WEGWIJS IN UW AUTO\u
Veilig en milieu-bewu\bt rij\fen .............. 2
Signalen correct gebruik van \fe auto .... 6
Symbolen..................\u..................\u.......... 7
Inhou\f ..................\u..................\u............. 11
Da\bhboar\f ..................\u..................\u....... 12
Telematica-info\by\bteem CONNECT ...... 14
Start-/contact\blot ..................\u............... 24
Lancia CODE ..................\u..................\u.. 26
Dief\btalalarm ..................\u..................\u... 39
Ea\by Entry/Exit ................................... 43
Herkenning\b\by\bteem
(Keyle\b\b Sy\btem) ..................\u................ 44
Portieren ..................\u..................\u.......... 55
Zitplaat\ben voor ..................\u................. 60
Zitplaat\ben achter ..................\u.............. 66
Stuurwiel ..................\u..................\u......... 70
Achteruitkijk\bpiegel ..................\u........... 70
Elektri\bche ruitbe\fiening ..................\u... 73
Veilighei\f\bgor\fel\b ..................\u............... 76
Kin\feren veilig vervoeren ..................\u... 81
Airbag\b voor en zij-airbag\b ..................\u. 87
Be\fiening\b\bchakelaar buitenverlichting en
hen\fel\b aan het \btuur ..................\u......... 97
In\btrumentenpaneel ..................\u........... 105
In\btrumenten ..................\u..................\u... 107
Controlelampje\b en mel\fingen op het in\btru-
mentenpaneel ..................\u..................\u... 115
Klimaatregeling ..................\u................. 142
Aircon\fitioning, automati\bch ............... 146
Hulpverwarming ..................\u................ 162
Be\fiening\bknoppen ..................\u............ 172
Han\fge\bchakel\fe ver\bnelling\bbak ......... 179
Elektroni\bch geregel\fe autom. ver\bnelling\b -
bak (COMFORTRONIC) ..................\u.... 180
ESP en ASR ..................\u..................\u..... 189
Crui\be-control (\bnelhei\f\bregelaar) ........ 194
A\faptieve crui\be-control (ACC) ............ 197 Parkeer\ben\bor ..................\u..................\u.. 203
Interieuruitru\bting ..................\u.............. 208
Open\fak met zonnecellen ..................\u... 218
Bagageruimte ..................\u..................\u... 223
Motorkap ..................\u..................\u......... 233
Dop van bran\f\btoftank ..................\u....... 234
Imperiaal/\bki\frager ..................\u........... 236
Koplampen ..................\u..................\u...... 237
EOBD-SYSTEEM
(benzine-uitvoeringen) ..................\u....... 240
ABS ..................\u..................\u................. 241
Autora\fio ..................\u..................\u........ 243
GEBRUIK VAN DE AUTO
EN PRAKTISCHE TIPS\u
Motor \btarten ..................\u..................\u... 246
Motor uitzetten ..................\u..................\u 250
Veilig rij\fen ..................\u..................\u..... 250
Ko\btenbe\bparing en beperking van
uit\btoot van \bcha\felijke uitlaatga\b\ben ... 256
Economi\bch en
milieubewu\bt rij\fen ..................\u............ 258
Trekken van aanhanger\b ..................\u.... 260
Winterban\fen ..................\u..................\u.. 263
Sneeuwkettingen ..................\u................ 264
Auto langere tij\f \btallen ..................\u..... 265
Nuttige acce\b\boire\b ..................\u.............. 266
NOODGEVALLEN
Noo\f\btart ..................\u..................\u......... 267
Starten met een hulpaccu ..................\u... 268
Rollen\f \btarten ..................\u..................\u. 269
Een lekke ban\f ..................\u..................\u 270
Wiel verwi\b\belen ..................\u................. 271
Een gloeilamp vervangen ..................\u... 275
Defecte buitenverlichting ..................\u.... 279
Defecte interieurverlichting ..................\u 290
Een \foorgebran\fe zekering ..................\u 295
Accu lo\bkoppelen ..................\u................ 305
Een lege accu ..................\u..................\u... 307
Het \blepen van \fe auto ..................\u....... 308
Het opkrikken van \fe auto ..................\u. 310Bij een ongeval ..................\u..................\u. 311
ONDERHOUD VAN DE AUTO
Geprogrammeer\f on\ferhou\f ................ 313
On\ferhou\f\b\bchema ..................\u............ 314
Jaarlijk\b in\bpectie\bchema ..................\u.... 316
Aanvullen\fe werkzaamhe\fen ............... 317
Niveau\b controleren..................\u............. 320
Luchtfilter ..................\u..................\u....... 329
Die\belfilter (uitvoeringen 2.4 JTD) ....... 329
Stof-/pollenfilter ..................\u................ 330
Accu ..................\u..................\u................ 330
Elektroni\bche regeleenhe\fen ................. 334
Bougie\b ..................\u..................\u............ 334
Wielen en ban\fen ..................\u............... 335
Rubber \blangen ..................\u..................\u 337
Ruitenwi\b\ber\b ..................\u..................\u... 337
Koplamp\bproeier\b ..................\u.............. 339
Aircon\fitioning ..................\u..................\u 339
Carro\b\berie ..................\u..................\u....... 340
Interieur .................\u..................\u............ 342
TECHNISCHE GEGEVENS
I\fentificatiegegeven\b ..................\u.......... 344
Motorco\fe\b - Carro\b\berie-uitvoeringen .. 345
Motor ..................\u..................\u............... 346
In\bpuiting - ont\bteking ..................\u....... 347
Tran\bmi\b\bie..................\u..................\u....... 348
Remmen ..................\u..................\u........... 348
Wielophanging ..................\u..................\u. 349
Stuurinrichting ..................\u..................\u. 350
Wielen..................\u..................\u............... 351
Pre\btatie\b ..................\u..................\u.......... 354
Afmetingen ..................\u..................\u...... 355
Gewichten.................\u..................\u.......... 356
Vulling\btabel ..................\u..................\u..... 357
Smeermi\f\felen en vloei\btoffen ............. 358
Bran\f\btofverbruik ..................\u.............. 360
CO
2-emi\b\bie via \fe uitlaat ..................\u.. 361
Fiat Auto Ne\ferlan\f B.V.
BANDENSPANNING IN KOUDE TO\uESTAND (bar) (behalve wi\unterban\fen)
Druknummer. 603.45.372 - VII/2002 - 2 e
e\fitie - Ge\frukt \foor Drukkerij Hoogcar\bpel B.V. (NL)
Ein\fre\factie Satiz - Turijn
215/60 R16 95W
215/60 ZR16 95W
225/50 R17 94W (*)
225/50 ZR17 94W (*)
2,3
2,3
215/60 R16 95W
215/60 ZR16 95W
225/50 R17 94W (*)
225/50 ZR17 94W (*)
2,3
2,3 215/60 R16 95W
215/60 ZR16 95W
225/50 R17 94W (*)
225/50 ZR17 94W (*)
2,3
2,3 215/60 R16 95W
215/60 ZR16 95W
225/50 R17 94W (*)
225/50 ZR17 94W (*)
2,3
2,3 215/60 R16 95W
215/60 ZR16 95W
225/50 R17 94W (*)
225/50 ZR17 94W (*)
2,3
2,3
MOTOROLIE VERVERSEN
5,50 5,50
5,505,50 5,90
BRANDSTOF TANKEN
75
10 75
10
75
1075
10 75
10
2.0 TB
2.42.4 AUT. 2.4 JTD3.0 V6 AUT.
Ban\fen voor
en achter
Geringe bela\fing bar
Volbela\fen \u bar
( *) Niet ge\bchikt voor \bneeuwkettingen.
Bij warme ban\fen moet \fe ban\fen\bpanning 0,3 bar hoger zijn \fan \fe voorge\bchreven waar\fe.
603.45.372 Thesis \1II e III NL:603.45\1.372 Thesis II e I\1II NL 12\f01\f10 14:3\16 Pagi\ba 1
Page 31 of 382

27
Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelco-
de de reeds opgeslagen
sleutelcodes niet opnieuw wor-
den ingevoerd, worden ze uit het
geheugen gewist, zodat eventueel
verloren of gestolen sleutels niet
meer gebruikt kunnen worden
voor het starten van de motor. BELANGRIJK
Als het symbool Y
tijdens het rijden gaat branden:
1) Als het symbool gaat branden en
het bericht “DEFECT BEVEILI-
GINGSSYSTEEM VOERTUIG” ver-
schijnt, dan betekent dit dat het sys-
teem zichzelf controleert (bijv. bij
een vermindering van de spanning).
Zodra de auto stilstaat kan de sys-
teemtest worden uitgevoerd: zet de
motor uit, draai de contactsleutel in
stand STOP en vervolgens weer in
stand MAR: het symbool gaat bran-
den en moet na ongeveer 1 seconde
doven. Als het symbool blijft bran-
den, dan moet de gehele procedure
herhaald worden, waarbij de con-
tactsleutel ten minste 30 seconden in
stand STOP moet blijven. Als het
symbool blijft branden, wendt u dan
tot de Lancia-dealer.
2) Als het symbool blijft branden,
wordt de code niet herkend. In dat
geval raden wij u aan de sleutel in
stand STOP en vervolgens in stand
MAR te draaien; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan
opnieuw met de andere geleverde
sleutels. Als de motor nog niet aan-
slaat, voer dan zelf een noodstart uit
(zie het hoofdstuk “Noodgevallen”)
en wendt u tot de Lancia-dealer. DE SLEUTELS
Bij de auto worden twee exempla-
ren van de sleutel A(fig. 7 ) geleverd
met uitklapbare metalen baard met
ingebouwde afstandsbediening voor
het op afstand ver-/ontgrendelen
van de portieren, het openen van het
kofferdeksel en het in-/uitschakelen
van het diefstalalarm.
fig. 7
L0A0022b
Page 32 of 382

28
De sleutel dient voor:– het start-/contactslot;
– het ontgrendelen van het stuur-
slot;
– de sloten van de voorportieren;
– het dead lock-systeem;
– het op afstand ver-/ontgrendelen
van de portieren
– het kofferdekselslot;
– het op afstand ver-/ontgrendelen
van het kofferdekselslot;
– het op afstand openen van het
kofferdeksel;
– het diefstalalarm;
– de uitschakeling van de airbag
aan passagierszijde;
– de uitschakeling van de zij-air-
bags achter;
– het openen/sluiten van de zijrui-
ten en het opendak. Om schade aan de elek-
tronische schakelingen in
de sleutels te voorkomen,
mogen de sleutels niet aan direc-
te zonnestraling worden blootge-
steld. CODE-card
Samen met de sleutels hebt u een
CODE-card ( fig. 8) ontvangen
waarop staat aangegeven:
A - de elektronische code voor het
uitvoeren van een noodstart.
B - de mechanische code van de
sleutels, die bij aanvraag van dupli-
caatsleutels aan de Lancia-dealer
moet worden meegedeeld.
C en D - vakjes voor het aanbren-
gen van de codesticker van de
afstandsbediening van het diefstal
alarm.
In het menu van het CONNECT
kan het systeem zo worden ingesteld
dat als de knop voor het ontgrende-
len van de portieren wordt inge-
drukt, alleen het bestuurdersportier
wordt ontgrendeld of alle portieren.
Zie voor de werking van de sleutel
met afstandsbediening en de moge-
lijke instellingen de volgende para-
graaf “Diefstalalarm”.
BELANGRIJK Als de betreffende
functie is ingeschakeld via het menu
van het CONNECT, ontgrendelt het
kofferdekselslot als de portieren cen-
traal worden ontgrendeld.
fig. 8
L0A0023b
Page 33 of 382

29
De codes op de CODE-card moeten
op een veilige plaats worden opge-
borgen, niet in de auto.
Wij raden u aan de elektronische
code van de CODE-card altijd bij u
te hebben omdat deze onmisbaar is
voor het uitvoeren van een nood-
start.
Als de auto wordt ver-
kocht, moeten alle sleu-
tels en de CODE-card
overhandigd worden aan de
nieuwe eigenaar. De sleutel is voorzien van
(fig.
9):
– een metalen baard Adie in de
handgreep van de sleutel kan wor-
den opgeborgen;
– knopje Bvoor het uitklappen van
de metalen baard;
– knopje Cvoor het op afstand ont-
grendelen van de portieren en het
gelijktijdig uitschakelen van het
diefstalalarm;
– knopje Dvoor het op afstand ver-
grendelen van de portieren en het
gelijktijdig inschakelen van het
diefstalalarm;
– knopje Evoor het op afstand
openen van het kofferdeksel; – lampje
Fgeeft aan dat de code
naar de ontvanger van het diefstal-
alarm is verzonden.
als u knopje Ceven ingedrukt
houdt (langer dan 2 seconden), wor-
den de ruiten en het opendak geo-
pend om het interieur te ventileren:
het openen stopt als u de knop weer
loslaat.
Op dezelfde manier kan opdracht
worden gegeven om de ruiten en het
opendak te sluiten bij het vergrende-
len van de portieren, door langer
dan 2 seconden knopje Dvoor het
op afstand vergrendelen van de por-
tieren in te drukken, totdat de ruit
en het opendak geheel gesloten zijn.
Het sluiten van de ruiten en het
opendak stopt zodra u knopje D
loslaat.
Als u binnen 1 seconde nogmaals
knopje Dindrukt, wordt het dead
lock-systeem ingeschakeld (zie de
paragraaf “Portieren”).
fig. 9
L0A0024b
Page 35 of 382

31
AfstandsbedieningDe afstandsbediening is in de sleu-
tel ingebouwd en uitgerust met drie
knopjes C, D en E (fig. 9) en een
lampje F. Met de knopjes kunnen de
portieren en het kofferdekselslot
centraal worden ver-/ontgrendeld;
het lampje knippert als de zender de
code naar de ontvanger zendt. Deze
code (rolling code) wijzigt telkens
als de zender wordt gebruikt.
Om de portieren op afstand te ont-
grendelen moet u op knopje C (fig.
9) drukken. De portieren ontgrende-
len en de richtingaanwijzers knippe-
ren twee maal. Om de portieren cen-
traal te vergrendelen moet u op
knopje Ddrukken. De portieren ver-
grendelen en de richtingaanwijzers
knipperen één maal. Als u op knop-
je Cdrukt, ontgrendelen de portie-
ren en als binnen 30 seconden geen
enkel portier of het kofferdeksel
wordt geopend, worden de portieren
automatisch weer vergrendeld. Als u op knopje
Cdrukt, schakelt
ook het diefstalalarm uit. Als u op
knopje Ddrukt, schakelt het diefstal-
alarm in en knippert het lampje Fop
de sleutel als de zender de code naar
de ontvanger stuurt. Deze code (rol-
ling code) wijzigt telkens als de zen-
der wordt gebruikt.
BELANGRIJK Als de batterij van
de afstandsbediening leeg is, gaat op
het display op het instrumentenpa-
neel het symbool Ybranden en ver-
schijnt het bericht "BATTERIJ
ELEKTR. SLEUTEL LEEG". In
dat geval moet de batterij zo snel
mogelijk worden vervangen volgens
de aanwijzingen die hierna vermeld
staan. BELANGRIJK
De werking van de
afstandsbediening is van verschil-
lende factoren afhankelijk, zoals de
eventuele aanwezigheid van elektro-
magnetische golven die door externe
bronnen worden uitgezonden, de
batterijlading en de aanwezigheid
van metalen voorwerpen in de nabij-
heid van de sleutel en de auto. Het
blijft altijd mogelijk de handelingen
te verrichten met de metalen baard
van de sleutel.
Page 36 of 382

32
FUNCTIES VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met de afstandsbediening kunnen enkele functies door de gebruiker of door de Lancia-dealer worden gewijzigd in het
instelmenu van het CONNECT. In de volgende tabel staan de mogelijkheden vermeld die het systeem biedt, en de instel-
lingen van de auto als deze aan de klant wordt overhandigd.
Functie
Centrale portierontgrendeling
(richtingaanwijzers knipperen
twee keer kort)
Bediening van de afstands -
bediening
Knopje C (fig. 9) kort
indrukken
Knopje Ctwee keer kort
indrukken (binnen 1 secon-
de)
Knopje
Ceven ingedrukt
houden (langer dan 2 secon-
den) Standaardinstellingen
– Uitschakeling diefstalalarm
– Ontgrendeling van alle por-
tieren en het kofferdeksel
– Uitschakeling dead lock-
systeem (indien ingeschakeld)
– Inschakeling plafondlamp-
jes gedurende ongeveer 30
seconden of totdat de sleutel
in stand MARwordt gedraaid
– Ontgrendeling van alle por-
tieren
– Openen van de ruiten en
het opendak (tot
volledige opening of totdat
het knopje wordt losgelaten) Instelbare functies
– Ontgrendeling bestuurders -
portier
– Kofferdeksel altijd vergren-
deld
Page 37 of 382

33
Standaardinstellingen
– Inschakeling diefstalalarm
– Vergrendeling van alle portie-
ren en het kofferdeksel
– Uitschakeling van de pla-
fondlampjes
– Inschakeling dead lock-sys-
teem
– Sluiten van de ruiten en
het opendak (tot volledige
sluiting of totdat het knopje
wordt losgelaten)
– Uitschakeling van de pla-
fondlampjes
– Uitschakeling alarm koffer-
deksel
– Ontgrendeling kofferdeksel-
slot
– Uitschakeling alarm koffer-
deksel
– Ontgrendeling kofferdeksel-
slot en openen kofferdekselInstelbare functiesFunctie
Centrale portiervergrendeling
(richtingaanwijzers knipperen
één keer lang)
Ontgrendeling kofferdekselslot
en openen kofferdeksel
(richtingaanwijzers knipperen
twee keer)
Bediening van de
afstandsbediening
Knopje D (fig. 9) één keer
kort indrukken
Knopje Dtwee keer kort
indrukken (binnen 1 seconde)
Knopje Deven ingedrukt
houden (langer dan 2 secon-
den)
Knopje
E (fig. 9) één keer
kort indrukken
Knopje Eeven ingedrukt
houden (langer dan 1 seconde)
Page 41 of 382

37
KOFFERDEKSEL OPENENHet kofferdeksel kan, ook bij inge-
schakeld alarm, op afstand worden
geopend door knopje E (fig. 9) in te
drukken.
Als u één keer kort op de knop
drukt, schakelt de bewaking van het
kofferdeksel uit en wordt het koffer-
dekselslot ontgrendeld. Het koffer-
deksel kan vervolgens van buitenaf
worden geopend door de knop op
het kofferdeksel in te drukken. Als u
de knop langer indrukt (meer dan 1
seconde), schakelt de bewaking van
het kofferdeksel uit en komt het
kofferdeksel gedeeltelijk omhoog.
Als het kofferdeksel wordt geo-
pend, knipperen de richtingaanwij-
zers twee keer. Als u het kofferdeksel opent, scha-
kelt het diefstalalarm de bewakings-
sensor van de bagageruimte uit en
knipperen de richtingaanwijzers
twee keer (behalve bij sommige uit-
voeringen/bepaalde markten).
Als u het kofferdeksel weer sluit
moet u, om het slot weer te vergren-
delen en de bewakingsfuncties te
herstellen, knopje D(fig. 9) indruk-
ken; de richtingaanwijzers knippe-
ren één keer (behalve bij sommige
uitvoeringen/bepaalde markten).
Als na het commando voor het ont-
grendelen van het kofferdekselslot,
het kofferdeksel niet binnen 30
seconden wordt geopend, wordt het
slot opnieuw vergrendeld en het
diefstalalarm weer ingeschakeld. FUNCTIES DIE AUTOMATISCH
WORDEN INGESCHAKELD
Het systeem kan deze functies
(instellingen die niet gewijzigd kun-
nen worden) automatisch regelen:
– vergrendeling van de portieren en
het kofferdeksel en uitschakeling
van de plafondverlichting als na het
ontgrendelen van het kofferdeksel-
slot niet binnen 30 seconden het
kofferdeksel wordt geopend;
– ontgrendeling van alle portierslo-
ten bij een ongeval waarbij de veilig-
heidsschakelaar in werking treedt;
– ontgrendeling kofferdekselslot en
openen kofferdeksel via de knop in
de auto;
– openen/sluiten van de portieren
via de knoppen in de auto;
– uitschakelen van alle functies als
de sleutel in stand STOPwordt
gedraaid met uitzondering van de
voeding van de autoradio, de elektri-
sche ruitbediening, het opendak, en
de interieurverlichting totdat de por-
tieren geopend worden;
– geleidelijk gaan branden/doven
van de interieurverlichting;
– zichtbare signalering van de staat
van het kofferdeksel, open of geslo-
ten.
Page 43 of 382

39
EXTRA SLEUTELS MET
AFSTANDSBEDIENING
BESTELLENDe ontvanger kan in totaal 8 sleu-
tels met ingebouwde afstandsbedie-
ning herkennen. Als u om welke
reden dan ook een nieuwe sleutel
met afstandsbediening nodig hebt,
moet u zich tot de Lancia-dealer
wenden. Hierbij moeten de CODE-
card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegeno-
men.DIEFSTALALARM
Het systeem bestaat uit:
– een zender met radiofrequentie
(in de contactsleutel ingebouwd);
– een ontvanger met radiofrequen-
tie;
– een elektronische regeleenheid
met ingebouwde uitschakelbare sire-
ne;
– uitschakelbare bewegingssen-
soren;
– uitschakelbare kantelsensor.
Het diefstalalarm wordt bediend
via een ontvanger en in-/uitgescha-
keld met de in de sleutel ingebouw-
de afstandsbediening die een ver-
sleutelde variabele code verzendt. Het diefstalalarm beveiligt tegen:
– het ongeoorloofd openen van por-
tieren, motorkap en kofferdeksel
(omtrekbeveiliging);
– het bedienen van het start-/con-
tactslot;
– het doorknippen van de accuka-
bels;
– de aanwezigheid van bewegende
voorwerpen in het interieur (volu-
metrische beveiliging);
– het eventueel optillen/kantelen
van de auto.
BELANGRIJK De startblokkering
wordt uitgevoerd door de Lancia
CODE en wordt automatisch inge-
schakeld als de contactsleutel uit het
slot wordt genomen.
fig. 14
L0A0097b
Page 44 of 382

40
ALARM INSCHAKELENRicht bij gesloten portieren, koffer-
deksel en motorkap en met uitgeno-
men contactsleutel, de sleutel met af-
standsbediening in de richting van de
auto. Druk vervolgens op knopje B
( fig. 14) en laat het knopje weer los.
Bij de meeste uitvoeringen geeft het
systeem een akoestisch signaal
(“BIEP”), gaan de richtingaanwijzers
ongeveer 1 seconde branden en wordt
de portiervergrendeling ingeschakeld.
Het inschakelen van het alarm
wordt voorafgegaan door een zelf-
diagnose. Als het systeem een storing
vindt, dan klinkt nogmaals een akoes-
tisch signaal (“BIEP”). Als u vervol-
gens de sleutel in stand MARdraait,
verschijnt op het display het symbool
Y met het bericht “ALARM DE-
FECT”.
BELANGRIJK Als de portieren met
de metalen baard van de sleutel cen-
traal worden vergrendeld, schakelt
het alarm niet in. Bewaking
Als na het inschakelen van het dief-
stalalarm de rode afschriklampjes A
( fig. 15) op de panelen van de voor-
portieren gaan knipperen, dan geeft
dit aan dat het systeem de auto be-
waakt. De lampjes knipperen zolang
de bewakingsfase actief is.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm verschilt per land. Zelfdiagnose en portieren,
motorkap en kofferdeksel
controleren
Als een tweede akoestisch signaal
wordt gehoord, nadat het alarm is in-
geschakeld, dan moet het systeem met
knopje A(fig. 14 ) worden uitgescha-
keld. Controleer vervolgens of de por-
tieren, het kofferdeksel en de motor-
kap goed gesloten zijn en schakel het
systeem met knopje Bweer in.
Als de portieren, de motorkap en het
kofferdeksel niet goed gesloten zijn,
worden ze niet door het diefstalalarm
gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, mo-
torkap en kofferdeksel het geluidssig-
naal wordt herhaald, dan is door de
zelfdiagnose van het systeem een sto-
ring gesignaleerd in de werking van
het systeem. Wendt u in dat geval tot
de Lancia-dealer.
fig. 15
L0A0029b