air filter Lancia Voyager 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2011Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 180 of 376
AUDIOBEDIENINGSELEMENTEN OP STUUR(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 225
Bediening van de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Cd-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
ONDERHOUD VAN CD/DVD-SCHIJFJES . . . . . . 225
RADIOWEERGAVE EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 HANDMATIG SYSTEEM VOORAIRCONDITIONING EN VERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 226
HANDMATIGE KLIMAATREGELING ACHTERIN (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
AUTOMATISCHE TEMPERATUURREGELING (ATC)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 231
RIJDEN IN DE ZOMER . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
RIJDEN IN DE WINTER . . . . . . . . . . . . . . . . 239
STALLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
RUITONTWASEMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
LUCHTINLAAT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
AANWIJZINGEN VOOR BEDIENING . . . . . . . 240
Aircoluchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
174
Page 197 of 376
Indicator laag peilruitenvloeistof Dit lampje gaat branden om
aan te geven dat het peil
van de ruitenvloeistof laagis.
Controlelampje Wait To Start — alleen dieselmotoren Het controlelampje Wait To
Start (wacht met starten) gaat
branden als u het contact voor het
eerst inschakelt. Wacht met het star-
ten van de motor tot het controle-
lampje Wait To Start is gedoofd.
(Raadpleeg "Startprocedures" in
"Starten en rijden" voor meer infor-matie).
Lampje Water in brandstof — alleen dieselmotoren
Geeft aan dat er water is
gedetecteerd in het brand-
stoffilter. Als dit lampje
blijft branden, mag u de
auto NIET starten voordat u het water
uit het brandstoffilter hebt afgetapt
om schade aan de motor te voorko-
men. Raadpleeg “Onderhoudsproce-
dures/brandstof aftappen/waterfil- ter” in “Onderhoud van uw auto”
voor de procedure voor het aftappen
van water.
Rode verklikkerlampjes EVIC
In dit vlak worden instelbare rode ver-
klikkerlampjes weergegeven. Deze
verklikkerlampjes bevatten:
Portier open
Dit lampje gaat branden om
aan te geven dat een of
meerdere portieren moge-
lijk open zijn.
Waarschuwingslampje oliedruk Dit indicatielampje duidt een
te lage oliedruk aan. Het
lampje hoort even kort te branden
terwijl de motor wordt gestart. Als het
lampje tijdens het rijden gaat bran-
den, zet de auto dan veilig stil en zet
de motor zo snel mogelijk af. Als het
lampje aangaat, klinkt er een geluids-ignaal.
Start de motor pas opnieuw wanneer
het probleem is verholpen. Dit lampje
geeft geen indicatie over het motor-
oliepeil. Het oliepeil moet u controle-
ren in de motorruimte. Lampje laadsysteem
Dit lampje geeft informatie
over het functioneren van het
laadsysteem. Het lampje zal gaan
branden wanneer u het contact de
eerste keer inschakelt en kort blijven
branden om het lampje te controleren.
Als het lampje blijft branden of gaat
branden tijdens het rijden, schakelt u
de elektrische apparaten die niet
noodzakelijk zijn voor het rijden uit of
u verhoogt het toerental (als de motor
stationair draait). Als het controle-
lampje van de laadstroom blijft bran-
den, doet zich een probleem met het
laadsysteem voor. Laat de auto dan
ONMIDDELLIJK CONTROLEREN.
Neem contact op met een erkende
dealer.
Wanneer met startkabels moet wor-
den gestart, raadpleeg dan "Starten
met startkabels" onder "Wat doen in
geval van nood".
191
Page 246 of 376
AANWIJZINGEN VOOR BEDIENINGAircoluchtfilter
Bij voertuigen met automatische tem-
peratuurregeling (ATC) wordt het
stof en stuifmeel in de buitenlucht
uitgefilterd. Raadpleeg "Airconditio-
ning" in "Onderhoud van uw voer-
tuig" voor aanwijzingen over het ver-
vangen van het filter.240
Page 317 of 376
7
ONDERHOUD VAN UW AUTO
MOTORCOMPARTIMENT — 3,6 L . . . . . . . . . . . 313
MOTORCOMPARTIMENT — 2,8L DIESEL . . . . . 314
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II . . . . . . . 315
VERVANGINGSONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . 315
ONDERHOUDSPROCEDURES . . . . . . . . . . . . . . 315 MOTOROLIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Motoroliefilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
LUCHTREINIGINGSFILTERBENZINEMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
ACTIEVE REGENERATIESTRATEGIE – 2,8L DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
UITLAATSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
ONDERHOUDSVRIJE ACCU . . . . . . . . . . . . . 319
ONDERHOUD VAN DE AIRCONDITIONING
. . 319
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN . . . . . . 321
WISSERBLADEN VOORRUITWISSERS . . . . . 321
KOELSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
REMMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . 327
VERZORGING VAN DE AUTO EN BESCHERMING TEGEN ROEST . . . . . . . . . . 328
311
Page 322 of 376
LET OP!(Vervolgd)
Uw auto is geproduceerd met ver-
beterde vloeistoffen, waardoor de
prestaties en duurzaamheid van
uw auto behouden blijven en er
langere onderhoudsintervallen
mogelijk zijn. Gebruik geen che-
micaliën voor het spoelen van
deze onderdelen, omdat de chemi-
caliën uw motor, versnellingsbak,
stuurbekrachtiging of airconditio-
ning kunnen beschadigen. Derge-
lijke schade wordt niet gedekt
door de beperkte garantie van een
nieuw voertuig. Als het nodig is
om te spoelen vanwege een sto-
ring, gebruik daarvoor dan alleen
de voorgeschreven vloeistof.
MOTOROLIE
Motoroliepeil controleren
Om een optimale smering van de mo-
tor te waarborgen, moet het juiste mo-
toroliepeil gehandhaafd blijven. Con-
troleer het oliepeil daarom
regelmatig, bijvoorbeeld bij elketankstop.
Het ideale tijdstip voor een controle
van het motoroliepeil is ca. 5 minuten nadat u een bedrijfswarme motor
hebt afgezet, of ‘s ochtends voordat u
de motor de eerste keer start.
Controleer het oliepeil als de auto op
een vlakke ondergrond staat. Zo
krijgt u een meer nauwkeurige me-
ting. Het oliepeil moet gehandhaafd
blijven tussen de MIN en MAX merk-
tekens op de peilstok. Als bij deze
motoren 1 liter olie wordt bijgevuld
als de olie bij het MIN-merkteken
staat, komt het oliepeil tot aan hetMAX-merkteken.
LET OP!
Door te vullen met te veel of te wei-
nig motorolie kan schuimvorming
optreden of is er te weinig oliedruk.
Dat kan leiden tot motorschade.
Motorolie verversen - allemotoren
Het indicatiesysteem "Olie verversen"
herinnert u eraan dat uw auto een
onderhoudsbeurt nodig heeft. Raad-
pleeg "Onderhoudsschema" voor
meer informatie over dit systeem. Keuze van motorolie – 3,6-litermotor
Geheel synthetische motorolie SELE-
NIA K Power met viscositeitsgraad
SAE 5W-30 die voldoet aan de kwali-
ficatie FIAT 9.55535, API SN, ILSAC
GF-5 of een gelijkwaardig product.
Keuze van de motorolie –
2,8-liter-dieselmotor
Geheel synthetische motorolie SELE-
NIA MULTIPOWER C3 met viscosi-
teitsgraad SAE 5W-30 die voldoet aan
de kwalificatie FIAT 9.55535, API
SM/CF, ACEA C3 of een gelijkwaar-
dig product.
Synthetische motorolie
U mag synthetische motorolie gebrui-
ken mits de olie voldoet aan de aan-
bevolen kwaliteitsnormen en u de
aanbevolen verversingsintervallen
voor olie en oliefilter in acht neemt.
Additieven voor motorolie
Voeg geen andere additieven toe aan
de motorolie, behalve kleurstoffen om
lekken op te sporen. Motorolie is een
geavanceerd en hoogwaardig product
waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed.
316
Page 326 of 376
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditi-
oning niet met chemicaliën, omdat
daardoor de onderdelen van de air-
conditioning beschadigd kunnen ra-
ken. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie
van een nieuw voertuig.WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitenddoor de fabrikant goedgekeurde
compressorsmeermiddelen en
koelmiddelen. Sommige niet-
goedgekeurde koelmiddelen zijn
ontvlambaar, kunnen ontploffen
en ernstig letsel veroorzaken. An-
dere niet-goedgekeurde koelmid-
delen of smeermiddelen kunnen
de werking verstoren en hoge re-
paratiekosten veroorzaken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het aircosysteem bevat een koel-
vloeistof onder hoge druk. Om let-
sel of schade aan het systeem te
voorkomen, moet het bijvullen
van koelmiddel of het uitvoeren
van reparaties waarbij leidingen
moeten worden losgekoppeld,
worden overgelaten aan een vak-
bekwame en speciaal opgeleide
monteur.
Koelmiddel terugwinnen enhergebruiken
Het airconditioningsysteem van uw
auto bevat R-134a, een door het En-
vironmental Protection Agency goed-
gekeurd koelmiddel van fluorkoolwa-
terstof (HFK) dat de ozonlaag niet
aantast. De fabrikant adviseert echter
om het onderhoud aan het airconditi-
oningsysteem te laten uitvoeren door
een erkende dealer of een ander er-
kend garagebedrijf dat beschikt over
een installatie om het koelmiddel op
te vangen en te recycleren. OPMERKING:
Gebruik alleen afdichtmiddelen
voor het A/C-systeem, producten voor het stoppen van lekken, af-
dichtingsconditioners, compres-
sorolie of koelmiddelen die goed-
gekeurd zijn door de fabrikant.
Luchtfilter van de airco (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem
niet verwijderen als de aanjager aan-
staat, anders kan persoonlijk letsel
het gevolg zijn.
Het luchtfilter van het aircosysteem
bevindt zich in de luchtinlaat achter
het handschoenenkastje. Volg de on-
derstaande procedure om het filter tevervangen:
1. Open het handschoenenkastje en
neem alle voorwerpen eruit.
2. Druk op de zijwanden van het
handschoenenkastje en laat de klepzakken.
3. Klap het handschoenenkastje naar beneden.
320
Page 327 of 376
4. Maak de twee houders los waar-
mee het filterdeksel aan de ventilatie-
behuizing is bevestigd en verwijder
het deksel.
5. Verwijder het luchtfilter van de
airco door het recht uit de behuizing
te trekken.
6. Installeer het luchtfilter van de
airco met de pijl op het filter naar
beneden wijzend. Bij het terugplaat-
sen van het filterdeksel zorgen dat het
deksel goed in de houders klikt en vast
wordt gezet.
LET OP!
Het luchtfilter van de airco is voor-
zien van een pijl die de richting van
de luchtstroom door het filter aan-
geeft. Als het filter niet op de juiste
wijze wordt geïnstalleerd, moet het
wellicht vaker worden vervangen.
7. Draai de klep van het handschoe-
nenkastje weer op zijn plaats.
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan
de carrosserie, zoals de stoelrails, por-
tierscharnieren en -rollers, kofferbak-
deksel, achterklep, schuifdeuren en
motorkapscharnieren, moeten voor
een stille en soepele werking en be-
scherming tegen corrosie en slijtage
regelmatig worden gesmeerd met een
vet op lithiumbasis. Voordat carrosse-
riedelen worden gesmeerd moeten de
desbetreffende punten goed worden
gereinigd. Verwijder na het smeren
overtollig vet of olie. Let vooral op
onderdelen voor vergrendeling van de
motorkap, om een correcte werking te
verzekeren. Als u werkzaamheden on-
der de motorkap verricht, moet u eerst de motorkapvergrendeling reini-
gen en indien nodig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilin-
ders twee keer per jaar, bij voorkeur in
het voorjaar en in het najaar. Breng
een klein beetje hoogwaardig smeer-
middel rechtstreeks aan in de slotci-
linder. WISSERBLADEN VOORRUITWISSERS
De rubber delen van de wisserbladen
en de voorruit regelmatig afsponsen
of met een zachte doek en een niet-
schurend reinigingsmiddel schoon-
maken. U verwijdert zo aanslag van
strooizout of vettigheid.
Als de ruitenwissers langdurig over
een droge ruit in werking zijn, zullen
de wisserbladen snel slijten en be-
schadigd raken. Gebruik altijd sproei-
vloeistof als u met de wissers strooi-
zout of vuil van een droge voorruit
wilt verwijderen.
Gebruik de ruitenwissers nooit om
rijp of ijs van de voorruit te verwijde-
ren. Zorg dat het wisrubber niet in
aanraking komt met aardolieproduc-
ten zoals motorolie, benzine, enz.
Vervanging luchtfilter airconditioning
321
Page 355 of 376
werking van ruitenwissers/-sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen.
Gebruik van auto onder zware omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhangwagen of ca- ravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren; controleren of sloten van motorkap
en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfrie-men;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter vervan-gen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
Onderhoudsschema — dieselmotoren
Om u de beste rijervaring te geven
heeft de fabrikant een specifiek on-
derhoudsschema opgesteld aan de hand waarvan u kunt zorgen dat uw
auto goed en veilig blijft rijden.
De fabrikant raadt aan deze onder-
houdsbeurten te laten uitvoeren bij de
dealer waar u de auto heeft gekocht.
De monteurs bij de dealer kennen uw
auto het beste en hebben toegang tot
informatie van fabrieksgetrainde spe-
cialisten, oorspronkelijke onderdelen
van Lancia en speciaal ontworpen
elektronische en mechanische instru-
menten waarmee kostbare reparaties
in de toekomst kunnen worden voor-komen.
De onderhoudsbeurten moeten wor-
den uitgevoerd zoals aangegeven in
dit hoofdstuk. OPMERKING:
Onder geen beding mogen de inter-
valtermijnen voor olieverversing
groter zijn dan 25.000 km of 12
maanden, afhankelijk van wat
eerst komt.
LET OP!
Als het vereiste onderhoud achter-
wege wordt gelaten, kan uw auto
hierdoor schade oplopen.
349
Page 358 of 376
In duizenden kilometers20 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
* Ongeacht het aantal gereden kilo-
meters moet de distributieriem bij ge-
bruik onder bijzonder zware omstan-
digheden (koud klimaat,
stadsverkeer, langdurig stationair
draaien) om de 4 jaar worden vervan-
gen, en in alle overige gevallen ten
minste om de 5 jaar.
(**) Het feitelijke interval voor ver-
versing van de motorolie en vervan-
ging van het oliefilter is afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden van
de auto. Dit interval wordt aangege-
ven door een waarschuwingslampje of
via een bericht op het instrumenten-
paneel, en mag maximaal 12 maan-
den bedragen. Periodieke controles
Na elke
1.000 km of voorafgaand aan
lange ritten het volgende controleren
en eventueel bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/- sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen. Gebruik van auto onder zwareomstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhangwagen of ca-
ravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
352
Page 364 of 376
Aanhangergewicht . . . . . . . . . 285
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . 283Bedrading . . . . . . . . . . . . . 288
Gewicht trailer en dissel . . . 286
Minimumvereisten . . . . . . . 286
Tips voor koeling . . . . . . . . 291
Trekhaak . . . . . . . . . . . . . . 291
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Starten met startkabels . . . . 305
Stroombesparingsfunctie
(beveiliging) . . . . . . . . . . . 132
Waarschuwing voor
gassen . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . 34
Achterligger . . . . . . . . . . . . . . 85
Achtermistlamp . . . . . . . . . . . 184
Achterruitontdooiing . . . . . . . 165
Achterste mistlampen . . . . . . . 184
Achteruitkijkspiegels . . . . . . . . 80Achteruitkijkspiegels,
elektrisch bediend . . . . . . . . . . 81
Additieven, brandstof . . . . . . . 281
Afkoelen, Turbo . . . . . . . . . . . 249
Afstandsbediening autoradio . . 225
Afstandsbediening autoradio
op stuurwiel . . . . . . . . . . . . . 225
Afstandsbediening deurslot,
programmering . . . . . . . . . . . . 16 Afstandsbediening deurslot,
vervanging . . . . . . . . . . . . . . . 15
Afstellen, koplampen . . . . . . . 134Afvalverwijdering
Antivries
(motorkoelvloeistof) . . . . . . 324
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . 317
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . 47,53Airbag-waarschu-
wingslampje . . . . 52,53,56,69,181
Airbag, onderhoud . . . . . . . . . . 55
Airbag, ontplooien van . . . . . . . 54
Airbag, raam
(zijgordijn) . . . . . . . . . . 49,51,53
Airco . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Airco achterin . . . . . . . . . 230,237
Airco, achterin . . . . . . . . 230,237
Airco, bediening . . . . . . . . . . 226
Airco, gebruikstips . . . . . . . . . 240
Airco, koelvloeistof . . . . . . . . . 319
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . 319
Aircofilter . . . . . . . . . . . . 240,320
Aircosysteem . . . . . . 226,231,319
Aircosysteem, keuze van
de zone . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Alarm (beveiliging) . . . . . . . . . 16
Alarmknipperlichten . . . . . . . 295
Alarmlampje . . . . . . . . . . . . . 182 Alarmsysteem
(diefstalbeveiliging) . . . . . . . . . 16
Algemene informatie . . . . . . 16,22Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje . . . . . . 179
Antidiefstalsysteem . . . . . . . . . 16Antivries
(motorkoeling) . . . . . 323,324,341
Afvalverwijdering . . . . . . . . 324
Asbakje . . . . . . . . . . . . . 155,157
Automatisch dimmen van de
spiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Automatisch openen van de
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Automatische koplampen . . . . 131Automatische
portiervergrendelingen . . . . . . . 24
Automatische sluitfunctie
elektrische raambediening . . . . 28Automatische
temperatuurregeling (ATC) . . . 231Automatische
transmissie . . . . . . . . 250,327,328
Bereik van de
versnellingen . . . . . . . . . . . 252
Soort vloeistof . . . . . . . . . . 327
Vloeistof en filter
vervangen . . . . . . . . . . . . . 328
Vloeistof toevoegen . . . . . . . 328
358