audio Lancia Voyager 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2011Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 94 of 376

UCONNECT™ PHONE
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten) OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over
Uconnect™ Phone in de gebrui-
kershandleiding van het naviga-
tiesysteem of de multimediaradio
(afzonderlijk boekje) voor meer
informatie over de Uconnect™
Phone met navigatie of multime-diaradio.
De Uconnect™ Phone is een via
spraak te activeren, handsfree com-
municatiesysteem voor in de auto.
Met de Uconnect™ Phone kunt u een
nummer kiezen op uw mobiele tele-
foon* met behulp van eenvoudige ge-
sproken opdrachten (zoals "Bel-
"…"Jan"…"Werk" of "Kies"…"012
34 56 78"). Het geluid van de mobiele
telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het sys-
teem dempt automatisch de radio
wanneer de Uconnect™ Phone wordtgebruikt.
Met de Uconnect™ Phone kunt u tij-
dens het in- of uitstappen gesprekkendoorschakelen tussen de Uconnect™
Phone en uw mobiele telefoon, terwijl
u ook de microfoon van het
Uconnect™systeem kunt uitschake-
len wanneer u een privégesprek wilt
voeren.
De UConnect™ Phone wordt aange-
stuurd via het Bluetooth® Handsfree-
profiel van uw mobiele telefoon. De
Uconnect™ Phone is voorzien van
Bluetooth® technologie, de wereld-
wijde standaard waarmee verschil-
lende elektronische apparaten zonder
draden of docking station aan elkaar
kunnen worden gekoppeld. De
Uconnect™ Phone werkt dan ook on-
geacht de plaats waar uw mobiele te-
lefoon zich bevindt (handtas, zak of
aktetas), op voorwaarde dat uw tele-
foon is ingeschakeld en aan de
Uconnect™ Phone van de auto is ge-
koppeld. Met de Uconnect™ Phone
kunnen maximaal zeven mobiele tele-
foons op het systeem worden aange-
sloten. Met de Uconnect™ Phone kan
slechts één aangesloten (of gekop-
pelde) mobiele telefoon tegelijk wor-
den gebruikt. De Uconnect™ Phone is
verkrijgbaar in de talen Engels, Ne-
derlands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans (zoals aanwezig).
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag al-
leen worden gebruikt als de rijom-
standigheden dit toelaten en het ge-
bruik in overeenstemming is met de
lokale voorschriften inzake het ge-
bruik van telefoons. Alle aandacht
moet gericht blijven op de weg voor
u. Als u dit niet doet, kan een botsing
met ernstig of dodelijk letsel ont-staan.
Toets voor Uconnect™Phone De bedieningselementen op
de radio of op het stuurwiel
(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) bevatten de
twee bedieningstoetsen (de toets
Uconnect™ Phone
en de toets
Voice Command
) voor toegang
tot het systeem. Wanneer u op de toets
drukt, hoort u het woord Uconnect®
en vervolgens een pieptoon. De piep-
toon is het teken dat u een opdracht
moet geven.
88
Page 95 of 376

Voice Command-toetsDe plaats van de toets kan
afhankelijk van de radio
verschillen. De afzonder-
lijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk "Bedie-ning".
De Uconnect™ Phone kan worden ge-
bruikt in combinatie met mobiele te-
lefoons met Bluetooth® Handsfree-
profiel. Het is mogelijk dat sommige
telefoons niet alle functies van de
Uconnect™ Phone ondersteunen.
Raadpleeg de leverancier van uw mo-
biele telefoon of de telefoonfabrikant
voor nadere bijzonderheden.
De UConnect™ Phone is volledig
geïntegreerd in het audiosysteem van
de auto. De geluidssterkte van de
Uconnect™ Phone kan worden inge-
steld met de volumeregelaar van de
radio of, indien aanwezig, via de ra-
diotoetsen op het stuurwiel.
Het display van de radio wordt ge-
bruikt voor visuele meldingen van de
Uconnect™ Phone, zoals "CELL"
(GSM) of beller-ID bij bepaalde ra-dio's. COMPATIBELE TELEFOONS
* Voor het gebruik van de
UConnect™ Phone is een mobiele
telefoon met Bluetooth®
Handsfree-profiel, versie 1.0 of
hoger vereist.
Navigeer door de volgende menu's om
de lijst met compatibele telefoons op
te vragen:
Selecteer het bouwjaar van uw
voertuig
Selecteer het voertuigtype
Selecteer compatibele telefoons on- der de tab Beginnen.
BEDIENING
U kunt gesproken opdrachten gebrui-
ken om de UConnect™ Phone te be-
dienen en door de menu's van de
UConnect™ Phone te navigeren. Na
het merendeel van de prompts van de
Uconnect™ Phone zijn gesproken op-
drachten nodig. U wordt aangespoord
om een specifieke opdracht uit te
spreken en vervolgens wordt u door
de beschikbare opties geleid. Voordat u een gesproken opdracht
geeft, moet u wachten op de piep-
toon, die volgt op de prompt "Ge-
reed" of op een andere prompt.
Voor bepaalde bewerkingen kun- nen samengestelde opdrachten
worden gebruikt. U kunt bijvoor-
beeld in plaats van "Instellen" en
daarna "Telefoonkoppeling" ook
de volgende samengestelde op-
dracht geven: "Instellen telefoon-koppeling".
In de beschrijvingen van de functies in dit hoofdstuk wordt alleen de
samengestelde vorm van de gespro-
ken opdracht vermeld. U kunt de
opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht af-
zonderlijk zeggen, indien dat wordt
gevraagd. U kunt bijvoorbeeld de
samengestelde opdracht "Telefoon-
boek nieuwe invoer" geven, maar u
kunt deze opdracht ook opsplitsen
in de twee gesproken opdrachten
"Telefoonboek" en "Nieuwe in-
voer". Denk eraan dat de
Uconnect™ Phone het beste werkt
wanneer u op een normale toon
89
Page 100 of 376

"Alle" gegevens uit het
UConnect™ Phonebook wissen
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek alles wissen".
De Uconnect™ Phone vraagt u te bevestigen dat u alle namen en
nummers uit het telefoonboek wilt
verwijderen.
Na die bevestiging worden alle na- men en nummers uit het telefoon-
boek verwijderd.
Merk op dat alleen de namen en nummers uit het telefoonboek in de
huidige taal worden verwijderd.
De automatisch gedownloade tele- foonboekgegevens kunnen niet
worden verwijderd of gewijzigd.
Alle namen in het Uconnect™
Phonebook weergeven
Druk op detoets om te begin-
nen. Na de prompt "Gereed" en de daar-
opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonboek namen weergeven".
De Uconnect™ Phone geeft alle na- men in het telefoonboek weer, in-
clusief de gedownloade telefoon-
boekgegevens, indien aanwezig.
Als u een van de namen in de lijst wilt bellen, drukt u op de toets
terwijl de gewenste naam
wordt vermeld en zegt u "Bellen".
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de func-
ties "Bewerken" of "Verwijderen"activeren.
De Uconnect™ Phone vraagt u ver- volgens naar de aanduiding van het
nummer dat u wilt bellen.
Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
FUNCTIES TELEFOONGESPREKKEN
De volgende functies zijn toegankelijk
via de UConnect™ Phone, indien
deze functies worden ondersteund
door uw mobiele telefoon. Als via uw
mobiele telefoon bijvoorbeeld confe- rentiegesprekken mogelijk zijn, is
deze functie ook toegankelijk via de
UConnect™ Phone. Neem contact op
met uw de provider van uw mobiele
telefoonaansluiting voor informatie
over de beschikbare functies op uwtelefoon.
Een inkomend gesprek
beantwoorden of weigeren — bij
niet in gesprek
Wanneer u op uw mobiele telefoon
wordt gebeld, onderbreekt de
UConnect™ Phone het audiosysteem
van de auto, indien dit is ingescha-
keld, en vraagt u of u de oproep wilt
beantwoorden. Druk op de
toets
om het gesprek te beantwoorden. Om
het gesprek te weigeren, houdt u de
toets ingedrukt tot u een pieptoon
hoort die aangeeft dat het inkomende
gesprek is geweigerd.
Een inkomend gesprek
beantwoorden of weigeren — bij
in gesprek
Als er een nieuwe oproep binnenkomt
terwijl u in gesprek bent, hoort u de-
zelfde netwerktonen voor een wissel-
gesprek als op uw mobiele telefoon.
Druk op de
toets om het huidige
94
Page 105 of 376

mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het
instrumentenpaneel, deze functieon-
dersteunen. De status wordt aange-
duid voor de signaalsterkte van het
netwerk, de status van de telefoon-
accu, etc.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd de
UConnect™ Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter behoed-
zaam te werk gaan en zorgen dat u de
veiligheid niet in gevaar brengt). Als u
een nummer kiest via de gekoppelde
Bluetooth® mobiele telefoon, wordt
het geluid hoorbaar via het audiosys-
teem van uw auto. De Uconnect™
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht. OPMERKING:
Sommige merken mobiele tele-
foons verzenden de kiestoon niet
naar de Uconnect™Phone om te
worden afgespeeld via het audio-
systeem. In dat geval zult u de kies- toon dus niet horen. In dit geval
heeft de gebruiker ook als het
nummer goed gedraaid is, wellicht
het gevoel dat het gesprek niet tot
stand is gebracht ook al wordt er
op dat moment gebeld. Zodra het
gesprek wordt beantwoord, hoort
u de audio.
Mute/Un-Mute (Mute Off) (geluid
uit/geluid aan)
Wanneer u het geluid van de
UConnect™ Phone uitschakelt, kunt
u nog steeds horen wat uw gespreks-
partner zegt, maar deze kan u niet
horen. Geluid van de Uconnect™
Phone uitschakelen:
Druk op de knop
.
Na de pieptoon zegt u: "geluid uit".
Geluid van de Uconnect™ Phone
weer inschakelen:
Druk op de knop.
Na de pieptoon zegt u: "geluid aan". GEAVANCEERDE TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met de UConnect™ Phone kunt u ac-
tieve gesprekken doorschakelen van
uw mobiele telefoon naar de
UConnect™ Phone, zonder het ge-
sprek te beëindigen. Als u een actief
gesprek wilt doorschakelen van de
aan Uconnect™ gekoppelde mobiele
telefoon naar de Uconnect™ telefoon
of omgekeerd, drukt u op de toets
en zegt u "Gesprek doorschake-
len".
De verbinding tussen de
UConnect™ Phone en de mobiele
telefoon tot stand brengen ofverbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel ver-
schillende apparaten worden gekop-
peld, maar kan met slechts één elek-
tronisch apparaat tegelijk actief zijn"verbonden".
Als u de Bluetooth® verbinding tus-
sen een aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon en het Uconnect™
Phone-systeem tot stand wilt brengen
99
Page 115 of 376

kenning wordt anders ingesteld dan
voor het audiosysteem. Hoofdmenu
Start een dialoog door op de spraak-herkenningstoets
te drukken.
Als u naar het hoofdmenu wilt gaan,
zegt u "hoofdmenu".
In deze modus kunt u de volgende
commando's inspreken:
"Radio", als u wilt overschakelen
naar de radiomodus
"Disc", als u wilt overschakelen naar de disc-modus
"Memo", als u wilt overschakelen naar de memorecorder-modus
"Setup" (instellingen), als u wilt overschakelen naar het instellin-
genmenu van het systeem
Radiofrequentie AM (of lange golf
of middengolf) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Als u wilt overschakelen naar AM-
ontvangst, zegt u "AM" of "radio
AM". In deze modus kunt u de vol-
gende commando's inspreken:
"Frequency #" (frequentie), als u de frequentie wilt wijzigen "Next station" (volgende zender),
als u de volgende zender wilt kiezen
"Previous station" (vorige zender), als u de vorige zender wilt kiezen
"Menu radio" (radiomenu), als u naar het radiomenu wilt overscha- kelen
"Main menu" (hoofdmenu), als u naar het hoofdmenu wilt overscha-kelen
Radio FM
Als u wilt overschakelen naar FM-
ontvangst, zegt u "FM" of "radio
FM". In deze modus kunt u de vol-
gende commando's inspreken:
"Frequency #" (frequentie), als u de frequentie wilt wijzigen
"Next station" (volgende zender), als u de volgende zender wilt kiezen
"Previous station" (vorige zender), als u de vorige zender wilt kiezen
"Menu radio" (radiomenu), als u naar het radiomenu wilt overscha- kelen "Main menu" (hoofdmenu), als u
naar het hoofdmenu wilt overscha-kelen
Disk
Als u wilt overschakelen naar de disc-
modus, zegt u "disc". In deze modus
kunt u de volgende commando's in-
spreken:
"Track" [#] (nummer), als u een ander nummer wilt kiezen
"Next track" (volgende nummer), als u het volgende nummer wilt af- spelen
"Previous track" (vorige nummer), als u het vorige nummer wilt afspe-len
"Main menu" (hoofdmenu), als u naar het hoofdmenu wilt overscha-kelen
Memo
Als u wilt overschakelen naar de
voicerecorder-modus, zegt u "memo".
In deze modus kunt u de volgende
commando's inspreken:
"New memo" (nieuwe memo opne- men) — Tijdens het opnemen kunt
u op de spraakherkenningstoets
109
Page 152 of 376

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het wordt sterk aanbevolen om
voordat u de ParkSense® par-
keersensoren achter gaat gebrui-
ken de trekhaak van de auto te
verwijderen als deze niet wordt
gebruikt. Als u dit niet doet, kan
persoonlijk letsel of schade aan
voertuigen ontstaan doordat de
trekhaak zich veel dichter bij het
obstakel bevindt dan de achter-
bumper als het waarschuwings-
display de knipperende boog laat
zien en de aanhoudende toon laat
horen. Afhankelijk van de afme-
tingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensors de
trekhaak detecteren en abusieve-
lijk aangeven dat er een obstakel
achter de auto aanwezig is. PARKVIEW® ACHTERUITRIJCAMERA
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Uw auto is mogelijk voorzien van een
ParkView® achteruitrijcamera. Hier-
mee kunt u het gebied achter de auto
op het scherm zien wanneer de scha-
kelhendel in de stand REVERSE
(achteruit) wordt gezet. Het beeld
wordt weergegeven op het navigatie-/
multimedia-radioscherm samen met
de waarschuwing "check entire sur-
roundings" (let op de gehele omge-
ving) aan de bovenkant van het
scherm. Na vijf seconden verdwijnt
deze opmerking. De ParkView® ca-
mera bevindt zich aan de achterzijde
van het voertuig boven de kenteken-plaat. Als u uit de achteruitversnelling scha-
kelt, wordt de achteruitrijcamera uit-
geschakeld en verschijnt het
navigatie- of audioscherm.
Indien getoond, geven statische ras-
terlijnen de breedte van het voertuig
aan, terwijl een onderbroken center-
lijn de middellijn van het voertuig
aangeeft. Deze lijnen kunnen bijv. van
dienst zijn bij het uitlijnen van het
voertuig voor een aanhanger. De sta-
tische rasterlijnen geven verschillende
zones aan waarmee u de afstand tot de
achterzijde van het voertuig kunt in-
schatten. De onderstaande tabel geeft
bij benadering de afstanden weer voor
elk van deze zones:
Zone Afstand tot de achterzijde van het voertuig
Rood 0 - 30 cm
Geel 30 cm - 1 m
Groen 1 m of meer
146
Page 178 of 376

BERICHTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
UNITS (eenheden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
WEERGAVE KEYLESS ENTER-N-GO(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 195
KOMPAS-/TEMPERATUURWEERGAVE . . . . 195
CUSTOMER-PROGRAMMABLE FEATURES (SYSTEM SETUP) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
GELUIDSSYSTEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
NAVIGATIESYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
BEDIENING iPod®/USB/MP3 (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
De iPod® of het externe USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Gebruik van deze functie . . . . . . . . . . . . . . . . 203
De iPod® of het externe USB-apparaat bedienen met de radioknoppen . . . . . . . . . . . 204
Afspeelmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
De List- of Browse-modus . . . . . . . . . . . . . . . 205
Bluetooth Streaming Audio (BTSA) . . . . . . . . 206
UCONNECT™ MULTIMEDIA VIDEO ENTERTAINMENT SYSTEM (VES)™
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 207
Beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Videospelletjes spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
172
Page 179 of 376

Een audiobron op kanaal 2 beluisterenterwijl op kanaal 1 een video wordt
afgespeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Dual Video Screen (systeem met twee beeldschermen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Een dvd afspelen door het aanraakscherm van de radio te gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 209
Een dvd afspelen door de VES™speler te gebruiken (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Een audiobron beluisteren terwijl een video wordt afgespeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Draaibaar scherm op de derde zitrij (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 212
Belangrijke opmerkingen over het Dual Video Screen-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Opbergen van afstandsbediening . . . . . . . . . . 214
De afstandsbediening vergrendelen . . . . . . . . 214
Batterijen van de afstandsbediening vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Gebruik van hoofdtelefoons . . . . . . . . . . . . . . 215
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
Batterijen van de hoofdtelefoon vervangen . . . 216
Levenslange standaardgarantie Unwired® stereohoofdtelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Systeeminformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
173
Page 180 of 376

AUDIOBEDIENINGSELEMENTEN OP STUUR(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 225
Bediening van de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Cd-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
ONDERHOUD VAN CD/DVD-SCHIJFJES . . . . . . 225
RADIOWEERGAVE EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 HANDMATIG SYSTEEM VOORAIRCONDITIONING EN VERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 226
HANDMATIGE KLIMAATREGELING ACHTERIN (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
AUTOMATISCHE TEMPERATUURREGELING (ATC)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 231
RIJDEN IN DE ZOMER . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
RIJDEN IN DE WINTER . . . . . . . . . . . . . . . . 239
STALLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
RUITONTWASEMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
LUCHTINLAAT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239
AANWIJZINGEN VOOR BEDIENING . . . . . . . 240
Aircoluchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
174
Page 209 of 376

ding te raadplegen. Bediening van
iPod®/USB/MP3 is alleen be-
schikbaar voor bepaalde
uitvoeringen/markten met dezeradio's.
Met deze functie kan een iPod® of
extern USB-apparaat worden aange-
sloten op de USB-poort in het hand-schoenenkastje.
iPod® regeling is compatibel met
mini-, 4G-, foto-, nano-, 5G-, iPod®
en iPhone® apparaten. Sommige ver-
sies van de iPod® software zijn moge-
lijk niet volledig compatibel met de
iPod® functies. Ga in dat geval naar
de website van Apple om de recentste
softwareversies te downloaden. OPMERKING:
Wanneer de radio is voorzienvan een USB-poort, raadpleeg
dan de desbetreffende gebrui-
kershandleiding van
Uconnect™ multimediaradio
voor de mogelijke ondersteu-
ning van iPod® of externe USB-apparaten.
Wanneer u een iPod® of elektro- nisch audio-apparaat aansluit op de AUX-poort op het voorpa-
neel van de radio, kunt u wel
media afspelen, maar kan de
iPod®/MP3functie voor het be-
dienen van het aangesloten ap-
paraat niet worden gebruikt.
De iPod® of het externe
USB-apparaat aansluiten
Gebruik de verbindingskabel om een
iPod® of extern USB-apparaat aan te
sluiten op de USB-poort van de auto
in het handschoenenkastje.
Nadat het audio-apparaat is aange-
sloten en synchronisatie met het
iPod®/USB/MP3systeem van de
auto heeft plaatsgevonden (de iPod®
of het externe USB-apparaat heeft
mogelijk enkele seconden nodig om
de verbinding tot stand te brengen), begint het audio-apparaat met opla-
den en is het apparaat gereed voor
gebruik via het indrukken van de ra-
dioknoppen, zoals hierna wordt be-
schreven. OPMERKING:
Wanneer de batterij van het audio-
apparaat volledig leeg is, bestaat
de kans dat er geen communicatie
met het iPod®/USB/MP3systeem
mogelijk is voordat de batterij een
minimum laadniveau heeft be-
reikt. Als het audio-apparaat aan-
gesloten laat op het iPod®/USB/
MP3-systeem in stand laat, kan de
batterij worden opgeladen tot het
vereiste minimum laadniveau.
Gebruik van deze functie
Bij gebruik van een iPod-kabel of ex-
tern USB-apparaat voor aansluiting
op USB-poort:
De audio van het apparaat kan
worden afgespeeld via het audio-
systeem van de auto, terwijl de me-
tagegevens (artiest, titel, album,
enzovoort) worden weergegeven op
het radiodisplay.
USB-aansluitpoort
203