keyless Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2012Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 207 of 376

vinkje verschijnt welke aangeeft dat
de instelling geselecteerd is.
Flashers with Sliding Door
(Knipperlichten bij schuifdeur)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is geselecteerd, wor-
den de knipperlichten ingeschakeld
als de schuifdeuren elektrisch of
handmatig worden bediend, waar-
door andere bestuurders worden ge-
waarschuwd dat er mogelijk iemand
in- of uitstapt. Om uw keuze te maken
drukt u herhaald kort op de toets SE-
LECTEREN, totdat een vinkje naast
de functie verschijnt, waarmee aange-
geven wordt dat het systeem geacti-
veerd is, of totdat het vinkje verdwijnt
waarmee wordt aangegeven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Keyless Enter-N-Go (Passive
Entry) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Met deze functie kunt u de portieren
van uw auto vergrendelen en ontgren-
delen zonder dat u op de afstandbe-
diening de vergrendel- en ontgrendel-
knoppen hoeft in te drukken. Om uw
keuze te maken drukt u herhaald kortop de toets SELECTEREN, totdat een
vinkje naast de functie verschijnt,
waarmee aangegeven wordt dat het
systeem geactiveerd is, of totdat het
vinkje verdwijnt waarmee wordt aan-
gegeven dat het systeem is uitgescha-
keld. Raadpleeg "Keyless Enter-N-
Go" in "Zaken die u moet weten
voordat u de motor start".
Stoel met Easy Exit-functie (voor
gemakkelijk uitstappen (voor
bepaalde uitvoeringen/markten))
Deze functie zorgt ervoor dat de be-
stuurder makkelijker kan in- en uit-
stappen. Om uw keuze te maken
drukt u herhaald kort op de toets SE-
LECTEREN, totdat een vinkje naast
de functie verschijnt, waarmee aange-
geven wordt dat het systeem geacti-
veerd is, of totdat het vinkje verdwijnt
waarmee wordt aangegeven dat het
systeem is uitgeschakeld. OPMERKING:
De stoel keert terug naar de
geheugenstand (als Geheugen op-
roepen op ON is ingesteld met af-
standsbediening) zodra de af-
standsbediening wordt gebruikt
om het portier te ontgrendelen.Raadpleeg voor nadere informatie:
"Geheugen bestuurdersstoel" on-
der "De functies van uw voertuig".
Tilt Mirror In Reverse (Spiegel
kantelen bij achteruitrijden)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is geselecteerd, kan-
telt de bestuurdersspiegel naar bene-
den wanneer de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, zodat de be-
stuurder zicht heeft op wat eerder een
dode hoek was, waardoor voorwerpen
die zich dicht bij de achterkant van de
auto bevinden, kunnen worden ont-
weken. Om uw keuze te maken drukt
u herhaald kort op de toets SELEC-
TEREN, totdat een vinkje naast de
functie verschijnt, waarmee aangege-
ven wordt dat het systeem geactiveerd
is, of totdat het vinkje verdwijnt waar-
mee wordt aangegeven dat het sys-
teem is uitgeschakeld.
Dodehoekwaarschuwing (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Er zijn drie keuzemogelijkheden voor
de dodehoekbewaking: "Blind Spot
Alert Lights" (Dodehoekwaarschu-
wing d.m.v. lampjes), "Blind Spot
201
Page 247 of 376

5
STARTEN EN BEDIENEN
STARTPROCEDURES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245 AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . 245
KEYLESS ENTER-N-GO (voor bepaaldeuitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
NORMAAL STARTEN — BENZINEMOTOR . . 246
EXTREEM KOUD WEER (TEMPERATUUR LAGER DAN 29°C) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
ALS DE MOTOR NIET START . . . . . . . . . . . . 247
NA HET STARTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
NORMAAL STARTEN — DIESELMOTOR . . . . 248
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . . . 250 SLEUTELBLOKKERING . . . . . . . . . . . . . . . . 251REM-/SCHAKELBLOKKERING . . . . . . . . . . . 251
ZESTRAPS AUTOMATISCHE TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
VERSNELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252
RIJDEN OP EEN GLADDE ONDERGROND . . . . 257 ACCELEREREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
GRIP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
DOOR WATER RIJDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257 STROMEND/OPKOMEND WATER . . . . . . . . . 258
241
Page 251 of 376

STARTPROCEDURES
Voordat u uw auto start: stel uw stoel
in, stel de binnen- en buitenspiegels
in, doe uw veiligheidsgordel om en
verzoek eventuele passagiers ook hun
veiligheidsriemen om te doen.WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen alleen in eenauto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten auto
hebben. Kinderen zonder toezicht
in een auto achterlaten is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen
oplopen. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de versnellingspook mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go (indien
aanwezig) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen brengen. AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK
De versnellingspook moet in de stand
NEUTRAL of PARK staan voordat u
de auto kunt starten. Trap het rempe-
daal in voordat u de versnellingspook
in een rijstand zet.
LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd
raken indien de volgende voorzorgs-
maatregelen niet in acht genomen
worden:
Zet de versnellingspook alleen in
de stand PARK als de auto volle-
dig stilstaat.
Zet de versnellingspook alleen in
of uit de stand REVERSE, als de
auto volledig stilstaat en de motor
stationair draait.
Schakel niet vanuit REVERSE,
PARK of NEUTRAL naar een van
de rijstanden bij een hoger motor-
toerental dan stationair.
Voordat u naar een versnelling
schakelt, moet u het rempedaal
stevig intrappen. Houder met ingebouwde sleutel
gebruiken (Tipstart) OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude
of warme motor hoeft u het gaspe-
daal niet in te trappen.
Druk niet
op het gaspedaal. Zet de
contactschakelaar met de houder met
ingebouwde sleutel even in de stand
START en laat deze los zodra de start-
motor aanslaat. De startmotor blijft
draaien en slaat automatisch af als de
motor begint te draaien. Als de motor
niet aanslaat, slaat de startmotor au-
tomatisch binnen 10 seconden af. Als
dit gebeurt, draai dan de contactscha-
kelaar in de vergrendelstand (LOCK),
wacht 10 tot 15 seconden en herhaal
dan de procedure "Normaal starten".
245
Page 252 of 376

KEYLESS ENTER-N-GO
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)Met deze functie
kan de bestuurder
de contactschake-
laar met een druk
op de knop bedie-
nen, mits de EN-
GINE START/
STOP-knop (motorstart/-stopknop)
is aangebracht en de afstandsbedie-
ning (RKE) zich in het passagiers-
compartiment bevindt.
ENGINE START/STOP-knop
aanbrengen en verwijderen
Knop aanbrengen
1. Neem de sleutelhouder uit de con-
tactschakelaar.
2. Steek de ENGINE START/STOP-
knop in de contactschakelaar met de
letters naar boven en leesbaar.
3. Druk stevig midden op de knop
zodat deze goed op de plaats zit. Knop verwijderen
1. De ENGINE START/STOP-knop
kan uit de contactschakelaar worden
verwijderd voor gebruik van de sleu-
telhouder.
2. Steek het metalen gedeelte van de
noodsleutel onder de verchroomde
ring in de stand 6 uur en wrik de knop
voorzichtig los. OPMERKING:
De ENGINE START/STOP-knop
mag alleen worden verwijderd of
aangebracht wanneer de contact-
schakelaar in de stand LOCK staat
(stand OFF bij Keyless Enter-N-Go).
NORMAAL STARTEN — BENZINEMOTOR
Met de knop ENGINE
START/STOP (Motor Aan/Uit) OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude
of warme motor hoeft u het gaspe-
daal niet in te trappen.
Om de motor te starten, moet de ver-
snellingspook in de stand PARK ofNEUTRAL staan. Houd het rempe-
daal ingetrapt terwijl u één keer op de
ENGINE START/STOP-knop drukt.
Het systeem neemt het dan over en
probeert de auto te starten. Als de
auto niet start, slaat de startmotor
automatisch na 10 seconden af. Als u
de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop.
Motor uitschakelen met de knop
ENGINE START/STOP (Motoraan/uit)
1. Zet de versnellingspook in de
stand PARK, druk op de ENGINE
START/STOP-knop en laat deze
daarna los.
2. De contactschakelaar keert terug
naar de stand OFF.
3. Als de versnellingspook niet in de
stand PARK staat, moet de knop EN-
GINE START/STOP twee seconden
lang worden ingedrukt en moet de
rijsnelheid meer dan 8 km/u bedra-
gen voordat de motor afslaat. De con-
tactschakelaar blijft in de stand ACC,
totdat de versnellingspook in de stand
PARK staat en de knop twee keer246
Page 253 of 376

wordt ingedrukt naar de stand OFF.
Als de versnellingspook niet in de
stand PARK staat en de knop EN-
GINE START/STOP één keer wordt
ingedrukt, verschijnt op het scherm
van het EVIC (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) het bericht
“Vehicle Not In Park” (Auto niet in
parkeerstand) en blijft de motor
draaien. Verlaat een auto nooit als
deze niet in de stand PARK staat,
omdat de auto dan kan wegrollen. OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar in
de stand ACC of RUN (motor draait
niet) blijft staan en de versnel-
lingspook in de stand PARK staat,
wordt het systeem, nadat het
30 minuten niet actief is geweest,
automatisch uitgeschakeld en
wordt de contactschakelaar in de
stand OFF gezet.
Functies van de Keyless
Enter-N-Go – rempedaal niet
ingedrukt (in de stand PARK ofNEUTRAL)
De werking van de Enter-N-Go-
functie is gelijk aan die van de con-
tactschakelaar. Er zijn vier standen:OFF, ACC, RUN en START. Om de
contactschakelaar in een andere stand
te zetten zonder de auto te starten en
om de accessoires te kunnen gebrui-
ken, volgt u de onderstaande stappen.
Starten met de contactschakelaar
in de stand OFF:
Druk één keer op de ENGINE START/STOP-knop om de con-
tactschakelaar in de stand ACC te
zetten (op het EVIC verschijnt de
melding "IGNITION MODE AC-
CESSORY" (contactschakelaar ac-
cessoires)),
Druk nogmaals op de ENGINE START/STOP-knop om de con-
tactschakelaar in de stand RUN te
zetten (op het EVIC verschijnt de
melding "IGNITION MODE RUN"
(contactschakelaar aan)),
Druk voor de derde keer op de EN- GINE START/STOP-knop om de
contactschakelaar weer in de stand
OFF te zetten (op het EVIC ver-
schijnt de melding "IGNITION
MODE OFF" (contactschakelaaruit)). EXTREEM KOUD WEER
(TEMPERATUUR LAGERDAN
29°C)
Om te zorgen voor betrouwbaar star-
ten bij deze temperaturen wordt het
gebruik van een van buitenaf gevoede
elektrische blokverwarmer (te ver-
krijgen bij uw erkende dealer) aanbe-volen.
ALS DE MOTOR NIET
START
WAARSCHUWING!
Giet nooit brandstof of een andere ontvlambare vloeistof in de lucht-
inlaat van het gasklephuis om de
auto te starten. Hierdoor kunnen
steekvlammen ontstaan die ern-
stig letsel kunnen veroorzaken.
(Vervolgd)
247
Page 257 of 376

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go (indien
aanwezig) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen brengen.
SLEUTELBLOKKERING
Omdat deze auto is uitgerust met een
sleutelblokkering, moet de keuzehen-
del in de stand PARK worden gezet
voordat de contactschakelaar naar de
stand LOCK/OFF kan worden ge-
draaid. De sleutelhouder kan alleen
worden verwijderd wanneer de con-
tactschakelaar in de stand LOCK/
OFF staat. Wanneer de sleutelhouder
eenmaal is verwijderd, is de keuze-
hendel vergrendeld in de stand PARK.
Dit systeem zorgt dat de sleutelhouder
alleen kan worden verwijderd als de
keuzehendel in de stand PARK staat. OPMERKING:
Wanneer er een storing optreedt,
zal het systeem de sleutelhouder in
het contactslot blokkeren, om u zo
te waarschuwen dat deze beveili-
ging niet meer werkt. U kunt de
motor starten en afzetten, maar u
kunt de sleutelhouder niet uit het
contactslot nemen zolang u de
auto niet voor onderhoud heeftaangeboden. REM-/ SCHAKELBLOKKERING
Deze auto is voorzien van rem-/
schakelblokkering (BTSI) die ervoor
zorgt dat de versnellingspook in de
stand PARK blijft tenzij het rempe-
daal wordt ingetrapt. Om de versnel-
lingspook uit de PARK-stand te zetten
moet de contactschakelaar in de stand
ON/RUN worden gezet (al dan niet
met draaiende motor) en het rempe-
daal worden ingetrapt. ZESTRAPS
AUTOMATISCHETRANSMISSIE
De indicator voor de standen van de
versnellingspook (op het instrumen-tenpaneel) geeft de versnellingen aan.
U moet het rempedaal intrappen om
de keuzehendel uit de stand PARK te
zetten (raadpleeg Rem-/
schakelblokkering (BTSI) in dit
hoofdstuk). Om te gaan rijden dient u
de versnellingspook vanuit de stand
PARK of NEUTRAL in de stand
DRIVE te zetten.
De elektronisch geregelde versnel-
lingsbak zorgt voor een nauwkeurig
schakelpatroon. Het elektronisch sys-
teem van de versnellingsbak is zelf-
kalibrerend; vandaar dat de eerste
schakelingen bij een nieuwe auto in
het begin wat abrupt kunnen zijn. Dat
is echter normaal. Het nauwkeurige
schakelpatroon ontwikkelt zich bin-
nen enkele honderden kilometers rij-den.
Versnellingspook
251
Page 267 of 376

nisme van de versnellingsbak werkt
moeilijk zijn om de versnellingspook
uit de PARK-stand te verwijderen. De
parkeerrem moet altijd aangetrokken
zijn als de bestuurder niet in de autozit.WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK nooit alsvervanging voor de handrem.
Trek de parkeerrem altijd volledig
aan als u de auto parkeert, om te
voorkomen dat de auto gaat rollen
en mogelijk letsel of schade ver-oorzaakt.
Neem altijd de sleutelhouder mee
uit de auto wanneer u de portieren
vergrendeld.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten auto
hebben. Kinderen zonder toezicht
in een auto achterlaten is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ern-
stige of dodelijke verwondingen
oplopen. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de versnellingspook mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go (indien
aanwezig) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen brengen.
LET OP!
Als het indicatielampje van het rem-
systeem aan blijft nadat de parkeer-
rem is losgelaten, duidt dit op een
defect van het remsysteem. Laat de
remmen onmiddellijk nakijken door
een erkende dealer.
ANTIBLOKKEERSYS-
TEEM (ABS)
Het antiblokkeersysteem (ABS) zorgt
voor extra voertuigstabiliteit en meer
remwerking als er geremd moet wor-
den. Het systeem heeft een eigen rege-
leenheid die de hydraulische remdruk
moduleert om blokkeren van de wie-
len te voorkomen en ervoor te zorgen
dat de wielen niet slippen op een
gladde ondergrond.
ABS wordt geactiveerd onder be-
paalde rijomstandigheden en remcon-
dities. ABS grijpt mogelijk in als de
auto over ijs, sneeuw, grint, kuilen,
spoorrails of losse rommel rijdt of
wanneer u een noodstop maakt.
261
Page 367 of 376

Instellingen, persoonlijke . . . . 197 Instructieboekje
(bedrijfshandboek) . . . . . . . . . . 7
Instrumentenpaneel . . . . . 176,178
Instrumentenpaneel en
bedieningen . . . . . . . . . . . . . 175
Instrumentenpaneel reinigen . . 331
Instrumentenpaneeldeksel . . . 330
Interieur, verzorging en
onderhoud . . . . . . . . . . . . . . 330
Interieurverlichting . . . . . 129,130
Kaart-/leeslampjes . . . . . . . . . 148
Kalibreren, kompas . . . . . 186,196
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . . . . . 323,342
Keyless Enter-N-Go . . 24,195,246
Kilometerteller . . . . . . . . . . . 178
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . 60
Kinderen beveiligen . . . . 57,60,61
Kinderstoeltje . . . . . . . . . . . . . 66Kinderzitje, gordelverankering
. . 62
Kleerhaakje . . . . . . . . . . . . . . 160
Klimaatregeling, airco . . . . . . 226Knipperlichten
Richtingaanwijzers
. . 70,178,338
Waarschuwingsknipperlich-
ten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295 Knipperlichten, richtingaan-
wijzers . . . . . 70,132,178,338,339
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . 322
Belangrijke punten . . . . . . . 325
Controle . . . . . . . . . . . . . . 325Inhoud
koelvloeistofreservoir . . . . . 341
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . 323,341,342
Koelvloeistof bijvullen
(antivries) . . . . . . . . . . . . . 324
Koelvloeistofpeil . . . . . 323,325
Oude koelvloeistof
verwijderen . . . . . . . . . . . . 324
Radiatordop . . . . . . . . . . . . 324
Vloeistof laten aflopen en
nieuw bijvullen . . . . . . . . . 323
Vuldop expansievat . . . . . . . 324
Koelvloeistof (antivries)
toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . 324Koelvloeistofdop
(Radiatorvuldop) . . . . . . . . . . 324Kofferruimte
Bagagedrager . . . . . . . . . . . 165
Kompas . . . . . . . . . . 184,186,195
Kompas kalibreren . . . . . 186,196
Kompas, afwijkingen . . . . 185,196
Kompasafwijkingen . . . . . 185,196 Koolstofmonoxide,
waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 68
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . 130
Passeersignaal . . . . . . . . . . 133
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . 331
Sproeiers . . . . . . . . . . . 131,137
Uitschakelvertraging . . . . . . 131
Verstelling . . . . . . . . . . . . . 134
Waarschuwingssignaal
ingeschakelde lichten . . . . . 132
Krik, gebruik . . . . . . . . . . . . 296
Krik, locatie . . . . . . . . . . . . . 296
Lampje Check Engine
(storingslampje) . . . . . . . . . . 180
Lampjes . . . . . . . . . . . . . . 70,129 ABS . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Accubesparing . . . . . . . . . . 132
Achtermistlicht . . . . . . . . . . 184
Airbag . . . . . . 52,53,56,69,181
Alarm . . . . . . . . . . . . . . . . 182Alarmsysteem
(diefstalbeveiliging) . . . . . . 182
Automatische koplampen . . 131
Bandenspanningscontrole . . 179
Buitenverlichting . . . . . . . . . 70
Derde remlicht . . . . . . . . . . 340Diefstalalarm
(beveiliging) . . . . . . . . . . . 182
361