ESP Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2012Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 179 of 376

Een audiobron op kanaal 2 beluisterenterwijl op kanaal 1 een video wordt
afgespeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Dual Video Screen (systeem met twee beeldschermen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Een dvd afspelen door het aanraakscherm van de radio te gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 209
Een dvd afspelen door de VES™speler te gebruiken (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Een audiobron beluisteren terwijl een video wordt afgespeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Draaibaar scherm op de derde zitrij (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 212
Belangrijke opmerkingen over het Dual Video Screen-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Opbergen van afstandsbediening . . . . . . . . . . 214
De afstandsbediening vergrendelen . . . . . . . . 214
Batterijen van de afstandsbediening vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Gebruik van hoofdtelefoons . . . . . . . . . . . . . . 215
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
Batterijen van de hoofdtelefoon vervangen . . . 216
Levenslange standaardgarantie Unwired® stereohoofdtelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Systeeminformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
173
Page 189 of 376

andert. Laat onderhoud verrichten
en het remvloeistofpeil controle-ren.
Als het remsysteem defect is, moet een
reparatie direct worden uitgevoerd.WAARSCHUWING!
Blijven doorrijden terwijl het rode
waarschuwingslampje brandt, is ge-
vaarlijk. Een deel van het remsys-
teem kan defect zijn. De remweg
wordt dan langer. U kunt een aanrij-
ding krijgen. Laat de auto onmid-
dellijk controleren.
Auto’s die met een antiblokkeersys-
teem (ABS) zijn uitgerust, beschikken
ook over elektronische remkrachtver-
deling (EBD). Wanneer EBD uitvalt,
gaat het waarschuwingslampje voor
het remsysteem branden, samen met
het controlelampje voor ABS. Het
ABS-systeem moet dan onmiddellijk
worden gerepareerd.
U kunt de werking van het controle-
lampje voor het remsysteem controle-
ren door de contactschakelaar vanuit
de stand OFF in de stand ON/RUN te
draaien. Het lampje moet dan ca. twee seconden lang branden. Het
lampje moet vervolgens uitgaan, ten-
zij de handrem is aangetrokken of er
een defect aan het remsysteem wordt
gedetecteerd. Als het lampje niet gaat
branden, moet u het systeem door een
erkende dealer laten controleren.
Het lampje gaat ook branden als de
handrem wordt aangetrokken terwijl
de contactschakelaar in de stand ON/
RUN staat. OPMERKING:
Dit lampje geeft dan alleen aan dat
de handrem is aangetrokken. Het
geeft niet aan hoe krachtig de
handrem is aangetrokken.
19. Controlelampje autogordel
Nadat de contactschakelaar in
de stand ON/RUN is gezet, gaat
dit waarschuwingslampje ge-
durende ongeveer vier tot zes secon-
den branden om de werking ervan te
controleren. Wanneer tijdens deze test
de autogordel voor de bestuurders-
stoel of de bijrijderstoel wordt losge-
gespt, hoort u een geluidssignaal. Als
na controle van het lampje of tijdens
het rijden de autogordel van de be- stuurder niet is vastgemaakt, gaat het
waarschuwingslampje ter herinnering
aan en klinkt er een geluidssignaal.
Raadpleeg "Gordelsystemen" in "Wat
u moet weten voordat u de auto start"
voor meer informatie.
20. Temperatuurmeter
De thermometer geeft de temperatuur
van de koelvloeistof aan. Als de me-
ternaald binnen het normale bereik
aanwijst, werkt het koelsysteem naar
behoren.
De naald op de meter geeft waar-
schijnlijk een hogere temperatuur aan
bij warm weer, op berghellingen, of
bij het rijden met aanhanger. Zorg dat
de bovenlimiet van het normale tem-
peratuurbereik niet wordt overschre-den.
183
Page 191 of 376

Onder de juiste omstandigheden ver-
schijnen de volgende berichten: NO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Acht kompaspunten worden weergegeven (N, Z, O, W, NO, NW, ZO, ZW)
22 °C . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Temperatuur (Fahrenheit of Celsius)
AVG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gemiddelde brandstofefficiëntie (V.S. of metrisch)
DTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Distance To Empty (afstand tot lege tank)
P . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Parkeerhulp aan/uit
Als naast deze sleutel de let- ter Pwordt weergegeven,
moet er onderhoud van het
parkeerhulpsysteem plaats-
vinden (voor bepaalde uitvoeringen/
markten). Neem contact op met een
erkende dealer.
Dagteller (ODO) / ECO (indicator
brandstofbesparing) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Geeft de afgelegde afstand aan sinds
deze functie het laatst op nul is terug-gesteld.
Trip A (Rit A)
Toont de totale afstand voor Trip A
die werd afgelegd sinds de laatste re-set.
Trip B (Rit B)
Toont de totale afstand voor Trip B die
werd afgelegd sinds de laatste reset. KOMPAS-/
TEMPERATUURWEERGAVE Kompasafwijking
De kompasafwijking is het verschil
tussen het magnetische noorden en
het geografische noorden. Om de pre-
cisie van het kompas te garanderen,
moet de kompasafwijking goed wor-
den ingesteld aan de hand van de
kaart met afwijkingen voor de zone
waarin de auto zich bevindt. Wanneer
het kompas goed is ingesteld, wordt
automatisch rekening gehouden met
dit verschil. OPMERKING:
Voor juiste ijking is een vlak
wegdek en een omgeving zonder
grote metalen voorwerpen zoals
gebouwen, bruggen, onder-
grondse kabels, spoorrails enz.vereist. Magnetische apparatuur op bat-
terijen (zoals mobiele telefoons,
iPod's, radardetectors, PDA's en
laptops) moeten uit de buurt van
de bovenkant van het instru-
mentenpaneel worden gehou-
den. Dat is de plaats waar de
kompasmodule zich bevindt en
dergelijke apparaten kunnen
storing veroorzaken en foutieve
kompasuitlezingen tot gevolghebben.
Om de afwijking in te stellen
Start de motor en laat de keuzehendel
in de stand P (parkeren) staan. Blader
op het aanraakscherm via "More"
(Meer) naar "Compass" (Kompas),
selecteer de optie "Compass Vari-
ance" (Kompasafwijking) en gebruik
de knop "Plus (+)" om de waarde van
de afwijking te wijzigen. Wijzig de
185
Page 195 of 376

Blind Spot System Off (Dodehoek-systeem uit) — Dit bericht wordt
getoond als de contactschakelaar in
de stand ON wordt gezet en duidt
aan dat het dodehoeksysteem is uit-geschakeld.
Blind Spot System Off (Dodehoek- systeem niet beschikbaar) — Dit
bericht wordt getoond als het sys-
teem voor dodehoekbewaking
(BSM) tijdelijk niet beschikbaar is
wegens een geblokkeerde sensor,
elektromagnetische storing of an-
dere 'tijdelijke' omstandigheid. Als
dit bericht wordt getoond, gaan de
pictogrammen in de beide buiten-
spiegels branden. Als er sprake is
van een elektromagnetische sto-
ring, gaat alleen het pictogram aan
de kant van de storing branden tot-
dat de storing voorbij is.
Service Blind Spot System (Onder- houd dodehoeksysteem) — Dit be-
richt wordt getoond als het systeem
voor dodehoekbewaking (BSM)
permanent niet beschikbaar is. De
bestuurder ontvangt in dat geval
een bericht van het EVIC en de
BSM-waarschuwing gaat perma- nent branden in beide buitenspie-
gels. Neem contact op met een er-
kende dealer als u dit berichtontvangt.
Obstacle Detected (Obstakel gede- tecteerd)
Driver Seatbelt Unbuckled (Be- stuurdersgordel niet vastgegespt)
Uitlaatsysteem — regeneratie nu vereist. In omstandigheden waarbij
alleen zeer korte ritten met lage
snelheid worden gemaakt, of ritten
waarbij alleen met lage snelheid
wordt gereden, bereiken de motor
en het uitlaatgasnabehandelings-
systeem nooit de vereiste omstan-
digheden om de opgevangen roet-
deeltjes te verwijderen. Als dit zich
voordoet, verschijnt het bericht
"Exhaust System Regeneration Re-
quired Now" (regeneratie van het
uitlaatsysteem nu vereist) in het
EVIC. Door met uw voertuig op
snelweg te rijden gedurende ten-
minste 30 minuten verhelpt u het
probleem in het roetfiltersysteem
doordat de opgevangen roetdeeltjes
nu worden verwijderd, zodat de normale bedrijfsstand van het sys-
teem wordt hersteld.
Exhaust Service Required (uitlaat- onderhoud vereist) — ga langs bij
de dealer. De motor wordt gelimi-
teerd om permanente schade aan
het nabehandelingssysteem te voor-
komen. Als deze omstandigheid
zich voordoet, moet u uw voertuig
voor onderhoud naar uw plaatse-
lijke erkende dealer brengen.
Exhaust System — Regeneration Completed (Uitlaatsysteem — Re-
generatie voltooid). Dit bericht
duidt aan dat het automatisch rei-
nigen van het roetfilter (DPF) is
voltooid. Als dit bericht wordt ge-
toond, klinkt er één geluidssignaal
om u te informeren over deze toe-stand.
Exhaust System — Regeneration In Process (Uitlaatsysteem — Regene-
ratie bezig). Dit bericht duidt aan
dat het roetfilter (DPF) momenteel
automatisch wordt gereinigd.
Handhaaf de huidige rijomstandig-
heden totdat het regenereren is vol-tooid.
189
Page 204 of 376

Setup" (Systeeminstellingen) wordt
gemarkeerd in het hoofdmenu van het
EVIC. Druk vervolgens op de toets
SELECTEREN om het submenu Sys-
teeminstellingen te openen. Druk kort
op de toets OMHOOG of OMLAAG
om een van de volgende functies te
selecteren:
Language (Taal) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
In dit scherm kunt u een van de vijf
talen voor de schermweergave selecte-
ren, met inbegrip van de ritfuncties en
het navigatiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten). Gebruik in
dit scherm de toetsen OMHOOG of
OMLAAG om door de beschikbare ta-
len te bladeren. Druk op de toets SE-
LECTEREN om English (Engels),
Spaans (Español) of Frans (Français)
te kiezen. Alle verdere informatie
wordt getoond in de taal van uwkeuze.
Nav–Turn By Turn (navigatie van
afslag naar afslag) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Wanneer u deze functie gekozen heeft,
zal het navigatiesysteem u, door mid-
del van gesproken aanwijzingen, kilo-meter na kilometer en afslag na afslag
langs de gekozen route begeleiden tot-
dat u de eindbestemming bereikt
heeft. Om uw keuze te maken drukt u
herhaald kort op de toets SELECTE-
REN, totdat een vinkje naast de func-
tie verschijnt, waarmee aangegeven
wordt dat het systeem geactiveerd is,
of totdat het vinkje verdwijnt waar-
mee wordt aangegeven dat het sys-
teem is uitgeschakeld.
Enable/Disable the Rear Park
Assist System (Parkeersensoren
achter in-/uitschakelen) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De parkeersensoren achter tasten het
gebied achter de auto af op obstakels
indien de versnellingspook in de ach-
teruitversnelling staat en de snelheid
lager is dan 18 km/u. Het systeem kan
worden ingesteld met Sound Only (al-
leen geluid), Sound and Display (ge-
luid en beeld) of worden uitgescha-
keld (OFF) via het EVIC. Om uw
keuze te maken drukt u herhaald kort
op de toets SELECTEREN, totdat een
vinkje naast de functie verschijnt,
waarmee aangegeven wordt dat het
systeem geactiveerd is, of totdat het
vinkje verdwijnt waarmee wordt aan-
gegeven dat het systeem is uitgescha-
keld. Raadpleeg "Rear Park Assist
System" (parkeersensoren achter) in
"Functies van uw auto begrijpen"
voor meer informatie over de werking
en bediening.
Auto Unlock Doors (Portieren
automatisch ontgrendelen) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u ON selecteert, worden alle por-
tieren ontgrendeld zodra de auto stopt
en de transmissie in de parkeerstand
of neutraal is geschakeld. Om uw
keuze te maken drukt u herhaald kort
op de toets SELECTEREN, totdat een
vinkje naast de functie verschijnt,
waarmee aangegeven wordt dat het
systeem geactiveerd is, of totdat het
vinkje verdwijnt waarmee wordt aan-
gegeven dat het systeem is uitgescha-keld.
Remote Unlock Sequence
(Volgorde bij ontgrendelen met
afstandsbediening) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u
Driver Door 1st Press (be-
stuurdersportier na één keer druk-
ken) selecteert, wordt alleen het be-
198
Page 209 of 376

ding te raadplegen. Bediening van
iPod®/USB/MP3 is alleen be-
schikbaar voor bepaalde
uitvoeringen/markten met dezeradio's.
Met deze functie kan een iPod® of
extern USB-apparaat worden aange-
sloten op de USB-poort in het hand-schoenenkastje.
iPod® regeling is compatibel met
mini-, 4G-, foto-, nano-, 5G-, iPod®
en iPhone® apparaten. Sommige ver-
sies van de iPod® software zijn moge-
lijk niet volledig compatibel met de
iPod® functies. Ga in dat geval naar
de website van Apple om de recentste
softwareversies te downloaden. OPMERKING:
Wanneer de radio is voorzienvan een USB-poort, raadpleeg
dan de desbetreffende gebrui-
kershandleiding van
Uconnect™ multimediaradio
voor de mogelijke ondersteu-
ning van iPod® of externe USB-apparaten.
Wanneer u een iPod® of elektro- nisch audio-apparaat aansluit op de AUX-poort op het voorpa-
neel van de radio, kunt u wel
media afspelen, maar kan de
iPod®/MP3functie voor het be-
dienen van het aangesloten ap-
paraat niet worden gebruikt.
De iPod® of het externe
USB-apparaat aansluiten
Gebruik de verbindingskabel om een
iPod® of extern USB-apparaat aan te
sluiten op de USB-poort van de auto
in het handschoenenkastje.
Nadat het audio-apparaat is aange-
sloten en synchronisatie met het
iPod®/USB/MP3systeem van de
auto heeft plaatsgevonden (de iPod®
of het externe USB-apparaat heeft
mogelijk enkele seconden nodig om
de verbinding tot stand te brengen), begint het audio-apparaat met opla-
den en is het apparaat gereed voor
gebruik via het indrukken van de ra-
dioknoppen, zoals hierna wordt be-
schreven. OPMERKING:
Wanneer de batterij van het audio-
apparaat volledig leeg is, bestaat
de kans dat er geen communicatie
met het iPod®/USB/MP3systeem
mogelijk is voordat de batterij een
minimum laadniveau heeft be-
reikt. Als het audio-apparaat aan-
gesloten laat op het iPod®/USB/
MP3-systeem in stand laat, kan de
batterij worden opgeladen tot het
vereiste minimum laadniveau.
Gebruik van deze functie
Bij gebruik van een iPod-kabel of ex-
tern USB-apparaat voor aansluiting
op USB-poort:
De audio van het apparaat kan
worden afgespeeld via het audio-
systeem van de auto, terwijl de me-
tagegevens (artiest, titel, album,
enzovoort) worden weergegeven op
het radiodisplay.
USB-aansluitpoort
203
Page 210 of 376

Het audio-apparaat kan wordenbediend door de radioknoppen te
gebruiken voor afspelen, bladeren
en een overzicht van de inhoud van
de iPod®.
De batterij van het audio-apparaat wordt opgeladen wanneer het is
aangesloten op de USB/AUX-
connector (indien ondersteund
door het specifieke audio-apparaat).
De iPod® of het externe
USB-apparaat bedienen met
de radioknoppen
Om de iPod®/USB/MP3modus te
activeren en toegang te krijgen tot een
aangesloten audio-apparaat, drukt u
op de knop “AUX” op het front van de
radio. U kunt ook op de knop VR
drukken en dan "USB" of "Schakel
naar USB" zeggen. Eenmaal in de
iPod®/USB/MP3modus, worden au-
dionummers (indien aanwezig op het
audio-apparaat) afgespeeld via het
audiosysteem van de auto. Afspeelmodus
Als de iPod®/USB/MP3modus is in-
geschakeld, wordt de afspeelmodus automatisch geactiveerd door de
iPod® of het externe USB-apparaat.
In de afspeelmodus kunnen de vol-
gende knoppen op het radiofront wor-
den gebruikt om de iPod® of het ex-
terne USB-apparaat te bedienen en
gegevens weer te geven:
Gebruik de TUNE-knop om naar
het volgende of vorige nummer te gaan.
Als u de knop één klik rechtsom(vooruit) draait tijdens het afspe-
len van een nummer, gaat u naar
het volgende nummer. U kunt
ook op de knop VR drukken en
dan "Volgende nummer" zeggen.
Als u de knop één klik linksom (terug) draait, gaat u naar het
vorige nummer in de lijst. U kunt
ook op de knop VR drukken en
dan "Vorige nummer" zeggen.
Spoel terug in het huidige num- mer door de knop << RWinge-
drukt te houden. Door de knop<< RW lang genoeg ingedrukt te
houden, gaat u terug naar het
begin van het huidige nummer. U kunt in het huidige nummer
vooruitspoelen door de knop FF>>
ingedrukt te houden.
Als u eenmaal drukt op de knop << RW ofFF >>, gaat u vijf seconden
terug of vooruit in het huidige num-
mer.
Gebruik de knoppen << SEEKen
SEEK >> om naar het vorige of
volgende nummer te gaan. Als tij-
dens het afspelen op de knop SEEK
>> drukt, gaat u naar het volgende
nummer in de lijst. U kunt ook op
de knop VR drukken en dan "Vol-
gende of vorige nummer" zeggen.
Tijdens het afspelen van een num- mer kunt u op de INFO-knop
drukken om de metagegevens (ar-
tiest, titel, album, enzovoort) van
het nummer te bekijken. Als u nog-
maals op de INFO-knop drukt,
gaat u naar het volgende scherm
met gegevens over het nummer. Na-
dat alle schermen zijn bekeken,
komt u met een laatste druk op deINFO -knop weer terug in het
scherm met de afspeelmodus op deradio.
204
Page 211 of 376

Als u op de knopREPEATdrukt,
wordt de modus van het audio-
apparaat veranderd om het num-
mer dat op dat moment wordt afge-
speeld te herhalen. U kunt ook op
de knop VR drukken en dan "Her-
halen AAN" of "Herhalen UIT"zeggen.
Druk op de SCAN-knop om de
scanmodus van het iPod®/USB/
MP3-apparaat te gebruiken. In
deze modus worden van elk num-
mer alleen de eerste 10 seconden
afgespeeld, waarna het volgende
nummer wordt geladen. Als u de
scanmodus wilt beëindigen om het
nummer van uw keuze volledig af
te spelen, drukt u tijdens de eerste
vijf seconden van het gewenste
nummer nogmaals op de SCAN
-knop. Tijdens de scanmodus kunt
u ook drukken op de knoppen <
of volgende nummer te selecteren.
De RND -knop (uitsluitend be-
schikbaar op de radio met verkoop-
code RES): als u op deze knop
drukt, schakelt de iPod® of het ex-
terne USB-apparaat tussen de modi Shuffle ON en Shuffle OFF. U kunt
ook op de knop VR drukken en dan
"Shuffle ON" of "Shuffle OFF"
zeggen. Als het pictogram
RND
wordt weergegeven op het radiodis-
play, is de modus Shuffle geacti-
veerd.
De List- of Browse-modus
Wanneer u in de afspeelmodus op een
van de hierna genoemde knoppen
drukt, activeert u de List-modus op.
In de List-modus kunt u bladeren in
de lijst met menu's en nummers op hetaudio-apparaat.
Draaiknop TUNE: de draaiknop
TUNE werkt op dezelfde wijze als
de afstemknop op het audio-
apparaat of extern USB-apparaat.
Door de knop rechtsom (vooruit)
of linksom (achteruit) te draaien,
kunt u in de lijsten bladeren ter-
wijl de gegevens van de nummers
worden weergegeven op het ra-
diodisplay. Nadat u het nummer
van uw keuze heeft gemarkeerd
op het radiodisplay, drukt u opde TUNE -regelknop om het
nummer te selecteren en af te spelen. Als u snel aan de
TUNE
-regelknop draait, bladert u snel-
ler door de lijst. Wanneer u snel
bladert, wordt de informatie op
het radiodisplay mogelijk met
een kleine vertraging bijgewerkt.
In de List-modi geeft de iPod® alle lijsten weer in doorlopende
vorm. Draai als het nummer on-
deraan de lijst staat, de knop te-
rug (linksom) om eerder bij het
nummer te komen.
In de List-modus worden de PRESET -knoppen gebruikt als
sneltoetsen om naar de volgende
lijsten op de iPod® of het externe
USB-apparaat te gaan:
Preset 1 – Afspeellijsten
Preset 2 – Artiesten
Preset 3 – Albums
Preset 4 – Genres
Preset 5 – Luisterboeken
Preset 6 – Podcasts
Als u op een van de PRESET- knoppen drukt, wordt de huidige
lijst op de bovenste regel weerge-
205
Page 213 of 376

Ander audio-apparaat selecteren
1. Druk op de knop PHONE om te beginnen.
2. Na de prompt "Gereed" en de
daaropvolgende pieptoon zegt u "In-
stellen" en dan "Audio-apparaten se-
lecteren".
3. Zeg de naam van het audio-
apparaat of vraag het Uconnect™
Phone systeem om de lijst met audio-
apparaten weer te geven.
Volgende nummer
Gebruik de knop SEEK UP of druk op
de knop VR op de radio en zeg "Vol-
gende nummer" om naar het vol-
gende nummer op uw mobiele tele-
foon te gaan.
Vorige nummer
Gebruik de knop SEEK DOWN of
druk op de knop VR op de radio en
zeg "Vorige nummer" om naar het
vorige nummer op uw mobiele tele-
foon te gaan. Bladeren
Bladeren is niet mogelijk op een
BTSA-apparaat. Alleen bij het hui-dige nummer dat wordt afgespeeld
wordt informatie weergegeven. UCONNECT™
MULTIMEDIA VIDEO
ENTERTAINMENT
SYSTEM (VES)™ (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) Beginnen
Scherm(en) in de dakconsole :
klap het/de LCD-scherm(en) uit
door te drukken op de knop die zich
achter het/de scherm(en) op de
dakconsole bevindt.
Zet het contactschakelaar in de stand ON of ACC.
Schakel de VES™speler in (voor bepaalde uitvoeringen/markten met dual video screen-systeem
(systeem met twee beeldscher-
men)) door te drukken op de Aan/
uit-knop uiterst links, of door te
drukken op de toets van de af-standsbediening.
Als het/de beeldscherm(en) zijn opengeklapt en de VES™speler
een dvd bevat, worden het/de
scherm(en) automatisch ingescha-
keld, waarna de hoofdtelefoons
worden ingeschakeld en het afspe-
len begint.
Bij het dual video screen-systeem heeft kanaal 1 op de afstandsbedie-
ning en hoofdtelefoons betrekking
op scherm 1 (tweede zitrij), terwijl
kanaal 2 op de afstandsbediening
en hoofdtelefoons betrekking op
scherm 2 (derde zitrij). Raadpleeg
het hoofdstuk over het dual video
screen-systeem voor meer informa-tie.
Videospelletjes spelen
Sluit de console voor videospelletjes
aan op de RCA-aansluitingen (AUX-
aansluitingen) (1 of 2 sets, afhanke-
lijk van de autoconfiguratie), die zich
207
Page 214 of 376

aan de achterzijde van de middencon-
sole of links achter de tweede zitrijbevinden.
Als een extern apparaat op de AUX-
ingang wordt aangesloten, dient u re-
kening te houden met de standaard
kleurencode voor de aansluitingen
van VES™:
Controleer of de schakelaars van de
afstandsbediening en hoofdtelefoon
zijn ingesteld op kanaal 1.
De afstandbediening gebruiken
1. Druk op de modustoets van de af- standsbediening.2. Kijk naar het beeldscherm en mar-
keer VES AUX 1 of 2 (afhankelijk van
de AUX-aansluiting waarop de spel-
console is aangesloten) door op de
toetsen Omhoog/Omlaag/Links/
Rechts te drukken, of door meerdere
keren op de modustoets en vervolgens
op de ENTER-toets van de afstands-
bediening te drukken.
De regelknoppen van het
aanraakscherm van de radiogebruiken
1. Druk op de toets MENU op de
frontplaat van de radio.
2. Raak de soft-toets VES achterin
aan om de regelknoppen van het VES
achterin weer te geven. Druk als een
kanaal wordt weergegeven, op de
schermtoets HIDE LIST (LIJST
VERBERGEN) om het scherm met de
regelknoppen van het VES achterin
weer te geven.
3. Raak de schermtoets 1 aan en raak
vervolgens AUX 1 of AUX 2 in de
VES-kolom aan (afhankelijk van de
gebruikte AUX-aansluiting). Druk
boven in het scherm op de scherm-
toets met de pijl naar links om het
scherm te sluiten.
Een audiobron op kanaal 2
beluisteren terwijl op
kanaal 1 een video wordtafgespeeld
Controleer of de schakelaars van de
afstandsbediening en hoofdtelefoon
zijn ingesteld op kanaal 2.
De afstandbediening gebruiken
1. Als u op de modustoets van de
afstandsbediening drukt, wordt het
scherm Modus selecteren weergege-
ven, tenzij er een video wordt afge-
speeld. In dat geval verschijnt er al-
leen een smalle balk onder in hetscherm.
2. Kijk naar het beeldscherm en druk
op de toetsen Omhoog/Omlaag/
Links/Rechts van de afstandsbedie-
ning om de gewenste audiobron te
markeren, of druk meerdere keren op
modustoets van de afstandsbediening
totdat de gewenste audiobron op het
scherm verschijnt.1. Video ingang – geel
2. Linker audio ingang – wit
3. Rechter audio ingang – rood
4. 2 AUX-aansluitingen (voor be-
paalde uitvoeringen/markten)
5. Voedingsuitgang
208