tire pressure Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2012Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 281 of 376

LET OP!(Vervolgd)
Plaats na het controleren of aan-
passen van de bandenspanning
altijd de ventieldop terug. Hier-
door voorkomt u dat de TPM-
sensor beschadigd raakt door bin-
nendringend vocht of vuil in hetventiel.
OPMERKING:
Het TPM-systeem is niet be- doeld als vervanging voor nor-
maal onderhoud en waarschuwt
niet bij andere problemen met
de band.
Het TPM-systeem mag niet wor- den gebruikt als bandenspan-
ningsmeter bij het aanpassen
van de bandenspanning.
Als u met een ruim onvoldoende opgepompte band rijdt, raakt de
band oververhit en kan een
klapband optreden. Een te lage
bandenspanning verhoogt ook
het brandstofverbruik, vermin-
dert de levensduur van de band
en kan het rij- en remgedrag van
de auto nadelig beïnvloeden. Het TPM-systeem is geen ver-
vanging voor goed onderhoud
van de banden. Het is de verant-
woordelijkheid van de bestuur-
der om met behulp van een
nauwkeurige bandenspan-
ningsmeter te zorgen voor de
juiste bandenspanning, zelfs als
de spanning nog niet zover is af-
genomen dat het verklikker-
lampje bandenspanning gaatbranden.
Het TPMS registreert altijd de werkelijke bandenspanning,
ook als die spanning onder in-
vloed van de verschillen in sei-
zoenstemperatuur verandert.
BASISSYSTEEM
Het TPM-systeem gebruikt draadloze
technologie met elektronische sensors
op de velgen die de bandenspanning
meten. De sensoren, die bij het ventiel
op de velgen zijn gemonteerd, sturen
informatie over de bandenspanning
naar de ontvangstmodule. OPMERKING:
Het is zeer belangrijk dat u de
spanning van al uw banden regel- matig controleert en de banden op
de juiste spanning houdt.
Het TPM-systeem bestaat in basisuit-
voering uit de volgende onderdelen:
Ontvangstmodule
Vier bewakingssensors banden-
spanning
TPMS-waarschuwingslampje
Waarschuwing voor lage
spanning van het TPM-systeem Het "verklikkerlampje
bandenspanning" in de in-
strumentengroep gaat
branden, het bericht "TIRE
LOW PRESSURE" (Lage banden-
spanning) wordt weergegeven in de
instrumentengroep en er klinkt een
geluidssignaal wanneer de banden-
spanning van een van de vier gemon-
teerde banden te laag is. Als dit ge-
beurt, moet u zo gauw mogelijk
stoppen, de bandenspanning van de
banden op uw auto controleren en alle
banden oppompen tot de aanbevolen
koude bandenspanning (vermeld op
het plaatje op de B-stijl aan bestuur-
derszijde). Het systeem wordt auto-
275
Page 282 of 376

matisch bijgewerkt en het “Verklik-
kerlampje bandenspanning” gaat uit
zodra de nieuwe bandenspanning is
doorgegeven. OPMERKING:
Om deze informatie te verwerken
moet het voertuig 20 minuten rij-
den met een minimum snelheid
van 24 km/uur.
Het TPM-verklikkerlicht knippert ge-
durende 75 seconden en blijft daarna
continu branden wanneer een sys-
teemstoring is geconstateerd. Bij een
systeemfout gaat er ook een geluids-
signaal af. Als de contactschakelaar
wordt uitgezet en vervolgens weer
aangezet, zal deze volgorde worden
herhaald indien de systeemfout zich
nog steeds voordoet. Het verklikker-
lampje bandenspanning gaat uit wan-
neer de storing is verholpen. Systeem-
fouten kunnen optreden door de
volgende oorzaken:
1. Storing door elektronische toestel-
len of als men langs installaties rijdt
die dezelfde radiofrequenties afgeven
als de TPMS-sensors.2. Installatie van een bepaalde kleur
ramen die men later aanbrengt waar-
door de radiogolfsignalen wordenbeïnvloed.
3. Veel sneeuw en/of ijs aan de wielen
of de wielhuizen.
4. Het gebruik van sneeuwkettingen
op het voertuig.
5. Het gebruik van wielen/banden
die niet zijn voorzien van TPMS-sensors.
Auto's met een thuiskomer
1. De thuiskomer (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) heeft geen
sensor voor het meten van de banden-
spanning. Het TPM-systeem regis-
treert de spanning van het noodreser-
vewiel dan ook niet.
2. Als u de thuiskomer monteert in
plaats van een normale band waarvan
de spanning lager is dan de waarschu-
wingsgrens, zal telkens wanneer u het
contact inschakelt een geluidssignaal
klinken, het bericht "TIRE LOW
PRESSURE" (Lage bandenspan-
ning) worden weergegeven en het
"verklikkerlampje bandenspanning"
gaan branden.
3. Nadat de auto maximaal 20 minu-
ten met een snelheid van meer dan
24 km/u heeft gereden, gaat het "ver-
klikkerlampje bandenspanning" ge-
durende 75 seconden knipperen en
daarna continu branden.
4. Telkens nadat het contact wordt
aangezet, klinkt er een geluidssignaal
en knippert het verklikkerlampje
bandenspanning gedurende 75 secon-
den en blijft daarna continu branden.
5. Zodra de originele band is gerepa-
reerd of vervangen en op de auto
wordt gemonteerd in plaats van het
noodreservewiel, wordt het TPM-
systeem automatisch bijgewerkt en
gaat het verklikkerlampje banden-
spanning uit, mits alle vier banden de
juiste spanning hebben. Het is moge-
lijk dat u eerst ongeveer 20 minuten
met een snelheid boven de 24 km/u
moet rijden, voordat het TPM-
systeem deze informatie ontvangt.
276
Page 283 of 376

In en buiten werking stellen van
het bandenspanningssysteem(TPMS)
Het TPMS kan buiten werking wor-
den gesteld door alle vier banden- en
wielstellen (wegbanden) te vervangen
met banden- en wielstellen zonder
TPMS-sensors, zoals wanneer u ban-
den en wielen voor de winter op de
auto aanbrengt. Om het TPMS buiten
werking te stellen moet u eerst alle
vier banden- en wielstellen (wegban-
den) vervangen met banden zonder
TPM-sensors (bandenspanningscon-
trole). Rij daarna minstens 20 minu-
ten met een snelheid van meer dan
24 km/u. Het TPM-systeem geeft een
geluidssignaal af en het verklikker-
lampje bandenspanning knippert ge-
durende 75 seconden en blijft daarna
continu branden. Wanneer de auto
opnieuw wordt gestart, geeft het
TPM-systeem geen geluidssignaal
meer af en gaat het "verklikkerlampje
bandenspanning" niet meer branden.
Als u het TPMS weer in bedrijf wilt
stellen, moet u eerst alle vier wielen en
banden (wegbanden) vervangen door
exemplaren met TPM-sensoren voorbandenspanningscontrole. Rij daarna
tot 20 minuten met een snelheid van
meer dan 24 km/u. Het TPM-systeem
geeft een geluidssignaal en het ver-
klikkerlampje bandenspanning knip-
pert gedurende 75 seconden.
PREMIUM SYSTEEM (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Het TPM-systeem gebruikt draadloze
technologie met elektronische sensors
op de velgen die de bandenspanning
meten. De sensoren, die bij het ventiel
op de velgen zijn gemonteerd, sturen
informatie over de bandenspanning
naar de ontvangstmodule. OPMERKING:
Het is uiterst belang de banden-
spanning van alle banden regel-
matig te controleren en de banden
op de juiste spanning te houden.
Het Premium-TPM-systeem bestaat
uit de volgende onderdelen:
Ontvangstmodule
Vier TPMS-sensoren
Verschillende TPMS-berichten die
verschijnen op het Elektronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)
en symbolen die de bandenspan-
ning weergeven
TPMS-waarschuwingslampje
TPMS-waarschuwingen lage bandenspanning
Het verklikkerlampje bandenspan-
ning in de instrumentengroep gaat
branden en er klinkt een geluidssig-
naal als de spanning in één of meer
banden laag is. Verder verschijnt op
het EVIC gedurende minimaal vijf se-
conden het bericht "LOW TIRE
PRESSURE" (Lage bandenspan-
ning) en wordt er een grafiek van de
bandenspanning(en) getoond, waarin
de banden met een te lage spanning
knipperen.
Scherm lage bandenspanning
277
Page 285 of 376

bevinden. Zo lang het bericht "SER-
VICE TPM SYSTEM" (Onderhoud
TPM-systeem) wordt weergegeven, is
onderhoud aan het systeem vereist.
Auto's met een thuiskomer
1. De thuiskomer (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) heeft geen
sensor voor het meten van de banden-
spanning. Het TPM-systeem regis-
treert de spanning van de thuiskomer
dan ook niet.
2. Als u de thuiskomer monteert in
plaats van een normale band waarvan
de spanning lager is dan de waarschu-
wingsgrens, zal telkens wanneer u het
contact inschakelt een geluidssignaal
klinken, het bericht "TIRE LOW
PRESSURE" (Lage bandenspan-
ning) worden weergegeven, het "ver-
klikkerlampje bandenspanning"
gaan branden en het EVIC in de gra-
fiek nog steeds een knipperende
waarde voor de bandenspanning to-nen.
3. Nadat u 20 minuten lang sneller
dan 24 km/u heeft gereden, knippert
het verklikkerlampje bandenspan-
ning gedurende 75 seconden en blijftdaarna continu branden. Verder ver-
schijnt er op het EVIC minimaal vijf
seconden lang het bericht "SERVICE
TPM SYSTEM" (TPM-systeem con-
troleren) en daarna worden er streep-
jes (- -) weergegeven in plaats van debandenspanning.
4. Telkens wanneer het contact wordt
aangezet klinkt het geluidssignaal,
knippert het verklikkerlampje ban-
denspanning gedurende 75 seconden
en blijft daarna continu branden, op
het EVIC wordt het bericht "SER-
VICE TPM SYSTEM" (TPM-systeem
controleren) gedurende minimaal vijf
seconden weergegeven en vervolgens
worden streepjes (- -) in plaats van de
bandenspanning weergegeven.
5. Zodra de oorspronkelijke band is
gerepareerd of vervangen en op de
auto wordt gemonteerd in plaats van
het noodreservewiel, wordt het TPMS
automatisch bijgewerkt. Bovendien
gaat het verklikkerlampje banden-
spanning uit en verschijnt op het
EVIC in plaats van de streepjes (- -)
een nieuwe spanningswaarde, tenzij
de spanning in een van de vier banden
tot onder de waarschuwingsgrens isgedaald. OPMERKING:
Het is mogelijk dat u eerst onge-
veer 20 minuten met een snelheid
boven de 24 km/u moet rijden,
voordat het TPMS-systeem deze
informatie ontvangt.
TPMS IN EN BUITEN
WERKING STELLEN
Het TPMS kan buiten werking wor-
den gesteld door alle vier banden- en
wielstellen (wegbanden) te vervangen
met banden- en wielstellen zonder
TPMS-sensors, zoals wanneer u ban-
den en wielen voor de winter op de
auto aanbrengt.
Om het TPMS buiten werking te stel-
len moet u eerst alle vier banden- en
wielstellen (wegbanden) vervangen
met banden zonder TPM-sensors
(bandenspanningscontrole). Rij
daarna minstens 20 minuten met een
snelheid van meer dan 24 km/u. Het
TPM-systeem geeft een geluidssignaal
en het verklikkerlampje bandenspan-
ning knippert gedurende 75 seconden
279