ESP Lancia Ypsilon 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2011Pages: 299, PDF Size: 15.52 MB
Page 120 of 299

BELANGRIJK
De veiligheidsgordel midden achterin
is van een servicegesp voorzienfig.
92. Gebruik de veiligheidsgordel niet zonder
vastgemaakte servicegesp. In dat geval is
bestaat er bij een ongeval een hoog risico op
letsel of dood. Controleer altijd, alvorens
de riem te gebruiken, of de servicegesp
correct bevestigd is.
S.B.R. SYSTEEM (Seat Belt Reminder)Dit systeem bestaat uit een waarschuwingszoemer
die samen met het
knipperende lampje op het
instrumentenpaneel de bestuurder en de passagier
voorin waarschuwt wanneer hun veiligheidsgordel
niet is omgelegd.
Bij sommige versies is ook een paneel met een
waarschuwingszoemer en knipperende lampjes
(ter vervanging voor het lampje op het
instrumentenpaneel) boven de achteruitkijkspiegel
voorzien fig. 93 dat de passagiers voorin en
achterin waarschuwt wanneer hun
veiligheidsgordel niet is omgelegd.
Voor het permanent uitschakelen van dit systeem,
neem contact op met het Lancia Servicenetwerk.
Het SBR-systeem kan alleen via het Setup menu
van het display opnieuw worden ingeschakeld (zie
de paragraaf “Ken uw auto”).
De lampjes kunnen rood of groen en werken als
volgt:
❒1 = linker voorstoel (toestand bestuurder voor
versies met stuur links);
❒2 = links op de achterbank (passagier);
❒3 = rechts op de achterbank (passagier);
❒4 = rechter voorstoel (toestand passagier voor
versies met stuur links).
fig. 92
L0F0260
118WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 146 of 299

BELANGRIJK De achteruit kan uitsluitend bij
stilstaande auto worden ingeschakeld. Wacht bij
draaiende motor minstens 2 seconden met het
koppelingspedaal helemaal ingetrapt alvorens de
achteruit in te schakelen om beschadiging aan
de tandwielen te voorkomen.
BELANGRIJK
Trap het koppelingspedaal helemaal
in om op juiste wijze te schakelen.
Daarom is het van fundamenteel belang dat
er niets onder het pedaal ligt: let erop dat
de matten vlak liggen en dat ze de slag van
de pedalen niet hinderen.Rijd niet met de hand op de pookknop
doordat de uitgeoefende druk, hoe
licht ook, na verloop van tijd slijtage
aan de interne onderdelen van de
versnellingsbak kan veroorzaken.
BRANDSTOFBESPARINGHierna volgen enkele nuttige tips om het
brandstofverbruik zo laag mogelijk te houden en
om de uitstoot van schadelijke gassen zoveel
mogelijk in te perken.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Voer de controles en registraties uit die in het
“Geprogrammeerd Onderhoudsschema“ zijn
aangegeven.
Banden
Controleer regelmatig en ten minste één keer per
maand de bandenspanning: als de spanning te
laag is, wordt de weerstand groter en neemt het
brandstofverbruik toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen bagageruimte.
Het gewicht van de auto en de wieluitlijning
beïnvloeden in grote mate het brandstofverbruik
en de stabiliteit.
144WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 149 of 299

AANHANGERS TREKKENBELANGRIJKE OPMERKINGEN
Voor het trekken van aanhangers of caravans
moet de auto zijn voorzien van een goedgekeurde
trekhaak en een geschikte elektrische installatie.
De montage moet door een vakspecialist worden
uitgevoerd.
Monteer eventuele speciale en/of extra
achteruitkijkspiegels conform de
wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen van de auto
door het gewicht van een aanhanger of caravan
wordt gereduceerd. Ook de remafstand wordt
langer en er is meer tijd nodig om in te halen.
Schakel een lage versnelling in bij een helling
omlaag om een continu gebruik van de rem te
voorkomen.
Op de trekhaak rust het gewicht van de aanhanger
waardoor het laadvermogen van de auto
proportioneel wordt gereduceerd. Om er zeker van
te zijn dat het maximum toelaatbaar getrokken
gewicht (op de typegoedkeuring vermeld) niet
wordt overschreden, dient men in acht te nemen
dat deze waarde betrekking heeft op het
toelaatbaar gewicht van volgeladen
aanhangwagen, inclusief accessoires en bagage.
Respecteer de lokale snelheidsbeperkingen voor
auto’s met aanhanger. Rijd in geen geval harder
dan 100 km/h.BELANGRIJK Raapleeg het Lancia
Servicenetwerk voor de montage van de trekhaak.
BELANGRIJK
De auto kan zijn uitgerust met ABS,
maar dit heeft geen inwerking op het
remsysteem van de aanhanger. Wees
bijzonder voorzichtig op gladde wegen.
BELANGRIJK
Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door
wijzigingen aan het remsysteem van de auto
uit te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig onafhankelijk zijn
van het hydraulisch systeem van de auto.
147WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 150 of 299

WINTERBANDENDe winterbanden moeten dezelfde maat hebben
als de standaard geleverde banden.
Het Lancia Servicenetwerk kan u raad geven over
de meest geschikte band voor elk gebruik.
Voor de bandenmaat en de bandenspanning van
de winterbanden moet men zich exact houden aan
de aanwijzingen die zijn aangegeven in de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden
verminderen drastisch wanneer de profieldiepte
minder is dan 4 mm. Vervang in dergelijke
gevallen de wielen.
Door hun specifieke eigenschappen zijn de
prestaties van winterbanden onder normale
omstandigheden of wanneer lang op de snelweg
wordt gereden, veel lager dan die van de
standaard gemonteerde banden. Beperk het
gebruik van winterbanden uitsluitend voor de
omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als winterbanden worden gebruikt
met een maximum toegestane snelheid die lager
is dan de topsnelheid van de auto (plus een marge
van 5%), dan moet in de passagiersruimte een
duidelijk zichtbaar waarschuwingsplaatje worden
geplaatst met de maximum toegestane snelheid
wanneer met winterbanden wordt gereden
(conform de EU-richtlijnen).Monteer op de vier wielen dezelfde banden (zelfde
merk en profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens
het rijden en het remmen en voor een betere
bestuurbaarheid. Keer de draairichting van de
banden zeker niet om.
BELANGRIJK
De maximumsnelheid voor
winterbanden met de indicatie “Q” is
160 km/h; 190 km/h voor winterbanden met
de indicatie “T” en 210 km/h voor
winterbanden met de indicatie"H". De
snelheidsbeperkingen moeten echter altijd
worden gerespecteerd.
148WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 151 of 299

SNEEUWKETTINGENHet gebruik van sneeuwkettingen moet aan de
plaatselijke voorschriften voldoen.
De sneeuwkettingen mogen alleen op de
voorwielen gemonteerd worden (aangedreven
wielen).
Controleer de spanning van de sneeuwkettingen
na enkele tientallen meters rijden.
BELANGRIJK Er kunnen geen sneeuwkettingen
op het noodreservewiel gemonteerd worden (bij
bepaalde versies/markten). Als de voorband lek is,
vervang dan een achterwiel door het
noodreservewiel en monteer het achterwiel op de
vooras. Zo zijn er twee aangedreven wielen
waarop de sneeuwkettingen in een noodgeval
gemonteerd kunnen worden.
Beperk de snelheid als
sneeuwkettingen gemonteerd zijn; rijd
niet harder dan 50 km/h. Vermijd
kuilen, trottoirbanden en stoepen en rijd geen
lange stukken op sneeuwvrije wegen om de
auto en het wegdek niet te beschadigen.
DE AUTO LANGDURIG STALLENTref de volgende voorzorgen als de auto langer
dan een maand niet gebruikt zal worden:
❒zet de auto in een overdekte, droge en indien
mogelijk goed geventileerde ruimte en zet de
ruiten iets open;
❒schakel een versnelling in en controleer of de
handrem niet is aangetrokken;
❒maak de minklem van de accu los (zie voor
versies met het Start&Stop systeem de
paragraaf "Start&Stop systeem" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto"); als de
accu niet van de elektrische installatie wordt
losgekoppeld, controleer dan elke maand de
lading;
❒maak de met lak gespoten delen schoon en
behandel ze met een beschermende was;
❒reinig en bescherm de glanzende metalen delen
met speciale middelen die in de handel
verkrijgbaar zijn;
❒bestrooi de wisserrubbers van de ruitenwissers
en achterruitwisser met talkpoeder en til ze
van de ruit op;
❒dek de auto af met een doek of een
geperforeerde kunststof hoes. Gebruik geen
dichte plastic hoezen, omdat het op de
carrosserie aanwezige vocht dan niet kan
verdampen;
149WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 159 of 299

Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden, wijst dit op een onjuiste
werking van het inspuitsysteem; met name duidt
een vast brandend lampje op een storing in het
branstoftoevoer-/inspuitsysteem die overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies,
slechte rijeigenschappen en een hoog
brandstofverbruik kan veroorzaken
Onder deze omstandigheden kan men met
gematigde snelheid verder rijden zonder te veel
eisen aan de motor te stellen. Het langdurig rijden
met brandend lampje kan schade aan de motor
veroorzaken. Raadpleeg zo snel mogelijk tot
Lancia Servicenetwerk.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen,
maar de storing wordt door het systeem in het
geheugen bewaard.
OPMERKING (alleen voor benzinemotoren)
Als het lampje knippert, kan dit op een mogelijk
defect van de katalysator wijzen.
In dergelijke gevallen moet het gaspedaal worden
losgelaten om het motortoerental te verlagen,
totdat het lampje niet meer knippert. Rijd verder
met gematigde snelheid en voorkom
rijomstandigheden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje.
Raadpleeg zo snel mogelijk het Lancia
Servicenetwerk.
Wanneer, als de sleutel in de stand
MAR wordt gedraaid of tijdens het
rijden, het
lampje niet gaat branden
of als het lampje continu of knipperend gaat
branden (bij sommige versies verschijnen ook
een melding en een symbool op de display),
ga dan onmiddellijk naar een dealer van
het Lancia Servicenetwerk. De verkeerspolitie
beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje
kan worden
gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht.
STORING ESP-SYSTEEM (geel)
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Het moet
doven kort nadat de motor is gestart. Als
het lampje continu blijft branden en niet dooft (bij
sommige versies verschijnen een melding en een
symbool op de display), neem dan contact op met
het Lancia Servicenetwerk. Het lampje gaat
tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat
et ESC systeem werkt.
157WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 170 of 299

EEN WIEL VERVANGENALGEMENE INSTRUCTIES
De auto is uitgerust met de kit "Fix&Go
Automatic": zie de paragraaf “Snelle
bandenreparatiekit Fix&Go automatic” voor de
beschrijving van de werking van de kit. Ter
vervanging voor de kit “Automatic Fix&Go” kan
de auto zijn uitgerust met een ruimtebesparend
reservewiel: zie de instructies op de volgende
pagina's om een band te vervangen.
BELANGRIJK
Het ruimtebesparend reservewiel
(voor bepaalde versies/markten) is
specifiek voor de auto; monteer het niet op
andere auto’s en monteer ook geen
reservewielen van andere auto’s. Gebruik
het ruimtebesparend reservewiel alleen
in noodgevallen. Het ruimtebesparend
noodreservewiel mag alleen voor korte
afstanden gebruikt worden en mag niet bij
hogere snelheden dan 80 km/h worden
gebruikt. Op het ruimtebesparend
reservewiel is een oranje plakplaatje
aangebracht met de belangrijkste
waarschuwingen en de
gebruiksbeperkingen. Verwijder dit
plakplaatje nooit en dek het niet af. Op dit
plakplaatje staan de volgende gegevens
in vier talen vermeld: "Belangrijk! Alleen
voor tijdelijk gebruik! max. 80 km/h! Zo
snel mogelijk door een normaal wiel
vervangen. Dek deze aanwijzingen niet af."
Monteer nooit een wieldeksel op het
ruimtebesparend reservewiel.
168WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 171 of 299

BELANGRIJK
Als het gemonteerde velgtype wordt
vervangen (lichtmetalen in plaats van
stalen velgen of vice versa), moeten ook alle
wielbouten worden vervangen door bouten
met een lengte die geschikt is voor het
velgtype.
BELANGRIJK
Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand van
het verkeer wachten wanneer het wiel wordt
verwisseld. Blokkeer de wielen met blokken
of andere geschikte voorwerpen als de auto
op een helling of een slecht wegdek stilstaat.
BELANGRIJK
Een gemonteerd ruimtebesparend
reservewiel wijzigt de
rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, hoge
snelheden en scherpe bochten. De
levensduur van het ruimtebesparend
reservewiel is ongeveer 3000 km. Hierna
moet de band van het noodreservewiel
vervangen worden door een nieuw
exemplaar met identieke eigenschappen.
Monteer nooit een standaard band op de
velg van een ruimtebesparend reservewiel.
Zorg dat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk wordt gerepareerd en gemonteerd.
Het gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet alvorens het wiel te
monteren: de bouten zouden kunnen
loskomen.
169WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 172 of 299

BELANGRIJK
Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel van de
auto waarbij de krik geleverd is of voor
auto’s van hetzelfde model. Gebruik de krik
niet voor andere doeleinden, zoals het
opkrikken van andere auto’s. Gebruik de
krik nooit voor het uitvoeren van reparaties
onder de auto. Door de krik niet juist te
plaatsen, kan de auto van de krik vallen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Monteer nooit sneeuwkettingen op het
ruimtebesparend reservewiel. In geval van
een lekke voorband, kan het reservewiel op
de achteras en het achterwiel op de vooras
worden geplaatst. Zo heeft de vooras twee
normale wielen waarop sneeuwkettingen
kunnen worden gemonteerd.
BELANGRIJK
Monteer het wieldeksel correct om te
voorkomen dat het kan loskomen
tijdens het rijden. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het ruimtebesparende
reservewiel, zie de spanningswaarden die
zijn aangegeven in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.KRIK
Belangrijke opmerkingen
❒de krik weegt 1,76 kg;
❒de krik behoeft geen afstelling;
❒de krik niet kan worden gerepareerd: in geval
van defect moet de krik door een origineel
exemplaar worden vervangen;
❒afgezien van de slinger mag geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd worden.
Ga als volgt te werk om een wiel te vervangen:
❒Stop het voertuig op een plek die niet gevaarlijk
is voor het verkeer en waar het wiel op veilige
wijze vervangen kan worden. De grond moet zo
mogelijk vlak en voldoende compact zijn;
❒zet de motor af en trek de handrem aan en
schakel de 1
eversnelling of de achteruit in. Doe
het reflecterende veiligheidsvest (wettelijk
verplicht in bepaalde landen) aan voordat u uit
de auto stapt;
❒open de achterklep, til de vloerbedekking op
met het handvat A fig. 111;
❒neem de sleutel A fig. 112 uit de
gereedschapshouder, draai de blokkeerschroef
los, neem de gereedschaphouder B uit en zet het
nabij het te vervangen wiel. Neem het
ruimtebesparende reservewiel C;
❒draai de wielbouten ongeveer een slag los d.m.v.
de sleutel A fig. 113. Bij auto’s die zijn uitgerust
met lichtmetalen velgen, schud de auto om het
loskomen van de velg te vergemakkelijken;
170WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 175 of 299

Versie met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒zorg dat de contactvlakken van het standaard
wiel en de velg schoon zijn om het loskomen
van de wielbouten te voorkomen;
❒monteer het standaard wiel en steek de vier
wielbouten in de betreffende gaten;
❒draai de wielbouten vast met de bijgeleverde
sleutel;
❒monteer het wieldeksel, zorg dat de inkeping
(op het wieldeksel) overeenstemt met het
ventiel;
❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
Versies met lichtmetalen velgen
❒monteer het wiel op de naaf en draai m.b.v. de
bijgeleverde sleutel de bouten vast;
❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
❒monteer het wieldeksel met klemfitting en zorg
daarbij dat het referentiegat op het wiel
overeenkomt met de referentiepen op het
wieldeksel.
BELANGRIJK Indien verkeerd gemonteerd, kan
het wieldeksel loskomen tijdens het rijden.Tot slot
❒plaats het ruimtebesparende reservewiel in de
daarvoor bestemde ruimte in de bagageruimte;
❒berg de krik en de andere werktuigen in de
gereedschapshouder op;
❒plaats de gereedschaphouder en de werktuigen
op het ruimtebesparende reservewiel;
❒hermonteer de afdekplaat correct in de
bagageruimte.
173WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER