display Lancia Ypsilon 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2013Pages: 307, PDF Size: 13.3 MB
Page 287 of 307

Na invoer van het vierde cijfer (binnen 20 seconden),
begint de autoradio te werken.
Als een verkeerde code wordt ingevoerd, geeft de
radio een geluid af en toont het display het opschrift
“Radio blocked/ wait” om aan te geven dat de juiste
code moet worden ingevoerd.
Elke keer dat de gebruiker een verkeerde code
invoert, neemt de wachttijd geleidelijk aan toe (1
min, 2 min, 4 min, 8 min, 16 min, 30 min, 1 uur, 2
uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en 24 uur), tot een
maximum van 24 uur.
De wachttijd wordt op het display getoond met het
opschrift "Radio blocked/wait". Als dit opschrift is
verdwenen, kan de code opnieuw worden ingevoerd.
Autoradio paspoort
Dit document is het eigendomsbewijs van de
autoradio. Op het paspoort van de autoradio staan
het model, het serienummer en de geheime code
aangegeven.
OpmerkingBewaar dit autoradio paspoort op een
veilige plek, zodat bij diefstal van de autoradio de
betreffende informatie aan de bevoegde instanties
gegeven kan worden.
Neem, in geval van zoekraken van het paspoort van
de autoradio, contact op met het Lancia
Servicenetwerk, neem uw identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van uw auto mee.
RADIO (TUNER)INLEIDING
Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, dan
wordt de audiobron ingeschakeld die vóór het
uitschakelen beluisterd werd: Radio, CD, CD MP3 of
Media Player (alleen metBlue&Me™) of AUX
(alleen metBlue&Me™, voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar aanwezig).
Druk, om de radio te kiezen wanneer naar een
andere audiobron wordt geluisterd, kortstondig op de
toets FM AS of AM, afhankelijk van de gewenste
golfband.
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont het display de
naam (alleen RDS-stations), de frequentie van het
gekozen station, de gekozen golfband (bijv. FM1) en
het nummer van de voorkeuzetoets (bijv. P1).
KEUZE GOLFBAND
Druk bij ingeschakelde Radio meerdere malen kort
op de toets FM AS of AM om de gewenste golfband te
kiezen.
Elke keer dat op de toets wordt gedrukt, worden de
volgende golfbanden na elkaar gekozen:
❒Door op de FM AS-toets te drukken: “FM1”,
“FM2” of “FMA”;
❒Door op de AM-toets te drukken: “MW1, MW2”.
Elke band wordt met zijn naam op het display
aangegeven. Er zal afgestemd worden op het laatst
gekozen station op de betreffende golfband.
283
AUTORADIO
Page 288 of 307

De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 of
"FMA"; de FMA-golfband is gereserveerd voor de
stations die automatisch met de Autostore-functie
worden opgeslagen.
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de nummer 1 t/m 6 worden voor het
instellen van de volgende voorkeuzestations gebruikt:
❒18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op
FMT of "FMA") (bij sommige uitvoeringen);
❒12 op de MW-golfband (6 op MW1, 6 op MW2).
Kies voor het luisteren naar een voorkeuzestation, de
gewenste golfband en druk vervolgens kort op de
betreffende voorkeuzetoets (1 t/m 6).
Door langer dan 2 seconden op de voorkeuzetoets te
drukken, wordt het station waarop is afgestemd
opgeslagen. De opslagfase wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE STATION
De radio slaat automatisch het laatst gekozen station
op elke golfband op, waarop wordt afgestemd
wanneer de radio wordt ingeschakeld of wanneer van
golfband wordt gewisseld.AUTOMATISCHE AFSTEMMING
Druk kortstondig op de
of
toets om automatisch
te zoeken naar het volgende station dat in de gekozen
richting ontvangen kan worden.
Als de
of
toets langer ingedrukt wordt
gehouden, dan start het snel zoeken. Wanneer de
toets wordt losgelaten, zal de tuner stoppen bij het
eerstvolgende station dat ontvangen kan worden.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is
ingeschakeld, zal de tuner alleen naar stations
zoeken die verkeersinformatie en -berichten
uitzenden.
HANDMATIGE AFSTEMMING
Op deze manier kunnen de stations handmatig op de
geselecteerde golfband gezocht worden.
Kies de gewenste golfband en druk vervolgens
herhaaldelijk kort op de of
toets om het zoeken in
de gekozen richting te starten.
Als de of
toets langer ingedrukt wordt gehouden,
dan start het snel zoeken. Dit stopt wanneer de toets
wordt losgelaten.
AUTOSTORE FUNCTIE
(automatische opslag stations)
Houd, voor het inschakelen van de Autostore-functie,
de FM AS-toets ingedrukt totdat een geluidssignaal
wordt gehoord. Met deze functie slaat de radio
automatisch de 6 stations met het in afnemende
volgorde sterkste signaal op de FMA-golfband op.
Tijdens het automatische opslagproces, knippert het
opschrift "Autostore" op het display.
284
AUTORADIO
Page 289 of 307

Druk nogmaals op de FM AS-toets om de Autostore-
functie te onderbreken: de radio zal opnieuw op het
station afstemmen dat vóór inschakeling van de
functie beluisterd werd.
Na beëindiging van de Autostore-functie, stemt de
radio automatisch af op het eerste voorkeuzestation
op de FMA-golfband aan de voorkeuzezijde 1.
De stations die op dat moment een sterk signaal
hebben, worden vervolgens automatisch in de
gekozen golfband onder de toetsen 1 t/m 6
opgeslagen.
Wanneer de Autostore-functie binnen de MW-
golfband wordt ingeschakeld, dan wordt automatisch
de FMA-golfband geselecteerd, waar de functie
wordt uitgevoerd.
OpmerkingSoms slaagt de Autostore-functie er niet
in 6 stations met een voldoende sterk signaal te
vinden. In dat geval worden de sterkste stations
onder de vrije voorkeuzetoetsen opgeslagen.
OpmerkingWanneer de Autostore-functie wordt
ingeschakeld, worden de eerder opgeslagen stations
op de FMA-golfband gewist.ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN
De autoradio kan in de RDS-modus noodberichten
ontvangen in geval van uitzonderlijke
omstandigheden of situaties die gevaar van algemene
aard kunnen opleveren (aardbevingen,
overstromingen enz.), indien deze worden
uitgezonden door het station waarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan
niet worden uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht
verschijnt op het display het opschrift "Alarm". Het
volume van de radio verandert tijdens dit bericht op
dezelfde wijze als bij verkeersinformatie.
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)
In sommige landen bestaan circuits die meerdere
stations die verkeersinformatie uitzenden groeperen.
In zo'n geval wordt het programma van het
beluisterde station tijdelijk onderbroken voor:
❒ontvangst van verkeersinformatie (alleen bij
ingeschakelde TA-functie);
❒het luisteren naar regionale programma’s, elke
keer als deze worden uitgezonden door een station
van hetzelfde circuit.
285
AUTORADIO
Page 291 of 307

INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD
Steek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat het
automatische laadysteem ingeschakeld wordt dat de
CD correct zal plaatsen.
De CD kan ook worden ingebracht bij uitgeschakelde
radio en contactsleutel in de stand MAR: in dit geval
blijft de radio uitgeschakeld. Wanneer de autoradio
wordt ingeschakeld, wordt de laatst beluisterde
audiobron vóór het uitschakelen geactiveerd.
Wanneer een CD wordt ingebracht, verschijnt op het
display het symbool "CD-IN" en het opschrift "CD
Reading". Deze blijven weergegeven totdat de
autoradio de op de CD aanwezige nummers heeft
gelezen. Hierna begint de autoradio automatisch het
eerste nummer af te spelen.
Druk op de
toets (EJECT) bij ingeschakelde radio
om het automatisch uitwerpen van de CD te
activeren. Na het uitwerpen wordt de audiobron
ingeschakeld die beluisterd werd voordat de CD werd
afgespeeld.
Als de CD niet uit de autoradio wordt verwijderd,
dan wordt de CD na circa 20 seconden automatisch
opnieuw geladen en wordt afgestemd op de Tuner
(Radio).
De CD kan niet worden uitgeworpen als de autoradio
uitgeschakeld is.
Als de uitgeworpen CD weer in de speler wordt
geplaatst zonder dat hij volledig uit de sleuf is
verwijderd, dan schakelt de radio niet over op de
CD-speler.Mogelijke foutmeldingen
Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv. als
een CD-ROM is ingebracht of een CD andersom is
ingebracht, of als er een leesfout is), verschijnt op de
display het opschrift "CD Disc error".
Daarna wordt de CD uitgeworpen en hoort men de
audiobron die ingeschakeld was voordat de CD-
speler werd gekozen.
Wanneer een externe audiobron is ingeschakeld (TA,
ALARM of Phone), wordt de CD die niet gelezen kan
worden niet uitgeworpen zolang deze functies niet
beëindigd zijn. Hierna toont het display bij
ingeschakelde CD-speler enkele seconden het
opschrift "CD Disc error" en wordt de CD
uitgeworpen.
Als de CD-speler oververhit raakt, kan het afspelen
van de CD tijdelijk onderbroken worden. De
autoradio zal automatisch overschakelen op de Radio
(Tuner) en het display zal “CD hot” en vervolgens
“CD disc error” tonen.
DISPLAY-INFORMATIE
Wanneer de CD-speler werkt, verschijnt op het
display de volgende informatie:
❒"CD Track 5": geeft het tracknummer op de CD
aan;
❒"03.42": geeft de verstreken speelduur vanaf het
begin van het nummer aan (als de betreffende
menufunctie is ingeschakeld).
287
AUTORADIO
Page 292 of 307

KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)
Druk kortstondig op de
toets om het vorige CD-
nummer en op de
toets om het volgende nummer
af te spelen.
De nummers worden achter elkaar afgespeeld: het
eerste nummer wordt na het laatste nummer
geselecteerd en andersom.
Als het nummer langer dan 3 seconden wordt
afgespeeld en op detoets wordt gedrukt, wordt het
nummer vanaf het begin herhaald.
Als men in dat geval het vorige nummer wil
beluisteren, drukt men tweemaal op de toets.
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS
Houd de
toets ingedrukt om het gekozen nummer
snel vooruit te spoelen en de
toets om het nummer
snel achteruit te spoelen.
Het snel vooruit-/ terugspoelen wordt onderbroken
zodra de toets wordt losgelaten.
PAUZE-FUNCTIE
Druk, om de CD-speler in de pauzestand te zetten,
op de
toets. Het opschrift "CD Pause" verschijnt
op de display.
Druk, om het nummer weer af te spelen, opnieuw op
de
toets. Als een andere audiobron wordt gekozen,
dan wordt de pauze-functie uitgeschakeld.
CD MP3-SPELERINLEIDING
Dit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten voor
wat betreft de werking van de CD MP3-speler: zie
voor een beschrijving van de werking van de
autoradio het hoofdstuk “Radio" en "CD MP3-
speler”.
OPMERKING MPEG Layer-3 audio decoding
technology in licentie van Fraunhofer IIS en
Thomson Multimedia.
MP3 WERKING
Behalve het afspelen van normale audio-CD’s, kan de
autoradio ook CDROM’s afspelen waarop
gecomprimeerde audiobestanden in MP3-formaat
zijn geregistreerd. De autoradio werkt zoals
beschreven in het hoofdstuk "CD-speler", wanneer
een normale audio-CD wordt ingebracht.
Voor een optimale weergave wordt geadviseerd om
CD's van goede kwaliteit te gebruiken die met de
laagst mogelijke snelheid gebrand zijn.
De bestanden op een MP3 CD zijn in mappen
gestructureerd die lijsten maken van alle mappen
met MP3-nummers (mappen en submappen worden
allemaal op hetzelfde niveau weergegeven): de
mappen die geen MP3-nummers bevatten, kunnen
niet geselecteerd worden.
De kenmerken en de werking voor de weergave van
MP3-bestanden zijn als volgt:
❒de gebruikte CD-ROM’s moeten zijn gebrand
volgens de ISO 9660 standaard;
288
AUTORADIO
Page 293 of 307

❒de muziekbestanden moeten de extensie “.mp3”
hebben: bestanden met een andere extensie
kunnen niet afgespeeld worden;
❒de volgende weergavefrequenties kunnen
afgespeeld worden: 44.1 kHz, stereo (96 tot 320
kbit) - 22.05 kHz, mono of stereo (32 tot 80 kbit);
❒nummers met een variabele bit-rate kunnen
afgespeeld worden.
OpmerkingDe namen van de nummers mogen niet
de volgende tekens bevatten: spaties , ' (apostrofs), (
en ) (haakjes openen en sluiten). Zorg er tijdens het
branden van een MP3-CD voor dat de
bestandsnamen deze tekens niet bevatten; als dit wel
het geval is, dan kan de autoradio de betreffende
nummers niet afspelen.
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKS
Als een hybride disk (Mixed Mode, Enhanced, CD-
Extra) wordt ingebracht die ook MP3-bestanden
bevat, dan begint de autoradio automatisch met het
afspelen van de audiosessie. Tijdens het afspelen kan
worden overgeschakeld naar de MP3-sessie door de
MEDIA-toets langer dan 2 seconden ingedrukt te
houden.
OpmerkingWanneer de functie geactiveerd wordt,
kan de autoradio enkele seconden nodig hebben
voordat het afspelen start. Tijdens de controle van de
disk, toont de display het opschrift “CD READING”.
Als er geen MP3-bestanden worden gedetecteerd,
hervat de autoradio het afspelen van de audiosessie
vanaf het punt, waarop deze onderbroken werd.DISPLAY-INFORMATIE
Weergave ID3-TAG-informatie
De autoradio kan niet alleen informatie over de
verstreken speelduur, naam van de map en van het
bestand weergegeven, maar ook ID3-TAG-informatie
over de Titel, Artiest en Auteur van het nummer.
De naam van de MP3-map die op de display wordt
getoond, komt overeen met de naam waarmee de
CD-map is opgeslagen, gevolgd door een asterisk.
Voorbeeld van een MP3-mapnaam: BEST OF *.
Wanneer voor weergave van de ID3-TAG informatie
(Titel, Artiest, Album) is gekozen die niet voor het
afgespeelde nummer is opgeslagen, dan wordt deze
informatie vervangen door de naam van het bestand.
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP
Druk op de
toets om een van de volgende mappen
te kiezen of druk op de
toets om een vorige map te
kiezen.
Het display toont het nummer en de naam van de
map (bijv. "DIR 2 XXXXXX").
XXXXXX: naam van de map (het display toont
alleen de eerste 8 tekens).
289
AUTORADIO
Page 301 of 307

– "Daytime Running
Lights" ............................ 49
Dashboardkastje
passagierszijde .................... 66
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............. 197
Dashboard ........................... 3
De auto langdurig stallen .... 156
De motor starten ......... 146-172
Derde remlicht .................... 192
De sleutels ............................ 24
Dieselfilter .......................... 224
Dimlicht
– bediening ......................... 50
– lamp vervangen .............. 190
Display................................. 7
– Bedieningsknoppen .......... 10
DPF (roetfilter)................... 119
DRLs (Dagverlichting) ......... 49
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging) ....... 95-96Een wiel vervangen ............ 174
Elektrische ruitbediening ..... 75
Elektrische
stuurbekrachtiging
"Dualdrive" ........................ 95EOBD (systeem)................... 95
ESC systeem ........................ 87
Fix&Go Automatic kit ........ 180
Follow me home (systeem) ... 52Gear Shift Indicator
(systeem) ........................... 8
Gebruiksomstandigheden.... 152
Gebruik van de
versnellingsbak ................. 150
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ............ 211
Gewichten en belastingen.... 251
Gordelspanners ................... 126
Grootlicht
– bediening ......................... 51
– lamp vervangen .............. 189H
andbediende
airconditioning ................... 38
– onderhoud ....................... 40
Handrem ............................ 14
Hendels op het stuurwiel
– linkerhendel .................... 49Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ..... 8
Hill Holder (systeem) ........... 88
Hoofdairbag ....................... 141
Hoofdsteunen ....................... 31
Identificatiegegevens
– chassisnummer ............... 237
– identificatieplaatje
carrosserielak ................. 237
– motorcode ...................... 237
– typeplaatje met
identificatiegegevens....... 236
Imperiaal/skidrager.............. 83
Inbouwvoorbereiding
autoradio ............................ 97
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar
navigatiesysteem................. 98
Inbouwvoorbereiding voor
"Isofix" kinderzitje ............ 136
Instrumenten
– Instrumenten ................... 4
Instrumentenpaneel.............. 4
Instrumenten (paneel)
– Brandstofmeter ................ 6
297WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
9
D
agverlichting (DRL)
Page 302 of 307

– herconfigureerbaar
multifunctioneel display... 5
–
temperatuurmeter............. 6
– multifunctioneel display... 4
– Snelheidsmeter ................ 6
– toerenteller ...................... 6
Interieur (reiniging) ............ 234
Interieuruitrusting ................ 66K
entekenverlichting
– lamp vervangen .............. 194
Ken uw auto......................... 3
Kinderzitjes (geschiktheid
voor gebruik) .................... 134
Klimaatcomfort .................... 37
Klimaatregeling.................... 36
– Uitstroomopeningen/
roosters in interieur.......... 37
Koelvloeistoftemperatuurmeter.......................................... 6
Koplampen .......................... 84
– hoogteregeling
koplampen ...................... 85
– koplampafstelling in het
buitenland ....................... 85
– lamp vervangen .............. 189
– lichtbundel afstellen......... 84Koplampen - mistlampen
afstellen .............................. 85
Koplampsproeiers ............... 231
Koppeling ........................... 240
Krachtbegrenzers ................ 127
Krik .................................... 176
Lampen
– algemene instructies ....... 185
– lampen (vervangen) ....... 185
– typen lampen ................. 187
Lampjes op
instrumentenpaneel ........... 157
lamp vervangen ........... 191-192
Lamp vervangen
– buitenverlichting ............ 189
– interieurverlichting ......... 194
Lancia CODE systeem.......... 23
– Bagageruimte (inhoud)... 249Lichtunits
– achterlichtunits (lamp
vervangen) ..................... 192
– koplampunits (lamp
vervangen) ..................... 189
Luchtfilter .......................... 224
Luchtroosters aan zijkant ..... 36
Luchtroosters in het
midden ............................... 36
M
agic Parking.................... 102
Mechanical Brake Assist ....... 87
Menuopties........................... 12
Milieubescherming .............. 119
Mistachterlicht .................... 193
Mistlicht ............................. 191
Motorcodes ......................... 238
Motorkap ............................. 81
Motor
– code ............................... 237
– identificatiecodes ............ 238
– technische gegevens ........ 239
– Vloeistofniveau van het
motorkoelsysteem ........... 222
Motorolie
– niveau controleren .......... 221
– specificaties .................... 254
– verbruik ......................... 221
Motorruimte
– controle van
vloeistofniveaus .............. 217
Motorruimte
– openen/sluiten ................. 81
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER298
– reinigen .......................... 233 koelvloeistof-
MSR (systeem) ..................... 90
Multifunctioneel display ....... 7