Lancia Ypsilon 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2014Pages: 307, PDF Size: 13.3 MB
Page 71 of 307

AANSTEKER
(voor bepaalde versies/markten)
Deze zit op de middenconsole naast de handrem.
Druk op knop A fig. 50 om te aansteker te
activeren.
Na enkele seconden keert de knop automatisch
terug naar de beginstand, dan is de aansteker
klaar voor gebruik.
BELANGRIJK Controleer altijd of de aansteker is
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Sluit geen apparaten aan op het
stopcontact met een vermogen van meer dan 180
W Beschadig het stopcontact niet door het gebruik
van ongeschikte adapters.
BELANGRIJK
De aansteker wordt erg heet. Ga er
voorzichtig mee om en zorg ervoor
dat kinderen hem niet gebruiken: gevaar van
brand en/of brandwonden.
ASBAK
(voor bepaalde versies/markten)
De asbak is een verwijderbare kunststof houder
met een deksel onder veerdruk die in de rechter
beker/blikjeshouder geplaatst moet worden op de
middenconsole fig. 51.
BELANGRIJK Gebruik de asbak niet als
prullenbak: de inhoud kan door sigarettenpeuken
in brand raken.
fig. 50
L0F0258
fig. 51
L0F0056
67WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 72 of 307

ZONNEKLEPPEN
Deze bevinden zich aan beide kanten van de
achteruitkijkspiegel. Ze kunnen naar voren en
opzij worden gedraaid.
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde hebben een spiegeltje aan de
achterkant. Open het schuifje A fig. 52 om het
spiegeltje aan bestuurderszijde te gebruiken.
BRANDBLUSSER
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bevindt zich onder de voorste passagiersstoel
en bij sommige versies aan de rechterkant van
de bagageruimte, in een speciale houder.
SCHUIFDAK(voor bepaalde versies/markten)
Het grote elektrische schuifdak bestaat uit 2
glazen panelen, een vast paneel achter en een
verstelbaar paneel voor. Deze panelen zijn
voorzien van twee zonneschermen (voor en achter)
en kunnen handmatig worden versteld. De
zonneschermen kunnen bij gesloten schuifdak in
alle standen worden versteld.
Om de zonneschermen te openen, trek het
handvat A fig. 53 in de richting van de pijl tot de
gewenste stand is bereikt. Ga in omgekeerde
volgorde te werk om de zonneschermen te sluiten.
Het schuifdak kan alleen bediend worden wanneer
de contactsleutel in de stand MAR staat.
Het schuifdak kan worden geopend/gesloten met
de knoppen B en C fig. 53 naast het
plafondlampje in het midden.
Openen
Druk op knop C en houdt deze ingedrukt om het
voorste ruitpaneel in “spoilerstand” te zetten.
Druk nogmaals op de knop en houdt hem langer
dan een halve seconde ingedrukt om het
zonnescherm automatisch in een tussenstand te
zetten (“Comfort”-stand).
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop B om het
zonnescherm in de compleet geopende stand te
brengen.
fig. 52
L0F0055
68
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 73 of 307

Sluiten
Druk vanaf de compleet geopende stand op knop
B. Als de knop langer dan een halve seconde
wordt ingedrukt, wordt het dak automatisch
gesloten tot de spoilerstand.
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop B om het
zonnescherm in de compleet gesloten stand te
zetten.
Open het schuifdak alleen in
“spoilerstand” als er een imperiaal
gemonteerd is. Open het schuifdak niet
als er sneeuw of ijs op is: risico op
beschadiging.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
Oneigenlijk gebruik van het schuifdak kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of iemand kan worden
verwond door het bewegende schuifdak
of door voorwerpen die door het
mechanisme worden meegesleept of geraakt.
fig. 53
L0F0152
69WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 74 of 307

KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een knelbeveiliging
die tijdens het sluiten van het dak een eventueel
obstakel kan herkennen; wanneer dit gebeurt,
onderbreekt het systeem de beweging en keert de
beweging onmiddellijk om.
NOODBEDIENING
Als de bedieningsknoppen niet werken, kan het
cabriodak handmatig bediend worden zoals
hieronder is beschreven:
❒verwijder de beschermdop op de
binnenbekleding, tussen de twee zonneschermen
fig. 54;
❒neem de meegeleverde Allen sleutel uit de
gereedschapshouder in de bagageruimte of,
afhankelijk van de versie, in het
dashboardkastje;❒steek de betreffende sleutel in de zitting A
fig. 54 en draai hem rechtsom om het schuifdak
te openen of linksom om het schuifdak te
sluiten.
INITIALISATIEPROCEDURE
Bij een storing van de automatische beweging bij
het openen/sluiten of een noodsituatie (zie
beschrijving in de vorige paragraaf), moet de
automatische bediening van het schuifdak
opnieuw worden geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
❒Druk op knop B in de gesloten stand;
❒houd de knop B ingedrukt: na ongeveer 10
seconden gaat het schuifdak schokkerig dicht.
Laat de knop B los na het schuifdak te hebben
gesloten;
❒draai de contactsleutel op STOP en laat dit
gedurende 10 seconden zo;
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR;
❒Druk op knop B in de gesloten stand;
❒houd de knop B ingedrukt tot het schuifdak
helemaal gesloten is: de initialisatieprocedure is
afgerond;
❒druk binnen 3 seconden na afronding van de
initialisatieprocedure nogmaals op knop B;
fig. 54
L0F0299
70
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒houd knop B ingedrukt: het schuifdak zal
automatisch een volledige cyclus openen en
sluiten uitvoeren: herhaal de hele procedure
vanaf het begin als dit niet gebeurt;
❒houd knop B ingedrukt en wacht tot het
schuifdak helemaal gesloten is.
Page 75 of 307

PORTIERENCENTRALE PORTIERVERGRENDELING
De portieren vergrendelen van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop
van de
afstandsbediening of steek en draai de metalen
baard (in de sleutel) in het slot van de
bestuurdersportier. De led boven de
knop
knippert om aan te geven dat de portieren zijn
vergrendeld.
De portiervergrendeling werkt:
❒als alle portieren gesloten zijn;
❒als alle portieren gesloten zijn en de achterklep
open is.
De portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knop
van de afstandsbediening of
steek en draai de metalen baard (in de sleutel) in
het slot van de bestuurdersportier.De portieren ver-/ontgrendelen van binnenuit
Druk op de knop
. De knop is voorzien van
een led-lampje dat aangeeft wanneer de portieren
worden ver-/ontgrendeld.
Led aan: portieren vergrendeld. Druk nogmaals op
de knop
om de centrale portiervergrendeling
uit te schakelen. De led gaat uit.
Led uit: portieren ontgrendeld. Druk nogmaals op
de knopom de centrale portiervergrendeling
in te schakelen. De centrale portiervergrendeling
werkt alleen als alle portieren perfect gesloten zijn.
71WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 76 of 307

Na inschakeling van de centrale
portiervergrendeling via afstandsbediening of het
portierslot, kunnen de portieren niet worden
ontgrendeld met de knop
.
Als elektrische voeding wordt onderbroken
(doorgebrande zekering, losgekoppelde accu, enz.)
kunnen de portieren met de hand worden
vergrendeld.
BELANGRIJK Bij ingeschakelde centrale
portiervergrendeling worden de portieren
ontgrendeld als aan de handgreep aan de
passagiersportier wordt getrokken (de led blijft
branden). Als aan de handgreep aan de
passagiersportier wordt getrokken, worden alle
portieren ontgrendeld.BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als het kinderslot is
ingeschakeld (zie beschrijving in de volgende
paragraaf).
72
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 77 of 307

KINDERSLOT
Deze voorziening zorgt ervoor dat de
achterportieren van binnenuit niet geopend
kunnen worden.
Het kinderslot A fig. 55 kan alleen bij geopende
portieren worden ingeschakeld:
❒stand 1 - kinderslot ingeschakeld (portier
vergrendeld);
❒stand 2 - kinderslot uitgeschakeld (portier kan
van binnenuit worden geopend);
Het kinderslot blijft ook actief bij inschakeling
van de centrale portierontgrendeling.
BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
BELANGRIJK
Gebruik het kinderslot steeds
wanneer kinderen worden vervoerd.
Controleer na inschakeling van het
kinderslot bij beide achterportieren of het
slot daadwerkelijk is ingeschakeld door aan
de handgreep aan de binnenzijde van de
portieren te trekken.
fig. 55
L0F0080
73WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 78 of 307

NOODVERGRENDELING VOORPORTIER
PASSAGIERSZIJDE EN ACHTERPORTIEREN
De voorportier aan passagierszijde en de
achterportieren zijn voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er geen stroom
aanwezig is.
Ga hiervoor als volgt te werk:
❒draai de metalen baard van de sleutel in de
stand Afig. 56 (voorportier aan passagierszijde)
of B fig. 55 (achterportieren);
❒draai de sleutel rechtsom en haal hem uit het
slot Afig. 56 of B fig. 55.
Ga als volgt te werk om het knopje van het slot
weer in dezelfde stand te zetten (alleen wanneer
de acculading hersteld is):
❒druk op de knop
van de afstandsbediening;
❒druk op de knopom de portieren te
ont-/vergrendelen;❒open een voorportier door de sleutel in het slot
te steken;
❒trek aan de binnenhandgreep van het portier.
Als bij ingeschakeld kinderslot en de
voorheen beschreven
vergrendelingswijze de
binnenhandgreep van een achterportier wordt
bediend, lukt het niet om het portier te
openen en komt alleen het knopje van de
sloten omhoog. Het portier kan alleen worden
geopend door aan de buitenhandgreep te
trekken. In geval van een noodvergrendeling
wordt de ont-/vergrendelknop
niet buiten
werking gesteld.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of
als een zekering is doorgebrand, dan moet de
centrale portiervergrendeling opnieuw worden
geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel.
fig. 56
L0F0215
74
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 79 of 307

ELEKTRISCHE RUITBEDIENINGDeze werkt met de contactsleutel in de stand MAR
en gedurende circa drie minuten nadat de
contactsleutel naar de stand STOP is gedraaid of
verwijderd is als een van de voorportieren geopend
is.
De bedieningsknoppen bevinden zich op de
portierpanelen (bij bepaalde versies/markten)
(vanaf het paneel van het bestuurdersportier
kunnen alle ruiten bediend worden).
Er is een knelbeveiliging aanwezig die tijdens het
sluiten van de voor- en achterruiten werkt (bij
bepaalde versies/uitvoeringen).
BELANGRIJK
Oneigenlijk gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of de passagiers niet
kunnen worden verwond door de bewegende
ruiten of door voorwerpen die door de ruit
worden meegesleept of geraakt. Verwijder
altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.BEDIENINGSELEMENTEN
Bestuurdersportier
A fig. 57: openen/sluiten zijruit linksvoor;
"continue automatische" werking tijdens
openen/sluiten ruit;
B: openen/sluiten zijruit rechtsvoor; "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit
(bij bepaalde versies/markten)
C: inschakeling/uitschakeling bediening achterste
zijruiten
D: openen/sluiten zijruit linksachter (bij bepaalde
versies/markten); "continue automatische"
werking tijdens openen/sluiten ruit
E: openen/sluiten zijruit rechtsachter (bij
bepaalde versies/markten); "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit.
fig. 57
L0F0162
75WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 80 of 307

Druk op de knoppen om de gewenste ruit te
openen/sluiten. Wanneer een van de twee knoppen
kort wordt ingedrukt, beweegt de ruit in
"stappen"; als de knop ingedrukt wordt gehouden,
wordt de "continue automatische" werking voor
het openen en sluiten geactiveerd.
Als opnieuw op de bedieningsknop wordt gedrukt,
stopt de ruit in de gewenste positie. Als de knop
enkele seconden ingedrukt wordt gehouden,
gaat de ruit automatisch open of dicht (alleen met
de contactsleutel in de stand MAR).
Voorportier aan passagierszijde en
achterportieren
(bij bepaalde versies/markten)
Op het portierpaneel aan passagierzijde en bij
sommige versies op de achterportieren, zijn
knoppen aanwezig om de betreffende ruiten te
bedienen.
Knelbeveiliging
De auto is uitgerust met een knelbeveiliging die
tijdens het sluiten van de zijruiten voor en achter
actief is. Dit veiligheidssysteem detecteert de
aanwezigheid van een obstakel tijdens het sluiten
van de ruit en grijpt in door de slag van de ruit
te stoppen en, afhankelijk van de positie van
de ruit, om te keren.
Deze voorziening is ook nuttig als de ruiten per
ongeluk worden bediend door kinderen aan boord.De knelbeveiliging is zowel tijdens de handmatige
als de automatische bediening van de ruit actief.
Wanneer de knelbeveiliging geactiveerd wordt,
wordt het sluiten van de ruit onmiddellijk gestopt
en de beweging omgekeerd. Tijdens de omkering
van de beweging kan de ruit op geen enkele
manier bediend worden.
BELANGRIJK Als de knelbeveiliging binnen 1
minuut 3 keer achter elkaar ingrijpt of defect is,
wordt het automatische sluiten van de ruit
geblokkeerd, en alleen in stappen van een halve
seconde toegestaan; hierbij moet de knop
losgelaten worden voor de volgende manoeuvre.
Om de correcte werking van het systeem te
herstellen, moet de betreffende ruit geopend
worden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand
STOP staat of verwijderd is, dan kunnen de ruiten
nog ongeveer 3 minuten worden bediend. Het
systeem wordt echter uitgeschakeld als een van de
portieren wordt geopend.
BELANGRIJK Daar waar de knelbeveiliging
aanwezig is, zorgt bediening van de knop
op de
afstandsbediening langer dan 2 seconden voor
het openen van de ruiten zolang de knop
ingedrukt wordt gehouden. Als de knoplanger
dan 2 seconden ingedrukt wordt gehouden,
worden de ruiten gesloten.
76
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER