AUX Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2015, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2015Pages: 319, PDF Size: 9.88 MB
Page 217 of 319

ZEKERINGENKAST INSTRUMENTENPANEEL
fig. 155
APPARATEN ZEKERING AMPERE
+15 Hoogteregeling koplampen F13 5
+15 bediening via ingeschakeld contactslot met
blokkering tijdens starten van motorF31 5
+30 Klimaatregeleenheid, Blue&Me
TM-regeleenheid,
EOBD-aansluiting, radio-inbouwvoorbereidingF36 10
+15 schakelaar op rempedaal (NO) F37 7,5
Centrale portiervergrendeling F38 20
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
+15 Schuifdak, stoelverwarming, regen-/
schemersensor, bediening elektrische spiegels,
bedieningsverlichting, AUX-aansluitingF49 7,5
+15 Radio-inbouwvoorbereiding,
klimaatregeleenheid, schuifdak,
parkeerregeleenheid, rempedaalschakelaar (NC),
koppelingspedaalschakelaar (NC),
achteruitrijlichten, koplampsproeierbobineF51 5
+30 Instrumentenpaneel F53 7,5
+15 = plusklem vanaf contactsleutel
+30 = directe plusklem accu (niet vanaf
contactsleutel)
213
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 277 of 319

INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................275
TIPS ......................................................................275
TECHNISCHE GEGEVENS .................................277
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............277
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..277
SNELGIDS ..............................................................278
Algemene functies ..................................................279
Radiofuncties .........................................................280
CD-functies ............................................................280
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......281
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............282
INLEIDING .............................................................284
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................285
INSCHAKELING AUTORADIO .............................285
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................285
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................286
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................286
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................286
VOLUMEREGELING ............................................286
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................286
GELUIDSINSTELLINGEN....................................287
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................287
BALANSREGELING..............................................287
FADERREGELING ................................................288
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................288
EQ-FUNCTIE .......................................................288
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................289
MENU....................................................................289
AF SWITCHING functie .......................................290
TRAFFIC INFORMATION functie .........................291REGIONAL MODE functie ...................................292
MP3 DISPLAY functie ...........................................292
SPEED VOLUME functie .....................................292
RADIO ON VOLUME functie ................................293
TELEFOON...........................................................293
AUX OFFSET functie ...........................................294
RADIO OFF functie ..............................................294
SYSTEM RESET functie ........................................295
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .295
DIEFSTALBEVEILIGING......................................295
RADIO (TUNER) .....................................................297
INLEIDING ...........................................................297
KEUZE GOLFBAND .............................................297
VOORKEUZETOETSEN .......................................297
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................297
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................298
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................298
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................298
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................299
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........299
STEREO-UITZENDINGEN ...................................299
CD-SPELER ............................................................300
INLEIDING ...........................................................300
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................300
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............300
DISPLAY-INFORMATIE ........................................301
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........301
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................301
PAUZE-FUNCTIE .................................................301
273
AUTORADIO
Page 278 of 319

CD MP3-SPELER ....................................................302
INLEIDING ...........................................................302
MP3 WERKING .....................................................302
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKS ....................................................................302
DISPLAY-INFORMATIE ........................................303
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP.............303
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN ..........................303AUX (uitsluitend bij hetBlue&Me™ systeem) ........304
INLEIDING ...........................................................304
AUX MODUS .........................................................304
PROBLEEMOPLOSSING .......................................304
ALGEMEEN ..........................................................304
CD-SPELER ..........................................................304
LEZEN VAN MP3-BESTAND ................................305
274
AUTORADIO
Page 283 of 319

Algemene functies
Toets Functies Methode
Aan toets kort indrukken
Uit toets kort indrukken
Volumeregeling knop linksom/rechtsom draaien
FM ASKeuze radiobron FM1, FM2, FM Autostore toets kort achter elkaar indrukken
AMKeuze radiobron MW1, MW2 toets kort achter elkaar indrukken
MEDIAKeuze CD/Media Player bron (alleen met
Blue&Me
™) / AUX (alleen met
Blue&Me
™, voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar aanwezig)toets kort achter elkaar indrukken
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pause) Toets kort indrukken
Audioregelingen: lage tonen (BASS), hoge
tonen (TREBLE), balans rechts/links
(BALANCE), balans voor/achter (FADER)Menu inschakelen: toets kort indrukken
Keuze van type regeling:oftoets
indrukken
Waarden instellen:
of˙ toets indrukken
MENURegeling geavanceerde functiesMenu inschakelen: toets kort indrukken
Keuze van type regeling:
oftoets
indrukken
Waarden instellen:
oftoets indrukken.
279
AUTORADIO
Page 286 of 319

BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar aanwezig)
Toets Functies Methode
AudioMute aan/uit (Radio werking) of
Pauzefunctie (MP3 of Media Player werking
alleen bijBlue&Me
™)Toets kort indrukken
+Volume verhogen Toets indrukken
-Volume verlagen Toets indrukken
SRCKeuze van golfband (FM1, FM2, FMT, FMA,
MW1, MW2) en audiobron; Radio, MP3 of
Media Player (alleen metBlue&Me
™) /AUX
(alleen metBlue&Me
™, voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar aanwezig)Toets indrukken
OPMERKING: Uitgaande van de FM- of AM-
bron ingesteld op de radio (bijv. FM1 of
MW1), als u bladert door de audiobronnen
met behulp van de SRC-toets (en als u stopt
op een andere bron dan de radio), schakelt de
radio, wanneer de radiobron (FM of AM)
geselecteerd wordt met de toetsen op het
bedieningspaneel van de radio, altijd de
laatste radiobron (FMA of MW2) in.
SRC
fig. 2L0F0049
282
AUTORADIO
Page 289 of 319

Audiogedeelte
❒Mute/Pause functie:
❒Soft-Mute functie;
❒Loudness functie (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem);
❒grafische 7-bands equalizer (behalve
uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-systeem);
❒Gescheiden regeling hoge/lage tonen;
❒Balansregeling linker/rechter kanalen.
Media Player (alleen met Blue&Me™)
Zie voor de functies van de Media Player het
Blue&Me™ supplement.
AUX (alleen met Blue&Me™)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar
aanwezig)
❒Selectie AUX-bron;
❒AUX Offset functie: afstelling volume van
draagbaar apparaat op dat van een van de
andere bronnen;
❒Draagbare speler afspelen.FUNCTIES EN AFSTELLINGEN
INSCHAKELING AUTORADIO
De autoradio wordt ingeschakeld als er kort op de
toets/knop
(ON/OFF) wordt gedrukt.
Bij inschakeling van de autoradio, wordt het
volume beperkt tot de waarde 20 als eerder een
hogere waarde was ingesteld of tot de waarde 5 als
eerder de waarde 0 of Mute/Pause was ingesteld.
In alle andere gevallen wordt de eerder ingestelde
waarde behouden.
Wanneer de radio wordt ingeschakeld terwijl de
sleutel uit het contactslot is gehaald, dan schakelt
hij automatisch na circa 20 minuten uit. Nadat de
radio zichzelf automatisch heeft uitgeschakeld,
kan hij weer 20 minuten extra worden
ingeschakeld door op de
(ON/OFF) toets/knop
te drukken.
UITSCHAKELING AUTORADIO
Druk kortstondig op de
(ON/OFF) toets/knop.
285
AUTORADIO
Page 291 of 319

GELUIDSINSTELLINGEN
De functies van het audiomenu zijn afhankelijk
van de geactiveerde bron: AM/FM/CD/Media
Player (alleen metBlue&Me™) /AUX (alleen met
Blue&Me™, voor bepaalde uitvoeringen/markten,
indien aanwezig).
Druk kortstondig op de
toets om de
audiofuncties te veranderen.
Na de eerste druk op de
toets, toont het display
de waarde van het bass-niveau voor de op dat
moment ingeschakelde bron (bijv. bij gebruik van
FM, toont het display het opschrift "FM Bass
+2").
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties
te lopen. Gebruik voor het wijzigen van de
instelling van de gekozen functie de
oftoets.
De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (behalve uitvoeringen met 360°
HI-FI MUSIC-systeem)
(inschakelen/uitschakelen functie LOUDNESS);
❒EQUALIZER (behalve uitvoeringen met 360°
HI-FI MUSIC-systeem) (inschakelen en selectie
fabrieksinstelling equalizer);❒USER EQUALISER (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (gepersonaliseerde
equaliser-instellingen).
TOONREGELING (lage/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om “Bass” of “Treble”
in het AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
oftoets om de lage of hoge
tonen te verhogen/verlagen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Balance" in het
AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de
rechter speakers te verhogen of op de
toets om
het volume van de linker speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen
rechts en links op dezelfde waarde in te stellen.
287
AUTORADIO
Page 294 of 319

❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar
apparaat op dat van een van de andere
bronnen)(voor bepaalde versies/markten);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET
Druk opnieuw op de MENU-toets om de
Menufunctie uit te schakelen.
BELANGRIJK De instellingen AF SWITCHING,
TRAFFIC INFORMATION en REGIONAL MODE
zijn alleen bij FM mogelijk.
AF SWITCHING functie
(zoeken alternatieve frequenties)
De autoradio kan op twee verschillende manieren
werken in het RDS-systeem:
❒"AF Switching On": zoeken naar alternatieve
frequenties ingeschakeld (de letters "AF"
verschijnen op het display);
❒"AF Switching Off": zoeken naar alternatieve
frequenties niet ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te
schakelen:
❒druk op de MENU-toets en kies “AF Switching
On”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te
schakelen.Bij ingeschakelde functie, stemt de radio
automatisch af op het station met het sterkste
signaal dat hetzelfde programma uitzendt. Tijdens
het rijden kan men naar hetzelfde station blijven
luisteren zonder dat op een andere frequentie
afgestemd hoeft te worden als men in een ander
gebied komt.
Vanzelfsprekend moet het beluisterde station
ontvangen kunnen worden in het gebied waardoor
men rijdt.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het opschrift "AF".
Als de AF-functie is ingeschakeld en de radio kan
het afgestemde station niet meer ontvangen, dan
activeert de radio het automatische zoeken en
verschijnt het bericht "FM Search" op het display
(alleen bij autoradio's van hoog niveau).
Als de AF-functie is uitgeschakeld, blijven de
resterende RDS-functies, zoals de weergave van de
naam van het station, altijd actief.
De AF-functie kan alleen op FM-golfbanden
geactiveerd worden.
290
AUTORADIO
Page 298 of 319

❒“Speech volume 23”: functie ingeschakeld met
volume-instelling 23.
Met functie Speech volume niet aanwezig in
het Menu
Wanneer er een telefoonoproep ontvangen wordt,
wordt het geluid overgezet op het audiosysteem
van de auto via de radio.
Het geluid van het inkomende telefoontje heeft
altijd een vast volume, maar dit kan tijdens het
gesprek aangepast worden met de toets/knop
ON/OFF.
Als tijdens het gebruik vanBlue&Me™ het
volumeniveau wordt gewijzigd, wordt dit op het
radiodisplay weergegeven en opgeslagen en voor
alle volgende gesprekken behouden tot de motor
wordt afgezet.
Bij ingeschakelde RADIO ON VOLUME functie,
wanneer de motor opnieuw wordt gestart:
❒als de radio werd uitgeschakeld met een volume
vanBlue&Me™ lager dan 12, wordt het
volume vanBlue&Me™ automatisch voor het
volgende telefoongesprek ingesteld op 12;
❒if the radio was switched off with aBlue&Me™
volume higher than 25, theBlue&Me™ volume
will be set to 25 automatically for the next
phone call;
❒if the radio was switched off with aBlue&Me™
volume between 12 and 25, theBlue&Me™
volume for the next phone call will be that set
previously by the user.Als, daarentegen, de RADIO ON VOLUME functie
uitgeschakeld is, behoudt de radio de laatste
instelling.
AUX OFFSET functie
(afstelling volume van draagbaar apparaat op
dat van de andere bronnen)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het volume van de AUX-
bron, afhankelijk van het aangesloten apparaat,
afgesteld worden op dat van de andere bronnen.
Om de functie in te schakelen o de MENU-toets
drukken en “AUX offset” kiezen.
Druk op de
oftoets om het volume te
verhogen of verlagen (ingesteld van–6tot+6).
RADIO OFF functie
(in- en uitschakelwijze)
Deze functie wordt gebruikt om de uitschakelwijze
van de radio op een of twee verschillende
manieren in te stellen. Gebruik de
oftoets om
de functie in te schakelen.
De gekozen manier verschijnt op het display:
❒"00 MIN": uitschakeling is afhankelijk van de
contactsleutel; de radio schakelt automatisch uit
zodra de contactsleutel naar de STOP-stand
wordt gedraaid;
294
AUTORADIO
Page 301 of 319

RADIO (TUNER)
INLEIDING
Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, dan
wordt de audiobron ingeschakeld die vóór het
uitschakelen beluisterd werd: Radio, CD, CD MP3
of Media Player (alleen metBlue&Me™) of AUX
(alleen metBlue&Me™, voor bepaalde
uitvoeringen/markten, waar aanwezig).
Druk, om de radio te kiezen wanneer naar een
andere audiobron wordt geluisterd, kortstondig op
de toets FM AS of AM, afhankelijk van de
gewenste golfband.
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont het display
de naam (alleen RDS-stations), de frequentie van
het gekozen station, de gekozen golfband (bijv.
FM1) en het nummer van de voorkeuzetoets (bijv.
P1).
KEUZE GOLFBAND
Druk bij ingeschakelde Radio meerdere malen kort
op de toets FM AS of AM om de gewenste golfband
te kiezen.
Elke keer dat op de toets wordt gedrukt, worden
de volgende golfbanden na elkaar gekozen:
❒Door op de FM AS-toets te drukken: “FM1”,
“FM2” of “FMA”;
❒Door op de AM-toets te drukken: “MW1,
MW2”.Elke band wordt met zijn naam op het display
aangegeven. Er zal afgestemd worden op het laatst
gekozen station op de betreffende golfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 of
"FMA"; de FMA-golfband is gereserveerd voor de
stations die automatisch met de Autostore-functie
worden opgeslagen.
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de nummer 1 t/m 6 worden voor
het instellen van de volgende voorkeuzestations
gebruikt:
❒18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6
op FMT of "FMA") (bij sommige uitvoeringen);
❒12 op de MW-golfband (6 op MW1, 6 op MW2).
Kies voor het luisteren naar een voorkeuzestation,
de gewenste golfband en druk vervolgens kort op
de betreffende voorkeuzetoets (1 t/m 6).
Door langer dan 2 seconden op de voorkeuzetoets
te drukken, wordt het station waarop is afgestemd
opgeslagen. De opslagfase wordt bevestigd door
een geluidssignaal.
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION
De radio slaat automatisch het laatst gekozen
station op elke golfband op, waarop wordt
afgestemd wanneer de radio wordt ingeschakeld of
wanneer van golfband wordt gewisseld.
297
AUTORADIO