dashboard Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 116 of 624

1163-1. Informatie over sleutels
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Sleutelkaart (indien aanwezig)
●De sleutelkaart is niet waterdicht.
●De mechanische sleutel die zich in de sleutelkaart bevindt, mag uitsluitend in noodge-
vallen worden gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de elektronische sleutel niet goed werkt.
●Als de mechanische sleutel moeilijk te verwijderen is, druk dan het vergrendelknopje
met een ballpoint of iets dergelijks naar beneden. Als het dan nog steeds moeilijk is om
de sleutel er uit te trekken, gebruik een muntstuk of iets dergelijks.
■Wanneer u de sleutel van de auto moet achterlaten bij een parkeerwachter
Vergrendel indien nodig het dashboardkastje. (Blz. 429)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elektronische
sleutel aan de parkeerwachter.
■Als u uw mechanische sleutels verliest
Een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe mechanische sleutel maken met
behulp van de andere originele mechanische sleutel en het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige plaats bui-
ten de auto.
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig niet op de toetsen van de elektronische
sleutel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt kunnen worden als
u de elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt opgeborgen. Bij het indrukken van
de toetsen kan de elektronische sleutel radiogolven uitzenden die de bediening van het
vliegtuig kunnen beïnvloeden.
●Om de mechanische sleutel te bewaren,
schuift u hem in de sleutelkaart terwijl u de
ontgrendelknop indrukt.
●Als de batterij uit de sleutelkaart is gevallen
doordat het afdekkapje niet is geplaatst, of de
batterij is verwijderd nadat de sleutelkaart nat
is geworden, plaats de batterij dan terug met
de positieve zijde (+) naar het Lexus-
embleem.
Page 131 of 624

1313-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
•Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er een andere sleutel met afstandsbediening (die radiogolven uitzendt) in de buurt
gebruikt wordt
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende apparaten die radio-
golven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit worden bevestigd
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het sys-
teem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of portiergreep, te dicht bij
de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of
te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, in de bagageruimte, op de vloer of in
een portiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portier-
vakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de aanwezige radiogolven
wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten de auto
bevindt en wordt de auto vergrendeld, waardoor de elektronische sleutel mogelijk in
de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem
mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of in een wasstraat
wanneer de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt. (De portie-
ren zullen na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld worden als ze niet
geopend en gesloten worden.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid
dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstands-
bediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reac-
tie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek
de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
Page 166 of 624

1663-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Waarschuwingszoemer open schuifdak
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay op het
dashboard wanneer het contact UIT staat en u het bestuurdersportier opent terwijl het
schuifdak geopend is.
WA A R S C H U W I N G
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel.
■Openen van het schuifdak
●Laat geen van de inzittenden tijdens het rijden zijn/haar hand of hoofd buiten de auto
uit steken.
●Ga niet op het schuifdak zitten.
■Sluiten van het schuifdak
●De bestuurder is verantwoordelijk voor het openen en sluiten van het schuifdak. Laat,
om onbedoelde bediening, met name door kinderen, te voorkomen, het schuifdak
niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zitten tussen het schuifdak.
●Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het schuifdak bediend wordt.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel en het kind
met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld, uit kattenkwaad enz.,
bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging
●Steek geen lichaamsdelen in de opening om te proberen of de klembeveiliging werkt.
●Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet werkt als het schuifdak bijna gesloten is.
Page 172 of 624

1724-1. Voordat u gaat rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
■Bij stilstaande auto
●Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N staat, kan de auto onverwachts
in beweging komen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
●Voorkom het ontstaan van ongelukken door het wegrollen van de auto, houd altijd
het rempedaal ingetrapt zolang het controlelampje READY brandt en activeer de
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom voor- of achteruit wegrijden van de auto bij stoppen op een helling: trap
altijd het rempedaal in en activeer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het uitlaatsys-
teem oververhit raken, hetgeen brand kan veroorzaken als er brandbaar materiaal
aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto liggen als
deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen open barsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dashboardkastje of
op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er bagage wordt geplaatst of
een stoel wordt afgesteld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen reservoirs
zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard. Deze parkeerschij-
ven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand veroorzaken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende gebouwen
voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zilverkleurige folie. Weer-
kaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P, schakel het hybride-
systeem uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter als het controlelampje READY brandt.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als het controlelampje READY brandt of direct na het uit-
schakelen van het hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
Page 175 of 624

175
4 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laadvermogen
en belading zorgvuldig door.
WA A R S C H U W I N G
■Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van goederen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de pedalen
niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de bestuurder wordt gehinderd
of dat de bestuurder of passagiers door voorwerpen geraakt worden, wat een ongeval
kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte nooit hoger dan de rugleuningen.
●Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
●Sta nooit toe dat er personen in de bagageruimte meerijden. De bagageruimte is niet
ontworpen om personen te vervoeren. Personen dienen plaats te nemen op een zit-
plaats en een gordel op de juiste manier om te doen.
●Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op elkaar gesta-
peld worden)
• Op de bagageafdekking (indien aanwezig)
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Berg alle voorwerpen op in het passagierscompartiment.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel de belading altijd gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en de remwerking in negatieve zin beïnvloe-
den, waardoor een ongeval met ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
Page 190 of 624

1904-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Lichtschakelaar
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te schakelen:
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld.
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardverlich-
ting gaan branden.
De koplampen en alle ver-
lichting die hierboven ge-
noemd is, gaan branden.
De koplampen, de dagrij-
verlichting en de parkeer-
lichten vóór gaan automa-
tisch aan en uit.
(Wanneer het contact
AAN staat.)
Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand
te zetten, wordt het grootlicht weer uit-
geschakeld.
Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de kop-
lampen in- of uitgeschakeld.
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
Inschakelen van grootlicht
1
2
Page 315 of 624

315
5 5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Bluetooth®
■Situaties waarin het systeem niet werkt
●Als er een mobiele telefoon wordt gebruikt die geen Bluetooth® ondersteunt.
●Als de mobiele telefoon is uitgeschakeld.
●Als u buiten het bereik van het systeem komt.
●Als de mobiele telefoon niet is aangemeld.
●Als de batterij van de mobiele telefoon bijna leeg is.
●Als de mobiele telefoon zich achter de stoel, in het dashboardkastje of in het opberg-
vak in de middenconsole bevindt
●Als de draagbare speler/telefoon wordt afgedekt door of in contact staat met metaal
■Signaalstatus
Dit display kan iets afwijken van het display van de telefoon zelf.
■Bij het gebruik van het handsfree-systeem
●Het audiosysteem en de gesproken aanwijzingen worden onderdrukt tijdens het
gesprek.
●Indien beide partijen tegelijkertijd spreken, is dit mogelijk moeilijk te verstaan.
●Als het volume van het inkomende gesprek overmatig hoog is, kan mogelijk een echo
worden waargenomen.
●Probeer zo veel mogelijk in de microfoon te spreken.
●In de volgende omstandigheden kan het moeilijk zijn om de gesprekspartner te ver-
staan:
• Tijdens het rijden op onverharde wegen
• Tijdens het rijden met hoge snelheden
• Als een ruit geopend is
• Als de airconditioning direct op de microfoon blaast
• Als de airconditioning te hoog is ingesteld
■Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initialiseert, om misbruik van persoonlijke gegevens te
voorkomen. (Blz. 304)
■Over Bluetooth®
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van
Bluetooth SIG, Inc.
Page 320 of 624

3205-10. Bluetooth®
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Gebruik geen mobiele telefoon en meld de Bluetooth®-telefoon niet aan.
■Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische apparatuur
●In het dashboard is een antenne voor de Bluetooth®-verbinding ingebouwd. Mensen
met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde hartdefibril-
latoren moeten voldoende afstand bewaren tot de Bluetooth
®-antennes. De radio-
golven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
●Alvorens een mobiele telefoon te gebruiken moeten gebruikers van medische appa-
ratuur anders dan geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers en geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren contact opnemen met de fabrikant of leverancier van deze
producten om te informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke
medische apparatuur.
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de mobiele telefoon
Laat uw mobiele telefoon niet achter in de auto. De temperatuur in de auto kan hoog
oplopen, waardoor de telefoon beschadigd kan raken.
Page 394 of 624

3945-21. Bluetooth® (Lexus display-audiosysteem)
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Bluetooth®-antenne
De antenne is ingebouwd in het display.
Als de draagbare audiospeler of mobiele telefoon zich achter de stoel, in het dashboard-
kastje of in de opbergmogelijkheid in de middenconsole bevindt, of wordt afgedekt door
een metalen voorwerp, kan de verbinding slechter worden.
■Ladingstoestand batterij/signaalstatus
●Dit display kan iets afwijken van het display van de draagbare audiospeler of de tele-
foon zelf.
●Het systeem beschikt niet over een oplaadfunctie.
●De batterij van de draagbare audiospeler of de mobiele telefoon raakt snel leeg als het
apparaat is aangesloten op het Bluetooth®-systeem.
■Als gelijktijdig via de Bluetooth®-verbinding audio wordt afgespeeld en het handsfree-
systeem wordt gebruikt
De volgende problemen kunnen ontstaan.
●De Bluetooth®-audioverbinding wordt mogelijk onderbroken.
●Bij het afspelen van audio via de Bluetooth®-verbinding zijn mogelijk bijgeluiden hoor-
baar.
■Over de contacten in dit systeem
Van elke geregistreerde telefoon worden de volgende gegevens opgeslagen. Als er ver-
binding wordt gemaakt met een andere telefoon, kunnen de opgeslagen gegevens niet
worden bekeken.
●Contactgegevens
●Oproepgeschiedenis
●Favorieten
●Melding
Wanneer een Bluetooth®-telefoon uit het systeem wordt verwijderd, worden boven-
staande gegevens ook gewist.
■Over Bluetooth®
Het Bluetooth®-beeldmerk en -logo zijn eigen-
dom van Bluetooth SIG, Inc. en worden door
FUJITSU TEN LIMITED gebruikt onder licentie.
Overige handelsmerken en -namen zijn eigen-
dom van de respectievelijke eigenaren.
Page 407 of 624

407
6
Voorzieningen in
het interieur
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
6-1. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
Automatische airconditioning
(auto's met navigatiesysteem
of Lexus display-
audiosysteem) ......................... 408
Automatische airconditioning
(auto's zonder
navigatiesysteem of
Lexus display-
audiosysteem) ............................417
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming...................... 424
• Stuurwielverwarming ......... 424
• Stoelverwarming .................. 4256-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ................. 426
• Hoofdschakelaar
leeslampjes/
interieurverlichting.............. 426
• Leeslampjes/
interieurverlichting voor ....427
• Interieurverlichting
achter .........................................427
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden .......... 428
• Dashboardkastje .................. 429
• Consolevak ............................ 429
• Bekerhouders/
fleshouders/
portiervakken ........................430
• Extra opbergvakken ............ 431
Vo o r z i e n i n g e n
in de bagageruimte ................ 433
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in
het interieur ............................... 436
• Zonnekleppen ...................... 436
• Make-upspiegels ................. 436
• Klok............................................ 437
• Accessoireaansluiting........ 437
• Handgrepen........................... 439