Lexus IS300h 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2017, Model line: IS300h, Model: Lexus IS300h 2017Pages: 692, PDF Size: 24.83 MB
Page 291 of 692

2914-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
*1: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen va n rijstrook niet worden bediend, wordt het
teken niet weergegeven.
*2: Auto's met navigatiesysteem
In de volgende situaties waarschuwt het RSA-systeem de bestuurder m.b.v. een
waarschuwingsdisplay.
●Wanneer de rijsnelheid de drempelwaarde voor de snelheidswaarschuwing
in relatie tot de maximumsnelheid op he t op het multi-informatiedisplay weer-
gegeven verkeersbord overschrijdt, verandert de kleur van het verkeersbord.
●Als wordt gesignaleerd dat uw auto een ander voertuig inhaalt terwijl er een
verkeersbord voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay, gaat het verkeersbord knipperen.
●Auto's met navigatiesysteem: Als het RSA-systeem een verkeersbord voor
verboden in te rijden he rkent en signaleert dat de bestuurder het inrijverbod
negeert op basis van de kaartinformatie van het navigatiesysteem, knippert
het verkeersbord voor verboden in te rijden.
Afhankelijk van de situatie wordt de verk eerssituatie (richting en snelheid van het
verkeer en hoeveelheid verkeer) mogelijk niet goed gesignaleerd en werkt het
waarschuwingsdisplay mogelijk niet goed.
■Automatisch uitschakelen van weergave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer verkeersborden automatisch uitgescha-
keld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie mogeli jk niet goed werkt of niet goed signa-
leert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camerasensor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de camerasensor.
●Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist, sneeuw of
zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, en z. dringt de camerasensor binnen.
●Het verkeersbord is vuil, vervaagd, gekanteld of krom of, in geval van een elektronisch
verkeersbord, het contrast is slecht.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
Waarschuwingsscherm
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 291 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 292 of 692

2924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
●Het verkeersbord is alleen korte t ijd zichtbaar voor de camerasensor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwiss eling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit bord we l direct na een vertakking van de snelweg
of bij een aangrenzende rijstrook ne t voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de snel heidslimiet voor parallelwegen gesigna-
leerd en weergegeven (wanneer deze in he t zicht van de camerasensor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de maxi maal toegestane snelheid voor afslagen
van rotondes gesignaleerd en weergegeven (w anneer deze in het zicht van de camera-
sensor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
■Rijden in een land met een andere eenheid voor snelheid
Aangezien de RSA verkeersborden herkent aan de hand van de ingestelde eenheid
voor snelheid, is het noodzakelijk om de in gestelde eenheid van het instrumentenpaneel
te wijzigen. Stel de ingestelde eenheid van het instrumentenpaneel in op de eenheid van
snelheid van de verkeersborden op de actuele locatie. (→ Blz. 657)
■In-/uitschakelen van het systeem
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid op het multi-informatiedisplay werd weergegeven, wordt dat-
zelfde verkeersbord weer weergegeven wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de drem pelwaarde voor de waarschuwing voor te
hard rijden) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 119)
Selecteer op he
t instelscherm
( → Blz. 111)
Druk op op het stuurwiel.
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 292 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 293 of 692

2934-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en decelereert de
auto automatisch overeenkomstig de vera nderingen in snelheid van de voorlig-
ger, zelfs wanneer het gaspedaal niet word t ingetrapt. In de constante-snelheids-
regelmodus rijdt de auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwegen.
●Afstandsregelmodus ( →Blz. 296)
●Constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 301)
Toets tussenafstand
Display
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Cruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control∗
∗
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 293 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 294 of 692

2944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
WA A R S C H U W I N G
■Voor het gebruik van de Dynamic Radar Cruise Control
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder ve rantwoordelijk. Vertrouw niet alleen op het
systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op de omgeving te letten.
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem biedt ondersteuning bij het rijden om de
bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan de geboden ondersteuning.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem gesignaleerde status van
de voorligger afwijken van de door de bestuurder waargenomen status. Daarom moet
de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar van elke situatie inschatten en veilig rijden.
Volledig afgaan op het systeem of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert
tijdens het rijden kan leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
■Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient al leen ter ondersteuning van de bestuurder
bij het bepalen van de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger.
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen
en kan de bestuurder ook niet helpen tijdens het rijden bij slecht zicht. Het blijft nood-
zakelijk dat de bestuurder zelf de omgeving van de auto goed in de gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het be palen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt of de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert blijft
en inschat of een situat ie mogelijk gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
Het Dynamic Radar Cruise Control-systee m kan geen aanrijdingen met een voorlig-
ger voorkomen. Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt direct de controle over de
auto te nemen en juist te handelen om de veiligheid van alle betrokkenen te garande-
ren.
■Voorkomen van onbedoeld activeren va n de Dynamic Radar Cruise Control
Schakel de Dynamic Radar Cruise Control uit met de toets ON/OFF als deze niet
wordt gebruikt.
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 294 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 295 of 692

2954-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
WA A R S C H U W I N G
■Situaties die niet geschikt zijn voor ge bruik van de Dynamic Radar Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Cont rol niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mo gelijk niet goed geregeld, waardoor een
ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en st erk stijgende wegen
Bij het afdalen van een helling kan de r ijsnelheid de geprogrammeerde snelheid
overschrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering door de sen-
soren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware regenval,
enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voorz ijde van de radarsensor of de camerasensor
zit
●In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decelereren nood-
zakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 295 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 296 of 692

2964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100 meter
voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tus-
sen uw auto en de voorligger te bereke nen en een geschikte afstand tussen uw
auto en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kle iner wordt als u een lange helling afrijdt.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De gewenste tus-
senafstand kan ook worden ingesteld door de toets voor de tussenafstand te bedie-
nen.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, ve rlaagt het systeem automatisch de snel-
heid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het
systeem het remsysteem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de
snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voor-
ligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om
een veilige afstand tot de v oorligger te creëren, klinkt er een naderingswaarschu-
wing.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn di e langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
Rijden in de afs tandsregelmodus
1
2
3
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 296 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 297 of 692

2974-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON/OFF gedurende ten
minste 1,5 seconden ingedrukt wordt
gehouden, schakelt het systeem over op
de constante-snelheidsregelmodus.
(→ Blz. 301)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 50 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid op
te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregelmodus)
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 297 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 298 of 692

2984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
omhoog of omlaag om de snelheid te
wijzigen en laat hem los als de
gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, wordt de ingestelde snelheid als
volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2 zolang de
hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus (→ Blz. 301) wordt de ingestelde snelheid
als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel wordt
bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vastgehouden, wordt de snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 298 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 299 of 692

2994-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
IS300h_EE(OM53D89E)
Door de schakelaar in te drukken
wordt de tussenafstand als volgt gewij-
zigd:
Lang
Gemiddeld
Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorligger ook weergege-
ven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekening mee dat de
aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid van 80 km/h. De tus-
senafstand is afhankelijk van de rijsnelheid.
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
De cruise control wordt echter niet her-
vat wanneer de rijsnelheid ongeveer 40
km/h of lager is.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool
voorligger
1
2
3
Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTu s s e n a f s t a n d
LangOngeveer 50 m
GemiddeldOngeveer 40 m
KortOngeveer 30 m
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
1
2
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 299 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM
Page 300 of 692

3004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
IS300h_EE(OM53D89E)
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren als een andere
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Trap het rempedaal in
om voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gegeven als
de tussenafstand klein is.
●Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de snelheid
van uw eigen auto
●Als de voorligger extreem langzaam rijdt
●Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
●Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
IS300h_OM_Europe_OM53D89E.book P age 300 Tuesday, November 29, 2016 2:44 PM