Lexus IS300h 2017 Navigation handleiding (in Dutch)
Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2017, Model line: IS300h, Model: Lexus IS300h 2017Pages: 342, PDF Size: 19.4 MB
Page 241 of 342

241
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_NAVI_EE
6
1Breng de auto tot stilstand op de hieron-
der afgebeelde plaats en zet het stuur-
wiel in de rechtuitstand.
Een plaats parallel aan de weg (of aan de
kant van de weg) waarbij zich ongeveer 1 m
ruimte bevindt tussen uw auto en de gepar-
keerde auto naast u.
Een positie waarop u op een halve auto-
lengte vóór de geparkeerde auto staat
Grofweg een halve autolengte
Gewenst parkeervak
Ongeveer 1 m
Geparkeerde auto
Uw auto
PARKEREN
Het volgende voorbeeld geeft de pro-
cedure voor het fileparkeren aan de
rechterzijde van de weg weer. Voer het
fileparkeren aan de linkerzijde uit door
in alle stappen links door rechts te ver-
vangen en andersom.
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 241 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 242 of 342

242
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_NAVI_EE
2Zet de selectiehendel in stand R.
3Controleer of de monitor het deel ach-
ter de achterwielen van de geparkeer-
de auto weergeeft en kies .
Als dat deel niet wordt weergegeven, rijd
de auto dan naar voren.
4Rijd langzaam achteruit totdat het
zwart-gele verticale paaltje net de ach-
terzijde van de geparkeerde auto over-
lapt. Houd hierbij het stuurwiel recht.
Breng vervolgens de auto tot stilstand.
Zwart-geel verticaal paaltje
Rijd tot hier achteruit
5Draai het stuurwiel, terwijl de auto stil-
staat, tot het blauwe kader overeen-
komt met de gewenste parkeerplek.
Als de verlengde lijn van het blauwe kader
wordt weergegeven, kan de assistentie bij
fileparkeren worden gebruikt.
Blauw kader
Zwart-geel verticaal paaltje
Verlengde lijn
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 242 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 243 of 342

243
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_NAVI_EE
6
Draai het stuurwiel naar rechts
Zwart-geel verticaal paaltje
Blauw kader
OPMERKING
●Controleer of zich geen obstakels binnen
het blauwe kader bevinden.
Als zich obstakels binnen het blauwe
kader bevinden, maak dan geen gebruik
van de assistentie bij fileparkeren.
● Controleer, bij het plaatsen van het
blauwe kader over het parkeervak, of de
verlengde blauwe lijn het wiel van de
voor het lege parkeervak geparkeerde
auto niet kruist.
● Als de verlengde lijn van het blauwe
kader de geparkeerde auto kruist, staat
uw auto er mogelijk te dicht bij. Contro-
leer of de afstand tussen uw auto en de
geparkeerde auto naast u ongeveer 1 m
bedraagt.
Verlengde lijn overlapt band
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 243 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 244 of 342

244
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_NAVI_EE
6Houd het stuurwiel in dezelfde stand en
rijd achteruit.
De assistentie bij fileparkeren wordt uitge-
schakeld wanneer het stuurwiel wordt
gedraaid tijdens het achteruitrijden. Zet de
selectiehendel in een andere stand dan stand
R en herhaal de procedure vanaf stap 1.
7Op het scherm verschijnt een kromme
blauwe lijn. Houd het stuurwiel in de-
zelfde stand en rijd langzaam achteruit.
Stop wanneer de kromme blauwe lijn de
hoek van het gewenste parkeervak
raakt.
Kromme blauwe lijn
OPMERKING
●Zorg ervoor dat u bij het achteruitrijden
geen obstakels raakt. Rijd langzaam ach-
teruit.
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 244 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 245 of 342

245
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_NAVI_EE
6
Rijd achteruit en houd het stuurwiel in de-
zelfde stand.
Kromme blauwe lijn
Kromme blauwe lijn raakt hier de hoek
Wanneer u te snel achteruitrijdt, kunt u de
synchronisatie met de assistentie bij filepar-
keren kwijtraken.
8Draai, als de auto stilstaat, het stuurwiel
geheel naar links.
Draai het stuurwiel alleen bij stilstand.
9Wanneer het scherm verandert, houd
dan het stuurwiel in de actuele stand en
rijd achteruit.
10Draai, als de auto zich parallel aan de
weg of de stoeprand bevindt, het stuur-
wiel in de rechtuitstand.
Controleer de omgeving visueel en via
de spiegels, rijd achteruit terwijl u de af-
standslijnen als referentie gebruikt en
breng de auto tot stilstand.
Wanneer de auto bijna helemaal op de
gewenste parkeerplek staat, is de assisten-
tie bij filepark eren voltooid.
OPMERKING
●Zorg ervoor dat u bij het achteruitrijden
geen obstakels raakt. Rijd langzaam ach-
teruit.
INFORMATIE
●Mogelijk wordt er geen begeleiding bij
fileparkeren gegeven wanneer u heel
langzaam achteruitrijdt.
● Als de achterklep wordt geopend, wordt
de assistentie bij fileparkeren halver-
wege onderbroken.
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 245 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 246 of 342

246
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_NAVI_EE
1Kies .
Het stuurwiel is te ver gedraaid, waardoor
het systeem niet kan werken. Draai het
stuurwiel terug naar de oorspronkelijke
stand.
Als de melding wordt weergegeven voor-
dat het kader de gewenste parkeerplek
bedekt, dan staat de auto waarschijnlijk te
ver van de stoeprand. Controleer of de
afstand tussen uw auto en de geparkeerde
auto naast u ongeveer 1 m bedraagt.
Normale modus
Modus beperkte ruimte
Als het contact UIT wordt gezet wanneer
de Parking Assist Monitor wordt uitge-
schakeld in de modus voor beperkte
ruimte, wordt de volgende keer dat de
assistentie bij filepa rkeren wordt geselec-
teerd eerst het waarschuwingsscherm
getoond.
ASSISTENTIE BIJ
FILEPARKEREN
UITSCHAKELEN
WANNEER DE MELDING
“Steering wheel turned too far,
please return.” (Stuurwiel te ver
gedraaid, terugdraaien a.u.b.)
WORDT WEERGEGEVEN
MODUS BEPERKTE RUIMTE
Als de plaats waar de auto moet worden
geparkeerd smaller is dan gebruikelijk,
kan de modus voor beperkte ruimte
worden gebruikt.
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 246 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 247 of 342

247
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_NAVI_EE
6
1Selecteer terwijl de modus file-
parkeren in werking is.
2Controleer de waarschuwing op het
waarschuwingsscherm. Kies Akkoord
als u akkoord gaat. Kies om de
modus beperkte ruimte te annuleren.
3Wanneer het systeem in de modus voor
beperkte ruimte wordt gezet, gaat de
indicator op branden.
Kies nogmaals om het systeem in
de normale modus te zetten.
BEDIENING MODUS
BEPERKTE RUIMTE
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 247 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 248 of 342

248
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_NAVI_EE
5. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
De procedure voor het afstellen van het
beeld van de Parking Assist Monitor is
gelijk aan de procedure voor het afstellen
van het scherm. ( →Blz. 38)
GEBIED DAT OP HET SCHERM
WORDT WEERGEGEVEN
De Parking Assist Monitor geeft, vanaf
de achterbumper, een beeld weer van
het gebied achter de auto.
Scherm Gebied dat wordt weergegeven
Hoeken van de bumper
INFORMATIE
●Het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven, is afhankelijk van de stand
van de auto.
● Objecten die zich te dicht bij de hoeken
van de bumper of onder de bumper
bevinden, kunnen niet worden weerge-
geven.
● De camera is voorzien van een speciale
lens. De afstand op het beeld op het
scherm wijkt af van de werkelijke afstand.
● Objecten die zich op een hogere plaats
bevinden dan de camera, worden moge-
lijk niet weergegeven op het scherm.
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 248 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 249 of 342

249
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM
IS_NAVI_EE
6
DE CAMERA
De camera van de Parking Assist Moni-
tor is bevestigd zoals aangegeven in de
afbeelding.
GEBRUIK VAN DE CAMERA
Als er vuil of verontreinigingen (zoals
waterdruppels, sneeu w, modder, enz.)
op de camera zit, kan deze geen duide-
lijk beeld overbrengen. Spoel hem in dit
geval af met een grote hoeveelheid wa-
ter en veeg de cameralens af met een
zachte, natte doek.
OPMERKING
● De Parking Assist Monitor werkt in de
volgende gevallen mogelijk niet goed.
• Als de achterzijde van de auto aan
schokken wordt blootgesteld, kan de
stand van de camera veranderen.
• De camera is waterdicht afgesloten. Verwijder, demonteer of wijzig hem
daarom niet. Anders kan hij onjuist gaan
werken.
• Spoel de camera af met een grote hoe- veelheid water en veeg de lens af met
een zachte, natte doek. Wrijf niet te
hard over de cameralens. Als er kras-
sen op de cameralens zitten, kan deze
geen duidelijk beeld overbrengen.
• Zorg ervoor dat er geen organische oplosmiddelen, autowas, ruitenreiniger
of ruitencoating op de lens terechtkomt.
Verwijder dergelijke stoffen zo snel
mogelijk van de lens als dit gebeurt.
• Bij een snelle temperatuurverandering, bijvoorbeeld wanneer bij koud weer
heet water op de auto wordt gegoten,
kan het zijn dat het systeem niet goed
werkt.
• Stel de camera of de omgeving van de camera tijdens het wassen van de auto
niet bloot aan sterke waterstralen. Hier-
door kunnen storinge n optreden in de
camera.
● Stel de camera niet bloot aan een krach-
tige schok, omdat an ders een storing kan
optreden. Laat als dit gebeurt de auto
controleren door een erkende Lexus-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 249 Monday, December 12, 2016 10:43 AM
Page 250 of 342

250
1. LEXUS PARKING ASSIST MONITOR
IS_NAVI_EE
De afstandslijnen en voertuigbreedterefe-
rentielijnen staan mogelijk niet geheel
parallel aan de zijlijnen van het parkeervak,
ook al lijkt dit wel zo. Controleer dit visueel.
De ruimtes tussen de voertuigbreedterefe-
rentielijnen en de linker en rechter zijlijn
van het parkeervak zijn mogelijk niet gelijk
aan elkaar, ook al lijkt dit wel zo. Contro-
leer dit visueel.
De afstandslijnen geven een indicatie van
de afstanden op een vlakke ondergrond. In
elk van de volgende gevallen is er sprake
van een foutmarge tussen de rijlijnen op het
scherm en de werkelijke afstand/koers op
de weg.
VERSCHILLEN TUSSEN DE
SCHERMWEERGAVE EN DE
WERKELIJKE WEGWANNEER DE GROND
ACHTER DE AUTO STEIL
OMHOOG LOOPT
De afstandslijnen geven een afstand
dichter bij de auto aan dan in werkelijk-
heid het geval is. Objecten lijken zich
daarom verder van de auto te bevinden
dan in werkelijkheid het geval is. Op de-
zelfde manier is er sprake van een fout-
marge tussen de rijlijnen en de
werkelijke afstand/koers op de weg.
IS300h_IS200t_NAVI_Europe_OM53E 02E.book Page 250 Monday, December 12, 2016 10:43 AM