MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL 6, Model: MAZDA MODEL 6 2017Pages: 842, PDF Size: 9.9 MB
Page 111 of 842

3–22
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
Automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie *
WAARSCHUWING
Niet aan de binnenste kruk van een
voorportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van een voorportier trekken is
gevaarlijk. Passagiers kunnen als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
Bij rijsnelheden hoger dan 20 km/h
worden alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
vergrendeld.
Wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch ontgrendeld.
Deze functies kunnen ook worden
uitgeschakeld zodat ze buiten werking
zijn.
Veranderen van de instelling van
de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie met gebruik van
de portiervergrendelschakelaar (Met
portiervergrendelschakelaar)
Het automatisch vergrendelen of
ontgrendelen van de portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
kan ingesteld worden door het
selecteren van een van de functies uit
onderstaande tabel en het gebruik van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar op
het binnenste portierpaneel.
OPMERKING
Voor uw auto is functie nummer
3 in onderstaande tabel de
standaardinstelling.
Er zijn enkel in totaal zes automatische
vergrendel-/ontgrendelinstellingen
beschikbaar voor voertuigen
met automatische transmissie
en drie voor voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak.
Druk de ontgrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
het juiste aantal malen in,
overeenkomstig het nummer van
de geselecteerde functie. Als de
schakelaar bij een voertuig met
automatische transmissie per ongeluk
zevenmaal of bij een voertuig met
handgeschakelde versnellingsbak
viermaal wordt ingedrukt, wordt de
procedure geannuleerd. Voer in dit
geval de procedure opnieuw vanaf het
begin uit.
Functienummer Functie *1
1 De automatische
portiervergrendelfunctie is
uitgeschakeld.
2 Bij een rijsnelheid van ongeveer 20
km/h of meer worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
3
(Fabrieksinstelling)
Bij een rijsnelheid van ongeveer 20
km/h of meer worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld. Alle
portieren en de achterklep/het
kofferdeksel worden ontgrendeld
wanneer het contact van ON op uit
wordt gezet.
Page 112 of 842

3–23
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Functienummer Functie *1
4 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
5 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet terwijl
het contact op ON staat, worden
alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
ontgrendeld.
6 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Bij een rijsnelheid van ongeveer 20
km/h of meer worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet terwijl
het contact op ON staat, worden
alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
ontgrendeld.
*1 Overige instellingen voor de automatische
portiervergrendelfunctie zijn beschikbaar bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur. Raadpleeg voor
bijzonderheden een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-15 .
Instellingen kunnen gewijzigd worden met
behulp van onderstaande procedure.
1. Parkeer het voertuig op een veilige
plaats. Alle portieren moeten gesloten
blijven.
2. Zet het contact op ON. 3. Houd de vergrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
ingedrukt binnen 20 seconden nadat u
het contact op ON hebt gezet en let er
op dat ongeveer acht seconden daarna
een pieptoon klinkt.
4. Zie de tabel voor de instelling
van de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie en bepaal
het functienummer voor de
gewenste instelling. Druk
de ontgrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
hetzelfde aantal malen in als het
geselecteerde functienummer (Bijv.
Als u functie 2 selecteert, druk dan de
ontgrendelzijde van de schakelaar enkel
2 maal in).
5. Drie seconden nadat de
functieinstelling is veranderd, wordt
het geselecteerde functienummer door
een overeenkomstige hoeveelheid
pieptonen aangegeven. (Bijv.
Functienummer 3 = 3 pieptonen)
(Voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak)
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Functienummer 3
Druk 4 maal Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als het
geselecteerde
functienummer)
Druk op de vergrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
Page 113 of 842

3–24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
(Voertuigen met automatische
transmissie)
Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Druk 4 maal Functienummer 3
Druk 5 maal Functienummer 4
Druk 7 maal Functienummer 5
Druk 6 maal
Functienummer 6
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als het
geselecteerde
functienummer)
Druk op de vergrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
OPMERKING
De portieren kunnen tijdens het
maken van de instelling niet
vergrendeld of ontgrendeld worden.
De procedure kan geannuleerd
worden de vergrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
in te drukken.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelknop
Bediening vanaf de binnenzijde
(Met portiervergrendelschakelaar)
Voor het vergrendelen van een
portier vanaf de binnenzijde, de
portiervergrendelknop omlaag drukken.
Voor ontgrendelen de
portiervergrendelknop naar buiten trekken.
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel worden
automatisch vergrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier wordt ingedrukt.
Deze worden alle ontgrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier omhoog getrokken
wordt.
Vergrendelen
Ontgrendelen
Page 114 of 842

3–25
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
De rode indicatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indicatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde vergrendelen
van de achter- en voorpassagiersportieren
met behulp van de portiervergrendelknop,
de portiervergrendelknop in de
vergrendelstand drukken en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk in
de openstand is niet nodig).
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
Portiervergrendelknop
OPMERKING
Wanneer u de portieren op deze manier
vergrendelt:
Let erop de sleutel niet in de auto
achter te laten.
De portiervergrendelknop van
het bestuurdersportier kan niet
worden gebruikt terwijl het
bestuurdersportier open is.
Kindersloten van achterportieren
Deze sloten zijn bestemd om te helpen
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
achterportieren openen. Gebruik deze op
beide achterportieren wanneer u kinderen
op de achterzitting van de auto vervoert.
Indien u het kinderslot naar de
vergrendelstand schuift alvorens het
betreffende portier te sluiten, kan dat
portier niet vanuit de binnenzijde geopend
worden. Het portier kan enkel worden
geopend door het oplichten van de
buitenportierkruk.
VergrendelenOntgrendelen
Page 115 of 842

3–26
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Achterklep/Kofferdeksel
WAARSCHUWING
Sta nooit toe dat iemand in de
bagageruimte/kofferruimte meerijdt:
Toestaan dat iemand in de
bagageruimte/kofferruimte meerijdt is
gevaarlijk. Tijdens plotseling afremmen
of een botsing bestaat de kans dat
de persoon die in de bagageruimte/
kofferruimte meerijdt ernstig of
dodelijk letsel oploopt.
Rijd niet met de achterklep/het
kofferdeksel geopend:
Uitlaatgassen in het interieur van
een auto zijn gevaarlijk. Wanneer de
achterklep/het kofferdeksel tijdens
het rijden open staat, worden er
uitlaatgassen in het interieur gezogen.
Dit gas bevat CO (koolmonoxide), dat
kleurloos, geurloos en bijzonder giftig
is; dit gas kan bewusteloosheid en
verstikking veroorzaken. Bovendien
kunnen in het geval van een open
achterklep/kofferdeksel de inzittenden
bij een botsing naar buiten geslingerd
worden.
Bagage niet opstapelen en niet zonder
deze vast te zetten in de bagageruimte
plaatsen:
Anders kan de bagage van zijn plaats
schuiven of omvallen, hetgeen letsel
of een ongeluk tot gevolg kan hebben.
Bovendien bagage niet hoger dan
de rugleuningen laden. Dit kan het
uitzicht aan de zijkant of achterkant
belemmeren.
OPGELET
Verwijder alle opeenhoping van
sneeuw en ijs alvorens de achterklep/
het kofferdeksel te openen. Anders
bestaat de kans dat de achterklep/het
kofferdeksel onder het gewicht van
de sneeuw en het ijs dichtklapt en
letsel veroorzaakt.
Wees voorzichtig bij het openen/
sluiten van de achterklep/het
kofferdeksel tijdens harde wind. Als
de achterklep/het kofferdeksel wordt
getroffen door een zware windstoot,
kan deze plotseling dichtklappen en
letsel veroorzaken.
Open de achterklep/het kofferdeksel
volledig en let er op dat dit open
blijft staan. Als de achterklep/het
kofferdeksel slechts gedeeltelijk
geopend wordt, kan dit door trilling
of een windvlaag dichtklappen en
letsel veroorzaken.
Bij het in- of uitladen van bagage in
de bagageruimte/kofferruimte, de
motor stopzetten. Anders zou u zich
kunnen branden door de hitte van het
uitlaatgas.